'Kandidaten genoeg, nu de kiezers nog' Willem II ZATERDAG 13 NOVEMBER 1993 Onze Taal Het gebeurde bijna twee jaar geleden tijdens een leden vergadering van de PvdA-afdeling Leiden. Vlak na zijn aanstelling als partijvoorzitter maakte Felix Rottenberg een toernee langs de afdelingen omzijn vernieuwingsboodschap te verkondigen. In Leiden haalde hij ongemeen fel uit naar de aanwezige leden. „Een buitenstaander snapt absoluut geen jota van dit vreselijke jargon. Geen wonder dat de mensen wegblijven brieste Rottenberg. Het bewees voor hem eens te meer dat zijn partij 'inhoudelijk en organisatorischhard aan renovatie toe was. De aandacht ging daarbij de afgelopen tivee jaar steeds uit naar het reilen en zeilen op landelijk niveau. Maar hoe ging het op lokaal niveau? Een rondje langs de plaatselijke afdelingen van de PvdA. Koen Holtzappfel (Leiden): bouwen aan netwerken. foto archief loek zuyderduin PvdA-afdelingen worstelen met vern ieu wingsboodschap Meindert van der Kaaij De PvdA werd de afgelopen jaren geconfronteerd met een aantal pijnlijke kwesties (de WAO), op donders tijdens de verkiezingen en met ideo logische verwarring. Dat alles veroorzaakte deuken in het imago. Niet alleen extern, maar ook intern. Toen Rottenberg langs kwam tijdens de vergadering van de afdeling Leiden in het Antonius Clubhuis was diens uitval dan ook eigenlijk niet eens nodig. „Wij waren al overtuigd van de noodzaak om te vernieuwen", zegt Koen Holtzappfel, voorzit ter van de Leidse afdeling van de PvdA. „Na de gemeenteraadsverkiezingen in 1989 dui kelden we in Leiden van 16 naar 11 zetels. Goed, dat paste in het landelijke beeld en wij dachten dat we het plaatselijk nog wel rede lijk deden. Die nederlaag konden we ook nog afdoen als een incident. Maar het pak slaag dat wij daarna in de provinciale-statenverkie- zingen kregen, schudde iedereen wakker. Vanaf dat moment heerste de overtuiging dat het zo niet kon doorgaan." En toch werd de eerste bijeenkomst die de vernieuwing tot onderwerp had, in het voor jaar van 1991, opnieuw een pijnlijke ervaring. Slechts een handjevol mensen kwam opdra ven en van discussie was nauwelijks sprake. „Het maakte meteen duidelijk wat er al die tijd was fout gegaan", zegt Holtzappfel. „We hebben ons altijd blind gestaard op nota's en rapporten, om daar vervolgens veel te lang over te leuteren. We namen ons voor om vanaf dat moment alleen maar met concrete voorstellen te komen." Als een van de belangrijkste conclusies gold dat het partijkader het contact met de gewone burger was kwijtgeraakt. De PvdA moest opener worden en dus trok de raads fractie geregeld de wijken in. Dat ging, zegt Holtzappfel, goed. Volgens hem werd het contact met de 'gewone man' hersteld en het vertrouwen teruggewonnen. Het bezoek van de fractie aan Leiden- Noord twee weken geleden liep echter uit op een bittere teleurstelling. Juist in de wijk waar de sociaal-democraten van oudsher een gro te aanhang hebben, werden ze in niet mis te verstane bewoordingen met de neus op de feiten gedrukt. De bewoners gingen vooral tekeer over het aantal buitenlanders in de wijk. „Dat was weer zo'n pijnlijk moment waarop wij ons realiseerden dat wij nog een lange weg voor de boeg hebben", erkent Holtzappfel. Een andere manier om wat 'dichter bij de burger' te komen was het aanhalen van de banden met wat zo mooi het maatschappe lijk middenveld heet. „Het CDA maakte daar uitgebreid gebruik van, terwijl de PvdA er een beetje vies van was. En dat is stom. De PvdA heeft net zo goed leden met functies in ver schillende verenigingen. Denk maar aan sport- en woningbouwverenigingen. Wij or ganiseren nu bijeenkomsten voor die men sen bijvoorbeeld met een spreker erbij in de hoop dat zij netwerken gaan vormen. Ja, wij hebben ingezien dat de centrale posi tie die de gemeentebestuurders al die jaren in de partij innam, niet