Voormalige ANC-strijders na terugkomst in de kou Ergste winter sinds mensenheugenis in Belgrado Feiten&Meningen Plaatselijke orde MAANDAG 8 NOVEMBER 1993 De grote parade, waarmee de helden van de oorlog tegen de apartheid door de dankbare bevolking zouden worden ingehaald, hoefde voor Vivian Hewukile niet. Ze had haar plicht gedaan. Ruim zeven jaar lang. Ze wilde nu een normaal leven leiden. Met haar man en haar zoontje. Zoals haar vriendinnen die thuis ble ven, toen zij in 1985 naar Tanzania ging om guerrilla-strijder te worden. Een huiselijk bestaan, dat is de beloning waarvan zij droomt. JOHANNESBURG P.v.NUUSENBURG CORRESPONDENT Vivian is klein en tenger en lijkt veel jonger dan haar 29 jaar. Ze spreekt langzaam en zacht en pauzeert soms om de juiste datum en het precieze verloop van een gebeurtenis uit haar geheugen op te diepen. Ze is afkom stig uit Boipatong, het zwarte woon oord dat vorig jaar wereldnieuws werd, nadat 39 mensen werden afge slacht. Het bloedbad vond plaats op 17 juni, twee weken na haar terug keer in Zuid-Afrika en overschaduw de haar thuiskomst. Die thuiskomst was al een teleurstel ling geworden. Er was geen ont vangstcomité van het ANC om haar te verwelkomen, er waren geen plan nen om haar na zeven jaar balling schap voor te bereiden op de toe komst, er was geen cent om haar op vang te betalen. Er waren alleen haar moeder, vier broers en haar zoontje. Haar vader was tijdens haar afwezig heid overleden. Haar man was spoorloos. Ze werd niet met open armen ont vangen. Voor haar moeder, die als 'kruidendokter' de kost voor haar ge zin bij elkaar schraapt, was ze een extra mond die moest worden ge voed. Haar man, ook een MK-vete- raan, werd door haar moeder niet geaccepteerd, omdat hij te arm was om de bruidsschat te betalen. Voor haar jongere nog schoolgaande broers betekende haar aanwezigheid dat hun huis een doelwit van de vij anden van het ANC kon worden. Het was een schokkende ervaring, zegt Vivian behoort tot de Young Lions, de in de mythologie van het ANC be wierookte jongeren die in 1985 Zuid- Afrika ontvluchtten om te worden opgeleid tot soldaten van Umkhonto we Siswe (MK), de door Nelson Man dela opgerichte Speer van de Natie. In januari van dat jaar verliet ze Zuid-Afrika en ging via het bergstaat- je Lesotho naar Tanzania. „We kon den kiezen: of studeren of soldaat worden van MK. Ik koos voor MK." In juni 1986 werd ze 'overgeplaatst' naar Angola, waar ze haar militaire opleiding kreeg. Omdat ze haar mid delbare school had afgemaakt, werd ze geen frontsoldate, maar instructri- ce die de rekruten moest leren lezen en schrijven. Routine I let drie jaar durende verblijf in het Richard Barney Molokoane-kamp heeft alle romantiek over het leven als guerrilla-strijder verdreven. De bewoners waren de gevangenen van routine en sleur. Het eten was slecht, de verveling bodemloos en het mo reel onder de kameraden onder mijnd door de kadaverdiscipline waarmee de leiding de tucht hand haafde. De weinige vrouwen in het kamp, misschien 25 op de 1.000 mannen, misten de dingen die het leven kleur geven. „We hadden bijvoorbeeld geen make-up en leuke lingerie", zegt Vivian. Daarnaast hadden ze te kampen met een ander haast onver mijdelijk probleem: handtastelijkhe den. „De verhoudingen waren over het algemeen goed. Maar sommige kameraden konden zich niet beheer sen", zegt Vivian. Eén keer in deze drie jaar ondervond ze aan den lijve wat oorlog is. „In 1987 reden we met een konvooi in een hinderlaag van Unita (het Ango lese rebellenleger waar MK vaak te gen vocht, red.). Onze truck reed op een mijn en sloeg om. Een aantal mensen viel van de wagen en raakte gewond. Toen we hen probeerde te helpen werden we plotseling van alle kanten onder vuur genomen. We raakten niet in paniek en schoten te rug. Net zolang tot de Unita-mannen ophielden en verdwenen." In 1989 moest het ANC als onderdeel van het vredesakkoord over Namibia Angola verlaten. Dat had Pretoria be dongen als prijs voor haar bereidheid om de laatste