Socialisten aan beterende hand
Vakbeweging opdelen, dat is de enige begaanbare weg
Feiten &Meningen
we BOPeM alleen)
Ater lAAfif WA1EP
alsherwap
l/awaff
PEWAL
70S"
Schijndemocratie van politieke partijen
cj i i
VRIJDAG 22 OKTOBER 1993
152
WIM STEVENHAGEN
Weinig dissidente geluiden op congres Franse PS
OA, W6 MtXqEM ALLE&O \lf\nl\F
Oe. WAL MAARfytS eol?6M,
/haar pat is léf êek&vk
Op PE WAPPEN;
PPOOSiVAL^
Het gaat langzaam maar zeker beter met de patiënt,
maar er is zeker nog geen reden tot overdreven optimis
me. Dat lijkt, zes maanden na de verpletterende verkie
zingsnederlaag, de situatie waarin de Franse socialisti
sche partij zich bevindt.
CORRESPONDENT
De Parti Socialiste (PS) is na de
electorale afstraffing van eind
maart en de daarop volgende
'coup' van Michel Rocard in iets
rustiger vaarwater beland. De
voorspelde scheuring van de
partij bleef uit. Rocard heeft de
teugels inmiddels stevig in han
den, maar er moet nog heel wat
gebeuren voordat de partij weer
met enige kans op succes naar
de gunsten van de kiezer kan
hengelen.
De komende drie dagen willen
de Franse socialisten een nieu
we basis leggen voor de toe
komst. Zo'n 2000 leden zijn
vanaf vandaag tot en met zon
dag bijeen in de Parijse voor
stad Le Bourget om te discus
siëren over de toekomst van de
partij, om een nieuw partijpro
gramma vast te stellen en een
nieuwe secretaris-generaal voor
de komende drie jaar te kiezen.
Grote verrassingen danwel hef
tige ruzies, in het verleden stee
vast ingrediënten van socialisti
sche congressen, zijn er dit keer
Bij GroenLinks slaan ze elkaar zo ongeveer
de koppen in om lijsttrekker te mogen wor
den bij de komende kamerverkiezingen. De
partij dacht een fraai en democratisch sys
teem te hebben bedacht om de keuze te be
palen. De leden mochten via een referen
dum hun voorkeur kenbaar maken.
GroenLinks is maar een voorbeeld van de
worsteling die sommige partijen hebben bij
het vaststellen van de kandidatenlijst. Al
sinds de opriching in 1966 ageert D66-lei-
der Van Mierlo legen het huidige systeem
waarbij in feite de lijsttrekker de stemmen
binnenhaalt. En de rest van de kandidaten
op zijn of haar slippen de Kamer binnen
komt.
De vraag is alleen wat er aan valt te doen.
GroenLinks heeft een poging gedaan die
niet erg gunstig lijkt uit te pakken. Bij D66
hebben zich 163 mensen aangemeld. De le
den moeten er daaruit zeventig kiezen. Zij
krijgen daarvoor een advies van een partij
commissie onder leiding van PTT-topman
Dik. De lijsttrekker staat al vast: Van Mierlo.
Daarnaast komen elf van de twaalf kamer
leden terug. Hoezo democratie?
Bij de WD heeft het hoofdbestuur de lijst al
opgesteld. Bolkestein voert het geheel aan.
Er was wel een commissie die politiek ta
lent moet opduikelen (de commissie-Van
Aardenne), maar die kwam niet veel verder
dan enkele medewerkers van de kamerfrac
tie en reeds lang bekende namen.
Ook bij de PvdA bepaalt de partijtop weer
de lijst. De macht die de afdelingen hadden,
is hen afgenomen. Wedden dat op de lijst
de meeste bewindslieden en de top-20 uit
de kamerfractie staan met Wim Kok als
aanvoerder? Want ook bij de sociaal-demo
craten heeft de zoektocht naar talent tot
bitter weinig geleid. Herder een uittocht. Zie
het vertrek van de heren Simons en Kom
brink naar Rotterdam.
Bij coalitiepartner CDA van hetzelfde laken
een pak. al stelt daar een zogenaamd onaf
hankelijke commissie de volgorde op de
lijst vast. Brinkman op één, gevolgd door de
meeste bewindslieden en het gros van de
zittendekamerleden.
