Verzet Sudan geeft strijd niet op Feiten Mf.ningf.n Gods dienaren bestrijden elkaar in Montenegro De opmerkelijke gedaanteverwisseling van Guzman DINSDAG 9 NOVEMBER 1993 CETINJE. MARCUS TANNER In Cetinje, de hoofdstad van de kleine Joegoslavische republiek Montenegro, klauterde een ou dere man vorige week op een podium, toverde een met juwe len bezette gouden mijter uit een blauwe plastic tas en plaatste hem stevig op zijn hoofd. Met deze symbolische daad richtte de in lekengewaad gestoken geestelijke Antonije Abramovic ten overstaan van duizenden juichende aanhan gers een nieuwe, onafhankelijke kerk op. Vol bravoure schoten Monte- negrijnse nationalisten kogels in de lucht en zwaaiden met de scharlaken rode en witte vlag van de oude onafhankelijke Montenegrijnse monarchie. De mensenmenigte barstte spon taan los in een oud marslied: ,,0 helder ochtendgloren, Monte negro onze moeder, we zijn de zonen van uw stenige bodem." Abramovic, een orthodoxe gees telijke die de afgelopen 30 jaar in Canada heeft doorgebracht, daagt met de oprichting van zijn nieuwe kerk vooral de Ser- visch-orthodoxe kerk uit, die Montenegro als haar domein beschouwt. Op nog geen 50 me ter afstand van de jubelende, met geweren zwaaiende menig te op het hoofdplein van Cetinje werd in een middeleeuws kloos ter de synode van de Servisch- orthodoxe kerk geopend door bisschop Amfilohija, het hoofd van de officiële Servische kerk van Montenegro. Helicopters cirkelden laag over het kleine stadje en zwaar bewapende speciale eenheden van de Mon- tengrijnse politie waren rond het oude klooster geposteerd om te voorkomen dat een woe dende. door pruimenbrande- wijn in vuur en vlam gezette menigte de synode zou bestor- Op de avond voorafgaand aan de gelijktijdige bijeenkomsten van de twee rivaliserende kerke lijke groeperingen had de Mon tenegrijnse politie Cetinje afge grendeld om aanhangers van de twee religieuze facties buiten de poort te houden. De plaatselijke autoriteiten zijn bondgenoten van de Servische president Slo bodan Milosevic en vrezen dat de opleving van een onafhanke lijke kerk zal leiden tot een toe name van de afscheidingsge zindheid van de 600.000 Monte- negrijnen, die als etnische Sla ven een onafhankelijke monar chie vormden totdat ze in 1918 bij het door Servië gedomineer de Joegoslavië werden ingelijfd. In Macedonië, dat ooit deel uit maakte van Joegoslavië zoals Montenegro nu, leidde de op richting van een onafhankelijke orthodoxe kerk in de jaren zes tig tot een opleving van natio nalistische gevoelens, die vorig jaar zegevierden toen de repu bliek de banden met Joegoslavië verbrak. Milosevic noemt het optreden van de 74-jarige Abramovic een 'grof schandaal' en de openbare aanklager van Montenegro dreigt de priester met een pro ces. De Montenegrijnse televisie schildert Abramovic af als een bedrieger, een alcoholicus en een homoseksueel, die zich vooral graag aan kleine johge- tjes en matrozen zou vergrijpen. Het piece de résistance van de anti-Abramovic campagne is een fax uit Canada waarin hoogwaardigheidsbekleders van de Noord-Amerikaanse ortho doxe kerk Abramovic zijn pries terschap ontnemen. Maar Abramovic, verschanst in een hutje in de heuvels boven Cetinje, heeft zich omringd met gespierde lijfwachten en draagt thuis nog steeds zijn bisschops gewaad. Het aspirant hoofd van de Montenegrijnse kerk zegt niet onder de indruk te zijn van zijn uitzetting uit het priester ambt. „Het maakt me niet uit of we worden erkend of niet", oreert hij. „De Russische kerk werd eeuwenlang niet erkend." Hij adviseert de door bisschop Amfilohija geleide Servische geestelijken dringend om 'op te rotten' uit Montenegro en zegt openlijk dat hij de overname van de bezittingen van de Ser- visch-orthodoxe kerk nastreeft. Ondanks de uitgebreid op de televisie getoonde over zeese fax zijn de meeste in woners van Cetinje stevig op de hand van Abramovic