'Na hun werk trekken koks zelf frikadel' Smaak ENU VAN DE DAG voorlichtingsbureau voor de voeding AOSSELEN MET KRUIDENSAUS (zie onderstaand recept) IJSBERGSLA MET GEMENGD ZOETZUUR OVEN PATATES FRITES YOGHURTUSMET VRUCHTENSAUS aak 2 kg mosselen goed (hoon en kook ze met weinig ■Iter, 1 grofgesneden ui, 1 grof- jsneden winterwortel, 1 uitge test teentje knoflook, enkele Iperkorrels en weinig zout, hder af en toe omschudden in j minuten gaar. Neem de (osselen uit de pan en zeef het )cht. Meng het vocht met een {tlepel olie, 1 eetlepel azijn, jespuntje mosterd, 1/2 eetle pel selderij en peper. Serveer de saus bij de mosselen. er persoon: 1300 kilojoules, 10 kilocalorieën, 41 g eiwit, 9 g vet, 15 g koolhydraten. KONINGINNESOEP SPRUITENSCHOTEL j (zie onderstaand recept) KRIELAARDAPPELEN (uit 1 kleingesneden ui in 15 lam (dieet)marg/boter. Voeg pO gram gehakt toe en bak dit i omscheppend rul en gaar. oeg 2 ontvelde en kleingesne- Én tomaten, 500 gram schoon- smaakte spruiten, een mes- untje komijn, weinig water en Dut toe en stoof de groente in 5 minuten gaar. Strooi er voor iet serveren geraspte kaas over. er persoon: 1200 kilojoules, flO kilocalorieën, 24 g eiwit, 18 g vet, 9 g koolhydraten. TARTAARTJES GESTOOFDE RODE BIETEN AARDAPPELEN WARME APPEL MET CUSTARDSAUS (zie onderstaand recept) leng 1 eetlepel custard met 1 12 eetlepel suiker en 1/2 dl nelk. Breng 1 1/2 dl melk aan ekook, roer het custardpapje f door en kook de saus onder ped roeren even door. Laat de lus afkoelen. Snijd 1 grote ge dulde appel door en snijd het iokhuis er uit. Pocheer de ap- élhelften 10 minuten in 2 dl 'ater met wat citroen sap. Leg (ke appelhelft in een schaaltje n schep er 1 eetlepel bosvruch- enjam in. Serveer de afgekoel de custardvla er bij. Ier persoon: 1800 kilo joules, 130 kilocalorieën, 3 g eiwitten, 2 g vet, 98 g koolhydraten. lie recepten zijn bedoeld voor twee personen. IEVELINGSRECEPT Dit is ons aller lievelingsre- ept", schrijft MEVROUWT. .INDEMAN UIT HAARLEM. „Zelfs lodig: 250 g gehakt, voor een langemaakt naar ei- van de en smaak waarvan kerstda- oepballetjes worden gen met jerold; 1 kg algeme- rielaardappels; 1 ge- ne stem- inipperde ui; 3 in rin- men ge en gesneden preien; kozen, gesnipperde rode Niet Japrika; klein blikje moeilijk omatenpuree losroe- klaar te en met kwart liter maken vater; 100 g margari- en het neemt niet eens to veel tijd in beslag." tRIELTJES IN DE PAN in mime (jus)pan krieltjes in )ng. 10 minuten rondom bruin takken in 100 g margarine. Te- elijkertijd gehaktballetjes in de oekepan even aanbraden.'Ge- laktballetjes daarna toevoegen jan de krieltjes met de ui. Ge heel omscheppen en 5 minuten aten bakken. Prei en paprika joevoegen en al omscheppend ineebakken tot ze wat geslon ten zijn. Dan de losgeroerde to matenpuree en peper en zout iiaar smaak toevoegen. Geheel ingeveer 25 minuten zachtjes aten pruttelen tot de prei gaar Gastronomisch journalist Johannes van Dam over Nederlandse horeca Johannes van Dam: „Ik ga vaak zo zitten in restaurants dat ik met een half oog de keuken in de gaten kan houden. Dat geeft extra informatie." Johannes van Dam, gastrono misch journalist, bijgenaamd: 'de Schrik van de Nederlandse Horeca'. Onlangs was hij te zien bij Sonja Barend, waar hij twee restaurateurs tot wanhoop dreef door zijn ongenadige opmerkin gen over hun beschimmelde pa ling en blubberige, bedorven, le ver. Eenmaal per week schrijft hij voor Het Parool een gastronomi sche column. In zijn boek Alles moet op (uitgeverij Nijgh en Van Ditmar) bundelde Van Dam een aantal columns. Van Dam: „Ne derlandse koks zijn over het alge meen niet zo in het eten geïnte resseerd. Als het er maar goed uitziet en