Onderzoek groen langs spoorbaan
Wereldwijde telling van trekvogels
Weer en natuur van dag tot dag
Over leven
GEBIOLOGEERD
WOENSDAG 6 OKTOBER 1993
regio c pd/jan bengevoorp
In meer dan negentig landen
wordt op zondag 10 oktober
over de hele wereld de vogeltrek
geteld. In Nederland komen die
dag zo'n 2000 vogelaars vroeg
uit de veren om vogels te tellen
in de grote natuurgebieden.
Zelfs op het onbewoonde Wad
deneiland Griend zullen tellers
voor zonsopgang worden afge
zet. Vanuit een vliegtuigje wordt
de Noordzeekust geteld! Met te
lefoons worden de tellingen
vanuit het veld doorgegeven. De
resultaten worden - tussen de
sportuitslagen en verzoekplaten
door - door de regionale omroe
pen uitgezonden. Organisator
Vogelbescherming Nederland,
in samenwerking de Samenwer
kende organisaties voor Vogel-
onderzoek in Nederland (SO-
VON), wil met de dag vooral de
internationale betekenis van
Nederland voor miljoenen trek
vogels onder de aandacht bren
gen.
BirdLife International brengt
zondag wereldwijd vogeltellers
op de been om de vogeltrek on
der de aandacht te brengen.
Vanzelfsprekend staat vogelgek
Engeland bovenaan de lijst.
Maar ook in België. Italië en
Spanje, waar de liefde voor het
gevogelte vooral door de maag
gaat, worden die dag vogels ge
teld in plaats van geschoten of
gelijmd. Naar vogels wordt ook
uitgekeken in andere delen van
de wereld, zoals in Colombia,
Trinidad en Hongkong. Zelfs in
het belastingparadijs Andorra
wordt belangstellend hemel
waarts gekeken.
„Natuurlijk is de wetenschap
pelijke betekenis van zo'n inter
nationale teldag niet erg groot.
We willen zondag vooral de
trekvogels onder de aandacht
brengen van een groot publiek.
Wat Nederland betreft gaat het
daarbij vooral om watervogels
en roofvogels die in ons land
overwinteren of Nederlandse
natuurgebieden gebruiken als
tussenstop op een lange reis",
zegt bioloog Robert Kwak uit
Winterswijk, die voor Vogelbe
scherming Nederland de trek-
teldag coördineert.
Uitkammen
In Nederland gaan de 2000 vo
gelaars op pad om vooral de
grote, waterrijke natuurgebie
den uit te kammen. De gege
vens zullen provinciaal worden
verzameld en vervolgens door
gegeven naar het landelijk coör
dinatiecentrum in Utrecht. De
regionale omroepen zullen de
resultaten de hele dag uitzen
den.
Landelijk wordt nadruk ge
legd op de grote, waterrijke ge
bieden zoals Waddenzee,
Oostervaardersplassen, het ri
vierengebied en de Zeeuwse
delta. Daarbij worden onbe
woonde Waddeneilandjes als
Griend en Rottum niet overge
slagen, terwijl de Noordzeekust
met een vliegtuig wordt onder
zocht. Rond Giethoorn stappen
de tellers in bootjes <ftn het me
rengebied van de Weerribben
en Wieden op het voorkomen
van zeldzame soorten als
puperreiger, roerdomp en brui
ne kiekendief te onderzoeken.
Nederland blijkt overigens,
samen met Engeland, Zweden
en Finland, een van de best op
trekvogels onderzochte landen.
Daartoe heeft het werk op de
speciale trek-telposten veel bij
gedragen. Daarnaast worden
jaarlijks alle belangrijke
overwinteringsgebieden van
trekvogels bijna permanent ge
teld.
Jaarlijks trekken vele miljoe
nen vogels over Nederland.
„Door al dat telwerk is duidelijk
geworden welke enorme aantal
len vogels jaarlijks over Neder
land trekken. We tellen bij voor
beeld op de telposten in Oost-
Nederland zo'n 100.000 vogels
over een breedte van zo'n 400
meter. Reken maar uit hoeveel
vogels dat zijn over de hele
breedte van Nederland. En dan
kunnen we nog niets eens 's
nachts tellen als er sprake is van
nog grotere verplaatsingen dan
overdag. Bovendien vliegt een
groot aantal vogels zo hoog dat
je ze niet eens ziet", legt Robert
Kwak uit.
Houtduiven
Per soort kan de doortrek over
Nederland echter heel sterk ver
schillen. Zo blijkt de helft van de
trekvogels in Oost-Nederland te
bestaan uit houtduiven die voor
de winter massaal de Scandina
vische bossen verlaten om naar
mildere oorden te vliegen.
Kwak: „In Winterswijk hebben
we op één dag wel eens 20.000
houtduiven geteld, terwijl de
telposten langs de kust een gat
in de lucht springen als er 100
houtduiven langs vliegen".
