Habash en het verraad van Arafat I Onder het kabinet-De Quay liep het helemaal uit de hand mae£ &NK616 MAATMELEtó OM HET Auröf?)JFEM7 AAHTW^eyj^IE /MAILEN»» x^uScTziefj iNEyT^x^! AUTOIOfe ?ÖM^ IN) Y \l&QteM»WL TEfmi^ =4 ^6CHTt5 66M ws MAKEAJ Op 0B^ geiONIh^ OW ^Ns. W£ ALCOH0LV?O /44YGr~z;~ Feiten &Meningen Salsa-koning Blades op weg naar presidentschap Panama gen- DINSDAG 19 OKTOBER 1993 Een salsa-zanger als president? Panama kan vol gend jaar mei voor die wereldwijde primeur zor gen. Volgens alle opiniepeilingen is de ook in Ne derland zeer bekende Ruben Blades, de koning van de salsa, de gedoodverfde presidentskandi daat. De zanger/dichter/filmacteur/tekstschrijver stelt zich volgende maand officieel kandidaat voor het presidentschap. De verkiezingen zijn de eerste sinds de invasie van de Verenigde Staten eind '89. „Zie ik mezelf als president? Het zou me niet ver bazen als ik het werd", zei een optimistische Bla des onlangs. Blades, de belangrijkste uitdager van de huidige president Guillermo Endara, scoort in de peilin gen zo'n 20 procent. En dat is veel in een land waar de opkomst net boven de 40 procent zal lig- Verwonderlijk is die geringe politieke betrokken heid van het Panamese publiek niet. De politiek heeft in Panama een vieze smaak en wordt stee vast niet ten onrechte geassocieerd met cor ruptie, drugshandel en diefstal. Politici zijn die ven en zakkenvullers, luidt de veel gehoorde me ning. De 45-jarige Blades groeide op in de sloppenwij ken van Panama-Stad en vertrok in 1975 met een paar honderd dollar op zak naar de VS, waar hij eigenlijk nog steeds woont. Eind 1991 keerde hij terug naar zijn vaderland waar hij de politieke be weging Papa Egoro oprichtte. De term stamt uit de Panamese inheemse taal Guaymi en betekent zoveel als Moeder Aarde. Critici zeggen dat Bla des' beweging geen duidelijk omlijnd partijpro gramma heeft, maar voor Panamese begrippen neemt Papa Egoro verfrissende standpunten in. De salsazanger komt op voor de mensenrechten en wil het lot van de overwegend arme bevolking in zijn land verbeteren. De zorg voor het milieu is een ander belangrijk agendapunt van zijn politie ke beweging. Voor de Panamese bevolking is Bla des een alternatief voor de traditionele partijen die uitsluitend aan hun eigen machtsbelangen denken. De salsazanger belichaamt voor hen de hoop op een betere toekomst. Blades, fel tegenstander van de Amerikaanse in vasie in 1989, wil zijn land de 'waardigheid' terug geven die het verdient. Panama moet minder af hankelijk worden van de VS en zijn eigen natio nale identiteit terugvinden, betoogt de populaire zanger. Politici moeten in zijn ogen respectabele mensen zijn, die streven maar consensus en wor den gekozen op basis van geschiktheid. Politieke capaciteiten moeten bepalend zijn of iemand een hoog publiek ambt vervult, en niet populisme, vriendjespolitiek, kuiperijen en corruptie. Of Blades al zijn idealen kan waarmaken, is ech ter de grote vraag. Als zijn partij aan de macht komt, zou hij wel eens gedwongen kunnen zijn coalities te sluiten met andere partijen en vuile handen te maken. WIM STEVENHAGEN De man die nooit tot compromissen bereid is geweest, zit in een hoek van de kamer. Hij is wat molliger dan vroeger en zijn rechterhand is verlamd door een beroer te, maar hij jaagt nog steeds politieke perfectie na. Een generatie eerder zou de Ierse vrijheidsheld Eamon de Va lera hem goed hebben begrepen. De Valera legde het presidentschap neer toen zijn regering zich in 1922 door Britse oorlogsdreigementen gedwongen zag Noord-Ier- land aan