A;
„Al drie jaar
een rendement
van 10%?
Klinkt goed."
Bodemvondsten blijven ons verbazen
Van oerkoe tot
stamboekvee
Wetenschap
Pokdalige stokoude Ida
Sleutelen aan voedsel
Hersenactiviteit in beeld
Plaggen heidevelden blijkt groot succes
DINSDAG 12 OKTOBER 1993
7
Slimme chipkaart:
Nedap voor
op concurrentie
GROENLO ARNOUD CORNELISSEN
Het bedrijf Nedap uit Groenlo
heeft afgelopen week op de Se-
curitybeurs in Utrecht de nieu
we smart xs-card geïntrodu
ceerd. Technisch is het geen
probleem om de in de kaart op
geslagen informatie op afstand
uit te lezen. Je moet er niet aan
denken dat in de toekomst in
derdaad in zo'n stukje plastic al
je persoonsgegevens staan, in
clusief je aankopen van de
laatste twaalf maanden of de
keren dat je voor drankzucht
bent opgenomen.
Nedap heeft daarmee een voor
sprong op internationale con
currenten als Sony en Mitsubis
hi. De chipcard, vanwege zijn
grote en flexibele geheugen te
genwoordig smartcard gedoopt,
doet al langere tijd pogingen de
op grote schaal verbreide mag
neetkaart van zijn plaats te ver
dringen. De hoge kosten, de
dikte van de kaart en de toch
nog beperkte mogelijkheden
waren nauwelijks te nemen
hobbels op de weg naar het
elektronische paspoort.
De smart xs-card is even dun en
groot als de gewone magneet
kaart. Voorzien van een door
Joh. Enschedé en zn. in Haar
lem ontworpen opdruk is de
kaart niet te vervalsen. Bij ko
piëren verschijnt de opdruk
'vals'. Op de kaart kan via laser
techniek een pasfoto van de
houder worden aangebracht.
De kaart is zeer buigzaam en
nagenoeg onverslijtbaar. De
magneetkaart heeft een levens
duur van hooguit twee tot drie
jaar.
Nedap kon de kaart ontwikke
len met steun van het ministe
rie van economische zaken, die
de smart-xs ook zal gebruiken
voor de toegangscontrole in het
nieuwe gebouw van EZ. De mi
ni-chip en het zendertje en ont-
vangertje in de kaart zijn door
het Groenlose bedrijf zelf ont
wikkeld.
„Het unieke van de kaart is dat
betaalfunctie, toegangscontrole,
werktijdcontrole en persoonsre
gistratie in één kaart zijn vere
nigd", aldus Hans Haleber van
Nedap. „Al naar gelang de wens
van de klant kunnen de moge
lijkheden van de kaart worden
uitgebreid. Bijvoorbeeld gebruik
als elektronische sleutel en be
taalmiddel voorde maaltijden
in de kantine. De kaart is keer
op keer 'bij te vullen'. Wij ga
randeren dat tot zeker 10.000
keer".
Volgens Haleber is de PTT geïn
teresseerd in de smart-xs om
deze als slimme telefoonkaart te
gebruiken. Ook de KLM over
weegt invoering van de smart-
xs voor persoonsregistratie en
toegangscontrole.
Bracharia-gras
verzacht gevolg
kappen regenwoud
WAPENINGEN NICO HYLKEMA
De aanplant van een hoogpro-
duktief Bracharia-gras kan extra
uitstoot van broeikasgassen
voorkomen na het kappen van
tropisch regenwoud. De aan
plant kan die extra uitstoot tot
60 procent verminderen. Dat
schrijft ir. E. Veldkamp in zijn
proefschrift waarop hij deze
week is gepromoveerd aan de
Wageningse Landbouwuniver
siteit.
De promovendus onderzocht
het gedrag van koolstoffen in de
bodem van het regenwoud na
ontbossing. Zijn interesse ging
vooral uit naar de uitstoot van
koolstofdioxyde in de atmosfeer
door de afbraak van organisch
materiaal. Veldkamp reisde af
naar Costa Rica om daar perce
len te onderzoeken die de afge
lopen vijftig jaar zijn gekapt. Hij
ontdekte dat het verlies van
kooldioxydc naar de atmosfeer
een geleidelijk verlopend proces
is, wat al eerder was aangeno
men. De eerste vijf tot tien jaar
na het kappen is de uitstoot het
grootst.