een mooie naam heeft. Als ze klaar zijn met werken, gaan ze zelf zo gauw mogelijk een frikadel trekken. CEES VAN HOORE Café De Posthoorn aan het Lange Voorhout in Den Haag was ooit een le vendig établissement. Dichters als Bloem en Nijhoff zaten er met een hoofd dat zoemde van de versregels aan de bittertafel. Nu ziet De Post hoorn er moe, doodmoe, uit. Johannes van Dam wil graag weten hoeveel soorten mineraalwater De Posthoorn in huis heeft. En toont zich enigszins teleurgesteld als dat er maar twee zijn: Spa en Perrier. „Dus u heeft niet meer soorten mineraalwater?" „Nee", antwoordt de ober, een jonge, argeloze, knaap, „want dan kunnen we er nog wel- een koelkast bij zetten." Van Dam bestelt een Perrier. Het ge vraagde schijfje citroen ontbreekt. La ter, als de ober in de gaten heeft wie Van Dam is, krijgt hij gratis een tweede flesje Perrier aangeboden. Plus enkele gulle schijven citroen. Bij Sonja Barend gaf hij unverfroren zijn mening over de slechte kwaliteit van enkele Amsterdamse restaurants. Is hij na afloop nog bedreigd? „Nee, niet echt", zegt Van Dam. „Ik heb een aantal brieven gekregen van mensen die bij die restaurants kwa men. De eigenaars hebben natuurlijk gevraagd of ze die wilden schrijven. Mensen die schreven: 'Nou, wij vinden cle rosbief altijd van een uitstekende kwaliteit. Johannes Van Dam rookt ze ker. En hij weet niet wat goede rosbief is.'Nou, ik rook niet en ik ben juist een specialist op het gebied van vleeswa ren. Ik heb in allerlei jury's gezeten. Ben geridderd en dat soort dingen. Die mensen zijn in hun wiek geschoten als ik de zaak afkam waar zij graag komen. Ze zijn razend, echt razend. Maar ze beseffen gewoon niet wat voor verschrikkelijke dingen er af en toe gebeuren. Dan bestel je gebakken aardappelen en krijg je van die slappe aardappelen die even door de papri kapoeder zijn gerold. Dat is toch be drog. En dan zegt zo'n ober nog: 'Nee, meneer, dat waren wél gebakken aard appelen'. Maar ik weet toch wel het verschil tussen gebakken aardappelen waar een bruin korstje aan zit en aard appelen met poeder erop. Het is een hele oude truc. Een beetje paprikapoe der in de pan en je hebt in een paar se conden 'gebakken' aardappelen. Als je ze moet bakken, ben je een half uur bezig. Minstens. En zo'n truc is dan natuurlijk heel efficiënt. Ik ga vaak zo zitten in restaurants dat ik met een half oog de keuken in de gaten kan houden. Dat geeft extra in formatie. Ook de geuren die uit de keuken komen, zijn belangrijk. Je kunt ruiken of er slechte olie is gebruikt. Je ziet ook of de koks er heel smerig bij lopen en of de keuken schoon is of niet. Nederlandse koks zijn vaak bier drinkers en sigaretterokers. En dat merk je allemaal in het eten. Iemand die veel sigaretten rookt, kan de smaak niet meer zo goed tot zich laten door dringen. En wat gebeurt er dan? Dan gaat er meer zout in het eten. In een restaurant waar het echt zout is, weet je: 'Hé, die kok zal wel roken'. En mis schien drinkt-ie ook nog wel bier tij dens het werk en dan kan je niet goed proeven. Opvallend is dat obers altijd ontken nen als je zegt dat het slecht heeft ge smaakt. 