en zijn afgesplitste kerk. De Servische bisschop Amfilo hija wordt gehaat als een pion van Belgrado in een stad waar de trouw aan de onafhankelijke Monte negrijnse staat van vóór 1918 nog sterk leeft. Overal wapperen scharlaken-witte vlaggen van de daken en in de cafés hangt het portret van de laatste Monte negrijnse koning, Nikolaas de Tweede. Montenegro was de enige Balkanstaat die niet door de Turken werd onder worpen, deels door de on toegankelijkheid van de rui ge natuur en deels door de legendarische moed van de Montenegrijnen. Er doen lugubere verhalen de ronde over de vermeende verdorvenheid van bisschop Amfilohija. 'Oorlogsmisdadiger', 'Satan' en 'uitschot' behoren tot de meer gematigde commenta ren van winkeliers, waarvan velen een portret van Abra movic in de etalage hebben. „De mensen willen hun kin deren niet laten dopen zolang die man onze bisschop is", zegt een vrouw. „Ik wacht al jaren op de oprichting van een onaf hankelijke kerk ik heb sinds Amfilohija's komst drie kinde ren gekregen." In de ogen van veel Monte negrijnen heeft bisschop Amfi lohija een godvergeten misdaad begaan toen hij twee jaar gele den Zeljko Raznjatovic, bijge naamd 'Arkan', ontving de Servische paramilitaire leider die ervan wordt beschuldigd op grote schaal Kroatische en isla mitische burgers te hebben ver moord. „De bisschop heeft een oorlogsmisdadiger gezegend zegt Zlatko, een winkelier. Vanuit zijn middeleeuwse klooster scheldt bisschop Amfi lohija de bevolking van Cetinje uit voor leugenaars, communis ten en atheïsten. „Zie ik eruit als een oorlogsmisdadiger?", vraagt hij. „Dit volk dat zijn eigen on afhankelijk kerk heeft uitgeroe pen kan nog niet eens het Onze Vader opzeggen. Tot vorige week zondag waren ze allemaal lid van de communistische par tij!" Bisschop Amfilohija erkent dat Arkan hem heeft bezocht, maar zegt dat hij als een onge node gast kwam. Het ziet er naar uit dat de ruzie tussen de twee bisschoppen verder zal escaleren een ge vaarlijke ontwikkeling in een land van heethoofden, waar ie dereen vuurwapens draagt. In Centinje wijten de burgers hun lege winkels en verlaten toeris tenhotels aan de Montenegrijn se banden met het Servië van Milosevic. Een groeiend aantal Montenegrijnen beschouwt de oprichting van een onafhanke lijke Montenegrijnse kerk als een eerste stap op weg naar af scheiding van de rompstaat Joe goslavië. „Er zal in Montenegro een gruwelijke oorlog uitbreken, nog bloediger dan het conflict in Bosnië", voorspelt Petar Lekovic. „De Serviërs zullen ons niet zomaar laten gaan." VERTALING: MARGREET HESLINGA WIM STEVENHAGEN (&jRo)sociAiwi WUEIM viewQse woweeic- "wfïaiNNEN pe soc\AUsmi wou IN6L nyillEN.MMÊ twris optimistisch m z£.w^t/\|s je m VooespeuiuetE:m /yioer MOC?EN te MÊÊSTE socialisten PLU 7-IM MS E& na ve VEÉ- ÉieziUÉieN 0&e£HAupr Moe^ ESN V\|Q^WGEF- VOOfc 26 IS- Manschappen van commandant Nasir tijdens de training. FOTO REUTER CORINNE DUF/CA Garang: 'Khartum wil niet praten over vrede, dus blijven we vechten John Garang vecht al bijna elf jaar lang met wisselend succes tegen het militaire regime in de Sudanese hoofd stad Khartum. Zijn doel is afscheiding van het zuidelijke, christelijke landsdeel van het door streng-islamitische militairen bestuurde noorden. Zo'n 2,5 jaar geleden werd zijn verzetsbeweging SPLA behoorlijk verzwakt door on enigheid binnen de eigen gelederen. NAIROBI FRANS VAN DEN HOUDT CORRESPONDENT referendum over de vraag of de confederatie moet worden voortgezet of dat totale onaf bijeenkomst in het stad- hankelijkheid voor het zuiden Na elkaar 2,5 jaar te hebben bestreden, kondigden twee fac ties van het Sudanese Volks Bevrijdings Leger (SPLA) recen telijk in Washington aan weer een gezamenlijk front te vor men tegen het militaire regime in Khartum. Wat betekent dit voor de burgeroorlog in het christelijke zuiden, waar het SPLA al elf jaar verzet biedt tegen de volgens