Van Dantzigs geduld met Noerejev Vriendschap Kafka/Brod in brieven: angst, sputum, ademnood en novelles Bijbel, pus en bloed bij Cave De Loo's 'De tweeling' linke soep Boeken BOEKEN recensie bert kuipers Franz Kaf ka/Max Brod. Een vriendschap in brieven. Priv-domein nr 187 De Arbeiderspers, 75,00. Op bijna alle foto's die tegen het einde van Franz Kafka's leven (1883-1924) zijn ge maakt, is een vleermuisachtige man te zien met flaporen en schitterend mooie ogen, waarin het vuur van de hartstocht hoog lijkt op te flakkeren. Maar wat wij zo graag voor niet te temperen geestdrift aanzien, is in werkelijkheid tandengeklap- per, niet aflatende irrationele angst. Én ook in de schittering van de ogen vergis sen we ons. Wat ze eigenlijk uitstralen is een alles uithollende koorts, de karakteris tiek van de tbc-patiënt die de dood in de ogen blikt. In 1917 worden bij Franz Kafka, em ployé van een verzekeringsmaatschappij, in zijn vrije tijd schrijver van verhalen en novellen de eerste TBC-verschijnselen vastgesteld. De ongeneeslijke kwaal voert hem naar een reeks van sanatoria en zie kenhuizen, waaruit hij uiteindelijk niet zal terugkeren. De correspondentie die Kafka gedurende die periode met schrijver-com ponist Max Brod heeft gevoerd, maakt on geveer tweederde van Franz KafkaJMax Brod. Een vriendschap in brieven uit, on langs verschenen in een kloek deel van de Privé-domeinreeks. 1917 is een rampjaar waarin Kafka's le ven een beslissende wending neemt. Be halve door de diagnose van de dodelijke ziekte wordt hij ook nog eens danig uit zijn evenwicht gebracht door de verbre king van de relatie met Felice, de belang rijkste vrouw in zijn leven en de constate ring dat hij zich maar niet van Praag en zijn vader (sic!) heeft los kunnen maken. Tegenover Brod trekt hij zijn conclusie: 'Ik heb mij in de stad, in mijn familie, mijn beroep, de samenleving, in een liefdesver houding niet waargemaakt en dat op een manier die - daarin heb ik scherp waarge nomen - niemand om mij heen overko men is.' Een trieste balans. Later in een brief uit de zomer van 1922 geeft Kafka een analyse van zijn (dóóds- langst en verbindt hij die met het schrij ven, een bezigheid die hij weliswaar als een duivelsplicht ziet, maar die toch de enige remedie is tegen de waanzin. Kort daarop verklaart hij in een slechte nacht 'dichter bij de waanzin te zijn geweest dan ooit' en dat hij zich 'heel precies' kan voorstellen hoe het proces van gek wor den verloopt. Intussen onstaan in weerwil van - of misschien wel dankzij - angst, hoest, sputum en ademnood de novelles en ver halen die Kafka na zijn dood tot de 'Urhe- ber' van de moderne ('fantastische') litera tuur zullen maken. Hoe raar kan het lo pen. In zijn brieven prijst Kafka het werk van Max Brod geestdriftig, maar over zijn eigen arbeid durft hij nauwelijks iets te melden. Tot twee maal toe draagt hij Brod op zijn werk toch vooral te vernietigen na zijn dood. Gelukkig gaf Max Brod, wiens geschriften al lang vergeten zijn, hieraan geen gehoor. Aan hem danken we de be zorging van een groots oeuvre, een nog steeds courante biografie en nu dus Kaf ka's aangrijpende aandeel in Een vriend schap in brieven. 21 Aangrijpende en vermakelijke 'Omhelzingen' boeken recensie. nico keuninc 'Een kerktoren geeft de tijd aai stelde hij vast, een vuurtoren a plaats.' Dit zegt een van de veil personages in Omhelzingen, nieuwe roman van Gerrit Krol Kerktoren en vuurtoren zijn dj symbolen van de schrijver, di als een God tijd en ruimte naï zijn hand zet en toeziet hoe zijl dierbaren het er vanaf brengen Niet best. Krol heeft in zesenveei hoofdstukken, omhelzingen, tijd omgebogen tot een cirkf 'door allerlei gebeurtenissen isoleren, apart te houden daartussen vervolgens de jui; verbindingen te leggen, zoals jj een krans kunt maken van stro' Dat levert een uiterst fascine rend boek op, waarin