'Nou meneer, we krijgen hier toch echte kenners binnen'. Daarmee zeggen ze: jij bent een lui en je weet er niks van. Nederlanders durven niet te klagen. Ik Wel. Ik heb dat kritische van mijn vader. Hij was heel kritisch en as sertief. Als iets hem niet beviel, stapte hij met het hele gezin op en liep hij zo het restaurant uit. Dan schaamde je je rot. Ging je met een rood hoofd achter hem aan. Heel gênant als je een jonge tje van tien bent. Maar hij deed dat en ik moet hem eigenlijk wel gelijk geven, 't Is een zakelijke relatie die een klant en een restaurateur hebben. De een betaalt en de andere biedt een proc(ukt en de offerte moet kloppen met wat er is beloofd. Ik beschouw een menukaart als een offerte en wat je op je bord krijgt moet daarmee overeenkomen. Het is vaak zo dat je totaal iets anders krijgt dan wat er op de kaart staat. Dan beloven ze je rivierkreeftjes en krijg je maar een half kreeftje in plaats van tweè. Je reinste bedrog." Rouwdienst „Eten moet met zorg worden bereid en opgediend. Eten is erg belangrijk. Bij het eten van een oester bijvoorbeeld moet je je realiseren dat je een levend wezen naar binnen slokt. Beetje wreed, maar dat is nu eenmaal de natuur. Maar geef het eten dan ook de eer die het verdient. Ganzelever, ook zoiets. Die beesten moeten daarvoor lijden. Maar ik vind het wel heel erg lekker. Nou, eet er dan heel weinig van en be handel het met ontzettend veel eer bied. Doe of het over je overleden grootmoeder gaat: Ja, eigenlijk, is het diner een soort plechtige rouwdienst. Als ik me niet goed voel, ga ik niet uit eten. Ik zorg dat ik fit ben, dat ik hon ger heb, niet al te veel, maar een beetje, 's Middags eet ik een paar bo terhammetjes en drink ik alleen maar water. Ik analyseer ieder detail van wat er op mijn bord ligt. De aankleding van het restaurant bespreek ik even in een paar regels. Ik vind het prima dat men sen naar restaurants gaan waar het eten niet het belangrijkste is. Maar ik schrijf over eten, niet over ambiance. Als ik een restaurant een 7 geef, dan is dat redelijk voor Hollandse maatsta ven. Maar ik zou er mijn Franse vrien den niet naar toe sturen. Geef ik een 8, dan heeft het al iets meer. Laatst heb ik een 9 uitgedeeld. Die jongens deden het zo goed. Wat smeuiïg moest zijn was smeuiïg, wat knapperig moest zijn knapperig. Vaak krijg je dingen op je bord die er dan wel verschillend uit zien maar die allemaal even slap en sponzig zijn. Dat eet niet lekker. Op de spinazie moeten krokante soldaatjes zitten." Oostblokkelners „Je hoort horecamensen steeds vaker zeggen: het eten is niet het belangrijk ste. Tja, wat wil je dan? Dus is het hier in Nederland over het algemeen niet goed. Er zijn een aantal koks die goed koken. Vakfanaten die een hele hoop geld kwijt zijn door de tijd die ze aan de dingen besteden. Maar de meeste Nederlanders merken het verschil niet eens. Vaak is het zo'n oneerlijke keuken hier. Dan krijg je een passievrucht bij de vis en diezelfde passievrucht ook weer bij een volkomen doodgestoofd konijn. Wat moet een konijn met een passievrucht? Als een heel duur restau rant het goed doet, krijgt het een hoog cijfer. Als ze het slecht doen krijgen ze een extra harde trap. Een eenvoudig restaurant dat het slecht doet, be spreek ik misschien nog niet eens. Je eet in Nederland vaak slecht. De kelner zou dan de zalf op de wonde van het slechte eten moeten zijn. Dat is vaak niet zo. Onze kelners beginnen te lijken op die uit het voormalige Oostblok, mensen die absoluut niet gemotiveerd waren om te werken. Je moest blij zijn als je bediend werd. Dat gebeurt dus hier ook heel vaak. Het is altijd teveel of te weinig aan dacht. Het is plezierig als een kelner zich op jouw tafel concentreert. Dat hij, als je opkijkt, al weet dat je iets no dig hebt of zo. Dat je alleen maar oog contact hoeft te zoeken. Een goeie ober reageert daarop. Maar als je ze niet wenkt, moeten ze ook wegblijven. Kijk, ik sta toe dat mensen fouten maken. Maar wat me bij Krasnapolsky overkwam, kan echt niet. Ze serveer den lever, helemaal blubberig en stin kend. Bijna bellenblazend. Die kok daar is eruit gevlogen. Daar schrok ik erg van. Vreselijk. Maar het is zijn fout geweest, niet de mijne. Ik ben het jon getje geweest dat heeft geroepen: 'De keizer heeft geen kleren aan'. Ik ben de berichtgever, ik hoor niet de schuld te krijgen." Damesbladen „Er wordt wel veel over eten geschre ven de laatste tijd, maar daarbij gaat het om het leuke stukje, het badine rende toontje. Kennis van zaken heb ben die journalisten niet. Het is eigen lijk dezelfde opvatting als waarmee heel veel koks koken. Het gaat hen niet om het eten maar om de sfeer. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen als ie mand kip met rievierkreeftjes serveert: 'Wat is dat nou weer voor een idiote combinatie! Wat een smakeloze nieuwlichterij!' Welnu, ik heb een kookboek uit de achttiende eeuw en daar staat dat recept in. En ook kip met mosselen, kip met oesters. Het is een hele bekende en traditionele combina tie. Maar dat moet je wel weten als cu linair journalist! Ach, de meesten doen het er maar een beetje bij. Werumeus Buning is met gastrono mische journalistiek begonnen. Maar een echte traditie is er niet. De mensen zijn opgevoed in het accepteren van slecht eten door die kritiekloze stukjes in de damesbladen. En dat heeft de Nederlandse horeca een enorme op donder gegeven. De goede horeca ver dwijnt en de slechte blijft. Dat is van een ongelooflijke ongerijmdheid. En door mijn stukjes probeer ik mensen op te voeden. Ik ben een soort consu mentenman. Ik heb het belang van de lezer.in de eerste plaats voor ogen. Je kunt van bladen als Avenue na tuurlijk ook geen eerlijke culinaire journalistiek verwachten. Ze verkopen een droom, de droom dat het in al die restaurants zo ontzettend lekker eten is en dat dót het hogere leven is. Die peperdure Schoner Wohnen-interieurs en die dure jurken kun je' niet aan schaffen, maar je kunt wel eens een keer naar zo'n restaurant gaan. En dan is het leven goed. Maar dat is puur be drog." Schimmel „Ton de Zeeuw van De Telegraaf is wel goed. Hij is daar chef kunst. Best een mooie combinatie. Beetje Belgisch bij na. Als er bij de Belgen iets belangrijks gebeurt op culinair gebied, wordt de minister van cultuur erbij gehaald. Hier is het de minister van Economi sche zaken. Een Belg gaat naar een sterrenrestaurant om goed te eten, een Nederlander gaat naar een sterrenres taurant om in een sterrenrestaurant te eten. Dat is het verschil. De Nederlander heeft ook niet veel tafelmanieren. Mijn vader leerde ons dat we niet met onze ellebogen wijduit mochten eten. Dus we kregen van die zware encyclopedie-delen onder onze armen en dan moest je eten zonder dat ze op de grond vielen. Maar ach, tafelmanieren zijn cultu reel bepaald. Ze zijn overal anders. En als je dat weet, begin je er de betrekke lijkheid van in te zien. Ik zag op de te levisie laatst een Film over het leven van de Franse schrijver Marcel Proust. Hij at vis met doperwtjes. Nou is het bij de Fransman zo, dat hij de vork met de holte naar boven vasthoudt. Zodat je iets op die vork kunt leggen en het er niet afrolt. Een Engelsman vindt dat heel onfatsoenlijk, vindt dat te gretig staan. Die legt dus de erwtjes juist op de bolle kant van de vork en probeert ze zo, al balancerend, naar zijn mond te brengen. In dje film, een Engelse film, zag je Proust eten als een Engels man. Ach, het is een tijd zo erg geweest dat je een gebakken vis niet mocht omdraaien om het vlees van de andere kant eraf te halen. Dat stond te gulzig. Mensen hebben soms een heel raar eetgedrag. Neem de korstjes van de Franse kaas. Mensen die niet gewend zijn Franse kaas te eten, denken: die korstjes moeten eraf. Dat doe je im mers bij Hollandse kaas ook. Maar dan zijn er mensen die in Frankrijk zijn ge weest en die vinden dat ze heel veel durf hebben. Die zeggen: 'Die korstjes zijn juist