'Dit beestje heeft 't lang volgehouden' Rolskiën: racen zonder remmen 'Na afloop van de wedstrijd terugvallen op videobeelden' Het Gesprek van de Dag Pechvogels DINSDAG 12 OKTOBER 1993 Apetrots zijn ze op hun skelet van het vliegende reptiel, de mensen van het Nationaal Na tuurhistorisch Museum in Lei den. Daar hebben ze dan ook alle aanleiding toe, want zo veel geraamtes van prehistorische dieren zijn er nu eenmaal niet op deze aardbol. En zeker niet in een zo goede staat als het meer dan honderd miljoen jaar oude exemplaar dat gisteren in het Pesthuis werd opgebouwd om te kunnen worden tentoon gesteld. Vanaf vandaag is het reusachtige reptiel, met een spanwijdte van een meter of zes, te bezichtigen, föhn de Vos kijkt gebiologeerd toe hoe een speciaal overgeko men Duitse deskundige, Uli Leonhard, alle losse stukjes van het geraamte heel secuur in el kaar zet tot één grote hangende mobile. De Vos is conservator fossiele mega-vertebraten, de grotere gewervelde dieren, waartoe deze soort ook behoort. „Het is de Tropeognathus Ro- bustus", zegt hij. „Tropeo is kiel, gnathus is kaak en robus- tus is groot." Een veelzeggende naam. De on der- en bovenkaak van het dier vormen samen een soort ploeg schaar, of beter nog, de boeg van een schip. De Vos legt uit dat het dier daarmee met ge mak vissen uit het water kon scheppen. Zijn gekielde bek on dervond door de vorm weinig weerstand van het water. „Een dier uit het middentijdperk", zegt De Vos. „Een heel succès- vol dier uit het mesozoïcum (in de historische geologie de pe riode tussen circa 250 en 70 miljoen jaar geleden, red.). Hij heeft het in deze vorm lang vol gehouden." Interessant Volgens De Vos was het meso zoïcum toch al een interessant tijdperk. „Watje nu met zoog dieren hebt, had je toen met reptielen: allerlei variaties. De dinosauriërs op het land en de mosasauriërs bijvoorbeeld in het water. Vogels had je niet, wel vliegende reptielen." Zoals Uli Leonhard (met baard): 'Een moeilijke klus'. dus de Tropeognathus. Die overigens over een opval lend kleine romp beschikte, zo blijkt als Leonhard het midden stuk in elkaar heeft gezet. „Maar het belangrijkste voor dit beest was natuurlijk het opheffen van de zwaartekracht", zegt de Vos. „Dus grote vleugels. En holle botten, die het dier relatief licht maakten." Eigenlijk hebben we hier hele maal niet te maken met botten, maar met steen, silicium, zo legt de Vos uit. Een uitgebreide wetenschappelijke verklaring zou hier echter te ver voeren. Daarom volstaan we met de mededeling dat zich aan het ge raamte van het dode dier in de loop der eeuwen een laag kalk hechtte, waardoor een zogehe ten kalkknol ontstond. Allerlei chemische processen zorgden er uiteindelijk voor dat de bot ten 'verdwenen' en werden 'ver vangen' door steen. Uiteindelijk, na ruim een uur of twee, hangt het vliegende rep tiel in volle glorie boven de aan wezigen. Leonhard stapt van de stellage af en wist het zweet van zijn voorhoofd. „Een moeilijk karwei", zucht hij. „Het pro bleem was dat het museum alle stukjes los wilde houden, omdat ze de botten later, na de ten toonstelling, nog wetenschap pelijk willen onderzoeken. Nu moesten alle stukken dus apart aan het metalen framewerk worden gehangen." Opluchting Toch had hij geen moment aan een goede afloop getwijfeld, zegt hij. „Mijn bedrijf in Darm stadt is gespecialiseerd in het FOTO HENK BOUWMAN preparen van fossielen. En in het drie-dimensionaal opzetten ervan. Dus ik wist wat me te wachten stond." Tot opluchting van alle aanwe zigen, die toch niet graag een Tropeognathus Robustus van meer dan honderd miljoen jaar oud naar beneden hadden wil len zien kletteren. HERMAN JOUSTRA« Zelfs meest fervente voetballuiter kijkt naar voetbalthriller Je weet dat het een keer