Daarna ontstaat een nieuw
evenwicht met de pioniersvege
tatie. Op de kaalgekapte perce
len in Costa Rica ontstaan vaak
laagproduktieve graslanden met
de grassoort Axonopus. Dit zou
volgens Veldkamp aanmerkelijk
verbeterd kunnen worden door
de aanplant van de veel produk-
tievere grassoort Bracharia. Dat
moet evenwel gepaard gaan
met het aanplanten van een
stikstofbemester, daar anders
het nieuwe gras weer snel ver
dwijnt.
brokstukken die zich
hoofdzakelijk tussen
de banen van de pla
neten Mars en Jupiter
ophouden. Er zijn er
nu duizenden be
kend, in grootte vari
ërend van 800 kilo
meter tot minder dan
één kilometer. Ida
neemt op die immens
lange lijst de 243ste
plaats in.
Nog nooit was Ida
voor ons méér ge
weest dan een flauw
lichtpuntje. Totdat
het ruimtevaarttijd
perk met camera's
bewapende ruimte
sondes in de buurt
van enkele van die
lichtpuntjes bracht.
De Galileo-sonde is
zo'n voertuigje. Hij is
op weg naar het mys-
terieuzeJupiter-sys-
teem, een 'zonnestel-
sel-in-het-klein',en
'deed'onderweg eerst de asteroï-
de Gaspra aan en onlangs ook Ida.
Ida is veel groter dan Gaspra:
52 kilometer tegen 19 kilometer
als grootste lengte. Het zijn dus
geen zuivere bollen, maar onre
gelmatig gevormde, kosmische
'aardappelen'. De oppervlaktede
tails die Galileo ons van Gaspra
liet en van Ida laat zien, onthullen
hun leeftijden. Gaspra is, met haar
leeftijd van amper 300 miljoen
jaar, 'jong'. Maar Ida, althans haar
oppervlak, is oud, stokoud. Ook
naar kosmische maatstaven.
Ze is overdekt met grote en
kleine kraters. De grote, die wer
den 'geslagen' in een tijd toen hier
op aarde nog nauwelijks van le
ven sprake was, zijn merendeels
'verweerd', wat alleen maar puur
door de tand des tijds kan zijn ge
beurd. Ouderdom verraadt zich
door groeven en plooien. Ook in
de ruimte gaat die 'pokdalige re
gel' op. FOTO GPD
CHICAGO NICO HYLKEMA
In Chicago is op winkelruiten te
jlezen of het risico bestaat gene
tisch gemanipuleerde etenswa
ren in te slaan. Supermarkts en
I restaurants moeten volgens een
irecente gemeentelijke wet op
prominente wijze aangeven of
|zij etenswaren slijten waaraan
gesleuteld is.
Dat moet met een bord waar
op staat: 'Dit voedingsprodukt
is genetisch gemanipuleerd', al
dus New Scientist. Wie dat ver
zuimt loopt het risico op een
boete van 5000 dollar.
De voedingsindustrie is niet
erg ingenomen met de borden.
Volgens woordvoerders zijn de
ze misleidend, omdat ze de in
druk wekken dat gemanipuleer
de voedingswaar onveilig zou
zijn. De regering-Bush wilde
niets weten van labels aan de
produkten uit de laboratoria.
Clinton heeït nog geen stelling
genomen, wat Chicago de vrij
heid geeft de winkeliers en res
taurants tot de maatregel te ver
plichten.
Blij is men bij de 'Foundation
on Economie Trends', een pro
minent opposant van genetisch
gesleutel aan plant en dier.
Voorman Jeremy Rifkin is ervan
overtuigd dat de klanten de
aangeduide produkten in de
schappen laten liggen. Hij wil
met de Foundation ook andere
steden tot deze maatregel over
halen.
Hersenactiviteit is te lokaliseren
driedimensionaal in beeld te
brengen, dank zij een methode
die Harm-Jan Wieringa aan de
Universiteit Twente heeft ont
wikkeld. Hersenactiviteit gaat
lard met kleine elektrische
stromen die magneetvelden op
wekken. Om deze uiterst kleine
iagneetvelden buiten het
hoofd te kunnen meten, zijn
speciale voorzieningen nodig.