veel te be leven is en waarin je als het wa re 'zappend' van het ene vei haal naar het andere springt. De roman heeft door de talld ze verspringingen een sterk ver vreemdingseffect, waardoor j| je als lezer bewust blijft van d; schepping van deze roman. Dg brengt je dichter bij de schrijve en diens opvallend destructieve geest. Maar in de mooiste om; heizingen van deze roman word je meegetrokken het verhaal in; Zo zijn er clusters van omheli zingen die te zamen een lange] verhaal vormen, zoals de nej gentiende tot en met de vijfen' twintigste omhelzing. De totaal vijftig omhelzingen vormen een prachtige cycluj waarin het schrijverschap var Krol in al zijn veelzijdigheid sterk naar voren komt. De oml heizingen voeren je via de per sonages mee naar een wereli van burgertruttigheid, penose huwelijksgeluk, de natuur, wis kunde, moord en doodslag, ver langen, liefde, geweld, seks ei porno. En alle handelingen heb ben als vertrek- of aankomst plaats Amsterdam, dat als spie gel fungeert van het huidige fir de siècle. Aaneengeregen vormen dez< omhelzingen, hoe uiteenlopend ook, 'the chain of being', geba seerd op Nietzsches idee van d( eeuwige terugkeer der dingen In zo'n 'bedachte' cirkel van, irj. deze roman, dertig dagenj wordt de wereld herkenbaar u. de uitersten die Krol beschrijft] Daarin passen ook surrealisti, sche of fantastische beschrijvin gen, zoals in de vijfde en zesf omhelzing waarin Jezus Nazareth zich openbaart als dl zoon van de levende stad. Traj gikomisch is de negende om helzing, waarin een oude mari het verleden in fietst: onder de wapenen. In Omhelzingen zijn de ver trouwde thema's van Krol ter te vinden. Maar het bijzondei van deze stijlexercitie, die de; roman ook is, is dat Krol de le zer van begin tot het eind blijft boeien, van het ene op het an dere. been zet, emotioneel dooi elkaar schudt, met alle midde len die een groot schrijver tec beschikking staan. Zo is deze roman een vermakelijk en tege lijkertijd aangrijpend leesavon tuur. 'En de Ezelin zag de Engel' van de Australische rocker Nick Cave zou bijna een Oudtestamentisch ver haal kunnen zijn. foto pr recensie peter bruyn Nick Cave, En de Ezelin zag de Engel. Ver taling Rob van Erkelens, uitgeverij In De Knipscheer, 44,50. Dat rockzanger Nick Cave be hoorlijk geobsedeerd is door re ligieuze en dan met name chris telijke symbolen, dat wisten muziekliefhebbers reeds lang. Met zijn uit 1989 stammende debuutroman And the Ass saw the Angel, dat onlangs in Neder landse vertaling verscheen als l:.n de Ezelin zag de Engel, gaat de Australiër daarin nog verder, liet boek is niet alleen door spekt met bijbelse verwijzingen en sacrale taal, de hele geschie denis die verteld wordt zou bij kans een Oudtestamentisch verhaal kunnen zijn: Cave verhaalt over Euchrid Eucrow, de mismaakte zoon van een monsterlijke, haatdra gende en alcoholische moeder en een uit incest geboren, krankzinnige vader. Dat geeft ook wel zo'n beetje de sfeer van het boek aan. Het decor is een afgelegen dorp dat beheerst wordt door een streng christelij ke sekte. Na een regenval - zondvloed! - van drie jaar wordt in het dorp een vondeling ont dekt. Een teken des Heren voor de sekteleden en voor het meisje, Beth, is een messiaanse rol weg gelegd. Of in ieder geval is ze voorbestemd om met de messi- as te trouwen. Euchrid onder tussen, wordt na de dood van zijn ouders langzaam maar ze ker een verstoten, malende klui zenaar, temidden van stinkend afval en kadavers en waant zich een afgezant Gods. Dan ont moeten Beth en Euchrid elkaar, met alle apocalyptische gevol gen van dien. Het is een verhaal vol moord, marteling, stinkende lijken, et terende wonden en gulpend bloed. Karakters en emoties zijn extreem. Haat. Walging. Wraak. Zoals het Oude Testament ei genlijk. De enige ontroering komt van Beth, de uitverkorene, als ze in Euchrid Jezus meent