hen onrecht vaardige overheersing door de Arabisch-islamitische rege ring in het noorden? Onze correspondent Frans van den Iloudt had hierover in Nairobi een vraaggesprek met John Garang, de leider van het SPLA je Nashar besloot een door Riek wenselijk is", aldus Garang. Nasir geleide groep officieren zich van het SPLA af te splitsen middels zijn de 'rebellen' weer terug op het oude nest, maar helemaal van harte gaat de sa menwerking niet. Wat heeft de SPLA-facties weer bij elkaar gebracht? „Die groep officieren dacht dat de val van het Mengistu-regime gedrag beschuldigd. Maar in de in Etiopië (SPLA's belangrijkste periode dat ze eigen baas vva- steunpilaar, red.) ook het einde van het SPLA betekende. Dus zochten ze contact met Khar tum om zo de afscheiding van zuid-Sudan te verwezenlijken. Het is deze groep nu duidelijk geworden dat hun collaboratie met Khartum, waar ze zelfs wa pens van kregen, tot niets heeft geleid. Bovendien zijn de men sen van commandant Riek Na sir het beu om tegen mij te vechten in plaats van tegen Khartum. Tijdens het overleg met ons is ook gebleken dat on ze doelstellingen eigenlijk de zelfde zijn gebleven. Ook zij wil len een confederatie tussen noord en zuid en na een over gangsperiode van twee jaar een ken, terwijl de hereniging voor ons in eerste instantie is be doeld om Khartum beter te kunnen bestrijden op het slag veld. Daardoor staan we later sterker bij onderhandelingen. De groep had mij verder van ondemocratisch en dictatoriaal op te zetten. Integendeel, ze hebben zichzelf regelmatig schuldig gemaakt aan gruwel daden tegen de bevolking, zoals in Boren Kongor." Vecht de Nasir-groep inmiddels aan uw zijde? „William Nyon, die vorig jaar bij mij wegging, heeft het Washing- ton-akkoord verworpen. Zijn troepen vechten nog steeds te gen ons. Maar ik denk dat de meerderheid van Riek Nasirs troepen zich volledig bij ons zal aansluiten. Wij zijn bereid ie dereen amnestie te verlenen. Als een verenigd SPLA kunnen we de gezamenlijke vijand beter bestrijden. Dan kunnen we ook steden als Malakal en Torit aan vallen, die ten gunste van Khar tum steeds zijn afgeschermd door de Nasir-factie." Is het na jaren van oorlogen menselijk leed niet in het belang van het volk de strijd te staken? „De meeste mensen steunen ons nog steeds, daarom zijn wij ondanks vele tegenslagen nog altijd springlevend. Het volk ziet deze oorlog als zijn laatste kans om onder het juk van het isla mitische regime in Khartum uit te komen en gerechtigheid in het zuiden te bewerkstelligen. Oorlog is altijd erg, maar on rechtvaardigheid is erger. On recht moet je bestrijden. Het is aan een volk om te bepalen welke prijs ze hiervoor wil beta len." U en uw troepen worden van volkerenmoord en gruweldaden beschuldigd. „De critici beschuldigen de ver keerde partij, want het is Khar tum dat de Afrikanen in het zui den van het land uitmoordt. Wij zijn de slachtoffers van deze oorlog." Vanwege het onverminderd lij den van de bevolking zijn er in ternationaal al stemmen opge gaan om, net als in Somalia, in te grijpen in Sudan. „Zo'n interventie is niet nodig en zou alles alleen maar gecom pliceerder maken. Wat nodig is, is humanitaire hulp om de be volking van de ondergang te redden. Ten tweede zou de in ternationale gemeenschap be ter het SPLA kunnen versterken om zo Khartum te dwingen met ons te gaan onderhandelen. En ten derde zeg ik als econoom dat het veel efficiënter en goed koper is om een wapen- en olie embargo af te kondigen tegen Khartum. Voor een blokkade van Port Sudan zijn geen dui zenden buitenlandse soldaten nodig en niemand loopt hét ri sico te worden gedood." Zou u bij een interventie terug vechten, zoals Aideed in Soma lia? Goodness no! Waarom? Het is Khartum dat zich zal verzetten, want zij vertegenwoordigt de staat Sudan. Wij hebben geen soevereiniteit die we moeten beschermen. Wij vechten voor onze vrijheid