'We zijn in koetsjes getrouwd' 'Elk jaar een paar weken hoogspanning' e 'Een hoed maakte een heer compleet' 'Laat ze zelf hun koffie maar pakken' Het Gesprek van de Dag VRIJDAG 22 OKTOBER 1993 Pechvogels Je hebt mensen die niet voor het geluk in de wieg zijn gelegd en soms de raarste dingen meemaken: pechvogels dus. Het Gesprek van d.-h; bombardeert met een zekere regelmaat een regiogenoot tot 'Pechvogel van de week'. Het Leidsch Dagblad verrast de uit verkorene met een mooie slag roomtaart van banketbakkerij Van Dam. Vindt u dat uzelf voor deze eervolle vermelding in aamerking komt. twijfel dan niet om met ons contact op te nemen. U kunt bellen tijdens de werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur op het nummer 071- 356440. Ook kunt u schrijven: Leidsch Dagblad. t.a.v. Het Gesprek van de Dag. Postbus 54. 2300 AB Leiden. haar dus waarom zou ik dan moeilijk doen?" CEES VAN HOORE vroeger geen hoed droeg, was een arbeider. Maar dat was toén. Ikzelf draag geen hoed, nee, ik heb een flinke bos met Willem Driebergen: „We hebben hier e klant gehad die kocht honderd rode r< Gezwijmel bij Mantovani, gou den kaarslicht en Chianti. Dat is toch nog steeds zo'n beetje het beeld dat velen van ons - hebben van romantiek. Maar net als alles is ook dat aan ver andering onderhevig. Hoe ziet de romantiek er anno 1993 uit? Waarvan wordt ons hart nog warm? In deze rubriek proberen wij daar in een aan tal afleveringen een antwoord op te krijgen. „De rode roos is voor mij nog steeds het romantische sym bool bij uitstek. Waarom die roos nu zo romantisch is? Ik weet het echt niet. Dat is in de loop der eeuwen zo gegroeid. Rood is de kleur van de liefde en het hart. Wat zegt u? Dat een stoplicht ook rood is en zo'n licht toch niks romantisch heeft? O, nee? Kijkt u nooit naar uw buurvrouw bij het stoplicht? Willem Driebergen is eigenaar van de bloemenwinkel Bloe menhart Valentijn in de Haar lemmerstraat. Zelf is hij een vrij nuchtere persoonlijkheid. Toch heeft hij als bloemenhandelaar alles met romantiek te maken. In de liefde en de romantiek zeggen we het nog steeds met bloemen. Een opvallende ver schijnsel in de bloemenhandel is dat de mensen steeds vaker één roos voor elkaar kopen. Ro mantiek of ordinaire zuinig heid? Een doornig vraagje. Driebergen: „Er worden de laatste tijd nogal veel rozen per stuk verkocht. Dus één roos. Laatst was er hier een meisje dat een oogje had op een jon gen en die kocht dus één roos, een rode. Een eenvoudig en mooi gebaar. Gele rozen of champagnerozen zijn daarvoor niet echt geschikt. We hebben hier eens een klant gehad die kocht honderd rode rozen voor een meisje waarmee hij dol graag verkering wilde. Hij tikte zo 450 gulden uit en nam ze zelf mee. Hij kon moeite i Echt een waanzinnige klant. Als-ie niet contant had betaald, had-ie zoveel rozen niet meege kregen." „Wat ikzelf onder romantiek versta? Dat moet je me op dit moment niet vragen. Ik ben al veertien jaar getrouwd. Maar wacht eens: op mijn trouwdag op 30 oktober neem ik een dag vrij. Dat is voor mij nu roman tisch. Mijn trouwdag valt op een zaterdag, dus dan is het druk in de winkel. Maar daarvan trek ik me deze keer niks aan. 