Echt 'moeilijke' groenten bestaan eigenlijk niet Karwij en komijn in de keuken Smaak Botontkalking bij ouderen niet te vermijden maar wel tegen te gaan Smeerbare Emmentaler Streekgerechten Vragen staat vrij Appel chips WOENSDAG 13 OKTOBER 1993 REDACTIE «HENROTTE VAN DER HOEVEN MENU VAN voorlichtingsbureau voor de voeding DE DAG maïsomelet (zie onderstaand recept) sperziebonen met tomaat stokbrood yoghurt met bramen Laat 1 klein blikje maïs uitlekken en vang het vocht op. Klop 3 eieren los met 2 eetl van het vocht, 1 eetl tomatenketchup, mes punt oregano, peper en zout. Roer de maïs erdoor. Verwarm 10 g (dieet)marg/boter in een koekepan met een anti-aanbakbodem en bak hierin de omelet gaar en lichtbruin. Vouw hem dubbel en snijd hem in tweeën. Per persoon: 890 kilojoules, 210 kilocalo rieën, 12 g eiwit, 13 g vet, 13 g koolhydra ten. bouillon met taugé gevulde kwark pannekoeken (zie onderstaand recept) Maak een pannekoekenbeslag van 75 g bloem, wat zout, 1 ei, 100 g kwark en circa 1 dl halfvolle melk. Bak er in een pan met an ti-aanbakbodem in weinig (dieet) marg/bo- ter 6 - 8 pannekoeken van en houd ze warm op een bord op een pan kokend water. Fruit 1 kleingesneden ui met 1 /2 eetl kerrie en 1/2 eetl olie. Bak 250 g kleingesneden spits kool mee. Voeg 25 g zonnebloempitten, pe per en zout toe. Leg op iedere pannekoek een 1/2 plak ham en schep het groente mengsel erop. Rol ze op. Per persoon: 1800 kilojoules, 430 kilocalo rieën, 25 g eiwit, 17 g vet, 43 g koolhydra ten. gehaktballetjes witte bonen-pompoenschotel (zie onderstaand recept) vanilleijs met peer Maak 1 ui en 100 g prei schoon en snijd de groente klein. Schil 500 g pompoen, verwij der de pitten en snijd het vruchtvlees in blokjes. Fruit de ui en de prei met 1/2 eetl kerrie en peper in 1 eetl olie. Voeg de pom poen met 1 dl groentebouillon toe en stoof de groente 15 min. Laat 1 grote pot witte bonen uitlekken en meng ze door de groen te. Stoof het geheel in 5 min verder gaar. Per persoon: 1600 kilojoules, 380 kilocalo rieën, 22 g eiwitten, 7 g vet, 60 g koolhy draten. LIEVELINGSRECEPT VINCENT GIESBERT (9) uit LEIDEN heeft een snelle oplossing voor de 'lekkere trek'. Hij schrijft: „Als ik uit school kom, heb ik al tijd hek in iets lekkers. Dan maak ik banaan met koek". Banaan prakken en de koekjes ver kruimelen. Krui- mels over de ge- Nodigieen banaan, 2 prakte banaan zachte koekjes. gooien en mm m, smullen maar. Hebt u ook een lie velingsrecept stuur clit dan aan Damiate Dagbladen, Postbus 507,2003 PA Haarlem, t.a.v. redactie 'Smaak'. De inzender van het geplaatste recept krijgt een VVV-cadeaubon van 25,- toegezonden. Er zijn zo van die groenten waarvan je als consument nauwelijks meer merkt dat je ze koopt, zo vanzelfsprekend zijn ze geworden. Dat zijn de zogenoemde 'makkelijke' groenten; ze smaken eigenlijk altijd overal bij en zijn daar om in vrijwel elk huishouden constant voorradig: tomaat, ui en paprika. Groenten waarvoor men bij wijze van spreken altijd wel bij de bu ren terecht kan, en waarvan de bereidingsmogelijkheden onuitputtelijk lijken. Dan is er de categorie 'half-om- half-groenten. Dat zijn produkten die zeer geliefd zijn en derhalve ook vaak gegeten worden, maar die qua houdbaarheid en berei ding toch iets meer zorg vereisen, waardoor het gebruik nèt iets min der algemeen is. Tot deze categorie behoren onder vele andere spinazie, witlof, bloemkool, enzo voorts. Tja, en dan zijn er de uitgespro ken 'moeilijke' groenten. Deze zijn öf sterk seizoengebonen, of tame lijk bewerkelijk, of bezitten een dermate eigen smaak dat niemand anders ervan houdt. Of alle drie. Sprekende voorbeelden van 'moeilijke' groenten zijn tuinbo nen (kort seizoen), spruiten (be