KENNEN
HEEL VEEL
PISTES
'Geen stress met
Expres'
de Alpen
Reisburo
Cebuto
TOERKOOP
fV-li
f
T
Prijsonderscheid tussen wintersportlanden valt weg
i i
Beter uit met:
3; VRIJDAG 29 OKTOBER 1993 882 33^
Vi, a
r, «3*» <3]
feirc -5
Zondagnacht met de Alpen Expres naar de Alpen, maandag skiën en in de nacht daarop weer naar huis. Dergelijke 'mini's' zijn er vanaf 160 gulden, skipas inbegrepen
Meer mogelijkheden om naar wintersport te vliegen
Alsof er nooit files staan. Alsof
het nooit regent, sneeuwt of
ijzelt. Alsof de Alpen vlak om de
hoek liggen. Nederlandse skiërs gaan, als
het even kan, met de auto naar de winter
sport. Hoewel exacte cijfers ontbreken, mag
worden aangenomen dat ongeveer 75 pro
cent de eigen wagen neemt en het ziet er
naar uit dat dit aantal de komende jaren
eerder zal stijgen dan dalen.
Lang heef^het ernaar uitgezien dat de pen
delbus (het goedkoopste retour kost iets
meer dan 110 gulden) een stevige concur
rent zou worden van de auto, maar die tijd
lijkt voorbij. Volgens het NIPO liep het aan
tal boekingen voor dit soort transport vori
ge winter zelfs terug van 12,1 naar 10,5 pro
cent. Slechts jongeren hebben geen door
slaggevend bezwaar tegen de lange busrit
naar de sneeuw. In die categorie stijgt de
belangstelling zelfs enigszins. Coby van
Dongen van De Jong Intra: „Maar ik ben er
van overtuigd dat de ouderen ook weer zul
len komen. Zeker nu de bussen steeds com
fortabeler worden."
Onder het mptto 'Geen stress met de Alpen
Expres', is de Spoorwegen voor de zoveelste
keer begonnen skiërs te bewegen de trein te
nemen. Maar de eerste problemen doen
zich alweer voor. Zo is Zwitserland uit het
lijstje van bestemmingen geschrapt. Er zijn
geen rijtuigen genoeg. Wie nu per spoor
naar de Confoederation Helvetica wil, zal
genoegen moeten nemen met de duurdere
nachttrein of de Euro City. De Alpen Expres
gaat wel naar Frankrijk, Italië en uiteraard
Oostenrijk.
De retourprijzen van de speciale winter-
sporttrein die op vrijdag naar Oostenrijk
vertrekt, variëren in het laagseizoen van 190
tot 249 gulden en in het hoogseizoen van
265 tot 324 gulden, al naar gelang de be
stemming. Voor de Franse Alpen Expres
(ook op vrijdag) geldt een en dezelfde prijs:
254 gulden in het laag- en 328 gulden in het
hoogseizoen. Voor luxueuze compartimen
ten wordt een toeslag gevraagd, die kan op
lopen tot 225 gulden per enkele reis. Maar
dan lig je ook met z'n tweeën in een 'ka
mer'.
De vorig jaar met veel fanfare aangekondig
de Alpen-zondag-Expres had ondanks de
goedkope prijsstelling (retour vanaf 95 gul
den) weinig succes. In de Alpenlanden
bleek men nog niet te zijn voorbereid op de
'maandagwissel'. Van oudsher arriveren (en
vertrekken) wintersporters op zaterdag. Met
als gevolg dat er op maandag als de Al
pen-zondag-Expres aankomt geen bed
den meer beschikbaar zijn.
Via samenwerking met een aantal reisorga
nisaties hoopt de Spoorwegen dit euvel
voor het komende winterseizoen te hebben
opgelost. Zo zijn er nu van-maandag-tot
maandag reizen samengesteld met een ge
garandeerd bed en heeft Inter Europe in
Alkmaar zelfs minisneeuwtrips in de aan
bieding: zondagnacht in de trein, maandag
skiën en maandagnacht weer terug. Er zijn
in die sector al mogelijkheden vanaf 160
gulden (treinreis, ontbijt, skipas en diner)
per persoon.