Groot-Brittannië af te staan in ruil voor beperk te soevereiniteit over de rest van Ierland. DAMASCUS ROBERT FISK THE INDEPENDENT En ongetwijfeld snapt ook de Bosnische president Alija Izet- begovic precies wat Habash drijft. Verraad. Zo doet Georges Habash het vredesakkoord af. Enkele huizen verderop treffen zijn aanhangers in het Volks front voor de Bevrijding van Pa lestina voorbereidingen voor een boycot van de komende verkiezingen in de door Israël bezette gebieden. Yasser Arafat heeft zijn volk verraden. „We zullen hem met het grofvuil buiten zetten", zegt Habash met een wrange glimlach. Wanneer Yasser Arafat of Abu Amar, zoals Habash zijn oude PLO-kameraad nog steeds noemt over enkele weken naar zijn vermeende Palestijnse staat terugkeert, zal de oude Habash ongetwijfeld in deze stoffige, verschoten kamer in Damascus zitten en overpein zen hoe het allemaal anders had gekund. Maar op de vraag of hij niet lie ver samen met Arafat de rivier de Jordaan zou willen overste ken, heeft hij zijn antwoord klaar. „Nee, omdat ik weet wat er achter dit complot zit. Ik ben niet bereid het grootste deel van mijn land te verkwanselen voor een heel klein deel. Ik weiger op deze manier over mijn geboor terecht te onderhandelen." Er zijn drie Habashen: de pu blieke redenaar, de verraden strijder en de vluchteling. De re denaar is niet minder gepassio neerd dan de andere twee, maar beargumenteert alles met een haast mathematische nauwkeu righeid. „Ons programma voor Palestina, het programma van de PLO, behelst het recht op te rugkeer van vluchtelingen bui ten de bezette gebieden, het recht op zelfbeschikking en het recht op een onafhankelijke staat. In het vredesakkoord wor den hierover geen afspraken ge maakt. Integendeel, er is geen sprake van Israëlische terug trekking, de status quo rond Je ruzalem wordt gehandhaafd en de joodse nederzettingen blij ven waar ze zijn." Voor Habash hangt er rond het vredesakkoord een weeë lucht van verraad, wat des te pijnlij ker is vanwege het vertrouwen dat aan de onderhandelingen voorafging. Habash ontmoette Arafat voor het laatst vlak voor de opening van de conferentie van Madrid in 1991. „Het was een bijzonder broederlijke ont moeting", vertelt Habash. „Ik deed mijn uiterste best om vooral onze vriendschap te be nadrukken vanuit het besef dat we samen moesten werken om de punten van ons nationale PLO-programma te realiseren: het recht op terugkeer, zelfbe schikking en een onafhankelijke staat voor de Palestijnen." Na deze ontmoeting was er geen contact meer, totdat Habash eerder dit jaar een bericht van Arafat kreeg. „Abu Amar liet weten dat hij bereid was me op een door mij te kiezen locatie te ontmoeten. Hij zei dat hij een aantal be langrijke en fundamentele za ken met mij wilde bespreken. Ik wist dat er in de pers geruchten gingen over geheime onderhan delingen tussen de PLO en Is raël en ik vennoedde dat de uit nodiging hiermee te maken had. Ongeveer een maand gele den, toen hij in Damascus arri veerde voor een bezoek aan de Syrische president Assad, stuur de Abu Amar me opnieuw een boodschap dat hij me wilde ontmoeten. Maar wat viel er toén nog te bespreken? Zijn po litieke raamwerk voor een ak koord was ons al duidelijk, dus was er geen gemeenschappelij ke basis meer voor samenwer king. Het had geen zin. De laatste boodschap die ik van hem kreeg, kwam ongeveer een week geleden binnen via dr- Georges Habash (voorgrond) in Tunis tijdens een bijeenkomst van de PLO. archieffoto Haidar Abdel-Shafi (de vredes- onderhandelaar van de PLO). De boodschap luidde dat