werkelijk), en venkel (sterke anijs- smaak). Met als gevolg dat de lief hebber zich regelmatig allerhande lekkers moet ontzeggen. Een treu rige situatie, waar de gemiddelde, drukbezette huisvrouw/man nim mer uit lijkt te zullen komen. Dan maar hutspot winterpeen is al tijd oké. Maar... wie eet ze dan wèl, die tuinbonen, spruiten en venkel knollen? Ze worden toch niet voor niks geteeld (mag je als hardwer kende teler althans hopen). Zijn er dan waarachtig mensen die zich, ondanks alles, de moeite getroos ten die lastige groenten klaar te maken en op te eten? Het antwoord is een simpel ja. Moeilijke groenten bestaan eigenlijk niet wel moeilijke eters. Omdat het in de praktijk nog alle maal best meevalt, met die 'moei lijke groenten'. Een kwestie van in stelling, meer niet. Zo zijn tuinbo nen inderdaad maar heel kort ver krijgbaar, maar wie er komende winter echt dacht naar te zullen smachten, had ze gewoon kunnen invriezen. Als appeltje voor de dorst, zogezegd. (Intussen hebben ze plaats gemaakt voor spek- en snijbonen, die trouwens evenzeer de moeite waard zijn) Voorts zijn spruiten helemaal niet zo bewerkelijk, het schoonma ken is tijdens een aflevering van The Bold en the Beautiful zó ge piept. Bovendien worden die oer gezonde, superlekkere minikool- tjes in de meeste groentezaken te genwoordig schoongemaakt en wel aangeboden. Over venkel valt feitelijk maar één ding te zeggen, namelijk dat wie ervan houdt er gewoon naar hartelust van moet smullen. Deze bijzondere groente is echt niet zo bewerkelijk dat ze niet tegelijker tijd met andere voor de rest van het gezin bedoelde groenten be reid kan worden; men hoeft er en kel het bovenste groen en het on derste schijfje van te verwijderen, en de knol vervolgens naar wens in parten of plakken te snijden. Kook tijd: 10 minuten. Mensen Venkel smaakt heerlijk bij kip, var kensvlees of vis en kruimig ge kookte aardappeltjes, zodat er volop mogelijkheid is ook de ande ren tevreden te stellen. Met behulp van een andere groente, want één ding staat nu wel vast: er bestaat welbeschouwd niet één soort groente waarvan de bereiding zo bewerkelijk of tijdro vend is, dat ze de moeite van het proberen niet waard blijkt. Met an dere woorden, 'moeilijke' groenten zijn er niet. Moeilijke mensen wel. INEKE VOLKERS DIËTISTE VOORLICHTINGSBUREAU VOEDING Eeuwig jong blijven, het zou wel leuk zijn, maar het zit er helaas niet in. Je kunt het geluk echter wel een handje helpen door opti male omstandigheden te schep pen voor allerlei lichaamsfuncties. Ook hier geldt: jong geleerd, oud De groei en opbouw van het li chaam treden op in de eerste vijf tien tot twintig jaar. Daarna blijft de conditie zo'n twintig jaar op peil. Na het veertigste jaar begin-, nen allerlei functies geleidelijk te rug te lopen, al valt dat in het be gin nog helemaal niet op. Hoe de teruggang zal verlopen, is eigenlijk al bepaald in de voorgaande pe rioden. Bij vrouwen speelt nog een extra factor mee. Zij hebben na de over gang door veranderingen in hun hormoonsysteem een verhoogde neiging tot botontkalking (os teoporose). Een gevolg hiervan is de grotere kans op het breken van botten bij een geringe aanleiding. Hoe sterker de botten bij het be gin van de menopauze zijn, des te kleiner is de kans op dergelijke botbreuken. Bewegen Lichaamsbeweging versterkt niet alleen de botaanmaak in de op bouwfase, maar gaat ook de botaf braak bij het ouder worden tegen. Het is daarom voor iedereen, voor zowel jonge kinderen en tieners als voor volwassenen en ouderen, zeer belangrijk regelmatig iets aan beweging te doen. Dat kan bij voorbeeld wandelen of fietsen zijn; topsport is niet per se nodig! Gedurende ons hele leven heb ben we calcium (kalk) nodig als onderdeel van de voeding. Het li chaam gebruikt calcium voor de opbouw en het in stand houden van het skelet, en bijvoorbeeld voor het samentrekken van spie ren (waaronder het hart) en het functioneren van zenuwen. Kin deren in de groei hebben 400 tot 1200 milligram calcium per dag nodig en volwassenen 700 tot 900 mg. Voor mensen boven de vijftig jaar raadt het Voorlichtingsbureau voor de Voeding 800 tot 1000 mg aan. Calcium komt vooral voor in melk en melkprodukten. Eén por tie (beker melk of karnemelk; schaaltje yoghurt, vla of kwark; plak kaas) levert 150 tot 180 mg calcium. Met vier van deze porties is de gebruiker dus al een heel eind op weg. Ook in andere voe dingsmiddelen zit calcium, maar lang niet voldoende om in de da gelijkse behoefte te voorzien. Brood levert bijvoorbeeld 10 mg per snee, groente 25 mg per groentelepel, bruine bonen 20 mg per groentelepel en noten 40 mg per half ons. Wie helemaal geen melk of melkprodukten gebruikt, zou dan ook kalktabletten moeten slikken, maar niet zonder de huisarts te raadplegen. Wie twijfelt of hij of zij genoeg kalk binnenkrijgt, kan daar ook een diëtist naar laten kijken. Ook bij snel ontbijten kan rekening gehouden worden met het nut van vol doende kalk in de voeding: bekertje melk drinken, plakje kaas op de boter- ARCHIEFFOTO ham. Vitamine D Om calcium uit de darm op te ne men en vast te leggen in het bot, is vitamine D nodig. Voor een groot deel maakt het lichaam dit zelf in de huid, onder invloed van zon licht. Een plezierig neveneffect van een fietstocht of wandeling. Vitamine D wordt toegevoegd aan halvarine, margarine en bak en braadprodukten; dit is wettelijk verplicht. Wie zijn boterhammen met halvarine of margarine be smeert, krijgt voldoende vitamine D binnen. Vitamine-D-preparaten zijn in dat geval overbodig. Men sen die weinig of niet buiten ko men, kunnen het gebruik van een preparaat wel overwegen; ook hier is overleg met de huisarts verstan- dig. Karwij is een forse, tweejarige plant die van oudsher overal in het wild groeit waar het niet te warm is: in Europa, Noord-Afrika, Azië en Noord-Amerika. De wetenschap pelijke naam is Carum carvi. Voor al in koelere klimaten worden de len van de plant al duizenden jaren gegeten. Zo is in Zwitserland vaat werk uit de nieuwste steentijd ge vonden, waarin resten van karwij- zaadjes konden worden aange toond. Het zaad verwerkte men graag door brood en ook door zoet ge bak. In Duitsland en Oostenrijk zijn ze er nog altijd verzot op. Het blad van de karwijplant werd vroe ger wel als keukenkruid gebruikt en zelfs de wortel kan als groente worden gegeten. In het Duits heet de karwijplant 'Kümmel', en daarom spreken wij ook wel van kummel. Maar dat is niet hetzelfde als komijn, zoals zelfs grote, gerenommeerde Ne derlandse woordenboeken schrij ven. In het Duits heet komijn 'Kreuzkümmel.' Dat werkt de naamsverwarring nog eens extra in de hand. In het Engels heet karwij 'caraway' en is komijn 'cumin.' Dat zou dus geen aanleiding tot naamsverwarring moeten geven. Niettemin zijn er nogal wat Brit se kookboeken die de twee kruiden door elkaar halen en voor allerlei Aziatische gerechten karwijzaad voorschrijven in plaats van komijn. In Frankrijk wordt karwij nog wel eens 'cumin des prés' genoemd, hoewel 'carvi' een betere naam is, net als in het Spaans. In dat land heet karwij ook wel 'comino holan- dese', dus Hollandse komijn. Ver warring alom dus. Toch zijn de beide planten, en zeker ook de smaken, heel verschillend. Alleen het zaad Komijn is een veel kleinere, eenja rige plant uit warmere streken, die echter ook al sinds de Romeinse tijd rond de Middellandse Zee wordt gekweekt. De wetenschap pelijke naam