Het Biomagnetisch Centrum
Twente, waar Wieringa zijn on
derzoek verrichtte, past hier-
de zogeheten squids toé,
supergeleidende sensoren tot
269 graden Celsius. Uit de
metingen is de plaats van de
hersenactiviteit te berekenen.
Maar de structuur van de herse-
lies wat we te
weten zijn geko
te r flora
en fauna in de verre pre
historie danken we aan
versteende aardlagen
waarin de tijd, met het toe
val als beitel, de fossiele af
drukken van vroegere
planten en dieren heeft
vereeuwigd. Fossielen, en
al helemaal de gaaf be
waard gebleven exempla
ren, zijn het resultaat van
hele reeksen zeldzame,
ideale omstandigheden die
nodig zijn om tijdspannen
van 50 of 500 miljoen jaar
te overbruggen.
Onze kenniszee over vroeger
mag dan imposant heten, het is
nog niet eens het spreekwoor
delijke topje van de ijsberg.
Theorieën worden zo ongeveer
bij elke vondst bijgesteld en/of
opgepoetst en niet zelden komt
er iets te voorschijn dat gaten
schiet in alles wat logisch leek.
Zo is men voorzichtigheids
halve maar afgestapt van het
idee dat het leven ongeveer 550
miljoen jaar geleden, tijdens het
begin van het Cambrium, met
een enorme 'explosie' van mari
tieme levensvormen tot volle
wasdom kwam. In de laatste ja
ren stuitte men zo hier en daar
op prachtig gedetailleerde fos
sielen waaruit zonneklaar bleek
dat er minstens 600 miljoen jaar
geleden al redelijk ontwikkelde
levensvormen voorkwamen. En
wat te denken van fossiele spo
ren die geen andere interpreta
tie dulden dan dat er tussen 420
en 460 miljoen jaar geleden,
veel vroeger dan tot voor kort
Zelden worden fossielen gevonden die zo gaaf e
er al in het Jura-tijdperk 130 miljoen jaar geledei
wel de 'oervogel'.
duidelijk bewaard zijn gebleven als dit, dat ons leerde dat
een reptielvogel met veren rondvloog: de archeopteryx of-
FOTO G PD
werd aangenomen, zekere wa
terwezens (amfibieën) al op
kusten rondscharrelden.
Sommige fossielen, meer dan
een half miljard jaar oud, lijken
overigens verdacht veel op crea
turen die heden ten dage rond-
schuifelen of -trippelen in voch
tige, tropische oerwouden, zoals
de van bijna twee dozijn korte
'pootjes' voorziene, 15 centime
ter lange wormachtigen der
Onychophora. In 'Nature' van
medio augustus beschrijven pa
leontologen van de universitei
ten van Uppsala en Cambridge
een 530 miljoen jaar oud fossiel
van een 18 centimeter lange,
gesegmenteerde worm die ver
dacht veel op Onychophora
lijkt.
De vondst is één van meer
dan 8000 die werden blootge
legd in zandsteenlagen op
Groenland. De worm had elf
paar korte 'pootjes', lange voel
sprieten aan voor- en achterzij
de en, tot grote verbazing van
de onderzoekers, aan de rugzij
de een hele serie kieuwen. Dit
fossiel is een grote zeldzaam
heid omdat de worm, evenals
de tegenwoordige exemplaren,
geen skelet had en de kans op
een gaaf fossiel dus miniem
was. Met inbegrip van de enkele
jaren geleden in China, de VS
en Scandinavië gevonden, 320
miljoen jaar oude afdrukken
van de (vermoedelijke) voorou
ders van de Onychophora, die
nu voor de 'missing link' tussen
het Groenland-fossiel en Ony
chophora worden gehouden,
moet de evolutietheorie van de
ze dieren waarschijnlijk grondig
op de helling.
Amerikaanse en Canadese
geologen hadden ondertussen
een intrigerende aardlaag in de
staten Montana, Noord-Dakota
en op enkele plaatsen in Cana
da onder handen genomen: de
beroemde 'K/T-laag', de 65 mil
joen jaar oude sedimentslaag
diefde overgangsperiode mar
keert tussen het Krijt (K) en het
Tertiair (T).