Afrikaanse kolonie de onafhankelijkheid te geven. De MK- soldaten zwermden uit over Tanza nia, Uganda en Zambia. Vivian be landde weer in Tanzania, waar ze te recht kwam in Dakawa, een kamp waar ook ANC-dissidenten hun 'her opvoeding' kregen. „Ik werd naaimachinemonteur en gaf de kinderen in het kamp les. In Dakawa is ook mijn zoontje Tshepi- so, dat belofte betekent, geboren. Hij is nu driejaar. De periode in Dakawa was de gelukkigste van mijn leven. Soms denk ik, kon ik maar terug." In november '91 werden de meeste vrouwen en kinderen uit Dakawa ge repatrieerd naar Zuid-Afrika. Vivian moest op bevel van het ANC blijven, maar stuurde wel Tshepiso mee. In het laatste half jaar van haar verblijf zag ze hoe het kamp verloederde en hoe de plaatselijke ANC-leiders hun zakken vulden met het geld dat voor de kampbewoners was bestemd. „Het leven werd heel moeilijk. We hadden nauwelijks te eten, hooguit één maaltijd per dag, terwijl de lei ding op grote voet leefde van ons geld." Het is een ervaring die na haar terug keer in Zuid-Afrika de grondtoon van haar bestaan is geworden. De plaat selijke ANC-afdeling kreeg geld voor de opvang van haar en andere MK- strijders. Ze hebben er nooit een cent van gezien. Tshepiso lijdt aan bron chitis en is soms erg ziek. De vrou wenbond van het ANC beloofde plechtig om voor medicijnen te zor gen. Ze wacht nog steeds op de eer ste pil. Onverschilligheid Er waren vage beloften over een baan, verdere scholing. Ze is ruim 16 maanden terug in Zuid-Afrika en ze is nog steeds werkloos, al volgt ze sinds kort op kosten van het ANC een parttime-cursus bedrijfsadmini stratie. Het zijn teleurstellingen die De afgelopen drie jaar keerden duizenden soldaten van het ANC-leger Umkhonto we Siswe (MK) uit ballingschap terug naar Zuid-Afrika. Ze dachten te worden ingehaald als helden, maar stuitten op een muur van onverschilligheid. Voor hun familie zijn ze vaak vreemdelingen geworden. De beweging waarvoor ze hun leven in de waagschaal stelden, laat hen aan hun lot over. Kans op werk is er nauwelijks. Sociale begeleiding is niet meer dan een holle frase. Honderden MK- soldaten zijn het pad van de misdaad op gegaan of terroriseren als 'zelfverdedigingseenhedende zwarte woonoorden. Anderen hebben nog maar één hoop: inlijving in het leger van het 'nieuwe Zuid-Afrika'. ANC-strijders in het zwarte woonoord Ipelegeng applaudiseren voor guerrillaleider Joe Modise. ze de ene dag beter verwerkt dan de andere. Maar wat haar vooral steekt is de onverschilligheid waar ze bij de ANC-bureaucraten op stuit. „Er wer ken daar mensen zonder enig ideaal. Ze hebben het nooit moeilijk gehad, zoals wij. Nooit een offer hoeven brengen. Maar ze hebben geen greintje sympathie voor ons. Ze ge ven je het gevoel dat je kunt bar sten." Vivian is niet de enige met deze erva ring. Voor de meeste MK-soldaten is de terugkeer uit ballingschap een enorme teleurstelling geworden. Ze hoopten op een triomfantelijke in tocht in de hoofdstad Pretoria, maar kregen hooguit een feestje van het wijkcomité in een stoffig township. Dat waren nog de geluksvogels. De vlag werd hoogst zelden uitgehan gen, als de verloren zoon, dochter, vader of echtgenoot na jaren weer voor de deur stond. Ze waren vreem delingen voor hun eigen familie ge worden. Maatschappelijk staan ze buiten spel. Kans op werk hebben ze nau welijks. In een land waar de helft van de beroepsbevolking werkloos is, lig gen de banen niet voor het oprapen voor mensen voor wie een militaire training vaak hun enige opleiding is. Velen van hen zijn bovendien psy chisch geknakt door wat ze in de oorlog en in de kampen hebben doorstaan. Deze trauma's moeten ze meestal alleen zien te verwerken, want maatschappelijke begeleiding is er niet. Het mag gezien deze omstandighe den geen verbazing wekken, dat een groot aantal zich verhuurt aan de maffia-koningen in de zwarte woon oorden, zelf de misdaad in gaat of zich laat ronselen door duistere figu ren. Versterkte echo „Ze zijn over het algemeen in de steek