is Cuminum cymi-' num. Van de komijn wordt alleen het zaad gegeten, en dat lijkt uiter lijk nogal op karwijzaad. Komijn zaad kennen wij Nederlanders het best uit onze beroemde Leidse kaas. In Europese keukens vindt het niet veel toepassing, behalve op het Iberisch schiereiland. Wie van Indonesische gerechten houdt, kent ongetwijfeld de naam jintan of djintan voor komijn. Karwijzaad heeft de merkwaardi ge eigenschap dat het onze maags appen opwekt en zodoende de spijsvertering bevordert. Dat gaat een opgeblazen gevoel tegen en bestrijdt eventuele krampen. Erg prettig dus voor wie vaak te veel en te vet tafelt. Vooral de koude win ters in Duitsland, Oostenrijk, Hongarije en ook Scandinavië no digen uit tot het nuttigen van aller lei zware en vette gerechten. Geen wonder dat in deze landen karwij zaad zo hoog staat aangeschreven. In sterkedrank Het gaat door koolgerechten, door ragouts en door de stoofpotten met vlees van gans, schaap of var ken. Ook in drankjes waarvan de gebruikers altijd zeggen dat ze ze voor hun gezondheid drinken en niet voor de alcohol of het lekkere smaakje, is karwijzaad een geliefd ingrediënt. Zo kennen we de likeur kummel, zo bestaat er kummel- brandewijn en het zit ook in aqua vit. Jonge karwijblaadjes hebben een smaakje ergens tussen peterselie en dille in en zijn echt wel smake lijk in de soep. In Noorwegen wordt dat ook nu nog gegeten. In Engeland at men vroeger graag ap pels met karwijzaad, zoals we bij Shakespeare kunnen lezen. In de Victoriaanse tijd bakten ze cakes met karwijzaad en diverse specerij en. En hoewel wij nu niet gauw meer op het idee zouden komen om karwijzaad door zoete gerech ten te verwerken, gebeurt dat in dustrieel wel degelijk. Uit de zaden wordt een etherische olie gewon nen, die door koekjes en snoepjes gaat. Onmisbaar Komijnzaad is onmisbaar in veel tropische en subtropische keukens. In Noord-Afrika gaat het door de couscous en in allerlei stoofpotten. In Mexico, Midden- en Zuid-Ame- rika is het onontbeerlijk, het gaat zelfs door de chilipeper. In India en de naburige landen die er wat betreft hun eetgewoonten veel van hebben overgenomen, wordt veel vuldig met komijn of 'jeera' ge werkt. Het zit in het poedervormi- ge specerijenmengsel dat wij kerrie noemen en maakt deel uit van al lerlei scherpe, geurige mengsels of wel 'garam masala', die voor een groot aantal gerechten de basis vormen. In Indonesië heet zo'n specerij enmengsel 'bumbus'. Gewoonlijk wordt het, net als in India, in een vijzel tot pasta gewreven en heel vaak zit er ook komijnzaad door. In een 'sambal', een vooral uit rode pepers bestaand en meestal zeer scherp Indonesisch specerijen mengsel waarvan vele variaties be staan, gaat echter nimmer komijn. En ook in 'harissa', de scherpe Noordafrikaanse pasta van vooral rode pepers, gaat geen komijn, maar vreemd genoeg wel karwij zaad. De liefhebber kent de echte, uit Zwitserland afkomstige, Em mentaler kaas wel. Zo'n origine le goudgele Zwitser kan tussen de 60 en 130(!) kilo wegen. Daarbij zijn de gaten in de kaas kersgroot en doet het aroma nootachtig aan. Maar nu is er ook F.mmenta Ier in smeerbare vorm. De Zwit serse firma Baer heeft dit pro dukt gemaakt van zuivere Em mentaler, in een kuipje gestopt en aan de supermarkten aangc boden, waar zo'n verpakking voor 2,65 te koop is. Tijdens een zeldzame opruimwoede trof ik in mijn boekenkast een alleraardigst boekje getiteld 'Van kletskoppen en Duivekater', met allerlei wetenswaardigheden over Noordhollandse streekgerechten. En alhoe wel ik toch dagelijks in de weer ben met al les wat met eten en drinken te maken heeft, trof ik in deze uitgave een aantal gerechten waar ook ik, als rasechte Noordhollander, nog