we al lemaal bijeen moesten komen in Sana'a. Maar ik vroeg me af waarom we naar Yemen moes ten komen. Ik kreeg ook een uitnodiging van de president van Yemen om de bijeenkomst bij te wonen. Toen hebben wij (het Volksfront voor de Bevrij ding van Palestina) en het (marxistische) Democratische Front een brief opgesteld waar in we hem voor zijn uitnodiging bedankten en nog eens bena drukten dat we in principe be reid waren om een gemeen schappelijk Palestijns front te vormen, maar dat onderhande lingen hierover na de ontwikke lingen in Jericho en de Gaza- strook geen zin meer hadden." Om het gewicht van deze afwij zing te begrijpen, moeten we ons de derde Habash voor de geest halen de vluchteling. Hij heeft zijn huis in 1948 verlo ren en valt daardoor niet onder het akkoord tussen Arafat en Rabin. De meeste adviseurs van Arafat die in de oorlog van 1967 vluchtten, steunen Arafat. Som migen kunnen dankzij het ak koord weer naar Palestina te rugkeren. Maar Habash komt uit Lydda (tegenwoordig het Is raëlische Lod) en herinnert zich zijn huis nog goed. „Ik zal niet rusten totdat ik kan terugkeren. Het huis staat er nog. Er woont nu een joods ge zin in. Sommige vrienden en een aantal familieleden zijn te ruggegaan naar het huis. Ze zeggen dat de bomen nog in de tuin staan, precies zoals in 1948. De joodse bewoners vroegen mijn familieleden waarom ze in het huis waren geïnteresseerd en ik geloof dat ze het hun heb ben verteld. Het is mijn recht om in mijn eigen huis te wo- A1 lang geleden liet Habash zijn eis voor de onmiddelijke op richting van een Palestijnse staat in het hele mandaatgebied van Palestina varen. Nu accep teert hij in beginsel een 'over gangsprogramma', waarin een staat op de Westelijke Jordaan- oever en in de Gazastrook later wordt gevolgd door een staat die heel Palestina beslaat. Vol gens Habash was Arafat na de terugtrekking van de PLO uit Bayrut in 1982 tot iedere con cessie bereid om tot een vredes overeenkomst te komen. „Hij ging naar Cairo, ratificeerde de Amman-overeenkomst en ma tigde zijn eisen. De intifada (Pa lestijnse opstand) in de bezette gebieden gaf hem nieuwe hoop en hij hervond zijn oude natio nalistische aspiraties. Maar na de ineenstorting van de Sov jetunie en het socialistische blok en de uitkomst van de Golfoorlog, matigde hij zijn ei sen meer en meer. Nu heeft hij een vredesakkoord ondertekend dat tot de vernietiging van de Palestijnse zaak zal leiden." Maar wat is de strijd van Ha bash nu nog waard? En hoe zit het met de vliegtuigkapingen in de jaren zeventig, de aanslagen op burgerdoelen, het terroris me? „Ik geloof dat sommige operaties en kapingen toen het belang van onze zaak dienden", zegt Habash, met nadruk op het woord 'toen'. „Toen was de Pa lestijnse zaak nauwelijks inter nationaal bekend. We probeer den ons zo correct mogelijk te gedragen en zo weinig mogelijk slachtoffers te maken. Later zijn we met dergelijke operaties ge stopt. Misschien concludeert u uit mijn antwoord dat we onze fouten niet willen erkennen. Maar we schreven rapporten over alles wat we deden. We hebben verklaard dat we met dergelijke operaties zijn gestopt. Maar in deze rapporten hebben we ons eigen beleid nooit bekri tiseerd. Het is niet nodig om nu nog een oordeel uit te spreken over die tijd." VERTALING: MARGREET HESLINGA De verleerde vaardigheden van de FNV (2) NVV-voorzitter André Kloos zag de erfenis van Polak onder zijn handen afbrokkelen. Op de foto presenteert hij in 1969 zijn boek 'Het achterste van de tong', waarin hij de vakbeweging aanprijst als een soort sociale