ZATERDAGS Verdriet en angst in sprookjesland BIJVOEGSEL Greysteel draagt zijn doden ten grave. Zeven inwoners van het gehucht dat op geen landkaart is te vinden, verloren het leven bij een wraakactie van de doodseskaders. FOTO REUTER DYLAN MARTINEZ Droeve welcen in Noord-Ierland. Eerst was er de IRA-bom in Belfast, daarna de protestantse wraak in Greysteel. Niet alleen wordt het sectari- sche geweld steeds cynischer, het lijkt nu ook over te slaan naar gebieden buiten de hoofdstad. „Derry was vele jaren sprookjesland; het sprook je is nu uit". Een reportage uit de stad waar een kwart eeuw geleden de katholieken hun eerste barricades op richtten. ZATERDAG 6 NOVEMBER 1993 Bij het boeket is een briefje ge voegd. „Mijn moeder is droevig na de moorden in Greysteel", zo begint de tekst. „Maar ik ben vooral bang. Ik wil dat de moordenaars ophouden. Ik haat de slechte mensen die dit doen". Getekend: Sarah (8). Op de kleine begraafplaats ontdoet een gu re wind de bomen vari hun laatste bladeren. Slechts een weg en een kale akker scheiden het grauwig-witte kerkje van de in nevelen gehulde zee, maar de aanwezigen zijn niet gekomen voor het uitzicht. Ze houden de blik strak naar beneden gericht en luisteren naar de gepolijste woorden die uit de luidsprekers j komen. Terwijl de doodgraverahun laatste voorbe reidingen treffen, horen de duizenden aan wezigen hoe pater Jack Gallagher hun lijden vergelijkt met dat van Jezus Christus. „De mensen in onze gemeenschap zijn gewond en gebroken", zegt de priester. „Dit was een aanval op de beschaving, een aanval op ons allen". Greysteel: een gehucht dat op geen kaart is te vinden. Sinds vorig weekeind zit de naam echter in het geheugen gegrift van miljoenen Ieren; Greysteel staat voor massamoord. HOp zaterdagavond betraden twee gemas kerde mannen de plaatselijke pub, afgeladen met Halloween-vierders. „Trick or Treat"! rie pen ze, naar het voorbeeld.van de kinderen die op Halloween met lampionnetjes langs de deur gaan. En toen hadden ze hun 'trick' gedaan - met halfautomatische wapens. Meer dan 20 mensen werden neergemaaid, van wie er zeven nu in de woorden van pater Gallagher als „gewone heiligen" on der de grond liggen. Cynischer Het was niet de eerste keer dat Londonderry - of kortweg Derry, zoals katholieke Ieren zeggen - het meest noordwestelijke graaf schap in Noord-Ierland, door sectarisch ge weld werd getroffen. Bijna 11 jaar geleden ging in een naburig dorp, Ballykelly, een bom af in een pub die door Britse militairen werd gefrequenteerd. De balans toen: 17 doden, van wie 6 burgers. „Sindsdien is het geweld cynischer gewor den", zegt John Cook, die destijds eigenaar was van de Droppin Well in Ballykelly. „Met enige fantasie kon mijn zaak nog een militair doelwit worden genoemd. Tegenwoordig doen de terroristen zelfs geen poging meer om hun geweld te vergoeilijken. Die mensen 4 in Greysteel werden doodgeschoten omdat ze katholieken waren". De aanslag joeg een siddering van angst door de streek. De katholieke gemeenschap in de hoofstad Derry besloot tot afgelasting van het Halloween-feest, dat vorig jaar nog 20.000 gemaskerde en verklede mensen in carnavaleske stemming op straat had ge bracht. In plaats daarvan braken ongeregeld heden uit, waarbij katholieke jongeren een Britse winkel vernielden en een bus in brand staken. Zwaarbewapende Britse militairen 4?n Noordierse politie-eenheden, die nooit hele maal waren verdwenen, begonnen het straat beeld weer te beheersen. Het was onmogelijk het stadscentrum van Derry binnen te rijden zonder te stuiten op een geïmproviseerde controlepost, bestaande uit gepantserde Landrovers-met-mitrailleur. Toen wij na middernacht een verkeerde afslag namen naar een kazerne, keken wij prompt in de loop van een geweer. Achter dat geweer: de nerveuze blik van een man die in geval van twijfel eerst zou schieten om daarna pas vra gen te stellen. Afgezien van de rituele IRA-aanvallen op leger en politie, was de hoofdstad, Derry ei genlijk lange tijd een oase van rust in Noord- Ierland. „Derry is anders dan Belfast", zegt Paul O'Connor (37) van de mensenrechten