De geologen concentreerden
hun onderzoek op fossiele za
den en afdrukken van allerlei
soorten vegetatie om te zien
welke soorten van de toenmali
ge flora het loodje legden. Vrij
wel meteen stuitte men op iets
vreemds. Voor kou gevoelige
palmen en bepaalde denne-
soorten bleken het eind van het
Krijttijdperk ongeschonden te
hebben overleefd en nog wel tot
op hoge breedtegraad. Geen
kou dus of hoogstens voor een
periode van een paar weken tot
maanden. De fossiele zaden
leerden bovendien dat de te
loorgang van sommige soorten
bloei-planten al enige tijd vóór
de K/T-periode aan de gang
Toch vond men ook bewijzen
voor massaal uitsterven van be
langrijke groepen bomen en
planten op het Amerikaanse
continent precies aan het eind
van het Krijt. Hoe zich dat ver
houdt tot het in tact blijven van
juist kwetsbare soorten is een
raadsel. Overigens is het mas
saal uitsterven van soorten tij
dens de overgang van Krijt naar
Tertiair niet overal op aarde
even intens geweest. Onderzoe
kers hebben vastgesteld dat er
in grote delen van Australië en
Nieuw Zeeland nauwelijks spra
ke van was.
En ook hier is natuurlijk een
theorie aan vast gehaakt: de ca
tastrofale inslag zou op het
Noordelijke Halfrond tijdens
het voorjaar hebben plaatsge
vonden. De ontluikende flora is
dan het meest kwetsbaar voor
ingrijpende klimaatveranderin
gen in tegenstelling tot die op
het Zuidelijke Halfrond waar de
herfst/winter-tooien meer be
scherming bieden.
Veehouderij zo 'n 8000jaar oud
nen is dan nog niet bekend.
Daarom koppelde Wieringa
de metingen van de magneet
velden aan informatie uit
MRI-scans. Magnetic Reso
nance Imaging (MRI) is een
techniek die inmiddels een be
langrijke plaats heeft verworven
in de ziekenhuizen en die art
sen in staat stelt een gedetail
leerd beeld van de de hersenen
te krijgen. Een MRI-scan is een
dwarsdoorsnede van het hoofd,
die echter geen informatie be
vat over de hersenactiviteit op
dat moment.
Het computerprogramma dat
Wieringa ontwikkelde, analy
seert de MRI-scans en zet ze
om in driedimensionale beel
den. Het programma kan daarin
de gemeten hersenactiviteit
weergeven.
De eerste veeboer had geen
gen over melkquota i
ken aanbrengen, maar moest
vooral moeite doen zijn beesten
bij elkaar en roofdieren op af
stand te houden. Vermoedelijk
leefde hij zo'n 8000 jaar geleden
ergens in Noord-Afrika of in het
Midden-Oosten. Veehouden
betekende een radicale omme
keer in de "leefwijze van onze
primitieve voorouders.
Waarschijnlijk heeft het einde
van de Ijstijd en dus het droger
worden van het klimaat er mee
te maken. Omdat het aantal wa
terplaatsen afnam, zouden
mens en dier noodgedwongen
nauwer tot elkaar zijn gekomen.
Jonge, en dus kwetsbare bees
ten zouden van de kuddes zijn
afgescheiden en in omheinin
gen samengebracht. Zodoende
verzekerde men zich van een
voortdurende aanwezigheid van
een voedselvoorraad.
De Amerikaanse archeoloog
Andres Smith bestudeerde met
een aantal collega's het gedrag
van wildebuffels op de Afri
kaanse savannen. Het viel hem
op dat de buffels nerveus en
heel alert waren als er geen
roofdieren te zien waren. Die
moesten ergens in het hoge
struikgewas op de loer liggen.
Ze werden veel rustiger als de
roofdieren, op afstand, met de
kudde meeliepen. Het gevaar
was dan 'onder controle'.
Smith gelooft dat onze voor
ouders op een dergelijke wijze
jacht maakten op de voorloper
van ons huisrund, de Bos primi-
genius. Enkele jagers lieten zich
aan de kudde zien, terwijl een
aantal anderen in een hinder-
Een thuisbankier die verantwoord wil beleggen,
kiest het Postbank Beleggingsfonds.
Maar ook de sterk toenemen
de droogte speelde een rol, ge
looft Andrew Smith.