goed voor ons is ge weest", zegt Holtzappfel. Zuchten Richt de Leidse afdeling zich met hart en ziel op de - betere - toekomst, de kleine PvdA-af- deling in Rijnwoude lijkt nog steeds niet he lemaal bekomen van de WAO-schok. Het wa ren voor Gerrie van der Lecq, fractievoorzit ter in de raad van Rijnwoude, zware tijden na de zomer van 1992, toen de WAO-voorstellen van het kabinet naar buiten kwamen. „We hebben flink zitten zuchten", zegt Van der Lecq. „Het was allemaal te onrechtvaardig. Wij kregen onderling diepgaande discussies. Leden die veel voor de partij over hadden vroegen zich hardop af of zij er nog wel bij hoorden. 'Is dat nu solidariteit?' riepen zij. Vervolgens kwam het opstappen van Elske ter Veld als staatssecretaris. Dat was voor menigeen de spreekwoordelijke druppel." Van der Lecq zit vanaf 1974 in de raad, eerst van Hazerswoude en na de gemeentelij ke herindeling van Rijnwoude. Zij typeert de PvdA-afdeling als een kleine minderheid in een door het CDA gedomineerde gemeente. „Wij hebben een kleine hardwerkende groep van 15 a 20 mensen. Tja, wat valt er dan te vernieuwen? Met de kandidatenlijst voor de raadsverkiezingen van volgend jaar zijn wij nog volop bezig en of daar nieuwe gezichten bij zitten, kan ik nog niet zeggen. Maar de ge dachten van Felix slaan bij ons toch wel aan. De wijze waarop het partijbureau in Amster dam de verbindingen met de regio's heeft hersteld vind ik knap. Er is nu meer openheid dan ooit", zegt Van der Lecq. In de huiska mer ligt de gloednieuwe PvdA-campag- nemap voor de komende verkiezingen bin nen handbereik. Maar de fractievoorzitter heeft toch ook een beetje angst. Angst voor het doorschieten naar het andere uiterste. „Waar eindigt het?", vraagt Van der Lecq zich af. Termen als indi vidualisme, marktgericht denken, bedrijfs matig optreden, dat vind ik allemaal toch een beetje dreigend klinken. Het moet niet ten koste gaan van de solidariteit, want als dat gebeurt is het voor mij afgelopen. Dan kap ik ermee. Dat sociaal-democraten zich bezin nen is nodig, maar we moeten wel voor de zwakkeren blijven opkomen." Lofzang De angst om te ver door te schieten; dat is wat ook Jaap Bedijn, wethouder in Noord- wjjk, voortdurend bezighoudt. Hij begon als kaderlid van de metaalbedrijfsbond NW en kwam vervolgens in de politiek terecht. „Na de oorlog maakte ik de opbouw van de ver zorgingsstaat mee. Daar heb ik voor geknokt. We moeten er daarom nu voor waken dat die niet rigoureus wordt afgebroken. Ik ben rea list genoeg om toe te geven dat er fouten zijn gemaakt. Maar dat geldt evenzeer bij de ver strekking van de subsidies die jarenlang naar het bedrijfsleven zijn gevloeid. Iedereen heeft uit de staatsruif gegeten, maar daar praat niemand over." Bedijn houdt het na de raadsverkiezingen als wethouder voor gezien. Hij heeft dan 24 jaar in de raad gezeten, waarvan 16 jaar als wethouder. „Nee, ik ben geen slachtoffer van de vernieuwing", zegt hij licht verontwaar digd. „Ik heb lang genoeg in de raad gezeten. En er staan enkele zeer geschikte kandidaten klaar om mij op te volgen. Vervolgens begint Bedijn met een lofzang op de afdeling Noordwijk. Hoe actief de le den daar zijn. Negen keer per jaar verschijnt het keurig verzorgde partijblad De Vuist. Maar liefst 27 Noordwijkers zijn aangemeld voor de kandidatenlijst van de raadsverkie zingen. „Vernieuwing is nodig, maar je moet niet vernieuwen om te vernieuwen. Dat Rot tenberg de lijst voor de Tweede Kamer heeft aangepast vind ik prima. Die lijst sluit, denk ik. beter aan bij de huidige maatschappelijke ontwikkelingen, waarbij meer 'persoonlijkhe den' worden gevraagd. Maar of de bood schap van Rottenberg ook in Noordwijk doorwerkt weet ik niet. Volgens mij zijn de PvdA-mensen in Noordwijk capabel genoeg. elan waar Rottenberg over spreekt, nou dat is hier volop aanwezig. Daar hebben wij Amsterdam