groep Bloody Sunday Justice Campaign„De ze stad is voor 70 procent katholiek, en wordt al twee decennia door de katholieke SDLP bestuurd. De katholieken hier hebben het ge voel zich bevrijd te hebben van het protes tantse juk. Ze vereenzelvigen zich meer met het aangrenzende Donegal in de Ierse Repu bliek dan met Belfast". Herinnering Terwijl Belfast nog altijd een mozaïek is van protestantse en katholieke ghetto's, bleef in Derry slechts één groot ghetto over: Wa terside, waar de protestanten wonen. Maar die wijk wordt door de rivier de Foyle van de katholieke 'Westoever' afgesneden. Secta risch geweld tussen de geloofsgroepen is in Derry niet meer dan een vage herinnering aan een turbulent verleden. „Ik ben op heel wat plaatsen in Europa ge weest, en weet uit ervaring dat het leven hier nog niet zo beroerd is", zegt Paul O'Connor. „Wat mij betreft is dit gewoon een gezellige katholieke stad. De werkloosheid ligt hoog, maar het culturele leven bruist. Veel katholie ken hebben zo veel zelfvertrouwen gekregen dat ze zelfs over de politieke barrières heen durven springen. In de gemeenteraad bij voorbeeld staat de SDLP het onderburge meesterschap af aan de protestanten". De littekens van een gewelddadig verleden zijn er nog altijd. Derry was de stad waar een kwart eeuw geleden het katholieke protest begon dat uitgroeide tot gewapend verzet. Wie nu de Bogside binnenrijdt, de verpauper de wijk waar 70 procent van de bewoners de IRA steunt, komt langs een monument dat destijds tegelijk met de barricades werd op gericht. Het opschrift: 'U Betreedt Nu Vrij Derry'. De vijandelijkheden begonnen op 12 au gustus 1969 met een mars van protestanten over de middeleeuwse stadsmuren die boven de Bogside uittorenen. De regering in Belfast had geweigerd de mars te verbieden, en on geregeldheden waren onvermijdelijk. Toen katholieken wijkbewoners de marcherende orangisten met stenen bekogelden, rukte de oproerpolitie op naar de Bogside. Maar ver kwam zij niet; op de toegangswegen tot de wijk waren barricades opgeworpen, en achter die barricades hadden zich duizenden katho lieken met molotov-coktails verschanst. De Noordierse regering reageerde met het inzetten van de gevreesde B Specials, een stap die katholieken aan beide zijden van de grens in toorn deed ontsteken. Terwijl de B Specials hun posities innamen, eisten in Du blin drie ministers een interventie door de Ierse strijdkrachten. Nog voordat de elite-eenheden hun aanval op de Bogside konden openen, verscheen het Britse leger echter in de straten van Derry. De Britten bevalen de B Specials en de gewone politie-eenheden terug te keren naar hun ka zernes, en. begonnen onderhandelingen met de katholieke leiders. De Bogside had gewon- Veeg teken Maar niet voor lang. Op 30 januari 1972 openden Britse soldaten het vuur op een de monstratie van katholieken, daarbij 13 beto gers dodend [Bloody Sunday). Katholieken in heel Ierland reageerden woedend, en de Brit se ambassade te Dublin brandde tot de grond toe af. Pas in de loop van de jaren '70 zou de rust in Derry weerkeren. Terwijl het geweld in de hoofdstad Belfast steeds cyni scher werd, ontwikkelde Derry zich tot een stad waar een normaal leven weer mogelijk De vraag is alleen: hoe lang nog? Tot voor kort beperkten de protestantse 'paramilitai ren' hun moorden, die dit jaar bijna twee maal zoveel levens eisten als IRA-bommen, voornamelijk tot Belfast. De aanslag in Grey steel (7 doden) en enkele maanden geleden in een ander dorpje bij Derry (5 doden) wor den in de stad gezien als een veeg teken. „We hadden in Derry een onofficieel be stand tussen IRA en UDA" (de overkoepeling van protestantse terreurgroepen), zegt Paul O'Connor. „De laatste UDA-aanslag in de stad was in de jaren '70. Maar de UDA-lei- ders in Belfast waren niet van dat bestand ge diend. Zij beschouwden de UDA'ers in Derry als te slap, en het is heel goed mogelijk dat ze een voorbeeld hebben willen stellen". „Wij hebben ons in West-Derry altijd heel veilig gevoeld. Maar mij hoort u dat niet lan ger zeggen. Gisteren bijvoorbeeld hebben wij vooi het eerst de deur van ons