Een kaart uit het 'Euro-kwartet'
Ambtenaren strijden verbeten tegen de rest van vakbondsland
Feiten &Meningen
Harry Mens voor Nederlandse
politiek te onvoorspelbaar
WOENSDAG 20 OKTOBER 1993
Regeringsleiders beslissen in onderonsje over Europese Centrale Bank
Het wordt spottend hel
'Europees kwartet' ge
noemd en veel raffinement
komt er inderdaad niet bij
kijken. IJdelheid en brute
macht zijn bepalend wan
neer de twaalf regeringslei
ders van de Europese Ge
meenschap tijdens een on
deronsje beslissen over de
vestigingsplaats van de Eu
ropese Centrale Bank.
BRUSSEL PETER DE VRIES
CORRESPONDENT
Volgende week vrijdag valt tij
dens een speciale EG-top de fi-
nishvlag, maar de race lijkt ge
lopen: Duitsland is de gedood
verfde favoriet en Amsterdam is
achterop geraakt. Alleen politiek
Den Haag schijnt niet te besef
fen dat Europol een hele mooie
derde prijs is, die premier Lub
bers bovendien een half jaar ge
leden al in handen gedrukt
kreeg.
De prijzenkast van het Euro
kwartet is goed gevuld. Het Eu
ropees Milieuagentschap, het
veterinair instituut, een gezond
heidsbureau. een geneesmidde
lenagentschap en het drugsob
servatorium wachten allemaal
nog op hun definitieve vesti
gingsplaats. Hoewel het weinig
tot de verbeelding sprekende
EG-instellingen zijn, levert hun
komst naar deze of gene pro
vinciestad wel 50 tot 100 goed
betaalde banen op.
Toch blijven het troostprijzen
vergeleken bij de drie 'grote' in
stellingen die zijn te vergeven.
Europol, het embryonale sa
menwerkingsverband van poli
tiediensten, heeft voorlopig een
handvol dienders onderge
bracht in een barak in Straats
burg. Op termijn zal Europol
200 mensen werk bieden. Het
Merkenbureau, dat moet waken
over merkvervalsingen, is goed
voor zo'n 250 banen. De abso
lute topper is het Europees Mo
netair instituut, de voorloper
van de Europese Centrale Bank.
Daar moeten, als de EG ooit tot
één munt komt, vele honderden
mensen komen te werken.
Frankfurt, Londen, Luxemburg,
Lyon en Amsterdam leveren
een verbeten strijd om de bank.
De reden dat de EG-landen het
nooit eens zijn geworden over
de vestiging van al die instellin
ROTTERDAM PIM FORTUYN
MEDEWERKER
Politici spreken tegenwoordig
de taal van de vernieuwing,
maar als het erop aankomt om
die vernieuwing neer te zetten
dan geven ze niet thuis. Deze
handelwijze van politici is in
middels in de mode geraakt en
vormt een nieuwe fase in de
verloedering van de taal der po
litiek en is de zoveelste bijdrage
van politici aan vergroting van
de kloof tussen hen en het volk
van Nederland.
Afgelopen week was het weer
raak en het moet worden ge
zegd, het leverde een mooi
spektakel op in de kranten en in
menig TV-programma. De jet-
set-makelaar Harry Mens kon
digde aan een nieuwe politieke
partij te beginnen: de Liberale
Partij Nederland. De door Harry
beoogde lijsttrekker zou
prof. dr. W.S.P. Fortuyn kunnen
zijn. Ik voel me uiteraard zeer
vereerd, maar ik heb er van af
gezien'. Niet omdat ik niet in de
politiek zou willen, maar omdat
ik de tijd daar niet rijp voor
acht. Er moet ook iets te doen
zijn in de politiek en zover is het
nog niet. Politici denken nog
steeds dat de zaak te redden
valt met wat plooien en
gladstrijken en wat belangrijker
is: zij denken nog steeds dat ze
dat op eigen gelegenheid kun
nen. Zou de partij van Harry
Mens een groot succes worden,
een zetel of tien bijvoorbeeld,
dan zou de partij in het bestel
van coalitieregeringen geen en
kele andere invloed hebben dan
wat gekrabbel in de marge.