's Mid dags ga ik naar mijn zoontje kij ken die korfbalt. Ga ik langs het veld staan om die jongen bezig te zien. Daarna gaan we 's avonds naar de Heineken Night of the Proms. Dan regel ik een oppas. En als het 's zaterdag morgens regent, doen we de huwelijksnacht nog eens over." „Toen we tien jaar getrouwd waren, heb ik zonder dat mijn vrouw het wist, een lang week end naar Parijs geboekt. Langs de Seine gewandeld, lekker ge geten, de gewone toeristische dingen bezocht. Ook de Eifelto- ren. Maar mijn wouw kreeg ik niet op die Eifeltoren. Die heeft last van hoogtewees." „We zijn destijds in van die glanzende koetsjes getrouwd. Nog hoor ik die paardehoeven door de straten van Rijnsburg gaan. Klak-klak-klak! Ik heb mijn wouw leren kennen in een danszaaltje in Rijnsburg. Ja, hoe ging dat? Ik zal het wel een leuk meisje hebben gevonden. Vrou wen zijn, denk ik, romantischer dan mannen."Ze willen lekker naast je zitten, met een arm om je heen. Wij, mannen, willen vaak meteen op het doel af, maar wouwen stellen uit, willen die sfeer vasthouden." De secretaresses van Nederland zijn het beu. Ze willen niet lan ger meer het slaafje zijn van de baas, koffie schenken en gebak jes rondbrengen. Nee, ze willen een hogere beloning, een betere kans op promotie en meer ver antwoordelijkheid. Dat zijn de meest opvallende uitkomsten van een onderzoek uitgevoerd in opdracht van de FNV Dien stenbond. De bond wil volgend jaar een nauwkeurige functieomschrij ving klaar hebben. Als een soort handleiding voor de baas en voor de secretaresse. Mogelijk dat het salaris aan de hand daarvan ook omhoog kan. Kortom, de tijden zijn veran derd. Stoeipoes van de baas? Schei uit, dat beeld is al lang achterhaald. De secretaresse is thans een stuk mondiger dan woeger, zelfbewuster ook, zo concludeert men bij de FNV. Is dat wel zo? Sommige secreta resses in de regio Leiden reage ren bij die waag bijzonder schichtig, alsof ze bang zijn hun baan te verliezen en houden vervolgens de kaken stijf opel- kaar. In een ander geval wil een secretaresse de naam van het bedrijf niet genoemd zien in de krant „anders ben ik nog op te sporen, meneer". Weer een an der vindt haar naam totaal niet belangrijk en voldoet daarmee ongewild aan het beeld van de bescheiden secretaresse die zichzelf compleet wegcijfert. Kortom, meningen kunnen we wel krijgen, maar namen meestal niet. Die zijn daarom, bij wijze van uitzondering, ge fingeerd. Josje van der Maat, is als direc tiesecretaresse werkzaam bij een groot bedrijf in de chemi sche sector in de regio Leiden. Zij zegt redelijk teweden te zijn over de inhoud van haar werk. „Redelijk ja, want het kan veel beter. Ik heb hier erg weinig mogelijkheden om door te stro men, maar ik denk dat dat ook afhankelijk is van het soort be drijf. De meeste wouwen heb- Niet elke secretaresse klaagt: „Ik zorg voor de rekeningen, de offertes, i i hou de agenda's bij. Zeer gevarieerd werk." ben bijvoorbeeld weinig kennis an techniek. En voor bedrijven i de chemische sector geldt hetzelfde." Van der Maat is al zeventien jaar werkzaam als secretaresse („bij verschillende bedrijven in binnen- en buitenland") en is d langzamerhand wel toe aan :'n nieuwe uitdaging. „Ik heb besloten een studie op te pak ken. Rechten. Dat moet ik dan s avonds doen, want ik heb een full-time baan. Ik heb geen kin deren dus dat kan, bovendien staat mijn man er ook achter. Ik ben in elk geval zeer gemoti veerd. Misschien dat ik op deze nier kan doorstromen. Naar de functie van secretaris in de Raad van Bestuur bijvoorbeeld. Hoe de directie daartegenover staat? Het