gelaten", erkent dr. Rocky Wil liams, directeur van de aan het ANC- verbonden Militaire Onderzoeks groep en zelf een MK-veteraan. Een lid van zijn instituut heeft onderzoek verricht naar de problemen rond de demobilisatie van MK-soldaten en het resultaat is onthutsend. Zij on dervroeg 180 van de 5.000 inmiddels terugkeerde guerrilla's en hun ant woorden zijn een 180-voudig ver sterkte echo van het relaas van Vi vian. „Het ANC, maar ook de regering, hebben de problemen veel te lang op hun beloop gelaten", zegt Williams. „Ze hebben te laat onderkend dat een groep zwaar bewapende ex-sol daten een enorme ravage kan aan richten, als je ze niet goed opvangt." De enige werkbare oplossing is de inlijving van de MK-soldaten in het toekomstige leger van het 'nieuwe Zuid-Afrika', zegt Williams. Dat is een operatie die door menigeen als een van de moeilijkste opdrachten voor de ontwerpers van dat nieuwe Zuid-Afrika werd beschouwd. Het huidige Zuidafrikaanse leger, dat uit 80.000 man bestaat (40.000 berqeps, 30.000 dienstplichtigen en 10.000 re servisten), moet de kern worden van de nieuwe krijgsmacht, waar ook de 15.000 MK-leden en de 15.000 solda ten uit thuislanden moeten worden ondergebracht. Gevreesd werd dat de generaals in Pretoria er niets voor voelden om MK in te lijven. Het ANC-leger was in hun ogen een zooitje ongeregeld, dat niet eens behoorlijk kon marcheren. Het zou onmogelijk zijn om van deze 'landlopers' professionele soldaten te maken. Aan de andere kant waren er twijfels of de 'Pruisen uit Pretoria' ooit de mentale souplesse zouden kunnen opbrengen om met de ANC- strijders samen te werken. „Maar het overleg tussen de MK-top en de legerleiding verloopt boven verwachting goed", aldus Williams. „In principe zijn ze het eens over de integratie. Er kunnen nog wel moei lijkheden komen over de precieze in vulling, maar ik voorzie geen onover komelijke problemen, ook niet in de praktijk." Hij schrijft deze positieve ontwikke ling toe aan het feit dat de voormali ge aartsvijanden een zelfde achter grond en cultuur hebben. „Dat merk je als ze informeel bij elkaar zitten. Na een paar pilsen komen de sterke verhalen en is het ouwe-jongens foto reuter patrick de moirmont krentenbrood. En in Pretoria zijn ze ook niet op hun achterhoofd geval len. Ze hebben inmiddels begrepen dat je de 15.000 man van MK beter kunt inlijven dan dat ze roof- en moordbendes gaan vormen. Williams stelt voor om van de meeste MK-soldaten zogenaamde kortver- band-vrijwilligers te maken die een contract van bijvoorbeeld twee jaar tekenen. „In die tijd kun je de jonge ren, die hun school niet hebben af gemaakt, een (beroeps)opleiding ge ven. Als de economie aantrekt, kun nen ze na afloop van hun contract met een diploma de burgermaat schappij in." De samenwerking tussen het regulie re leger en MK komt binnenkort voor haar vuurproef te staan. De regering en het ANC zijn het eens gewordeq over de vorming van een 10.000 man sterke vredesmacht, waarin ook een bataljon (600 man) van MK zal die nen. Dit korps moet in maart vol gend jaar paraat zijn om er voor te zorgen dat de kiezers in de zwarte woonoorden op 27 april hun stem kunnen uitbrengen in de eerste non- raciale verkiezingen in de geschiede nis van het land. Vivian zou het liefst in dit korps die nen. „Ik ben opgeleid tot soldaat. En wat kun je beter zijn dan een soldaat voor de vrede?" STANDPLAATS AMSTERDAM BELGRADO MARCUS TANNER THE INDEPENDENT Het is een slechte dag voor Pe- tar Kvockar. 