te herkennen. Cave wisselt pompeuze, sa crale bijbelse taal af met het rauwe woordgebruik van schrij vers als Charles Bukowski en William Burroughs. Het verhaal is verrassend goed gecompo neerd, al kondigt het plot zich voor de oplettende lezer duide lijk aan. De beschrijvingen van geweld en smerigheid zijn wijd lopig en volgepropt met zwieri ge bijvoeglijke voornaamwoor den. Moeilijk in het Nederlands om te zetten: wat dat betreft heeft vertaler Rob van Erkelens er een monnikenklus aan ge had. Maar ook al probeert de Australiër de vaart er in te hou den met tussenzinnetjes als 'Moet je luisteren:' en 'Echt waar!', zo rond pagina driehon derd ben ik toch wel even ver zadigd van alle gespleten sche dels waar de hersenen uitpui len, naar pis stinkend smerig beddegoed en goor groen ro- chelvocht. Verwarde postbode Koen Peeters, De Postbode Uitg. Meu- lenhoff/Kritak Prijs 29,50 De Postbode van Koen Peeters is niet goed en niet slecht. Het boek gaat eigenlijk nergens over. Nu kun je roepen dat het misschien een modernistische roman is, die meer sfeerbeelden oproept dan een verhaal vertelt, maar dat is ook weer niet waar. De eenzame Belgische post bode Robert Marchand is een denker, of liever een warhoofd. Al brieven bestellend mompelt, observeert en twijfelt hij. Hij weet alles van malachiet (een groene, koperhoudende steen soort), experimenteert met ket tingbrieven en voelt zich ver bonden met Patrice Lumumba. Want voordat deze president van Zaïre werd, was hij postbe- steller in Albertville. Marchand droomt, ijlt, hij zit gevangen in zijn eigen wereld beeld. Hij neemt het lot van de hele wereld op zich. Hij be noemt zichzelf tot navolger van Lumumba, zwelgt in diens tra gische heroïek. Maar Marchand is uiteindelijk alleen maar de bezitter van een leeg bestaan. Het is pathetisch, maar vooral oninteressant. Wie wil er nu we ten wat een verwarde postbode denkt? WILFRED SIMONS Haat als deugd boeken recensie «bert kuipers Nina Bouraoui, De gluurster Uitgevenj De Geus/Epo, 32,90 Een mohammedaanse vrouw verlaat haar huis twee keer: om te trouwen en om begraven te worden. In haar debuut De gluurster dat door de huiveringwekkend mooie beeldspraak wel iets van een prozagedicht heeft, be schrijft de in 1967 geboren Nina Bouraoui, dochter van een Alge rijnse vader en een Franse moe der, hoe haar hoofdpersoon, het Moorse meisje Fikria, haar eer ste gevangenis beleeft. Fikria woont met haar vader, moeder en twee zusters aan een straat, die ze niet mag betreden. Ze voelt zich als een gluurster, want alles wat zich buiten af speelt kan ze slechts bekijken vanachter de gordijnen in de kamer, waar ze door haar vader opgesloten werd toen ze voor het eerst ongesteld werd. In een woordenstroom waar in de beelden snel op elkaar vol gen, laat Bouraoui haar hoofd persoon zweven tussen realiteit en hallucinatie, haat en zelf haat. Fikria's haat is op sommige momenten - om met Flaubert te spreken - een deugd, waar mee haar machteloze protest aanzwelt tot een felle aanklacht tegen de onderdrukking van de vrouw en de seksuele mores van het Islamitisch fundamentalis me. Aan het eind gaat de deur van haar gevangenis toch open. Het huwelijksfeest dat volgt, eindigt vreugdeloos. Maar er is een lichtpuntje. Fikria's jammer klacht mag in De gluurster nog gesmoord worden, door het op merkelijke debuut van Nina Bouraoui zal die uitgroeien tot de klacht van duizenden andere meisjes en vrouwen. Terugblik op 25 jaar 'warme vriendschap' boeken recensie hans warren Tessa de Loo: De tweeling. Roman. 