ANWB. foto archief De grondlegger van de moderne vakbeweging in Nederland, Henri Po lak, beschouwde de vakbeweging als „een lichaam als van een mensch, bestuurd vanuit één centraal punt". foto anp De vakbeweging vindt re sultaatvoetbal op de korte termijn belangrijker dan het aanpakken van de echte problemen. Dat bracht FNV-voorzitter Stekenburg tot de onge looflijke uitspraak dat be strijding van de weer hard oplopende werkloosheid maar even moest wach ten. Eerst moest het WAO- gat worden gerepareerd. Kennelijk weegt een onsje minder sociale uitkerin gen zwaarder dan een pond meer bestaanszeker heid, aldus het eerste deel van deze serie. Vandaag deel twee. HAARLEM/AMSTERDAM FRANS NYPELS en KEES TAMBOER Het lijkt wel of we het op FNV- voorzitter Stekelenburg hebben gemunt. Dat is niet het geval. Maar die uitspraak van hem bij Paul Witteman, op zaterdag avond 30 januari 1993, is illu stratief voor het soort denken dat bij de moderne vakbewe ging zo diep is ingeslepen. Ei genlijk wordt er op vitale mo menten niet gedacht. Alle be vlogenheid lijkt verdwenen, vakbondsleiders zijn CAO-pro- ducenten geworden vandaag binnenhalen voor onze leden wat we kunnen, volgend jaar zien we wel weerverder. Begrijp ons niet verkeerd, natuurlijk worden er nog steeds prachtige nota's geschreven. De laatste nota van de vakcentrale FNV bijvoorbeeld, Veelkleurige voor uitzichtengeschreven voor het driejaarlijkse congres dat begin juni in Amsterdam plaats vond, is op sommige punten zelfs een eye-opener. Daarin wordt afscheid genomen van de traditionele modale werknemer, die alleen de kost verdient voor het hele gezin. Er wordt een beleid uitgestippeld dat rekening houdt met verre gaande individualisering. Maar de praktijk is dat, zodra de vak bondsonderhandelaar met zijn zakcalculator bij de werkgever aan tafel schuift om een nieuwe CAO af te sluiten, al die veelbe lovende volzinnen in door wrochte nota's enthousiast wor den vergeten. De onderhande laars vergaderen nachten door niet over meer werk, maar over de decimalen achter de komma. Onverantwoordelijk Dit is een hard oordeel, maar de feiten liegen niet. Daarmee wil len wij niet betogen dat de lei ders van de Nederlandse vakbe weging onverantwoordelijke, op materieel gewin beluste oppor tunisten zijn. Integendeel, FNV- voorzitter Stekelenburg heeft de afgelopen jaren wel degelijk al lerlei initiatieven ontwikkeld om de loonkosten te beheersen. Hij heeft zich, vlak na zijn start in 1988, ingezet voor loonmati ging en hij heeft zich later verre gaand gecommitteerd aan plan nen de toestroom naar de WAO in te dammen en het ziektever zuim terug te dringen. Tot zijn eigen schade: hij werd steevast door de voorzitters van de bij de FNV aangesloten bonden terug gefloten. Hetzelfde lot trof de CAO-coör- dinator van de vakcentrale keer op keer: de door Jacob Draijer ontworpen afspraken dat bij de CAO-onderhandelingen de loonruimte gelijkelijk zou wor den verdeeld over inkomen en werk, werden met even groot gemak vergeten. Dat overkomt trouwens niet alleen de be stuurders van de FNV, die van de christelijke vakcentrale CNV hebben dezelfde ervaring. Toen CNV-voorzitter Anton Westerla- ken in september 1992 opperde voor vijf jaar de nullijn te kie zen, werd ook zijn voorstel door zijn eigen achterban zonder pardon neergesabeld. De bestuurders van de overkoe pelende vakcentrales in Neder land lopen overigens net als hun tegenvoeters in het werkge verskamp als vleugellamme eenden rond in het krachten veld van de consensus-maat schappij. Hun macht is aan alle kanten ingesnoerd. Als