interesseert ze niet." Sandra van Vliet, secretaresse van een bedrijf in Sassenheim in de houtindustrie, weet van het onderzoek af. „En ik kan me er wel wat bij voorstellen. Van doorstroming is ook hier geen sprake. Maar ja, daar heb ik uit eindelijk zelf voor gekozen. Na tuurlijk zou ik hier weg kunnen, maar dat doe ik niet. Het werk, voornamelijk administratief, vind ik leuk. Behalve koffie in schenken. Dat doe ik dus ook niet. Laat ze zelf hun koffie maar pakken. Er staat hier een prachtig apparaat, dus ze zoe ken het zelf maar uit." Cindy Kooistra. secretaresse van een groot ingenieursbureau in Leiden, zegt absoluut geen re den tot klagen te hebben. „Ik werk hier nu twee jaar en ik kan niets verzinnen in mijn werk wat me tegen staat. Echt, ik heb geen enkele klacht." „Ik heb nog nooit cadeautjes gekocht voor de wouw van de baas", zegt Magda Veldman, se cretaresse van een timmerfa- n de telefoon op. maak afspraken FOTO HOLVAST briek in Zoeterwoude. Dat is mij nooit gewaagd. Mijn werk hier is zeer gevarieerd. Ik zorg voor de rekeningen, offertes, neem de telefoon op. maak afspraken en hou de agenda's bij. Een full time baan. Koffie schenken doe ik wel af en toe, maar ik vind dat niet zo erg. Dat hoort er ge woon bij. Dat komt ook. ik werk hier nu zeventieneneenhalf jaar, ik ben met het bedrijf meege groeid. En ik ben er een van de oude generatie, niet zo'n Dolle Mina." ..Doorgroeien? Promotie? Het is hier zo'n klein bedrijf. Als ik doorstroom ben ik meteen di recteur. Dat zal de huidige di recteur wel niet zo leuk vinden. Oh, hij zegt net dat hij dat pri ma vindt. Maar ik hoef niet zo nodig. I.aat mij maar secretares se blijven." De droevige teloorgang van een hoofddeksel De herenhoed, dat eerbied- ?r' waardige hoofddeksel waarover 31 mijn grootvader zaliger altijd zei Pn dat hij 'je gedachten een beetje e' warm hield', kan binnenkort naar het museum. Zo lijkt het althans. Zelfs heren dragen nog en maar zelden een hoed. Vroeger \r' zag je in de herfst nog wel eens een onberispelijke man met stijve benen achter zijn hoofd- 0n deksel aan hollen. Of je opa ns kwam op bezoek, legde zijn hoed op tafel en vlijde daarin 'p' o, elegant gebaar zijn kalfsle- Ie ren handschoenen neer. Maar aP die tijd is nu voorgoed voorbij. 11- Het regent pijpestelen als ik de Leidse binnenstad in ga, op zoek naar hoeddragers. De wind se probeert mijn schaarse haren as de andere kant op te leggen. Nu 111 zou een hoed uitkomst bieden. er Het duurt een hele tijd voor ik ej de eerste hoed in het vizier krijg. Hij staat op het hoofd van e" de heer Rotteveel. Meneer Rot- teveel, die nu 68 is, draagt al een hoed 'zo lang als hij leeft'. ^,n „Ik ben met die hoed op gebo- ren. meneer. Al vroeg was ik ;.n kaal en kreeg ik last van een k koud hoofd. Vandaar. Het duurt als ik thuiskom altijd wel even voor de rode striem op mijn voorhoofd is weggetrokken. r" Maar dat zijn kleine ongemak- ken. Ik ben diep gehecht aan mijn hoed. En je doet er best 'f' lang mee. Deze heb ik nu al- 1weer zo'n jaar of vier. Weet u dat er in het Duits een liedje is over zo'n hoed? Het gaat over een dronkeman die in de regen e loopt en die zingt: Ja, ja, de wijn is goed. Ik koop geen nieuwe hoed. Ik hou mijn ouwe op. En neem een flinke slok. Dat liedje heeft Herbert Joeks nog gezan ik gen, u weet wel: Klukkluk. Een hoed heeft iets trouws. Iets s" sjieks ook. Maar hij verdwijnt