436 pag., 39,90, gebonden 59,90. uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam. Theo Sontrop, de vroegere di recteur van de Arbeiderspers, vergeleek het lezen van een boek eens met het eten van een bord soep: na één lepel en na één bladzijde weet je of het be valt. De Arbeiderspers serveert nu een enorme pan soep in de vorm van De tiveeling, een 436 pagina's dikke roman van Tessa de Loo. Na één keer proeven was het duidelijk: dit was niet de 'roman van landsbelang' die de uitgever beloofd had maar eerder een nationale ramp. Ik ging echter door tot de bodem en ik kan u verzekeren dat alle volgende bladzijden een even slechte indruk nalieten. Aan ambities ontbrak het de schrijfster niet. Ergens op de achtergrond zijn er interessante gedachten te ontwaren over de verhouding tussen Nederland en Duitsland, over onze onwil om te vergeten laat staan te ver geven, over de oorlog die in vele harten nog steeds woedt. Groot se plannen of niet, we hebben slechts te maken met de mis lukking die De tiveeling is ge worden. Meer en meer wordt duidelijk dat het Tessa de Loo niet lukt om een behoorlijke ro man te schrijven. Ontbreekt het haar aan talent, mist ze de noodzakelijke discipline? In elk geval deugt er weinig aan De tweeling. Het verhaal gaat over Lotte en Duitsland ook een soort twee lingen zijn die weer tot elkaar] dienen te komen. De schrijfster hoopt kennelijk te bereiken dat wij begrip krijgen voor de Duit se positie in de oorlog. De argu menten die ze aanvoert zijn wankel en ook nogal bedenke lijk. De 'voordelen' van het Hit ler-regime worden gesignaleerd: „er was geen verveling, er waren geen drugsverslaafden, je had niet de rotzooi die we nu heb ben." Ze laat Anna het „wij heb ben het niet geweten" in vele toonaarden herhalen. De groot ste troef van de schrijfster is dat de meeste Duitsers geen daders, maar slachtoffers zouden zijn geweest. Je moet maar durven. Het ergste kwaad - en daar neemt deze roman een heel on aangename wending - wordt belichaamd door de Amerika nen. „Het waren onze bevrij ders", mag Lotte tegenwerpen. Maar verder laat Tessa de Loo er geen twijfel over bestaan: als Anna even niet tiert op de Ame rikanen, doet ze het zelf wel. Er zijn historische onjuisthe den en taalfouten. Haar stijl is goed voor een avondje lachen, het Nederlands is voor haar een ijsbaan waarop ze voortdurend pijnlijke uitglijders maakt. Het was in 1983, toen 'De meisjes van de suikerwerkfa briek verscheen, allemaal zo mooi begonnen voor Tessa de Loo. Daarna is het met haar li teraire loopbaan loodrecht naar beneden gegaan. Met dit on smakelijke brouwsel is het ab solute dieptepunt bereikt. Dat de Russische sterdanser Rudolf Noerejev een explo sief karakter had en zijn omgeving geregeld terroriseerde met zijn vele nukken en grillen, is algemeen bekend. In Van Dantzigs over Noerejev Het spoor van een komeet, de persoonlijke herinneringen van Rudi van Dantzig aan Noerejev, staan zoveel voorbeelden van grof egocentrisch gedrag dat het bijna onvoorstelbaar is dat Van Dantzig toch terugblikt op 25 jaar 'uitermate warme en gulle vriendschap'. Het begin van hun vriendschap dateert uit 1968, toen Noerejev de toenmalige artistiek leider van Het Nationale Ballet tijdens een optreden vroeg naar theater Carré te komen. Na zijn vlucht naar het Westen in 1961 was Noerejev een verbintenis aan gegaan met het Britse gezel schap The Royal Ballet en had al gauw een reputatie als inter nationaal aanbeden topdanser opgebouwd. Van Dantzig rea geerde aanvankelijk dan ook verbaasd en ongelovig op diens verzoek juist met Het Nationale Ballet zijn choreografie Monu ment voor een gestorven jongen te mogen dansen. Noerejev ge droeg zich bij die gelegenheid ronduit vijandig. „Wat een opgewonden stand je was die man, dat hele Monu ment-idee was natuurlijk een gril, een plotselinge bevlieging, dat was duidelijk. Morgen zou het Engelse gezelschap verder reizen en was Noerejev Amster dam en dat gesprekje met die rare Nederlandse choreograaf allang vergeten", herinnert Van Dantzig zich zijn reactie op de ze kennismaking. Het tegendeel bleek het geval en bij een werk bespreking in Milaan ontpopte de Rus zich ineens 'voorko mend, geïnteresseerd en zelfs bereid tot luisteren en voor rede vatbaar!' Bootwerker De repetities voor en voorstel lingen van „Monument voor een gestorven jongen" zouden representatief zijn voor de vele projecten die Van Dantzig en Noerejev in de loop der jaren tot stand brachten. „Ik stond voor een raadsel", schrijft Van Dantzig. „De bewe gingen die ik hem liet zien wa ren ingewikkeld maar niet di rect vermoeiend, toch wekte hij de indruk als verrichtte hij boot- werkersarbeid." 