De huidige politieke kaste zou
Harry Mens immers nooit in de
regering uitnodigen. Dat vindt
zij veel te bedreigend. Mens is
een orginele man, maar ook een
onvoorspelbare man. Als de Ne
derlandse politiek ergens een
hekel aan heeft dan is het aan
orginaliteit en onvoorspelbaar
heid. Dan gaat men nog liever
bij elkaar op schoot zitten. De
Liberale Partij Nederland is dus
veroordeeld tot het hier en daar
wat amenderen van een uiterst
bangelijk regeringsbeleid. Dat
leidt natuurlijk niet tot echte
vernieuwing. Dat heeft D66 na
bijna 30 jaar inmiddels wel be
wezen.
De enige kans op echte vernieu
wing is een zakenkabinet, dat
niet steunt op een partij-politie
ke coalitie, maar dat regeert met
wisselende meerderheden in
het parlement. Daartoe wordt
echter pas besloten als de hui
dige politieke partijen het water
aan de lippen staat, bijvoor
beeld doordat u massaal besluit
om de stembus voor gezien te
houden.
Harry Mens had overigens ge
woon op een onverkiesbare
plaats willen staan van de partij
waarvan hij al jaren actief lid is:
de WD. Hij koos voor een zeer
ondernemende strategie. Mens
wilde geheel op eigen kracht via
voorkeurstemmen in het parle
ment komen. Daarvoor zou hij
een echte landelijke verkie
zingscampagne moeten voeren.
Uiterst democratisch dus. De
kiezer bepaalt of Mens voor de
WD in de kamerbankjes plaats
mag nemen. Iets anders dus
dan al die grijze muizen die nu I
op de golven van de populari- I
teit van hun lijsttrekker het par
lement betreden. De politieke
elite van de WD heeft deze
gouden kans om de afstand tus
sen volksvertegenwoordiger en
kiezer te verkleinen laten lopen.
Dat is jammer, maar het toont
ook aan hoe gesloten de politie
ke kaste in Nederland is. Men is
als de dood zo bang voor bui
tenstaanders in de politiek, he-
lemaal als ze zich zelf aandie
nen en op eigen gelegenheid in
de Kamer willen komen.
Een Nederlands spreekwoord i
zegt: beter ten halve gekeerd
dan ten hele gedwaald. De
WD-leiding kan op haar schre- I
den terugkeren door Mens als-
nog in de gelegenheid te stellen
via een onverkiesbare plaats op
de WD-lijst op eigen kracht in
de Kamer te komen. Het zou de
WD sieren en van een afhanke
lijk denker als WD-lijsttrekker
Frits Bolkestein verwacht ik het
eigenlijk ook.
TOM JANSSEN
In het EG-hoofdgebouw in Brussel begint volgende week 'het gevecht' om de lokatie van de verschillende Europese instellingen.
gen, is simpel: een beslissing
vereist absolute eensgezind
heid. Premier Santer van het
nietige Luxemburg kan net zo
makkelijk een stok in het wiel
steken als de president van
Frankrijk.
Bovendien wil elk land een deel
van de buit en allemaal willen
ze teveel. Eén van de redenen
waarom de stad Amsterdam zo
hard heeft gelobbyd voor de
bank, is dat Nederland zelfs op
alle belangrijke prijzen inteken
de. Een jaar geleden was de co
ördinatie binnen het kabinet zo
ver zoek, dat minister Alders
probeerde het Milieubureau
binnen te halen, terwijl Hirsch
Ballin aan Europol werkte, Kok
aan de bank, en Economische
Zaken aan het Merkenbureau.
Premier Lubbers werd ervan
verdacht geen enkele lobby aan
te voeren, om zijn eigen kansen
gaaf te houden voor dé opvol
ging van Jacques Delors aan het
hoofd van de Brusselse EG-bu-
reaucratie.
Wanneer de regeringsleiders op
29 oktober in Brussel bijeenko
men voor een extra EG-top, is
de druk om nu eindelijk eens de
knoop door te hakken groot.
Het Monetair Instituut moet op
1 januari van start gaan, willen
valutahandel en bedrijfsleven
niet definitief hun geloof verlie
zen in de economische en mo
netaire eenwording. Valt er
weer geen besluit, dan moet het
Monetair Instituut voorlopig
maar naar Basel, suggereerde
president Duisenbergvan De
Nederlandsche Bank het afgelo
pen weekeinde. Dat is duidelijk
een nood-scenario.