Aan het eind van de Ijstijd
was de Sahara een weelderig
bloeiende tuin met een rijke ve
getatie en wild stromende rivie
ren. Ze was grotendeels bedekt
met droge graslanden en ondie
pe kreken en meren. Er liepen
talloze beesten rond, waaronder
de 'oerkoe', de Bos primigenius.
Maar het klimaat werd droger
en na 6000 voor Christus droog
den waterbronnen op en ver
welkten de graslanden. De
voedselbronnen van de mens
kwamen daardoor in gevaar en
er moest iets gebeuren.
Smith denkt dat de kuddes
wilde runderen door de droogte
steeds kleiner werden. Ze zou
den ook minder aggressief ge
drag hebben vertoond dan de
veel grotere kuddes. Door het
aangepaste gedrag van het wil
de rund kreeg de jagende mens
er veel beter controle op. De
meest agressieve beesten wer
den uit de kudde verjaagd,
waardoor de rest nog beter con
troleerbaar werd.
Zo werden jagers herders en
bepaalden zij in het vervolg de netische controle
bewegingen van de kudde.
Door de wildere beesten te ver
drijven kreeg de mens ook ge-
afstammeling van het oerrund, de Bos primigenius.
het wilde
rund. In dat beschermder leven
wierpen de beesten meer kalven
en steeg de melkproduktie.
In de loop der
spreidden de herders zich over
het hele Midden-Oosten tot
diep in Azïe, de uiterste grenzen
ARCHIEFFOTO UNITED PHOTOS DE BOER
van West-Europa en in zuidelij
ke richting tot de Oostafrikaan-
se hooglanden.
De afgelopen drie jaar behaalde het
Postbank Beleggingsfonds een gemiddeld
rendement van 10% op jaarbasis.
Hoewel in het verleden behaalde ren
dementen geen garantie voor de toekomst
betekenen, spreekt dit .resultaat
voor zich. Het fonds belegt
in aandelen. Het rendement bestaat uit
dividend en belastingvrije koerswinst.
Bent u geïnteresseerd in verantwoord
beleggen met een prima rendement, bel
dan meteen even het gratis telefoon-
:r 06-0400 en vraag de
folder 'Beleggen volgens het
nationaal in obligaties, maar ook POSTBANK boekje aan
Beleggen doe je gewoon bij de Postbank.
De heidevelden op de Veluwe bloeien uit
bundiger dan vele jaren het geval is ge
weest. Volgens B. Boers, stafmedewerker
terreinbeheer van het Nationaal Park de
Hoge Veluwe, is het plaggen van de heide
velden een groot succes. „Het wordt nu
zichtbaar dat de conditie van de hei, sinds
we tien jaar geleden met plaggen begonnen
zijn, aanzienlijk beter wordt. Dit jaar bloeit
de hei trouwens wel uitzonderlijk mooi,
omdat er ook nog een natte zomer is ge
weest. Hei is droogtegevoelig, dus een dro
ge zomer en vorst zonder sneeuw doet de
bloei geen goed," verklaart Boers.
Op de Hoge Veluwe is inmiddels 180 van
de ruim 900 hectare heide geplagd. Als er
niet geplagd was, zou dat gebied volgens
Boers zeker zijn overwoekerd door gras.
Boers: „Er komt niet alleen meer hei, maar
ook een sterkere soort, waardoor een even
tuele plaag van het heidehaantje niet de-
De heidebeheerders in Nederland heb
ben volgens Boers op dit moment echter
een probleem: door de luchtverontreiniging
blijken de plaggen verontreinigd met lood
en cadmium. Voorheen werden de plaggen
compost afgezet, maar nu moet
het plagsel behandeld worden als GFT-ma-
teriaal, waardoor de verwerking stukken
duurder is geworden. In 1989 stelde het mi
nisterie van landbouw, natuurbeheer en
visserij extra geld in het vooruitzicht, om
het plaggen betaalbaar te houden.
„Dat potje zou uitgroeien van vijf naar
twintig miljoen, maar er is nooit een cent
bijgekomen. Veel terreinbeheerders zijn nu
zelf op zoek naar creatieve oplossingen. Dit
najaar zal in het nationaal park De Hoge
Veluwe weer drie hectare hei geplagd wor
den. Boers denkt erover om dat plagsel te
gebruiken voor kunstmatige heuveltjes en
geluidswallen.