Heeft de kiezer dan nog enige invloed als de
partijen toch zelfde lijsten samenstellen? ls
het mogelijk de 'eigen' kandidaat ook in de
Kamer te krijgen? Eigenlijk niet. Er bestaat
een regeling rond voorkeurstemmen. Ie
mand die te laag op de lijst staat om in de
Kamer te komen, komt daar wel in als hij of
zij enkele tienduizenden stemmen weet te
vergaren. Een regeling die eerder remmend
dan stimulerend werkt. Want wie haalt nu
alleen zoveel stemmen?
Verder werken de meeste partijen wel met
aparte lijsten per kiesdistrict, maar dan zijn
alleen de lagere plaatsen anders. De top van
de lijst is overal hetzelfde. Dus blijft het pro
bleem bestaan. Zou een echt districtenstel
sel dan een oplossing zijn? Kamerleden die
door een regio worden gekozen? Nee. Om
hun plek in Den Haag waar te maken, zul
len de zo gekozen kamerleden zich immers
vooral gaan richten op regionale belangen.
De Tweede Kamer zou daarmee verworden
tot een regionale belangenorganisatie waar
bij de grote lijnen van het kabinetsbeleid
ondersneeuwen.
Is er dan geen oplossing voor het dilemma
waarbij de kiezer nauwelijks iets heeft te
zeggen over de kieslijsten, en de samenstel
ling van zijn of haar volksvertegenwoordi
ging? Die is er wei degelijk. Een kleinere
Tweede Kamer, bestaande uit 75 of 100 le
den. Allemaal generalisten: mensen die zich
alleen nog met de grote lijnen van het over
heidsbeleid bezighouden. De partijen hoe
ven dan geen schijndemocratie meer op te
houden. De top-20 van de overal gelijke lijst
wordt wijwei automatisch gekozen. De kie
zer heeft geen keuze, maar die is er ook nu
niet echt.
Het resultaat? Dat zou best eens een veel
beter werkend parlement kunnen zijn.
niet te verwachten. Rocard, die
begin april Laurent Fabius op
brute wijze aan de kant zette en
hem daarmee aanwees als de
grote schuldige aan het debacle,
zal wij wei zeker met een royale
meerderheid voor een periode
van drie jaar tot partijleider
worden benoemd. De coup van
Rocard wordt daarmee met te
rugwerkende kracht gelegiti
meerd.
Heftige debatten over het tame
lijk vage ontwerp-programma
voor de komende jaren zijn al
evenmin te verwachten. De par
tijleiding kan. zo is tijdens
stemmingen in de diverse afde
lingen van de partij al gebleken,
op ruim tachtig procent van de
stemmen van de afgevaardig
den rekenen. Niet vreemd, om
dat zowel Laurent Fabius als
Lionel Jospin, beide oud-partij
leiders en leiders van machtige
stromingen binnen de partij,
zich achter Michel Rocard heb
ben geschaard.
Misschien niet van ganser har
te, maar als de socialisten één
les hebben geleerd uit het ver
kiezingsdebacle, dan is het wel
dat het afgelopen moet zijn met
de eeuwige interne ruzies. Ru
zies die vaak meer over baantjes
en machtsposities gingen, dan
over principes en die de partij
veel goodwill hebben gekost.
Laurent Fabius, in het verleden
Rocards felste tegenstander bin
nen de partij, lijkt zich bij zijn
verlies te hebben neergelegd en
wacht betere tijden af. De nog
jonge Fabius hoopt volgens in
siders dat Michel Rocard bij de
presidentsverkiezingen in 1995
een daverende nederlaag leidt,
waarna de weg voor Fabius wij
lijkt.
De enige dissidente geluiden
die in Le Bourget zullen zijn te
horen, zijn afkomstig uit de ge
lederen van de oud-ministers
Louis Mermaz en Jean Poperen.
Poperen wil dat de partij zich
veel duidelijker als 'links' affi
cheert, terwijl Mermaz zich
vooral opwerpt als een verdedi
ger van het socialistische erf
goed van de partij en van presi
dent Mitterrand. Hoe zeer de PS
zich ondertussen van Mitter
rand heeft verwijderd, blijkt uit
het feit dat Mermaz op hooguit
zes procent van de stemmen
kan rekenen. Poperen op zijn
beurt moet zich met tien pro
cent teweden stellen.