r' uit het straatbeeld. Niet weemd, P vind ik, nu de mannen de deur 3 voor wouwen niet meer open houden." n Bij Vroom en Dreesmann is nog wel een kleine voorraad heren- hoeden aanwezig. Nou ja, hoe den, hoedjes dan. Van die cor duroy gevalletjes. Volgens be drijfsleider Vick Nickolson wor den ze vooral verkocht aan ou dere mannetjes die last van een koud hoofd hebben. Ook de al pino, de zogenaamde bloed- blaar, gaat nog wel. Maar echte sjieke herenhoeden, nee, die worden niet meer verkocht. H.A.M. Borst, eigenaar van de bekende herenmodezaak Tim merman in de Breestraat, zegt dat zelfs oudere heren de hoed voorgoed aan de kapstok heb ben gehangen. „Vroeger had je van die mooie klassieke hoe den. De Stetson of de Barbisio en 's zomers de Panamahoed. We hadden er altijd zo'n 120 van op voorraad, maar dat werd steeds minder. Toen ik pas in de zaak kwam, was er geen ver tegenwoordiger die zonder hoed op de zaak durfde binnen te komen. Een hoed maakte een heer compleet. Maar nee, ik verkoop nu geen hoeden meer. Het is geen gangbaar artikel." De enige zaak in Leiden die nog een markt ziet in de herenhoed is Klaassen's Best Men's Wear in de Breestraat. Eigenaar Klaassen zegt nog wel hoeden te verkopen aan een bepaald type man. „Meestal ouder en kalend. En er komen ook wel jongeren, maar die willen dan iets slaps of een tweedhoedje, 's Zomers heb je wel mensen die geen zon op hun hoofd kunnen velen en dan een strohoed dragen of een pet. Ja hoor, die hoeden lopen bij mij heel leuk. Een Borsalino, een geklede hoed dus, kost zo'n 348 gulden. Maar je hebt ze ook wel goedkoper in die stijl. Maar ik ben het ermee eens dat de hoed in vergelijking met de ja ren vijftig uit het straatbeeld is verdwenen. Alles verandert. Sommigen mensen hebben moeite met het dragen van een hoed omdat ze hem niet willen afnemen als ze iemand tegen komen. Dat vinden ze onderda nig,'dus daarom dragen ze hem niet meer. Een hoed geeft de man iets meer. Iemand die Sommige secretaresses steeds mondiger Verwarmingsmonteurs hebben handen vol met eerste koude Als er één ding is waar mensen een hekel aan hebben, is het wel kou lijden in eigen huis. De werknemers van het Leidse in stallatiebedrijfjoop Buiteman weten daarover mee te praten. Nu de eerste nachtvorst is ge weest maken de mannen lange dagen. Acht uur 's ochtends op kantoor, tot 's avonds soms elf uur op pad. Dat zijn de praktij ken van de afgelopen dagen. „Het is elk jaar één of twee we ken even hoogspanning", zegt Ger van Delft. Hij heeft vanmiddag een druk programma: flink wat storingen aan cv-ketels en een aantal on derhoudsbeurtenbovendien. „Het maakt in principe niet zo veel uit wanneer je zo'n onder houdsbeurt doet, maar de meeste mensen hebben nog steeds het idee dat ze vlak voor de winter iemand langs moeten laten komen om zo in de koude maanden flink door te kunnen stoken", zegt Ger. „We hebben nu al voor de maand november tweehonderd van die onder houdsbeurten staan. Dat kun nen we dus nooit met twee man aan en je moet ook altijd ie mand beschikbaar houden voor storingen. We moeten dus op drachten een maand op gaan schuiven of iemand tijdelijk in dienst nemen. Het zal dat laatste wel worden. De eerste opdracht is zo'n on derhoudsbeurt, in dit geval aan een cv in een woonhuis in een Leiderdorpsenieuwbouwbuurt. De installatie is nog niet oud, maar als Ger het apparaat openschroeft, zucht hij