Overigens bestaat er ook nog altijd zoiets
als de autoslaaptrein. Vanuit Nederland een
knap dure operatie: vanuit Duitsland al een
stuk goedkoper. Een retour Düsseldorf (ver-
De auto is voor Nederlandse wintersporters het favoriete vervoermiddel. Drie op de vier maken er gebruik
van en dat aantal zal in de toekomst naar alle waarschijnlijkheid alleen nog maar groeien, foto han giskes
trek 22.59 uur) - München-Oost (aankomst
07.50 uur) is er vanaf 482 Mark voor een au
to. Per persoon moet dan nog 172 Mark ex
tra worden betaald. De Duitse autotrein
rijdt elke dag. Verdere informatie kan wor
den ingewonnen bij het kantoor van de
Deutsche Bundesbahn in Rotterdam, tele
foon 010 - 4117635.
Het vliegtuig tenslotte. Daar zijn de ontwik
kelingen bepaald spectaculair te noemen.
Nadat Tyrolean een jaar of zeven terug
voorzichtig begon met een verbinding tus
sen Amsterdam en Innsbruck/Salzburg,
breidde het aanbod zich langzaam maar ze
ker uit. Vorig jaar al waren skicentra in zo
wel Oostenrijk (Tyrolean) als Zwitserland
(Swissair - Alpenliftprogramma) per vlieg
tuig betrekkelijk makkelijk te bereiken. Dit
jaar zijn daar Oost-Europa (na een aarze
lend begin, vorig seizoen), Amerika (voor de
eerste keer) en Frankrijk bijgekomen.
Voor dat laatste land is dat trouwens een
come-back. Vier jaar geleden verzorgde on
der meer Air France een dienst tussen Am
sterdam en Lyon. Vanuit Lyon werd dan
met de bus doorgereisd. Een ramp, omdat
de skiërs pas diep in de nacht op hun be
stemming aankwamen en ook diep in de
nacht weer dienden te vertrekken om de re
tourvlucht te halen. Nu is er een mogelijk
heid om via de KLM en reisorganisatie Tou
ralp naar Genève of Lyon te vliegen. Daar
staat een huurauto klaar met winterhanden
en ski-imperiaal. All-in prijs voor dit fly-dri-
ve arrangement: om en nabij de 600 gulden
per persoon. De ski-imperiaal mag je hou
den.
ROB VAN DEN DOBBELSTEEN
Aantal Nederlandse skiërs ligt om en nabij de miljoen
et aantal Nederlanders dat
I jaarlijks naar de winter -
I sport gaat, wordt al gerui
me tijd geschat op ongeveer 1,2 mil
joen. Belangrijkste bron: Hollands
grootstenatte-vinger-in-de-lucht-
houder op toeristisch gebied, de
ANWB. Exacte cijfers zullen waar
schijnlijk nooit aan het licht komen,
omdat veel skiërs hun sneeuwvakan-
tie zelf regelen. Bij het vaststellen van
de cijfers wordt daarom uitgegaan van
het aantal wintersporters dat via een
reisorganisatie naar de Alpen gaat
(circa 400.000) en de vragen naar spe
cifieke informatie op de ANWB-kanto-
ren.
Via het NIPO heeft Arke Reizen dit
jaar een onderzoek gedaan onder
wintersporters. Onder meer om te we
ten te komen of de ANWB op het juis
te spoor zit met haar schattingen. Uit
de enquête bleek, dat per jaar 530.000
Nederlanders van achttien jaar en ou
der één of meerdere keren naar de
sneeuw gaat. Directeur Ferdinand
Fransen van Arke: „Dat is minder dan
ik had verwacht. Ook als je bedenkt
dat kinderen niet zijn meegeteld en
veel mensen twee of zelfs drie keer
gaan, lijkt die 1,2 miljoen van de
ANWB mij daarom een iets te hoge
schatting."