Het naderen van de finish heeft
alle lobbyisten in de hoogste
staat van paraatheid gebracht.
De Nederlandse regering heeft
nogmaals de andere landen
aangeschreven om uit te leggen
waarom Amsterdam zo geschikt
is. De campagne speelt in op
een duidelijke vrees voor Duitse
monetaire overheersing van Eu
ropa: Nederland is 'de grootste
van de kleine lidstaten' en voert
een gedegen financieel beleid.
Vestiging van de bank in Am
sterdam zal bovendien de con
currentie tussen de financiële
centra Londen en Frankfurt niet
verstoren.
Voor Nederland bevat de ge
schiedenis een duidelijke vin
gerwijzing. Een jaar geleden
werd tijdens de EG-top van Lis
sabon voorgesteld Europol in
Rijswijk te vestigen en een Ne
derlander als eerste bankpresi-
foto GPD
dent te benoemen. Het Por
tugese plan strandde destijds op
andere bezwaren, maar premier
Lubbers zei openlijk ermee te
kunnen leven als iedereen ak
koord ging. In december '92
constateerde Lubbers tevreden
dat de kansen van Rijswijk op
Europol waren gestegen omdat
Straatsburg zijn kandidatuur
had ingetrokken.
„Er is", zegt een Brussels diplo
maat, „maar één goede manier
om te lobbyen voor de vestiging
van de Europese Bank in Am
sterdam. Dat is als Lubbers kei
hard een veto uitspreekt en
'nee' zegt tegen Frankfurt". Zo
ver zal het waarschijnlijk niet
komen, al zou het Nederland
wel verlossen van de Brusselse
reputatie het 'meest gezeggelij-
ke EG-lid' te zijn.
De verleerde vaardigheden van de FNV 3
Grondleggers als Henri
Polak wilden een gedisci
plineerd optrekkende
vakbeweging en lange tijd
was dat ideaal ook werke
lijkheid. Maar begin jaren
zestig, toen And ré Kloos
NW-voorzitter was, ging
het mis. En goed ook.
Vooral de ambtenaren
van Jan Dutman maakten
het in de daaropvolgende
periode erg bont. De in
terne herrie heeft hon
derdduizenden werkne
mers hun baan gekost.
HAARLEM/AMSTERDAM FRANS NYPELS
en KEES TAMBOER
In december 1967 werd door
het hoofdbestuur van het NW
het voorstel gelanceerd de bon
den als afzonderlijke organen
op te heffen. Iedereen moest
rechtstreeks lid worden van het
ene, ongedeelde NW. Die ene
vakbond zou moeten worden
verdeeld in zes gelijke bedrijfs
sectoren ('kolommen'), die een
zeer beperkte autonomie zou
den krijgen. Ondanks felle te
genstand, vooral van de met
uittreding dreigende ambtena
renbond ABVA, ging een com
missie onder leiding van Kloos
zelf aan de slag. Anderhalf jaar
later werd het plan-Kloos, in
sterk afgezwakte vorm, aange
nomen. Maar de minderheid
die legen was. was zo groot en
zo fel dat Kloos zelf het plan in
trok.
De actie van Kloos heeft toch
enig nuttig rendement opgele
verd, zij het dat hij dat nooit zo
heeft bedoeld. In minder dan
drie jaar tijd fuseerden drie
bonden, die zich voor het plan-
Kloos hadden uitgesproken: de
Algemene Bedrijfsgroepencen
trale (ABC), de textielarbeiders-
bond De Eendracht en de Alge
mene Nederlandse Metaalb.e-
drijfsbond (ANMB). Zij vorm
den samen op 1 januari 1972 de
Industriebond NW. De geboor
te van die nieuwe superbond
markeert een historisch mo
ment in de veelbewogen ge
schiedenis van de Nederlandse
vakbeweging. Er ontwikkelde
Eind jaren zeventig. De ambtenaren en hun collega's in de bedrijven zitten elkaar in de boezem van de FNV in de haren. Voorzitter Jan Dutman van
de ambtenarenbond ABVA is niet van plan te wijken voorn de belangen van de vakbonbdsleden in de bedrijven. Die moeten zelf maar zien dat ze
het net zo goed krijgen als Dutmans ambtenaren.
zich binnen het NW, en na de
fusie met het NKV in 1976 bin
nen de FNV, een nieuw machts
centrum dat weldra op tal van
beleidsterreinen de richting dic
teerde.