De trekbanen van de verschil
lende soorten staan echter niet
vast. Vooral extreme weersom
standigheden blijken de jaarlijk
se routes van vogels over ons
land flink te beïnvloeden. Venij
nige westenwinden leiden ertoe
dat vogelaars in het oosten van
het land de ogen uitwrijven bij
het zien van zeevogels als Jan
van Genten en kleine jagers,
terwijl in het westen door ooste
lijke rukwinden opeens groepen
kraanvogels opduiken die onder
normale omstandigheden het
midden en westen van het land
geen blik waardig keuren.
„Jaarlijks schommelt het aan
tal kraanvogels tijdens de na
jaarstrek zo tussen de 3.000 en
35.000 vogels. Dat is inderdaad
sterk afhankelijk van de wind
richting. Bij aanhoudende wes
tenwind kan het voorkomen dat
we in Nederland zelfs bijna
geen kraanvogels zien, omdat
alles over Duitsland naar Frank
rijk vliegt", aldus kraanvogel
specialist Henk Wessels van de
Samenwerkende Organisaties
Vogelonderzoek Nederland
(SOVON) in Beek-Ubbergen.
Voor de in Scandinavië broe
dende kraanvogels is een spe
ciaal beschermingsplan ge
maakt om de plekken waar de
dieren veelvuldig in Nederland
neerstrijken voor het zoeken
van voedsel beter te bescher
men. Het plan ligt echter tot
woede van Wessels al jaren in
een bureaulade op het ministe
rie van staatssecretaris Gabor
(natuurbeheer).
Trekvogelbescher
ming heeft vinden
de beschermers, in
Nederland veel te
weinig aandacht
van de overheid. Er
mag nog worden
gejaagd op ganzen,
waarvoor Nederland
een belangrijk
overwinterings- en
doortrekland is.
ARCHIEFFOTO CPD
Groene relatiegeschenken
leiden» De Vereniging Natuurmonumenten heeft een Groene
Geschenken Gids uitgegeven waarin tientallen 'groene' artikelen
worden aangeprezen. Natuurmonumenten hoopt met de ver
koop van de exclusieve relatiegeschenken extra geld in het laatje
te krijgen. De artikelen stralen volgens de gids een combinatie
van buitenleven en degelijkheid uit. De relatiegeschenken be
staan onder meer uit zaad per zakje, fotokalender, voederhuisje
en rugzak. Daarnaast veel drukwerk, onder meer van Janneke
Brinkman en van Vogelbescherming Nederland. De gids is ver
krijgbaar op het hoofdkantoor van Natuurmonumenten in 's-
Graveland, tel. 035-559933.
Negen jonge ooievaars in Alphen
alphen aan den run» In en om het buitenstation De Aarhorst in
Alphen aan den Rijn zijn het afgelopen seizoen door zes ooie
vaarsparen negen gezonde uivers groot gebracht. De jonge ooie
vaars zijn inmiddels op trek gegaan naar warmere en voedselrij
kere streken. Als ze geslachtsrijp zijn keren ze weer terug naar
deze omgeving voor de voortplanting. De trek zit vol gevaren:
veel ooiévaars komen om door elektrokutie via hoogspannings
kabels, de jacht en het eten van vergiftigde insecten. De Aarhorst
is financieel geheel afhankelijk van donateurs. Voor informatie
over het ooievaarsproject tel. 01720-31068.
Wintertochten in de Biesbosch
leiden Het bezoekerscentrum De Hollandse Biesbosch heeft in
zijn winterprogramma naast wandel- en vaartochten onder lei
ding van natuurgidsen dit jaar ook vogeltochten opgenomen. De
vogeltochten worden gehouden in kleine groepen die het moge
lijk maken in kreken te komen waar de rondvaartboot niet kan
komen. Tevens is er een bezoek aan de vogelobservatiehut die
gelegen is op een 's winters moeilijk te bereiken eiland. Reserve
ring voor alle tochten telefonisch: 078 - 211311
WERKDAG -In het Krengenbosch langs de weg Castricum-Bever-
wijk kunnen jongeren tussen de vijftien en dertig jaar zaterdag de
handen uit de mouwen steken. Er moeten bomen worden gezaagd
om flora en fauna in dit natuurgebied nieuwe kansen te geven. Het
kappen van stukken hout is met name van belang voor de blad
mossen, aldus de natuurorganisatie IVN, de organisator van de
werkdag. Voor meer informatie: Marc van Schie, telefoon 023-
351239.
haarlem patrick van den hurk
Vraag de gemiddelde buitenlan
der die zich in Nederland ves
tigt wat hem zoal aan de Neder
lander opvalt en negen van de
tien keer zal hij de schijnbare
obsessie van de Nederlander
met het weer noemen. Er is
geen onderwerp waarover hier
zo veel en zo vaak wordt ge
praat, vooral de zomers zoals in
de afgelopen jaren. Het voor
spellen van en het praten over
het weer op radio en TV en in
de gedrukte media is bovendien
big business geworden, een han
del waarop met talloze weer
boeken gretig wordt ingehaakt
door handige uitgevers.