Fransen houdt het liever op 'om en
nabij de 1 miljoen' wat hij overigens
nog een respectabel aantal vindt. „Het
blijft een geweldige markt. Oostenrij
kers vertellen mij altijd weer hoe ver
baasd ze zijn over het aantal Neder
landers dat in hun land komt skiën.
En die verbazing is terecht natuurlijk.
Zeker als je in ogenschouw.neemt dat
er in heel Nederland geen berg te vin
den valt."
Oostenrijk is en blijft de belangrijkste
sneeuwbestemming voor Nederland
se toeristen. Ongeveer 65 procent
bindt in dat land de latten onder.
Maar er is de laatste jaren langzamer
hand wel een 'trek naar het westen'
ontstaan. Ook al omdat Oostenrijk
niet meer het goedkoopte-eiland is
van vroeger, krijgen steeds meer skiërs
belangstelling voor Zwitserland en
vooral Frankrijk. Reden waarom de
Nederlandse reisorganisaties voor het
komende seizoen in beide landen
aanmerkelijk meer accommodaties
hebben ingekocht. Dick van Poppel
van Vrij Uit: „Het gaat niet alleen om
het wegvallen van de prijsverschillen.
Jonge mensen willen ook grotere ski-
resorts en langere afdalingen. Daarvan
zijn er in Frankrijk en Zwitserland nu
eenmaal meer dan in Oostenrijk."
Niettemin maakt dr. Tony Winkler, di
recteur van het Oostenrijks Verkeers
bureau, zich weinig zorgen. „Nog al
tijd trekt ons land meer Nederlandse
skiërs dan alle andere landen tesa-
men. Bovendien heb ik ons marktaan
deel de laatste jaren niet zien dalen:
het steeg zelfs nog een klein beetje.
Tot slot zou ik er op willen wijzen dat
ook wij grote skigebieden hebben en
dat wintersporters die 's avonds wat
gezelligheid zoeken, nog altijd het
best in Oostenrijk terecht kunnen."
Caravanners
Oostenrijk probeert zijn sterke positie
ook te behouden door onder meer de
bouw van appartementen. De belang
stelling voor dat soort accommodaties
is volgens het NIPO/Arke-onderzoek
de laatste tijd enorm gegroeid: van 34
naar 42 procent. Hotels (van 39 naar
30) en pensions (van 24 naar 13) kon
den daarentegen steeds minder gas
ten verwelkomen. Opvallend is de ver
dubbeling van het aantal wintercara-
vanners: van 4 naar 8 procent.
Uit het onderzoek bleek ook. dat de
inspanningen om tot een grotere va
kantiespreiding te komen, resultaat
beginnen af te werpen. In 1988 zocht
bijna de helft (47 procent) van alle Ne
derlandse wintersporters in februari
de sneeuw op, tegen slechts 19 pro
cent in januari. In de afgelopen winter
waren die cijfers 37 (februari) en 25
procent (januari). Ook de voorjaarss-
ldvakantie wordt populairder: in
maart/april gaat 24 procent op stap.
December (kerst) doet het waarschijn
lijk door de matige sneeuwomstandig-
heden van de laatste jaren, steeds
slechter. Vorig jaar ging nog maar 14
procent van de Nederlandse winter
sporters naar de Alpen en dat was ooit
24 procent.
Een wintersportvakantie blijkt het po
pulairst bij jongere Nederlanders. 23
Procent is tussen de 25 en 34 jaar. De
leeftijdsklasse 35 tot 44 volgt op de
tweede plaats met 22 procent. Verras
send is de derde plaats van 65-plus-
sers: 18 procent. De onderzoekers:
„Dat zijn voor het grootste deel wan
delaars, maar schakel het aantal skiërs
niet uit. Er komt nu een generatie aan,
die al op jonge leeftijd voor het eerst
naar de wintersport ging. Die mensen
beschikken over de techniek om tot
op hoge leeftijd afdalingen te maken
op niet te moeilijke pistes."
ROB VAN DEN DOBBELSTEEN
DOEZASTRAAT 30, LEIDEN.
TEL: 071 - 13 39 41