kantoor op slot gedaan". Niet ver van dat kantoor is ook het pand van Sinn Fein, de politieke arm van de IRA. Buiten hangt een camera, en de gepantserde deur gaat alleen open voor mensen die voor af een afspraak hebben gemaakt. Achter die deur van staal zit Mary Nelis, een van de drie raadsleden van de Sinn Fein in Derry. Ze zegt: „Meer dan 100.000 pro testanten in dit land hebben een wapenver gunning. Waarom probeerden de Britten nooit hen te ontwapenen? Als raadslid voor Sinn Fein ben ik een voor de hand liggend doelwit. De afgelopen twee jaar is acht pro cent van onze raadsleden vermoord". Doodseskaders In theorie is de 'Westoever' een moeilijk doelwit voor protestantse doodseskaders. Om er te komen, moeten zij een van de twee bruggen over de Foyle over, en op beide bruggen controleren politie en leger alle au to's op wapens. Maar de afgelopen jaren zijn er steeds meer aanwijzingen gekomen dat de politie samenwerkt met de bendes. Twee jaar geleden onthulde een Sinn Fein- raadslid dat op verscheidene vuilnisbelten politie-documenten waren gevonden met ge heime informatie over 'subversieve katholie ken'. Die vuilnisbelten hadden één ding ge meen: ze lagen in protestantse wijken. Een politiewoordvoerder zei destijds dat de documented abusievelijk bij het keukenafval waren gekomen, een verklaring die door een SDLP-leider werd gebrandmerkt als „een be lediging van de intelligentie der Noordieren". Waarschijnlijker was, zo verklaarde de politi cus, dat de politie de documenten op de vuil nisbelt had gedumpt om ze te laten oppikken door de protestantse doodseskaders. Inmiddels staat vast dat er lijnen lopen van de politie naar de doodseskaders. Op 4 okto ber van het vorig jaar schreef de hoogste po litiewoordvoerder, McGookin, aan de men senrechtengroep Bloody Sunday Justice Cam paign: „Ik kan met stelligheid zeggen dat le den van de politie informatie hebben door gespeeld aan de paramilitairen" (de doodses kaders). Hoe innig de samenwerking is en hoeveel politie-agenten erbij betrokken zijn, is ondui delijk. Blijkens een documentaire op Channel Four, een Britse televisiezender, gaat het om veel meer dan een paar verdwaalde agenten die wat documenten doorsluizen. De makers van de documentaire zeiden een Centraal Coördinerend Comité te hebben ontmaskerd waarin protestantse bankiers, advocaten, raadsleden, politiefunctionarissen en doodseskaders samenwerken. De rolverdeling was duidelijk: het geld komt van de zakenlui, de informatie van de politie, de kogels van de doodseskaders. Een bron die anoniem bleef, zei in de documen taire: „De normale gang van zaken is dat de politiemensen naar het comité komen en voorstellen een bepaalde IRA-sympathisant uit de weg te ruimen. Het comité dissussieert daar dan over, bekijkt alle implicaties, en on derzoekt wie de klus het beste kan klaren. „Het probleem is dat ze geen enkel onder scheid maken tussen IRA-leden en mensen Zalvend Terwijl de begrafenis in Greysteel gaande is, wordt de plechtigheid heel even onderbroken door het geluid van een claxon. De passeren de auto vertraagt, het raam gaat open, en ze ven vingers priemen triomfantelijk omhoog, eerst vijf en dan nog eens twee - een vinger voor elke dode. Een herfstblad dwarrelt neer in een der versgedolven kuilen. Uit de luidsprekers klinkt nog een keer de zalvende stem van pa ter Jack Gallagher. „Zij die woorden van haat of onverdraagzaamheid op hun lippen heb ben", prevelt hij, „moeten hun ziel node aan een onderzoek onderwerpen". zoals ik, die alleen maar vinden dat Noord en Zuid-Ierland herenigd moeten worden", zegt Paul O'Connor. „Vorig jaar zijn alle le den van onze mensenrechtengroep opgepakt en vijf dagen lang verhoord door de politie, hoewel wij volkomen legaal opereren. Sinds dien hebben verscheidene leden de politie aan de deur gehad die zei: „Krachtens de wet zijn wij verplicht u mee te delen dat de docu menten over u in handen zijn gevallen van de paramilitairen" (de doodseskaders). „Kijk, tot dusverre hebben wij in Derry in sprookjesland geleefd. Dat sprookje is nu

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 31