eens diep. „Als ik jou was zou ik de eerste anderhalf uur niet roken. Er zit allemaal koperoxide op de warmtewisselaar. Die is name lijk niet behandeld." Stofwolk Enorme stofwolken komen vrij, als hij de de cv onder hoge druk begint schoon te blazen. En dan wordt duidelijk wat hij bedoelt. Koperoxidedeeltjes dringen door tot ver op de slijmvliezen in de neus en keel. Het heeft een vieze zoete smaak in de mond tot gevolg. „Op een of an dere manier reageert dat spul heel raar", zegt Ger. „Zelfs een pak suiker is hierbij vergeleken zuur. En als je gaat roken wordt die smaak alleen maar ver sterkt." Hij zou zijn shag de deur uit doen, als hij veel van dergelijk warmtewisselaars zou tegenko men. Voor mensen met astma is de koperoxide al helemaal een ramp. „Ze beginnen al da gen voordat we langskomen medicijnen te slikken. Anders kunnen ze twee, drie dagen het huis niet in." Ondanks dit soort ongemakken is het dankbaar werk, meent de installateur. „Bij veel mensen waar je komt, is het huis koud en is er geen warm water. En als je weer weg gaat, doet alles het weer. Soms zijn mensen wel vervelend, hoor. Dan klagen ze over hoge rekeningen. Op een of andere manier mogen repa raties niet veel kosten. En voor- rijdkosten, daar houden ze he lemaal niet van. We vragen der tig gulden maar de mensen ver geten vaak dat we maar twee jaar met de auto's doen. Het moet allemaal wel betaald wor den." Op een volgend adres schroeft Ger voor de zekerheid ook de geiser maar open voor een schoonmaakbeurt. Er zit aan slag op de plaat en veel roet, ne gen van de tien keer een aan wijzing dat het dodelijke gas koolmonoxide het huis binnen dringt in plaats van door de af voer te verdwijnen. Er blijken uiteindelijk geen gassen naar binnen te ontsnappen maar dergelijke situaties komen vaak Slaperig Ger: „Vorige week was ik bij een mevrouw, die last had van be slagen ramen. Dat is al een indi catie. En als je dan gaat verder vragen hoor je het vaak al. Sla perigheid. duizeligheid... In dit geval waren de geiser en de cv op het afvoerkanaal aangeslo ten. Bovendien was die pijp ver keerd geïnstalleerd. Een levens gevaarlijke situatie en de kinde ren sliepen er vlak naast. Als het goed is zijn ze vandaag op dit adres langs geweest om een nieuwe afvoer op het dak te zet- Een te kleine vlam blijkt er de oorzaak van te zijn dat de cv van de familie Hogeboom in Leiderdorp telkens afslaat. Het mankement is snel verholpen. Maar de ketel - uit 1976 - is ei genlijk aan verv anging toe. vindt Ger. „Niet omdat we zo graag nieuwe installaties verko pen. Maar met deze oude ketels is het rendement maar zo'n zes tig procent. Anders gezegd, veertig procent van de warmte wordt zo het dak op gejaagd voorde vogeltjes." De laatste klant van de middag. Kapsalon Annelies, blijkt niet de laatste te zijn. „Met zo'n pieper weten ze je altijd te vinden", al dus Ger. Hij moet naar een sto ring in Koudekerk, landelijk ge bied waar de cv's niet lang mee gaan. „Veel koeien en daardoor zit er veel ammoniak in de lucht. Dat tast cv's aan." Koude kerk is niet de laatste klus. 's Avonds moeten er nog een stuk of drie. vier storingen worden verholpen. Ger van Delft: „Beslagen ramen, dat is een indicatie voor koolmonoxide in huis. En als je dan verder vraagt hoor je het vaak al. Slaperigheid, dui zeligheid..." FOTO» HOLVAST

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 21