niet voor nodig." In Alphen aan den Rijn heeft de PvdA-af- deling de boodschap van Rottenberg daaren tegen direct in de praktijk gebracht. Volgend jaar voert nieuwkomer Joost Korver de ver kiezingslijst aan. De huidige wethouder Wil lem de Jong is naar de vierde plek verbannen. „Wij hebben inderdaad het functioneren van de raadsfractie kritisch bekeken", zegt Chris van Eerden, voorzitter van de kandidaatstel lingscommissie. „Wij kwamen tot de conclu sie dat het landelijke beeld ook in Alphen te zien was. Het optreden van de PvdA verdien de niet de schoonheidsprijs en dat heeft de politiek nou niet bepaald aan gezag doen winnen. Ik kan mij voorstellen dat burgers zich teleurgesteld van de partij hebben afge keerd." Contacten Bij de keuze van Korver als lijsttrekker is vooral gekeken naar diens communicatieve talenten. „De partij heeft nog wel degelijk be ginselen. Wij dienen op realistische wijze op te komen voor de zwalckeren in de samenle ving. Maar die houding moeten wij krachtig uitdragen door opnieuw contacten te zoeken met het publiek. Vandaar dat wij hebben ge keken naar iemand die goed overkomt bij le den en kiezers, die met de pers kan omgaan en die het debat en beschouwingen kan lei den." Van Eerden erkent dat de frisse wind die uit het Amsterdamse partijbureau waaide is opgepakt. „Ik kan mij een landelijke bijeen komst herinneren over gemeentelijke poli tiek. Dat ging er heel pittig aan toe, maar we werden het wel eens over de nieuwe richting. En zo druppelen er nog steeds nieuwe din gen door. Ik sta zeker achter het partijbe stuur. Niet elke uitkomst vind ik geweldig, maar over de trend die Rottenberg heeft ge zet, ben ik zeer tevreden." Waar de politieke toekomst van de Alphen- se milieuwethouder Willem de Jong erg on zeker is geworden, behoort voor de Oegst- geester wethouder Ton Kohlbeck de politiek vanaf maart zeker tot de verleden tijd. Hij kondigde al vier jaar geleden zijn vertrek als wethouder aan. „Dat heeft niks te maken met metaalmoeheid, maar het werd na 19 jaar wethouderschap tijd om op te krassen". Kohlbeck is diep onder de indruk van de in spanningen van Rottenberg en Vreeman. „Die mensen zijn volgens mij nooit meer thuis. Al die bezoeken, al die actiedagen, briefings, studiedagen. Zij hebben niets na gelaten om de afdelingen dichter bij het par tijbureau te brengen. Maar of de vernieuwingsdrang op de afde ling Oegstgeest is overgeslagen, waagt Kohl beck te betwijfelen. „Wij hebben hier een kleine afdeling met 150 leden. Zonder steun van GroenLinks had de PvdA bijvoorbeeld nooit een wethouder kunnen leveren. Zoveel ruimte om radicaal te vernieuwen bestaat or dus niet." Het is zeker geen zwaktebod dat Groen Links en niet de PvdA de lijsttrekker voor ko mende verkiezingen op de gecombineerde lijst levert, meent Kohlbeck. „Guus van Elzen is een ervaren raadslid en in staat om straks eventueel wethouder tc worden. Dat ook nummer drie, Johan van Raalte, van Groen Links komt, is geen teken dat de PvdA geen kandidaten kan leveren. Integendeel, kandi daten genoeg. Nu de kiezers nog." Holtzappfel ziet in het samengaan van PvdA en GroenLinks in Oegstgeest 'iets van vernieuwing'. Hij sluit niet uit dat te zijner tijd een brede linkse beweging in Nederland ontstaat. „Als de solidariteit maar hoog in het vaandel komt." Want de kwestie rond de WAO heeft volgens Holtzappfel wel thera peutisch gewerkt. „Die betekende voor velen een vertrouwensbreuk, een verbes aan ge loofwaardigheid. Maar tevens schudde het veel leden wakker: de verzorgingsstaat staat op het spel. De functie van de vernieuwing is denk ik dat we zoeken naar de nieuwe grenzen van de sociale zekerheid. Wat dat betreft hebben wij nog een lange weg voor ons liggen." De Tachtigjarige Oorlog ken ik al van dat ik op de lagere school zat. En natuurlijk ook Karei de Vijfde en Philips II. Er werd bij