en een interveritie zal die alleen maar dichterbij brengen." Is er nog kans op een vredesak koord met het huidige regime? „Het SPLA wil wel over vrede praten, maar Khartum niet, dus blijven we vechten. Khartum l denkt nog steeds militair te kunnen zegevieren. Dat is de idioterie van oorlog. Als je maar genoeg middelen krijgt, wil je niet ophouden. Khartum krijgt veel steun van fundamentalisti sche regimes als Iran, die Sudan als een springplank zien voor het islamiseren van Oost-Afrika. Alleen als de druk van het Wes ten en het SPLA zo groot wordt dat de islamitische staat in ge vaar komt, zie ik ze inbinden.' Maar zolang ze genoeg militair materieel krijgen en wij hele maal niets, blijven ze vechten." U wordt door niemand ge steund? „Sinds de val van Menghistu in Etiopië krijgen wij geen enkele buitenlandse steun meer. Er is altijd druk gespeculeerd over steun vanuit Israël, het Oost- blok, de VS en het Vaticaan. Maar als ik werkelijk steun uit al die landen zou ontvangen, had ik de oorlog allang gewonnen: Vergeet niet dat wij een guerril labeweging zijn en die kan niet worden verslagen zolang de be volking er achter staat. Een guerrilla kan alleen zichzelf ver slaan door de Strijd op te geven. En dat zijn wij niet van plan." Peru twijfelt nog aan vredesboodschap van gevangen leider Lichtend Pad LIMA MONTE HAYES De baard is verdwenen, de buik ook, en de revolutio naire bombast heeft plaats gemaakt voor vredesoverleg bij Abimael Guzman, de gedetineerde leider van de ge welddadige Peruaanse guerrillabeweging Lichtend Pad. Een opmerkelijke gedaanteverwisseling, als het dat ten minste is. Want daar is men in Peru nog niet zo zeker De tot levenslang veroordeelde Guzman heeft op twee filmpjes die de Peruaanse regering in oktober voor de televisie vertoonde brieven voorgelezen waarin hij op roept tot vredesonderhandelingen. De 58-jarige voor malige professor ziet er daarop gladgeschoren, slank en gedwee uit, heel anders dan op de beelden die werden uitgezonden nadat de politie Guzman in september vo rig jaar bij een overval op een huis in Lima had aange houden. Toen zag het publiek een bebaarde, vadsige man in ge- vangeniskledij, die in zijn cel op en neer liep onder het slaken van verwensingen aan het adres van president Alberto Fujimori. In propagandateksten had Guzman Fujimori eerder al uitgemaakt voor een „verraderlijk reptiel" en „genocidale rat". Hij noemde zijn gevan- genname „slechts een bocht in een lange weg" en zei dat deze zijn maoïstische revolutie, die in 13 jaar 30.000 levens heeft geëist, niet zou kunnen tegenhouden. Nu spreekt Guzman Fujimori beleefd aan met „mijn heer de presdident". Op de filmpjes zegt hij dat zijn ge- vangenname en die van andere hoge guerrillaleiders „fundamentele vragen over het leiderschap' van Lich tend Pad oproept. Zijn beweging stond voor een „histo rische beslissing", zei Guzman. „Zoals wij gisteren vochten om de volksoorlog te ontke tenen, moeten we vandaag even krachtig en vastbera den vechten voor een vredesakkoord", zei hij. „Vrede is een onvermijdelijke noodzaak geworden voor het Peru aanse volk." Fujimori heeft onderhandelingen verworpen en gezegd dat Guzman zijn volgelingen bevel moet geven de wa pens neer te leggen. Ook heeft hij gezegd dat Guzman geen strafvermindering zal krijgen. Ondanks zijn dra matische oproep heeft Guzman nooit afstand genomen van zijn opvattingen of een staakt-het-vuren voorge steld en Lichtend Pad heeft zijn aanslagen voortgezet. Nadat de filmpjes op televisie waren vertoond hebben guerrillastrijders in de provincie Ayacucho 15 leden ver moord van een door het leger bewapende boerenmili- tie. Bij bomaanslagen op een hotel en de internationale luchthaven van Lima vielen 4 doden en 61 gewonden. Guzman lijkt er de man niet naar om tot vrede op te roepen. „Ik stond paf, gezien wat ik weet over zijn achtergrond, zijn weigering om welke overeenkomst