De werkelijke inzet van het con
gres in Le Bourget is een hele
andere. Na zes moeilijke maan
den waarin iedereen zijn won
den heeft gelikt, willen de Fran
se socialisten laten zien dat ze
er weer zijn. Dat ze geloofwaar
dige alternatieven voor het be
leid van de rechts-liberale rege
ring van premier Edouard Bal-
ladur hebben. Maar vooral dat
de partij weer bruist van leven,
fantasie en solidariteit en dat de
partij nog steeds een toekomst
heeft.
Het congres van Le Bourget be
looft een goed geregisseerde
mediashow te worden met als
hoogtepunt de verkiezing van
Rocard in het bijzijn van inter
nationale socialistische kop
stukken als Felipe Gonzales en
Simon Peres. Als het stakende
grondpersoneel van Air France
tenminste geen roet in het soci
alistische eten gooit.
De verleerde vaardigheden van de FNV (5)
FNV-voorzit ter Hans Pont
en de radicale intellectue
len binnen de industrie
bond bepaalden midden
jaren tachtig het gezicht
van de vakbeweging. Maar
Pont vertrok en met de in
tellectuelen verdween ook
een groot deel van de
denkkracht uit de indus
triebond. In ruil daarvoor
kwam weer de aloude dis
cussie over de interne or
ganisatie van de vakbewe
ging op de agenda te
staan. In onderstaand ar
tikel opperen de auteurs
een manier om eindelijk
eens van die eeuwige
splijtzwam af te komen
en om de vakbondsmacht
te vergroten.
HAARLEM/AMSTERDAM FRANS NYPELS
en KEES TAMBOER
Begin 1988 vertrok Hans Pont.
Die aankondiging kwam als een
donderslag bij heldere'hemel.
Pont werd directeur-generaal
op het ministerie van binnen
landse zaken, waar hij het per
soneelsbeleid van de overheid
onder zijn hoede kreeg.
De ware beweegreden van Pont
om al zo snel (na drie jaar, red.)
het voorzitterschap van de FNV
op te geven, is nimmer aan de
openbaarheid prijs gegeven.
Vast staat dat premier Lubbers
onder de indruk was van het
verfrissende realisme dat Pont
in zijn functie van FNV-voorzit-
ter etaleerde. Flet is ook zeer
aannemelijk dat beide heren in
tensief van gedachten hebban
gewisseld over de splijtzwam
die de vakbeweging verlamde:
het verschil in beloning voor
werk in de markt- en in de col
lectieve sector. Wal zou het niet
mooi zijn, voor beide partijen,
overheid en vakbeweging, filo
sofeerden zij in het Torenka-
CAO-coördinator Jacob Draaier
kon coördineren wat hij wilde, de
afzonderlijke FNV-bonden gingen
toch hun eigen gang.
foto dijkstra
niertje aan het Binnenhof, als
dat verschil zou worden wegge
werkt. De overheid immers
hangt het trendbeleid ook als
een molensteen om de nek. Het
jaagt de collectieve lasten met
een ijzeren automatisme op, en
die zijn al veel te hoog in verge
lijking met het buitenland. Bo
vendien drijven die van jaar op
jaar oplopende collectieve las
ten op hun beurt de loonclaims
in het bedrijfsleven weer op.
Wie in staat is die dodelijke spi
raal te doorbreken slaat twee
vliegen in één klap. Niet alleen
zal de collectieve lastendruk
verminderen, tevens wordt de
bij de vakbeweging tikkende
tijdbom gedemonteerd.
Gezag
Lubbers was op zoek naar de
man die bij de ambtelijke stand
zo veel gezag uitstraalde dat hij
de voormannen van de ambte
narenbonden tot bezinning kon
brengen. Begin 1988 liet Pont,
die de diagnose mede had ge
steld, weten bereid te zijn het
operatiemes te hanteren.