's Avonds wilde hij met een partner werken, waarvoor Van Dantzig op stel en sprong Yvonne Vendrig uit Utrecht liet terugkomen. De re petitie werd hervat met botsin gen, valpartijen en bijtende ver wensingen, Yvonne werd op een gegeven moment met een wraakzuchtige blik onnodig hard op de grond gekwakt. Bij de première op 25 decem ber 1968 liet hij het publiek 20 minuten wachten en bezorgde iedereen in de coulissen bijkans een zenuwinzinking. Aan het slot van de toernee deed het ge zelschap Antwerpen aan en Anna, tweelingen en tegelijk zijn zij tegenpolen. Ze zijn wan neer het boek speelt vierenze ventig jaar oud. Als kleine kin deren raakten ze van elkaar ge scheiden. Eén keer is er een weerzien geweest, maar dat was op een ontgoocheling uitgelo pen. Nu weer een halve eeuw verstreken is, komen ze elkaar bij toeval tegen in het kuuroord Spa. Ze vertellen dan hoe hun levens verlopen zijn. Na de dood van hun ouders belandde Lotte in Nederland, ze groeide op in een links gezin en stond in de oorlog aan de goede kant. Anna bleef in Duitsland, groeide op in een conservatieve boerenfamilie en stond in de oorlog aan de verkeerde kant. Bij Lotte thuis werden onder duikers geholpen, Anna's echt genoot sneuvelde als SS-mili- tair. Anna probeert in Spa de band met Lotte te herstellen. Aanvankelijk stelt Lotte zich bits op: „Eerst hebben jullie de we reld in brand gezet en nu willen jullie ook nog dat we ons in jul lie beweegredenen verdiepen." Wanneer Anna plotseling sterft, is Lotte wèl bereid begrip op te brengen voor haar Duitse zus ter. Wat wil Tessa de Loo met de ze onvervalste smartlap? Ze be doelt, denk ik, dat Nederland en Tessa de Loo schreef een onvervalste smartlap. daar gebeurde hetzelfde: het Belgische publiek pikte het ech ter niet en er klonk boos geklap en geschreeuw. Aan het slot van het hoofd stuk over dit eerste project for muleert hij ambivalente gevoe lens over Noerejev die velen zullen herkennen: „Onze weg terugzoekend door het donkere Antwerpen probeerde ik in het reine te komen met de gevoe lens van woede en sympathie, afkeer en medelijden, respect en onbegrip die om beurten of tegelijkertijd in me opdoken. Zonder resultaat." Deze onop geloste ambivalentie loopt als een rode draad door het boek en kent diepte- en hoogtepun ten. Bij conflicten trok Van Dant zig echter ook zijn mond open. Net als bij een verwend kind hadden boosheid en streng op treden een gunstig effect op het grillige gedrag van Noerejev. Ondanks heftige botsingen en meningsverschillen bleef Noe rejev inderdaad roerend trouw en gelukkig bevat het boek ge noeg passages die de ster ook in een aardig daglicht zetten. Zon der hun gezamenlijke passie voor de dans had de gevoelige Van Dantzig hun vriendschap wellicht niet volgehouden. Zijn beschrijvingen van de danswe- reld zijn overigens meeslepend geschreven en maken „Het spoor van een komeet" tot een boek om in één adem uit te le zen. „Het spoor van een komeet" door Rudi van Dantzig (Wal burg Pers) telt 263 bladzijden en kost 39,50 gulden. ARCHIEFFOTO pr De repetities met Rudolf Noerejev waren een aaneenschakeling van botsingen, valpartijen en bijtende verwensingen. Toch groeide er vriendschap tussen de Russische danser en de Nederlandse choreograaf Rudi van Dantzig (links), rechts op de foto Sonja Marchielli. ARCHIEFFOTO ANP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 24