kan voorkomen als je werk hebt met onregelmatige diensten. Ieder een zit aan de buis gekluisterd om met eigen ogen te zien wat de natie volledig in de ban houdt. Ja, er zijn soms wedstrij den dat zelfs de doorgewinterde voetbalhaters het noodzakelijk achten om op de bank plaats te nemen. Zij moeten tenslotte kunnen meepraten. En morgenavond is het zo ver. Het Nederlands elftal moet via een overwinning op Engeland kwalificatie voor de wereldkam pioenschappen afdwingen. Dat zijn momenten waarop het moeilijk is om vrijwilligers te vinden die willen werken. „Ik heb er nog niet zoveel van gehoord, dus dat zal wel goed gaan", zegt mevrouw Huschka van het gelijknamige bewa kingsbedrijf. „Ik geloof dat één bewaker van ons hiervoor een paar dagen vrij heeft genomen. Verder heb ik ook geen verzoe ken binnen gekregen." Dat is volgens haar wel eens an ders geweest. „Soms zijn er veel meer en dan moeten we som migen teleurstellen. Maar ja, daar kunnen wij niets aan doen. Ze weten van tevoren dat ze on regelmatige diensten draaien en dat dat wel eens niet kan uitko men." Enkelen hebben geluk, zij zitten bij een 'vast' bedrijf waar een televisie staat. Ook bij de vervoersmaatschap pij NZH blijkt de komende voetbalkraker op weinig belang stelling te kunnen rekenen. „Bij een WK of EK is het wat dat be treft bij ons veel spannender. Voor morgen heb ik echter nog geen klagers bij me gehad. Ook is er geen sprake geweest van verlofaanvragen die we niet hebben kunnen honoreren", zegt een assistent-rayon-chef van de NZH. De meeste echte liefhebbers ne men volgens hem geen enkele risico en vragen een verlofdag aan. Maximaal tien chauffeurs kunnen dat doen en dan is de zogenoemde garantiegrens be reikt. De voetbalfans die de gok hebben gewaagd, maar toch omstreeks acht uur 's avonds in hun bus zitten, kunnen vaak nog met collega's ruilen. Als dat echter niet lukt, is het pech heb ben. „Er zijn grenzen. Als chauf feur heb je dat te accepteren. Dan moet je later op de avond maar terugvallen op de video opnamen." Toen de Leidse politievoorlich- ter Ton Stuifbergen nog bij de geüniformeerde dienst zat, of ferde hij zich op 'voetbalavon den' altijd op voor anderen. Aardige man zou je zo zeggen. Nu blijkt dat hij helemaal niet om voetbal geeft. Volgens Stuif bergen onstaat over dit soort zaken binnen het korps nooit gezeur. „Omdat wij jaarroosters gebruiken, weet iedere agent in principe welke dienst hij door een jaar heen heeft. Mocht die dienst hem of haar niet uitko men, en daar kunnen natuurlijk heel veel redenen voor zijn, dan kan die worden geruild." De minimumbezetting van de surveillancedienst op voetbal avonden ligt op acht agenten. „Daar wij houden wel aan vast. Ook al is het op dat soort avon den juist harstikke rustig omdat iedereen thuis aan de buis is ge kluisterd." Als ook een continubedrijf als Heineken geen problemen heeft met de roosters, moeten wij haast wel concluderen dat Ne derland niet beseft hoe belang rijk de match tegen de Engelsen is. „Tijdens het afgelopen EK hadden wij nog een groot scherm op het bedrijf geïnstal leerd. Nu hebben we dat ver zoek niet gehad", aldus een Heineken-voorlichter. MEINDERT VAN DER KAAU Beperkt aantal zaalduels De KNVB heeft geleerd van vroeger toen zaalvoetbalteams nog wel eens wegbleven tij dens een voetbalavond op tv. Voor woensdagavond staat er een beperkte aantal wedstrij den op het programma. Alleen in sporthallen waar de KNVB eigenlijk een tekort aan uren heeft worden wedstrijden ge speeld. Dat betekent dat er morgenavond dertien wed strijden minder zijn dan nor maal. Of de nieuwe strategie werkt moet nog worden afge wacht. Overigens is het volgens een woordvoerder van de Leidse afdeling van de KNVB wel de gelijk mogelijk voor zaalvoet balteams