En hij heeft niet stil gezeten. In
de vijf jaar dat hij namens de
overheid de onderhandelingen
voert met de ambtenarenbon
den, is het ene voordeel na het
andere gesneuveld. De ambte
naren zijn door Pont die in
1983 nog de barricaden had be
klommen toen Lubbers hun sa
larissen met drie procent kortte
met zachte hand naar de
werkelijkheid gevoerd. De voor
sprong in materieel opzicht is
nagenoeg verdwenen. Ambte
narenbonden moeten tegen
woordig bovendien zélf onder
handelen over de arbeidsvoor
waarden en zijn gedwongen een
eigen weerstandsfonds op te
bouwen om stakingen te kun
nen financieren. De onaantast
bare baangarantie is ook al ver
dwenen. En als binnenkort het
Algemeen Burgerlijk Pensioen
fonds wordt geprivatiseerd, is
de inmiddels al danig aangevre
ten goudgerande pensioenrege
ling uit het verleden ook tot
gangbare proporties terugge
bracht.
Ambtenaren zijn bijna gewone
werknemers geworden. Dus
hoeven hun bonden binnen de
vakcentrale geen bedreiging
meer te vormen voor de een
heid en onderlinge solidariteit.
En zo maakte Pont de weg vrij
voor zijn opvolgers de foute
structuur van de FNV eindelijk
te veranderen.
(ieen paniek
Het trio Stekelenburg, Adel-
mund en Draijer, dat in 1988
het estafettestokje van Pont
overnam, hoefde dan ook niet
in paniek te raken toen Ruud
Vreeman, na zijn vertrek bij de
Industriebond FNV opgeklom
men tot voorzitter van de door
interne conflicten verscheurde
Vervoersbond FNV, in april
1990 de oude structuurdiscussie
nieuw leven trachtte in te bla
zen met de nota Investeren in
verhoging van de organisatie
graad. Vreeman luidde de
noodklok. Hij stelde vast dat
ondanks de ledenwinst van de
MCI WD CX3 BBS -R
Het slechts enkele jaren oude gebouw van de vakcentrale FNV bij station Amsterdam Sloterdijk. „De centrale
in Sloterdijk kan moeiteloos worden opgedoekt." foto dijkstra peter brom
laatste jaren, nog maar één op
de vier werknemers in Neder
land aangesloten was bij een
vakbond. Hij vreesde dat bij een
volgende economische inzin
king de organisatiegraad zelfs
zou dalen tot onder de 20 pro
cent, waardoor de vakbeweging
haar legitimiteit volledig dreig
de te verliezen. Want moeten
werkgevers aanvaarden dat een
vakbewegingFNV plus CNV
en MHP die krap één op de
vijf werknemers organiseert het
arbeidsvoorwaardenbeleid dic
teert?
Vreeman kwam met een nieuwe
analyse. Ook hij verdoezelde de
tegenstelling tussen de bonden
in de markt- en de collectieve
sector en stelde er een andere
tegenstelling voor in de plaats:
die tussen rijke en arme bon
den. De rijke bonden, voorna
melijk de industriebond en de
bouwbond, opereren volgens
Vreeman in een markt met af
kalvende werkgelegenheid, ar
me bonden, zoals de diensten
bond en de vervoersbond, moe
ten actief zijn in een groei
markt. Wil de FNV haar aan
hang verbreden, dan moet zij
die zoeken in de commerciële
dienstverlening.
Nederig
Bij banken, verzekeringsmaat
schappijen en winkelpersoneel
is de vakbeweging traditioneel
ondervertegenwoordigd. In die
sectoren moet de vakbeweging
een 'speerpuntenbeleid' ont
wikkelen, maar de bonden in
die sectoren missen het geld om
een breed scala van activiteiten
te ontwikkelen die ongeorgani
seerde werknemers aanspreken.
Het was Vreeman een doorn in
het oog dat de arme bonden
voor elk wissewasje nederig bij
hun rijkere broers om een aal
moes moesten vragen. Vandaar
zijn voorstel de FNV te her
structureren tot één centrale die
werd verdeeld in drie grote
blokken een blok voor werk
nemers in de industrie, een blok
voor werknemers in de dien
stensector en een blok voor
werknemers in de collectieve
sector. Hij kleedde zijn plan
voorts aan met een ingewikkeld
financieringsstelsel om geld van
de rijke naar de arme bonden
over te hevelen.