zij ver nieuwende ideeën lanceren, wat trouwens maar mondjes maat en zonder veel overtui gingskracht geschiedt, dan wor den zij onmiddellijk tot de orde geroepen. De soevereiniteit in eigen kring, de autonomie van de aangesloten bonden, wordt tegenwoordig in vakbondsland gekoesterd als een onaantastba re realiteit. Is hier inderdaad, om de woorden van Groenevelt te citeren, sprake van de Vloek van de Foute Structuur? Het leven zelf De oprichters van het NW heb ben in 1906 een totaal andere organisatiestructuur van de vakbeweging voor ogen gehad dan die nu geldt. Henri Polak, de legendarische voorzitter van de Algemeene Nederlandsche Diamantbewerkers Bond (ANDB), die in 1904 een oproep had ondertekend om front te maken tegen het anarchisme in de vakbeweging, zag de vakbe weging als een „lichaam als van een mensch, bestaande uit tal van onderdelen, welker verband onverbrekelijk is, die harmo nisch samenwerken, bestuurd vanuit één centraal punt, van waar alles wordt beheerscht en overzien, vanwaar alle actie uit gaat, waarin alle communicatie draden uitlopen, en dat dus het uitgangspunt van het leven zelf is" (geciteerd door G. Harmsen in de in 1987 door de Bouw- en Houtbond FNV uitgebrachte, zeer lezenswaardige bundel Het nieuwe huis van de arbeid. En kele schetsen over structuur en strategie van de vakbeweging, pagina 28). Het strakke centralisme was het antwoord op het anarchistische 'vernietigingswerk' van de revo lutionaire voorloper van het NW, het Nationaal Arbeids Se cretariaat (NAS), dat ten onder ging aan de filosofie 'ieder voor zich en de schade voor allen'. Perfectie Zestig jaar lang heeft het centra lisme van Henri Polak stand kunnen houden: het toppunt van perfectie werd bereikt in de jaren van de naoorlogse geleide loonpolitiek de wil van de voorzitter van het Nederlands Verbond van Vakverenigingen was wet. Als hij met kabinet en werkgevers op centraal niveau een afspraak had gemaakt over de loonruimte voor het komen de jaar, dan was er in vakbonds land niemand die de euvele moed had het dictaat naast zich neer te leggen. Aan die hegemo nie kwam pas een eind toen het confessioneel-liberalekabinet- De Quay (1959-1963) de geleide loonpolitiek voorzichtig inruilde voor gedifferentieerde loonpoli tiek. Binnen centraal overeen gekomen bandbreedtes moch ten bedrijfstakken verschillende loonsverhogingen afspreken. Dat impliceerde een opwaarde ring van de rol van de afzonder lijke bonden. De nieuwe vrijheid werd opti maal benut. Bonden joegen el- j kaar op wie durfde de hoog ste looneisen te stellen? Dat haasje-over mondde weldra uit in een serie loonexplosies, die nog lang zouden nagalmen en die in zwakke bedrijven en zwakke bedrijfstakken de sastreuze gevolgen hadden. De vakcentrales dreigden hun greep op de gang van zaken to taal te verliezen. Het NW werd toen geleid door André Kloos. Die zag de erfenis van Flenri Polak onder zijn han den afbrokkelen. In de rat-race van het opkomende loon-anar- chisme werd geen acht geslagen op het lot van de vele tiendui zenden werknemers die naar de uitkeringskantoren van de WW werden verwezen (en die de vakbeweging de rug toekeer den). Beheersing van de loon politiek was geboden en kon, dacht Kloos, alleen maar tot j stand komen wanneer de macht' van de vakcentrale in ere zou j worden hersteld. De eenheid van de vakbewe ging was naar de vaantjes en de tegenstellingen zouden nog veel scherper worden. Vooral de ambtenaren maakten het onder Dutman wel heel bont. Daarover morgen »n deel 3.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 2