om de wedstrijden te verzetten. Die teams moeten dan contact opnemen met de tegenstander en daarmee een regeling treffen. Dat betekent dat zij zelf een sporthal moe ten huren op een tijdstip dat beide partijen schikt. Tot nu toe heeft één team in de Leid se afdeling een poging daartoe ondernomen. Je hebt mensen die niet voor het geluk in de wieg zijn gelegd en soms de raarste dingen meemaken: pechvogels dus. Het Gesprek van Dag bombardeert met een zekere regelmaat een regiogenoot tot 'Pechvogel van de week'. Het Leidsch Dagblad verrast de uitverkorene met een mooie slagroomtaart van banketbakkerij Van Dam. Vindt u dat uzelf voor deze eervolle vermelding in aanmerking komt, twijfel dan niet om met ons contact op te nemen. Ook mag u familieleden, vrienden of buren voor deze prijs nomineren. U kunt bellen tijdens de werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur op het nummer 071-356440. Ook kunt u schrijven: Leidsch Dagblad, t.a.v. Het Gesprek van de Dag, Postbus 54,2300 AB Leiden. Daar lag hij dan, op zijn rug in zijn voortuintje. De verfpantof- fels naast zijn voeten, het keu kentrapje half op hem. Hij voel de pijn in zijn rug, maar dacht direct: 'Ik blijf hier niet liggen. Dat staat zo lullig in m'n eigen tuin'. En dus ging Noordwijker- houter J. den Boer op de grond in de huiskamer liggen, naast de telefoon. „Als het écht niet meer gaat, kan ik altijd nog bellen", dacht de pechvogel. De pijn bleef en een golf van misselijkheid over spoelde hem. Tóch dacht de punctuele werknemer van het Leidse belastingkantoor: 'Ik moet mijn pantoffels, het trapje en de verfpot opruimen. Anders schrikt mijn vrouw zich lam, als ze thuiskomt'. Zo gedacht, zo gedaan. Ondanks de opgeruimde voor tuin, schrok zijn vrouw zich een hoedje toen ze bij thuiskomst haar man op de grond zag lig gen. Ze wilde direct de huisarts bellen, maar hij hield haar te gen met de woorden: „Wacht nog even". Een kwartiertje later ging hij om. De dokter mocht langskomen en liet 'voor de ze kerheid' een foto maken in het Academisch Ziekenhuis Leiden. Daar kwam de klap pas echt. De ruggewervels bleken een flinke opdonder te hebben gehad. Of ze nu gebroken of gescheurd waren, weten de Noordwijker- houters niet precies. Ze houden het er daarom maar op dat een dwarsbalkje naar beneden staat: „Een fractuur noemen ze dat, geloof ik." Hoe dan ook, Den Boer moet nog zeker zes weken plat liggen. Ingesnoerd in een stevig corset dat maar net zijn armen vrijlaat. En daarna moet hij nog eens acht weken in gips lopen. Mopperend Het betekent waarschijnlijk dat hij zijn buitenboeltje pas vol gend jaar kan afmaken en de voorgevel er deze winter weinig aantrekkelijk uitziet. Het bruin van vroeger naast het groen/wit van nu, een flinke lik grondverf naast het stuk benedenraam waar Den Boer die bewuste middag mopperend mee bezig was. Een paar weken tevoren had hij deze bovenlichtjes ook al onder handen genomen, maar erg goed bleef de verf niet zitten. Vraag is: wat nu? Voor de zeker heid heeft mevrouw Den Boer de winterschilder om een prijs opgave gevraagd, maar mis schien probeert meneer het op nieuw. Voor grote ladders is hij nooit bang geweest: „Daar ben je ook voorzichtiger mee.". Maar of hij ooit nog op het keu kentrapje met drie treetjes en een plateau gaat staan, dat zijn vrouw gisteren nog voor het ra men zemen gebruikte? „Je hebt geen tijd om te corrige ren, je af te zetten als het mis gaat", merkte hij tot zijn grote droefenis bij het verven van de benedenramen. „Op het mo ment dat ik voelde dat twee pootjes van het stoepje af gle den, lag ik al op de grond". Of, om preciezer te zijn: de ene helft van zijn rug lag op het stoepje, de andere helft in het plantsoentje. „En ik denk dat er precies op die grens wat ge