ons veel aan vaderlandse geschiedenis gedaan. Verhalen om nooit te vergeten. Phi lips II mag ik nog steeds niet en Wil lem van Oranje was onze grote held. Ik herinner mij nog goed dat ik niet be greep waarom Philips II zo heette. Hij was toch de zoon van Karei de Vijfde? Volgens mij moest hij dan ook Philips de Vijfde he ten. Voor mij was De Vijfde gewoon Kareis achternaam; waarom zou zoon Phifips een andere achternaam krijgen? Het misverstand kwam waarschijnlijk door dat de vier eerdere Kareis niet besproken werden. We begonnen gewoon met Karei de Vijfde en die heette nu eenmaal zo. In de geschiedenis van Westeuropa wemelt het van de Kareis, de Lodewijken, de Wille men, de Philipsen en de Floresen. Het is te begrijpen dat die op de een of andere ma nier uit elkaar gehouden moeten worden. Bijvoorbeeld met bijnamen, zoals Karei de Kale, Philips de Schone, Lodewijk de Heili ge. Lodewijk de Duitser of Karei de Stoute. En als bijnamen te kort schieten, dan maar met getallen: Floris de Vijfde. Willem III. Hendrik IV, Lodewijk XIV, Karei de Vijfde en Phifips II. Karei de Vijfde was de vijfde Ka- rel, maar dat heb ik later pas begrepen. We schrijven Karei V, maar we zeggen: Karei de Vijfde. Evenzo wordt Philips II uitgesproken als Philips de Tweede. Nie mand zegt Karei-Vijf of Philips-Twee. Waar om dat zo is, weet ik niet. Wel kan ik begrij pen dat het rangtelwoord erachter staat: op die manier wordt het een eigennaam. De tweede Philips of de vijfde Karei duidt de zoveelste van een bepaald soort aan, ook door dat lidwoord erbij. Karei de Vijfde daarentegen is een echte eigennaam. En hoe! (Zie boven). Maar hoe komt het dat we bij Karei V en Philips II niet te kiezen heb ben terwijl we bij koning Willem III de keu ze hebben uit Willem-de-Derde en Willem- Drie? Er zijn er meer van het type Willem-Drie, want we kennen ook Karei I en Willem II. Ik heb nog nooit iemand over een 'Willem-de- Tweede'-sigaar horen spreken. Misschien hebben Karei-Een en Willem-Twee hun bij zonderheid te danken aan het feit dat ze als sigarenmerk bekender zijn dan als vorst. Maar voor Willem-Drie gaat die redenering niet op. Ik vraag me trouwens af naar welke historische personen die sigaren vernoemd zijn. Gaat het om koning Willem II of om stadhouder Wllem II? Of rookt men een buitenlandse Willem II? Is de vernoeming gebaseerd op grote liefde voor die sigaren- rokende vorst, op gelijkenis met een lange droge man, of op intense haat jegens de ti ran die men graag zou zien branden? Bladzij drie en hoofdstuk acht worden nooit bladzij-de-derdc of hoofdstuk-het- achtste. Waarschijnlijk omdat ze geen ei gennaam verdienen. Het alternatief is: de derde bladzij en het achtste hoofdstuk. Toch betekent bladzij drie niet hetzelfde als de derde bladzij. Bladzij drie heeft het pagi nanummer 'drie', terwijl de derde bladzij ook de derde van hoofdstuk acht kan zijn. Blijkbaar is bladzij drie toch specifieker dan 'de derde bladzij'. Het is misschien toch wel een beetje een eigennaam. Net als Bree- straat 8, wat overigens nooit 'de achtste Breestraat' wordt. Uiteraard, want we tellen geen Breestraten. Breestraat 8 is huis num mer zoveel op de Breestraat. Wie nog steeds denkt het systeem te begrij pen, moet ook eens naar een datum kijken zoals in 5 augustus. Waarom zeggen we 5 augustus en Breestraat 8? We tellen geen augustussen, dus 'augustus 5' zou passen bij "Breestraat 8'. En om het helemaal inge wikkeld te maken: we zeggen ook wel eens: 'de vijfde augustus', 'de achtste november'. Maar nooit november-de-achtste. Jaap Bedijn (Noordwijk): „Nee, ik ben geen slachtoffer van de vernieuwing. Ik heb lang genoeg in de raad gezeten." foto archief dickhocewoning Ton Kohlbeck (Oegstgeest): „Zoveel ruimte om radicaal te vernieuwen hebben we niet." foto archief hielco kuipers

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 37