Illusie
Voorbijgaand aan alle inciden
ten en conflicten die hiervan
het gevolg waren, kan worden
vastgesteld dat de droom van
een eenheidsvakcentrale met
het scheuringsdreigement van
de ambtenarenbond en de
daarop volgende samenballing
van bonden in de industrie
definitief achter de horizon was
verdwenen ook al hebben An-
dré Kloos, en na hem Harry ter
Heide. VVim Kok. Hans Pont en
Johan Stekelenburg, jaar na jaar
de illusie in stand gehouden dat
werknemers in de collectieve
sector en werknemers in de
marktsector gelijke belangen
hebben.
De absolute meester van het
pappen en nathouden was VVim
Kok. Twaalf jaar lang heeft hij.
als voorzitter van achtereenvol
gens NW en FNV, de voortdu
rend bedreigde eenheid weten
te bewaren. Met engelengeduld
praten, praten en nog eens
praten, knikken naar Jan Dut
man van de AbvaKabo, buigen
naar Arie Groenevelt van de In
dustriebond, onvermoeibaar
heen en weer reizen tussen
Zoetermeer en Slotermeer. Het
waren wanhopige jaren, waarin
de vakbeweging geen keuzes
kon maken. Centrale akkoorden
mislukten, pogingen de auto
matische prijscompensatie om
zeep te helpen strandden, een
massale staking tegen de laatste
loonmaatregel van Den Haag,
die van minister Albeda begin
1980, mondde uit in een kater.
En dat alles gebeurde in de ja
ren waarin de eens zo trotse
scheepsbouw en zware metaal
industrie in elkaar klapten. Pas
toen de economische crisis echt
haar dieptepunt naderde en het
eind 1982 aantredende kabinet-
Lubbers wéér met een vernede
rende looningreep dreigde,
schudde Kok zijn besluiteloos
heid van zich af en sloot hij met
werkgeversvoorzitter Chris van
Veen liet befaamde Akkoord
van Wassenaar, waarin loonma
tiging in ruil voor werk werd
overeengekomen. Jaren te laat,
en wie achteraf de rekening op
maakt moet vaststellen dat de
impasse waarin de vakbeweging
verkeerde honderdduizenden
werknemers hun baan heeft ge
kost.
Smeekbeden
Angst is een slechte raadgever.
Natuurlijk, het is achteraf ge
makkelijk praten, maar feit is
dat Kok veel eerder de leiding
had moeten nemen. Hij wist als
geen ander dat de ambtenaren,
in vergelijking met de werkne
mers in de marktsector, een
goudgerande machtspositie
hadden. Had hij openlijk tegen
Jan Dutman CS gezegd dat daar
wel wat van af kon, dan was het
veel eenvoudiger geweest de
bonden in de marktsector tot de
zo noodzakelijke loonmatiging
over te halen. Kok durfde die
stap niet te zetten, uit angst dat
de AbvaKabo het huis van de
vakbeweging met slaande deu
ren zou verlaten. De bij voort
during herhaalde dreigementen
van Dutman maakten op hem
meer indruk dan de emotionele
smeekbeden van Bouwbond
voorzitter Bram Buijs en Indus
triebond-voorzitter Arie Groe
nevelt om de collectieve lasten
druk te verlichten door iets van
de voorsprong van de ambtena
ren af te knabbelen.
Kok zweeg en liet het kabinet-
Lubbers deze kastanjes uit het
vuur halen. Een jaar na het Ak
koord van Wassenaar kortte het
kabinet drie procent op de
ambtenarensalarissen en de so
ciale uitkeringen. Die ingreep
leidde tot de grootste ambtena-
renstaking van na de oorlog, die
de AbvaKabo in z'n eentje heeft
moeten uitvechten. De rest van
de FNV stak geen poot uit. Toch
kwam het niet tot de door Kok
zo gevreesde breuk.
Bevoorrecht
Eigenlijk valt dat te betreuren,
omdat de tegenstelling tussen
de bonden in de marktsector en
in de collectieve sector opnieuw
verdoezeld werd. In de loop van
de jaren zeventig was onomsto
telijk vast komen staan dat het
overheidspersoneel ten opzich
te van de werknemers in het be
drijfsleven een zeer bevoorrech
te positie innam. Ambtenaren
verdienden meer, hadden veel
betere pensioenen en wacht
geldregelingen en konden niet
worden ontslagen omdat de
overheid niet failliet ging. Een
werknemer met het minimum
loon in de collectieve sector bij
voorbeeld toucheerde bijna 300
gulden netto meer per maand
dan zijn collega in de marktsec
tor.