knakt is." Werkhouding Dan komen er wat collega's op bezoek. .Ah, je ligt in de werk houding", zeggen ze. De pech vogel lacht wat verlegen. Hij weet het: het is moeilijk voor te stellen dat zo'n kleine val zulke gevolgen kan hebben. „Maar het is wél zo. Hier ligt het be wijs." PAUL VAN DER KOOU Met keiharde klappen worden de ski's naar de buitenkant ge duwd. De twee wieltjes eronder razen over het asfalt. Binnen een mum van tijd is een vaart ontwikkeld die menig wielren ner een verzuring bezorgt. Het is een tijdverdrijf voor waaghal zen, want remmen is onmoge lijk. De sport heet rolskiën. De Nederlands kampioen heet sinds vorige week Nils Boom- sma, 25 jaar, Heemstede. Rolskiën is eigenlijk langlaufen op het droge. Bij gebrek aan sneeuw moeten Nederlanders zich behelpen met dit surro gaat. Rolski's zijn ongeveer de helft kleiner dan sneeuwski's. Rolskiën kan uitsluitend wor den beoefend op asfaltwegen. Als onverhoopt een hindernis voor de wieltjes komt, heeft de rolskiër een groot probleem. As falt laat zich, in tegenstelling tot sneeuw, lastig wegduwen om vaart te minderen. Een remweg van minstens vijftig meter is het Nils Boomsma: „Gelukkig wordt het parcours bij wedstrijden al tijd goed afgesloten. Tijdens de training gebruik ik het pad van de Langevelderslag naar Zand- voort, dus daar kom ik ook geen auto's tegen. Een gevaarlijke sport? Ik maak meestal maar één doodsklap per jaar. Vooral bij eindsprints loopje risico's. Je rijdt 45 kilometer per uur, er staan dranghekken aan de zij kant en er wordt geduwd en ge trokken. Dan kan het wel eens misgaan." De hoogste snelheid die Boom sma ooit haalde, was zeventig. „Dat was heuvel af op het cir cuit van Francorchamps. In het begin doe je het in je broek, maar later wen je eraan. Net als de eerste keer tweehonderd rij den in je auto." Nils is sportgek. Een dag niet gezweet is een dag niet geleefd. Hij behoort al jaren tot de na tionale top bij het langlaufen, volgens hem de allerzwaarste sport die er bestaat. Regelmatig toog hij de afgelopen jaren een paar maanden naar winterse gebieden om 'sneeuwmeters' te maken. Dat was haalbaar, om dat hij nog studeerde. Als hij zich in januari fysiotherapeut mag noemen, zal de tijd hem ontbreken dezelfde trainingsar- beid te verrichten. De extreemste uitdaging ging Nils aan in april van dit jaar. Sa men met vader Boudewijn wil de hij de ijskap van Groenland overskiën. Een afstand van 650 kilometer op een gemiddelde hoogte van 2500 meter. In de kou van minimaal 25 graden onder nul. De voorbereidingen waren gedegen, het optimisme was groot. Maar een onwerkelijke hoeveel heid tegenspoed deed hun mis sie mislukken. Helikopters die niet op het afgesproken tijdstip wilden vliegen, een val in een gletsjerspleet en een zelfs voor Groenland bar weertype. Top punt van pech was dat de tent eerst scheurde en later werd weggeblazen. Daarmee waren ze hun enige bescherming kwijt tegen de angstaanjagende storm die regelmatig over de ijs vlakte raasde. In plaats van het overbruggen van de gewenste 650 kilometer werd nadien overleven het doel. Het gelukte vader en zoon Boomsma uiteindelijk met heel veel moeite om tijdig en heel huids terug te keren naar de startplaats. Psychisch en fysiek uitgeput kwamen ze terug in Nederland. Boudewijn met be vroren vingers en Nils raakte dertien kilo lichaamsgewicht kwijt. Het tweetal had twee maanden nodig om in alle op zichten weer de ouwe te wor den. Daarna kreeg Nils weer zin om zich op het rolskiën te storten. Het bleek net op tijd om zich een jaar lang de beste van Ne derland te mogen noemen. ARNOLD AARTS Nils Boomsma: „Een gevaarlijke sport? Ik maak meestal maar één doodsklap per jaar." FOTO UNITED PHOTOS DE BOER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 19