's Middags om twee uur had hij niets verkocht uit de omgekeerde kartonnen doos die dienst doet als zijn stal. „Niks verkopen betekent geen eten vandaag", zegt hij treurig, „Ik heb dagen niets te eten als niemand mijn boeken koopt." Kvockar (63) is geen handelaar, maar een gepensioneerde sol daat. Zijn kartonnen stal bevat zijn in een heel leven bijeenge- spaarde bezittingen. „Ik hoop een paar marken te krijgen voor de schaatsboeken van mijn kleinzoon", zegt hij. „Ik hoopte er vijf te krijgen voor deze ge bonden romans, maar op dit moment zou ik blij zijn met twee." De oude man is gekleed in een versleten regenjas en plastic schoenen met gaten. „Ik heb al het grootste deel van mijn kle ren verkocht, om te beginnen de schoenen", legt hij uit. „Ik heb de lakens en de rest van het linnengoed al maanden geleden verkocht." De straat is vol met mensen als Kvockar, wier salaris of pen sioen waardeloos is geworden door de astronomisch hoge in flatie van ex-Joegoslavië. Met een stijging van 20 procent per dag is die de hoogste ter wereld. Voor miljoenen Serviërs wordt dit de ergste winter sinds men senheugenis. Honger en kou worden het meest gevreesd. De meeste gebouwen worden met olie verwarmd, een artikel dat moeilijk te krijgen is vanwege de sancties van de Verenigde Naties, de zwarte markt en de oorlogsinspanningen van de re gering. Een inwoner van Belgrado haast zich naar huis nadat hij met veel moeite sigaretten heeft weten te bemachti gen. Door de VN-sancties zijn voedsel en goederen uiterst schaars geworden in Servië. De burgers wacht een zware winter. foto epa vojislav dadic nerin. „Dit voedsel is rotzooi", klaagt ze, „Ze geven ons alleen maar pasta en kool. Een paar maanden geleden was er nog vlees." Achter Nada en de andere vaste klanten stonden keurig geklede vrouwen met een beschaamde uitdrukking op het gezicht, be horend tot de nouveau pauvre van Servië, de voormalige mid denklasse. Een paar maanden geleden zouden ze er niet van hebben gedroomd dat ze voor hun dagelijkse maaltijd afhan kelijk zijn van de gaarkeuken. Radmila Kovac (72) draagt een elegante crème-kleurige jas. Ze Sommigen verkopen hun bezit tingen in stallen, die onmiddel lijk herkenbaar zijn door de treurige uitstalling van versleten laarzen en roestige messen. Sommige huisvrouwen zijn de prostitutie ingegaan en bieden in kranteadvertenties hun dien sten aan. Anderen sluiten zich aan bij de zigeuners die ge smokkelde westerse sigaretten verkopen of verhandelen harde valuta in de ooit deftige Knez Mihajlovstraat in Belgrado. Een baan in een staatsbedrijf in Servië is geen bescherming te gen armoede. In een winkel waar buitenlandse chocola wordt verkocht, vertelt verkoop ster Stanija Milojevic dat een reep meer kost dan haar hele maandsalaris. „Ik krijg 57.000 dinar (minder dan 3 gulden) per maand voor het beheer van deze winkel en ik moet twee kinderen in de tie nerleeftijd te eten geven. Een ei kost 6.000 dinar. Als ik geen geld leende en wat extra eten kreeg uit mijn dorp, zouden we niet overleven", zegt ze. Een paar meter verderop vormt zich een rij voor de plaatselijke gaarkeuken. Enkele oudere vrouwen krijgen al jaren hulp, zoals Nada, een 59-jarige zigeu- is eerder dit jaar haar hele spaargeld van 8.000 D-mark kwijtgeraakt bij het faillisse ment van een bank. „Ik heb 50 jaar gewerkt om te sparen voor mijn oude dag en die bandieten hebben alles ingepikt", zegt ze. „Nu kan ik zelfs geen ei meer kopen. Ik kan maar niet geloven wat er met Servië is gebeurd. Het ergste is dat de jongeren zeggen dat het onze schuld is. In de bus schreeuwen ze dat ge pensioneerden zoals ik voor president Milosevic hebben ge stemd en zouden moeten wor den gedood." Gaarkeukens verlichten nauwe lijks het lot van de omlaagcirke- lende middenklasse, wier le vensstijl in scherp contrast staat met de opvallende rijkdom van zwarte-markthandelaren en oorlogsprofiteurs, die beladen met gestolen goederen uit Bos nië terug zijn gekomen. Zij laten zich met hun vals verkregen weelde in voortdurend drukke dure restaurants en café's zien. Na jarenlang gewend te zijn ge weest aan een westerse levens standaard, zijn de Serviërs nu geschokt door hun armoede. Maar oppositiepartijen hebben zich met de regering verenigd rond een nationalistische agen da en zijn er niet in geslaagd de groeiende frustratie in te dam men. Ondanks de ramp die hen nu overkomt, verbinden slechts weinig Serviërs hun lot met de oorlogen van Milosevic in Bos nië en Kroatië. De verwachting is, dat zijn regerende socialisten de