Aan die scheve verhoudingen
kwam geen eind, door het sala-
risbeleid van de overheid dat
via het zogenoemde 'trendbe-
leid' automatisch de welvaarts
ontwikkelingen in het bedrijfs
leven volgde. En er hoefde
niet over onderhandeld te wor
den met het mes op tafel. Dat
stak de bestuurders in de
marktsector nog het meest
zij haalden de kastanjes uit het
vuur voor hun achteroverleu
nende collega's in de collectieve
sector.
Woede
Wie het waagde in de Ver
bondsraad van het NW en later
in de Federatieraad van de FNV
over die scheve inkomensverde
ling te reppen en, erger nog,
suggesties te opperen om die
ongelijkheid stap voor stap on
gedaan te maken, haalde zich
steevast de woede van de amb
tenarenbonden op de hals. Het
steeds weer herhaalde dreige
ment van AbvaKabo-zijde te
breken met de vakcentrale ver
lamt in wezen elke discussie.
Daarvoor week iedereen. Want
scheurmakers zijn ketters in
vakbondsland. waar macht is
gebaseerd op onderlinge solida
riteit.
Waarom zijn de bonden in de
marktsector altijd vóór het
plan-Kloos of variaties daarvan
geweest en hebben de ambte
narenbonden steevast gedreigd
weg te lopen zodra de 'struc
tuurdiscussie' weer serieuze
vormen aannam? We kunnen
het antwoord nu geven: omdat
echte solidariteit in één club
maar één uitkomst kan hebben
gelijke monniken, gelijke
kappen. Wie is dan tegen? De
bevoorrechte klasse, de ambte
naren dus.
De ambtenarenbonden hebben
het spel superieur gespeeld. Ze
beriepen zich voortdurend op
de oude solidariteitswetten van
Eind 1982. Het Akkoord van Wassenaar is bepaald nog niet rond, maar
het zit er wel aan te komen. De belangrijkste onderhandelingspartners
geven een persconferentie. Van links naar rechts VNO-voorzitter Chris
van Veen, FNV-voorman Wim Kok en minister van sociale zaken Jan de
Koning. foto bert verhoeff
de vakbeweging, zonder zelf
een spoor van solidariteit te to
nen met werknemers die min
der bevoorrecht waren. Werd in
het openbaar aan ABVA-voor-
zitter Dutman of zijn opvolger
Jaap van de Scheur gevraagd
hoe zij aankeken tegen die on
gelijkheid, dan luidde steevast
het heldere antwoord: dan
moeten die anderen zorgen het
ook te krijgen. Einde discussie.
Heilige wet
Terwijl de tijdbom genadeloos
bleef doortikken, moest deze
hartverscheurende tegenstelling
onbesproken blijven. Je brengt
de vuiie was niet op straat, je
zondigt in het openbaar niet te
gen de heilige wet dat je de col
lega's van andere bonden niet
voor de voeten loopt. Wie open
lijk uitspreekt dat de werkne
mers in de ene sector bevoor
recht zijn boven die in andere
sectoren, speelt alleen maar de
natuurlijke tegenstander, de
werkgever, in de kaart.
Met dergelijke argumenten wer
den de voorzitters van de
marktbond voortdurend om de
oren geslagen. En dat de werk
nemers in de marktsector, via
belasting- en premieverhogin
gen, die bevoorrechting van de
ambtenaren moesten betalen,
werd als een belachelijke tegen
werping van tafel geveegd. Wie
dan toch waagde door te vra
gen, journalisten bijvoorbeeld,
werd meteen in het kamp van
de vijand geplaatst, van de
werkgevers die er altijd op uit
zijn werknemers tegen elkaar
uit te spelen.
De spanningen in de vakbewe
ging liepen naar een hoogte
punt, maar een scheuring
kwam er niet. Uiteindelijk
vond de hoog opgevoerde druk
een verbazingwekkende uit
weg in de boezem van de In
dustriebond. Daarover morgen
in deel 4.