lekker, die moet je opeten. Lekker, die schimmel die erop zit'. Nou, ik haal de korstjes er ook af. Want ik vind die korsten helemaal niet lek ker. Ik eet die kaas toch niet voor mijn ellende." REDACTIE: HENRlETTE VAN DER HOEVEN Najaarsfeest In vele streken is naar oud ge bruik het najaar de tijd om het er eens goed van te nemen. De zorgen zijn voorbij. Een van de mooiste van die vrolijke na jaarsfeesten viert men in Frans- Zwitserland, de streek van Fri- bourg. Dat is La Bénichon, ver bastering van bénédiction, zege ning, de zegen van de kerk voor het werk en de oogst. Nog altijd wordt er in vele dorpjes en stadjes het grote disnéegevierd, hoogtepunt van de bénichon, al wordt dit ook wat soberder voor de verstadste lieden die wij zijn geworden en die niet meer weten wat zware en lange arbeid in de buiten lucht betetent. Maar het is nog wel een uitbundig maal voor eetlustige lieden met stevige magen. Mosterd Men zit het liefst buiten, op houten banken aan lange tafels in de nog koesterende najaars zon met uitzicht op de toppen waar de eerste sneeuw al is ge vallen. En in afwachting van wat gaat komen amuseren we ons met de cuchaule, grote platte broden, gebakken met boter en saffraan, waarop men de béni- chon-mosterd smeert; geen mosterd maar een soort chut ney van fijngewreven mosterd zaad gekookt in witte wijn en stroperig geconcentreerd drui- vesap met kandijsuiker, ster anijs en kaneel. En het eerste glas tintelende witte wijn wordt, hoog boven het glas om de tin teling te bewaren, ingeschon ken. Vervolgens wordt in reus achtige terrines een pittige bouillon met mooie vetoogjes erop, veel peterselie en blokjes gebakken brood, geserveerd. Om trek te krijgen en daarna nog eens in te schenken, want wijn smaakt nooit zo lekker als na een pittige bouillon. Daarna verschijnt het eerste hoofdgerecht: gekookt rund vlees, wat men in Frankrijk de pot-au-feu noemt. Bij ons ver smaad, in Midden-Europa een feestgerecht. Omringd door groenten uit de tuin, wortelen, raapjes, prei. We gaan dan op gewekt verder met pikante schaapsragout in rode wijn met veel knoflook, rozijnen, spece rijen, en daarbij aardappelpu ree, luchtig geklopt met room en een royale kluit boter, en pe ren botzi: kleine peertjes, ge kookt in een bijna gekarameli- seerde suikerstroop met kaneel en steranijs. Dan even uitblazen en wat ronddrentelen, want daar ko men de délices de la borne, heerlijkheden uit de schoor steen. Op een mals bedje van kool dikke roodbruine plakken rokerige ham, 'de koning van de tafel' met zijn lijfwacht erom heen, plakken ossetong en pe- perige worst. De lichte droge wijn verfrist het verhemelte. Want nu komt het grote ge braad, de lams- of schapebout uit de oven met een luchtige appelmoes en knapperige sala de. Tja, en dan de kaas zijn we hier niet in het land van de gruyère, een van de edelste ka zen ter wereld? En van de smel- tend-romige vacherinEn dan zetten we ons aan het dessert. Dat kón hier niets anders zijn dan schuimbakjes, gevuld met de bovenaards lekkere room uit het dal van Gruyères. En dan verschijnen er grote schalen met al het speelse ge bak waarvan elke familie de re cepten doorgeeft van moeder op dochter. Kleine, luchtig op geblazen beignets, wafeltjes van een deeg, aangelengd met wijn en room, besprenkeld met kirsch, anijs-halve maantjes, grote manden met fruit, en kof fie, waarbij in kleine glaasjes het waterhelderevruchtendestillaat geurt naar de boomgaard, kirsch of pruneau. Dit was een Bénichon van Ro- main Pasquier, magistraat en zanger in het kerkkoor en tante Marthe, gezegend kokkin in Cemiat. Y/V< WINA BORN, culinair publiciste

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 35