dan ook te slui ten", zei David Scott Palmer, professor aan de universi teit van Boston en in de jaren zestig een collega van Guzman in Ayacucho, de Andesstad waar de maoïsti sche beweging het licht zag. Palmer suggereert dat Guzman misschien tijd probeert te rekken, om zijn vol gelingen in staat te stellen zich opnieuw te formeren na het verlies van hun hoogste leiders. Anderen die Guzman jaren geleden hebben gekend menen echter dat de dogmatische rebellenleider niet bestand is tegen de eenzame opsluiting in een kleine betonnen cel in de marinebasis van Lima. Zij wijzen er op dat hij zelfs geen boeken mag lezen, wat voor een intellectueel al gauw neerkomt op geestelijke marteling. De inhoud van de brieven die Guzman heeft voorgele zen schijnt te zijn opgesteld in overleg met Valdimiro Montesinos, een duistere inlichtingenfiguur, die op treedt als een van Fujimori's naaste meedewerkers. Fu jimori heeft bevestigd gebruik te maken van een tus senpersoon. Volgens bronnen bij de inlichtingendienst heeft Montesinos zeker 20 ontmoetingen met Guzman gehad en heeft Fujimori zelf, op verzoek van de guerril laleider, twee maal zes uur met hem gesproken. Guz man heeft het voor elkaar gekregen dat hij in het week einde samen mag zijn met zijn geliefde en plaatsver vangster Elena Iparraguirre, die samen met hem is ge- arresteeerd en in een andere cel op de marinebasis zit opgesloten. Iparraguirre heeft de brieven mede-onder tekend en is ook op de filmpjes te zien. Op een ervan kijkt zij vol misprijzen toe hoe Guzman de brieven on dertekent. Volgens Fujimori was Iparraguirre een har dere noot om te kraken dan Guzman. De gedetineerde leider van het Lichtend Pad liet zich een stuk makkelijker dirigeren. „Toen ze hem arresteer den was hij dik en vadsig slap en lui na een leven van goede wijn en haute cuisine", zei Carlos Tapia, in de jaren zeventig een collega-professor van Guzman. „Ze hoefden hem niet te martelen, een dieet was al vol- doende." Guzman was meer een ideologische goeroe. dan een guerrillaleider. Hij gaf leiding aan Lichtend Pad vanuit schuilplaatsen in welgestelde buurten van Lima en liet het vechten in het gure Andesgebergte en het verstikkende oerwoud over aan anderen. Fujimori ging ervan uit dat zelfs een summier voorui- zicht op vrede hem een krachtige overwinning zou op leveren bij het grondwetsreferendum van 31 oktober. De nieuwe Grondwet, die Fujimori toestaat zich kandi daat te stellen voor een tweede ambtstermijn van vijf jaar, werd echter met slechts een krappe meerderheid aangenomen. In april vorig jaar heeft Fujimori het Con gres ontbonden en de grondwet van 1979 buiten wer king gesteld. Hij kreeg daarbij steun van het leger. Het positieve resultaat van het referendum wordt door Fuji mori geïnterpreteerd als een legitimering van zijn 'flu welen' coup. Gustavo Gorriti, schrijver van een lijvige studie over de Peruaanse guerrillabeweging, zei dat Guzmans aanbod om vredesonderhandelingen te houden een „aardbe ving" teweeg zou brengen binnen Lichtend Pad, dat nu immers gedwongen zal zijn het leiderschap van Guz man aan de orde te stellen. Uitlatingen van leden van Lichtend Pad in de pers wij zen op de mogelijkheid van een breuk. Sommigen on derschrijven het besluit om vrede na te streven, maar een lid van het „hoofdstedelijk comité" wees de televi sie-boodschappen van de hand als een „vuile streek van de regering om presidente Gonzalo (Guzman) in discrediet te brengen". De volksoorlog gaat door, zei deze leider. Anderen menen dat Lichtend Pad het wel zonder Guzc man kan stellen. In de regio Puno, hoog in de Andes bij; de grens met Bolivia, is op muren de leus „Lang leve presidente Feliciano" verschenen. Feliciano is de code naam van Oscar Ramirez Durand, de hoogste leider na Guzman en Iparraguirre, en in tegenstelling tot dezen nog op vrije voeten. k

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 2