nooit van gehoord had. Wat dacht u bijvoorbeeld van 'Jan-in-de- Zak', een voedzame koek die met name vroeger in West-Friesland door boeren en arbeiders minstens eenmaal per week werd gegeten. De opmerkelijke naam heeft te maken met het feit dat de koek in een ka toenen zak wordt gekookt(l). Of'Schoenlapperspudding', een warme pudding van oud brood, waarbij je je af vraagt wat de schoenlapper hiermee te ma ken heeft. Schoenmaker houd u bij uw leest, zou ik bijna zeggen. Even verder staat de receptuur beschreven van 'Grauwe gan zen met dobbelsteentjes en stroop'. Volgens de auteur een Texels gerecht met kapucij ners en dobbelsteentjes spek. Ganzen ko men er in het geheel niet aan te pas. Grau we ganzen staan voor grauwe erwten ofwel kapucijners. Een andere benaming voor dit gerecht, veelal gehanteerd in leger- en ma rinekringen, is ook wel 'raasdonders', om dat de erwten ratelend op het bord vallen. Dat doet me ineens weer denken aan Bier- handel De Pijp, een legendarisch etablisse ment in Rotterdam, waar dit gerecht 'cap tainsdiner' wordt genoemd. Een topper, ik kan het u aanbevelen als u de Maasstad mocht bezoeken. Het is wel even zoeken geblazen, want dit restaurant ligt verborgen in een donkere zijstraat. De entree spreekt zeer zeker niet tot de verbeelding, maar wanneer je eenmaal binnen bent voel je je opgenomen in zowel de zakelijke als de stu dentikoze wereld van de 'stad zonder hart'. Gezeten aan lange houten tafels raak je al snel met je buurman of - vrouw in een mo gelijk interessant gesprek verwikkeld. Maar nu weer even terug naar Noord-Hol land en mijn boekje. Naar Duivekater of Deuvekater. Een zoet brood, naar oud ge bruik uitgevoerd in de vorm van een scheenbeen, met aan het einde twee knob bels, die het gewricht moeten voorstellen. En dat verklaart tegelijk de naam, omdat de vorm herinnert aan een oud dierenoffer, namelijk de kat. De bekendste duivekaters worden, zo las ik, gemaakt in Zaandam en Nieuwendam. En als we ver terug gaan in de geschiedenis, naar 1450 om precies te zijn, dan schijnt er in het Zuidhollandse Leiden een bakker te zijn geweest die in de volksmond de naam Deuvekater had. Waar hij die naam aan te danken had blijft volgens de beschrijving onduidelijk. En dan tenslotte nog iets over een ander Noordhollands keukengeheim, de 'klets kop'. U kent ze wel, de ietwat stroperige koekjes met een stukje amandel erop. De bereiding is vrij eenvoudig en deze lekkernij gaat erin als koek. En dan spreek ik uit erva ring, want ook wij serveren ze bij de koffie. De receptuur hebben we enigszins aange past, maar dat blijft het geheim van onze keukenprins. Oefening baart kunst, maar dat geldt voor alles. JOHN BEEREN, eigenaar van de Bokkedoorns, een met twee Michelin-sterren gedecoreerd restaurant in de duinen van Bloemendaal Hebt u vragen over eten, drinken of zaken die daar nauw verband mee houden, John Beeren en de andere medewerkers van de Smaakpagina, zullen alles in het werk stel len om een antwoord te vinden. De vraag kunt u opsturen naar Damiate Dagbladen, Postbus 507, 2003 AP Haarlem t.a.v. de redactie SMAAK. Landbouwers in de Flevopolder hebben sa men The Fruit Chips Company opgericht om tuinbouwprodukten op een andere wij ze te presenteren. Zo is de Appel Chips ont wikkeld: flinterdunne schijfjes appel die os motisch worden gedroogd en zo een kro kante structuur krijgen. Het is bij de eerste hap even wennen, maar inderdaad, het eer ste produkt van 'Fruitland' is een fris alter natief. In de toekomst kunnen onder ande re uienchips, tomatenchips, mango- en ki wichips worden verwacht. De prijs per zakje bedraagt 1,89 en is te koop in supermark-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 23