verkiezingen op 19 decem ber op hun sloffen winnen. VERTALING LUUTJE NIEMANTSVERDRIET Urineren op straat, tegen iemands voordeur aanleunen en besmeuren van portieken met pa- tatzakken en gebruikte condooms: het mèg straks niet meer in Amsterdam. De nieuwe Algemene Plaatselijke Verordening (APV) die begin volgende jaar van kracht wordt, maakt een onverbiddelijk einde aan het juridi sche vacuüm waarin onbetamelijk straatgedrag zich tot nog toe kan koesteren. De politie mag dan op grond van de APV ook optreden tegen het gebruik van verdovende middelen op straat en tegen de handel in slaap- en kalmeringsta bletten en proces-verbaal opmaken tegen bor deelhouders die geen condooms in voorraad hebben. De nieuwe APV is veel strenger dan de oude uit 1983. De groei van de genotsindustrie, samen met de tijdgeest, hebben het liberale karakter van het Amsterdamse stadsbeheer opnieuw ver der teruggedrongen. Zelfs het drinken van een fles bier op de openbare weg is straks verboden. Niet alleen zatlappen en junkies, maar ook bouwvakkers en dagjesmensen Koninginne dag, Bevrijdingsdag! moeten dus straks uitkij ken voor de naderende wijkagent. In de nieuwe APV zijn veel verordeningen opge nomen die ooit als tijdelijke maatregel, ad hoe, zijn ingesteld en nu een duurzaam karakter hebben gekregen. Neem bijvoorbeeld de achtuurs- en 14-daagse straatverboden die het stadsbestuur aan een lastpost kan opleggen en die al van kracht zijn op de Zeedijk en in de Bijl mer. Net zo voor het verbod op het beruchte 'balle tje-balletje', een kansspel met steevast een cor don van zakkenrollers en straatrovers in de tweede en derde linie eromheen, waar ooit hele Joegoslavische bendes van bestonden, maar dat sinds een jaar of vijf, zes nagenoeg uit Amster dam is verjaagd. Vooral bewoners van buurten vlakbij drukke uitgaanscentra zoals het Leidse- plein en de Wallen, zijn blij met de strenge APV. Ze hebben het idee dat hun jarenlange beden om orde zijn verhoord en er eindelijk wat wordt gedaan aan de misère op de stoep van hun prij zig verbouwde pandjes. Vooral het verbod om 'tegen de wil van de be woners' voor iemands huis rond te hangen en tegen deuren en vensterbanken te leunen, is ge schreven op de overlast van winkeliers en bewo ners in de oude stad, bij Damstraat, Burgwallen en Nieuwmarkt: Het biedt een handvat rond hangende junkies weg te laten jagen. Het verbod op de handel in kalmeringstabletten zou eindelijk een einde kunnen maken aan de overlast van de rafelige horden verslaafden op de 'Pillenbrug' tussen Damstraat en Oude Hoogstraat, die de dag doorbrengen met schreeuwen, stelen, innemen en uitbraken. Het verbod op straat te urineren, staat er eigenlijk wat onwennig tussen. Mocht dat dan? Geen kroegenloper die ooit had gedacht dat hij legaal zijn straal op de middeleeuwse muren van de Oude Kerk richtte. En al wordt ook meni ge brievenbus daar volgezeken, uit het oogpunt van monumentenzorg alleen al lijkt het verbod verstandig. Het nog verse voegwerk van de pas gerestaureerde kerk schuin tegenover bureau Warmoesstraat is in een mum van tijd alweer uitgehold en aangevreten door tienduizenden stappers die de kerkmuur verkiezen boven de lantaarnverlichte, stinkende Krul om de hoek. Ook rondvaartreders moeten op hun tellen pas sen, net zoals pooiertypes met tè grote geluids installaties onder het open dak. Geluidsoverlast vanaf boten, motoren en uit auto's wordt verbo den. De scherpe teksten hebben onrust gezaaid on der drugshulpverleners. Waar moeten de dui zenden straatjunks tenslotte naartoe als ze niet meer op straat en in portieken terecht kunnen? Verscheidene organisaties hebben de gemeente gevraagd om tenminste 'gedoogruimten' aan te wijzen, waar nog wel in alle rust kan worden ge noten van een intraveneuze opkikker of een Chi neesje. De bewonersraad van de Nieuwmarkt- buurt, die inmiddels wel weet dat verbieden een iets te simpele oplossing van het probleem is, is het daarmee eens. FRED VAN ESSEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 2