Het plan van Vreeman stierf een
snelle dood. Dit keer was hel
niet de ambtenarenbond die de
executie verrichtte, maar zijn
oude industriebond. Dat lijkt
vreemd, want die bond was in
het verleden een warm pleitbe
zorger geweest Van het her-
structureringsplan-Kloos.Toch
is de verklaring eenvoudig. De
industriebond, die altijd'een
zeer verantwoord financieel be
leid heeft gevoerd, voelde er
niets voor bonden die in het
verleden hadden geweigerd zich
aan te sluiten nu te gaan subsi
diëren. De Industriebond FNV
koestert zich in zijn bestaan als
'vierde vakcentrale'. De bond is
erop gebrand de contributielas-
ten voor zijn eigen leden, bij
een zo optimaal mogelijke
dienstverlening, zo laag moge
lijk te houden. Geld overmaken
naar bonden die klein wilden
blijven en die nu krap bij kas
zitten, komt in dit verhaal niet
voor. Ze kunnen zich aanslui
ten, dan worden ze met open
armen ontvangen.
Versleten thema?
Niemand loopt meer warm voor
de structuurdiscussie. Vak
bondsbestuurders halen alle
maal de schouders op als het in
hun ogen versleten thema weer
eens wordt aangeroerd. Maar is
het wel een versleten thema?
Onder de vlag van de FNV func-
tionereanu in wezen drie sterk
bemande centrales: de koepel
aan de Naritaweg in Amster-
dam-Sloterdijkzelf, de Indus
triebond in Amsterdam-Sloter-
meer en de AbvaKabo in Zoe-
termeer. Elke adviseur van elk
willekeurigorganisatiebureau
zou er geen week op hoeven te
studeren. Weg met al die tijdro
vende en geldverslindende
overlappingen, ophouden met
al dat dubbele werk, zou de
conclusie zijn.
En inderdaad, waarom niet de
bonden in de marktsector ge
groepeerd rond de centrale van
de industriebond en de bonden
in de collectieve sector samen
gevoegd onder de paraplu van
de AbvaKabo? De centrale in
Sloterdijk kan moeiteloos wor
den opgedoekt. Het zou niet al
leen een enorme bezuiniging
opleveren, het zou ook de slag
kracht van de twee nieuwe
blokken vergroten. In elk geval
zal de oude tegenstelling tussen
de bonden in de markt- en in de
overheidssector, die nu door
Pont voor een groot deel is weg
gepoetst, maar die in de toe
komst onherroepelijk weer de
kop zal opsteken, niet meer
kunnen leiden tot dezelfde to
nelen van machteloosheid als in
de jaren zeventig en tachtig.
Deze vérstrekkende suggestie
zal ongetwijfeld als volstrekt on
serieus terzijde worden gescho
ven. Maar niemand kan ontken
nen dat de overkoepelende vak
centrale haar tijd heeft gehad.
Niet omdat aan de Naritaweg
geen bekwame vakbondsbe
stuurders kantoor houden,
maar omdat de praktijk bewijst
dat Stekelenburg CS door hun
eigen achterban, als puntje bij
paaltje komt, niet ernstig wor
den genomen. De CAO-coördi-
nator van de centrale kan coör
dineren wat hij wil, als er in de
bedrijven en bedrijfstakken za
ken worden gedaan liggen er
geen stukken van voornoemde
CAO-coördinator op tafel na
Jacob Draijer zal de van de
dienstenbond overgekomen Lo-
dewijk de Waal dat spoedig on
dervinden. En hoeveel keer is
voorzitter Stekelenburg nu al te
ruggefloten als hij op centraal
niveau een afspraak had ge
maakt? Daar is toch geen aar
digheid aan!
Als de vakbeweging langs bo
vengenoemde lijnen eenmaal
stevig is gereorganiseerd, kan
het echte werk beginnen. Na
denken, en met vindingrijk be
leid de leden beschermen te
gen de grootste bedreiging van
hun bestaan: werkloosheid.
Banen moeten er komen. Hoe?
Daarover gaat morgen het
laatste deel van deze serie.