Tot die laatste categorie hoort
in elk geval niet de Vereniging
Natuurmonumenten. Die res
pectabele club heeft samen met
de Utrechtse uitgeverij Scheffer
een boek op de markt gebracht,
waarin het weer door het hele
jaar heen wordt gekoppeld aan
de natuur. Het boek, dat de
weersverschijnselen en de reac
ties daarop van de natuur van
maand tot maand beschrijft,
werd geschreven door milieu
publicist Vic Langenhoff. Weer
en natuur van dag tot dag werd
gisteren gepresenteerd en het is
een degelijk, fraai uitgevoerd
boek geworden.
De weerliefhebber zal zeer
gediend zijn met de soms zeer
uitvoerige aangehaalde gege
vens over minima en maxima,
positieve en negatieve uitschie
ters en records in deze en de
vorige eeuw. Voor de niet-zo-
liefhebber gaat Langenhoff mis
schien wel eens iets te ver op
weerdetails in. Overigens staat
bij elke maand in het boek een
handzaam overzichtje van
weergegevens. Nogmaals ter ge
ruststelling van alle verregende
thuisblijvers van dit jaar: een
natte en koude zomer hoort ook
volgens al deze weerstaatjes ge
woon bij het Nederlandse kli
maat.
De titel van Weer en natuur
van dag tot dag is ondanks de
degelijkheid van de gegevens
enigszins misleidend, in die zin
dat de auteur als het om de na
tuur gaat een niet verholen
voorkeur voor het vogelleven
aan de dag legt. Op het omslag
wordt weliswaar beweerd dat
'plant en dier in elk seizoen' aan
bod komen, maar in het boek
ontbreken vooral de andere die
ren. Langenhoff biedt bijna
overdadige informatie over vo
gelsoorten, maar dieren als her
ten, konijnen, hazen en muizen
ontbreken vrijwel geheel. Plan
ten en bomen komen wel rede
lijk aan bod en dan niet alleen
de soorten die in natuurgebie
den zijn te zien. Langenhoff
biedt ook tal van tips en veel in
formatie voor de liefhebber van
sier- en moestuinen.
Overigens betekent Langen-
hoffs voorkeur voor de vogel
stand aan de andere kant dat
vooral de niet zo 'door de wol
geverfde vogelliefhebber veel
aan Weer en natuur van dag tot
dag kan hebben. Het boek be
schrijft van een groot aantal
veel voorkomende en vrij mak
kelijk te vinden vogelsoorten za
ken als de zang, de vlucht, het
trekgedrag, de nestbouw, het
voedsel en de plaats waar ze te
vinden zijn.
Weer en natuur van dag tot
dag leest over het algemeen
vlot, maar hier en daar geeft de
tekst enige aanleiding tot erger
nis. Dat is op de momenten
waarop Langenhoff aan het mij
meren slaat over 'vroeger'. Bijna
pathetisch is de passage waarin
hij rouwt om de verdwijning
van de linde uit het stadsbeeld,
een verdwijning die hij koppelt
aan de teloorgang van de Stille
Omgang die vroeger in katho
liek Nederland werd gehouden.
„Het is allemaal verdwenen.
Tegenwoordig m$ken de mén
sen geen stille omgang meer,
maar gaan ze luidruchtig stap
pen."
Het is een opmerking die va
ker opduikt in het boek: de na
tuur is niet of nauwelijks meer
te horen. Er zit onbetwistbaar
een kern van waarheid in de
klacht van de auteur, maar het
is vooral de toon waarop hij
over het lawaai klaagt die soms
wat irriteert: vroeger was alles
beter. Hetzelfde toontje duikt
op als Langenhoff geur en
smaak van grootschalig geteel
de produkten gaat vergelijken
met die van groente, fruit en
bloemen uit zijn eigen tuin. Wie
bijvoorbeeld nog nooit zelfge
kweekte rozen heeft geroken,
weet volgens Langenhoff echt
niet hoe een roos ruikt. Mis
schien is het wel zo, maar de
bewoordingen van de schrijver
doen toch wel erg aan een mij
merende grootouder denken.
De foto's in Weer en natuur
van dag tot dag maken een
hoop van deze uitglijdertjes in
de tekst goed. Het boek is rijke
lijk geïllustreerd, geheel in
kleur. Er is gebruik gemaakt van
werk van tientallen verschillen
de fotografen. Ook in de illu
straties ligt de nadruk op het
vogelleven, maar er zijn ook
fraaie foto's opgenomen van
weersverschijnselen. Die staan
ook in het laatste hoofdstuk, dat
gaat over hét voorspellen van
het weer. Aan de tips die Lan
genhoff daarvoor geeft, heeft de
meer dan gemiddeld geïnteres
seerde lezer weinig. Ze voegen
weinig toe aan wat iedereen wel
weet van het weer.
Weer en natuur van dag tot
dag, Vic Langenhoff, een uitga
ve van Natuurmonumenten en
uitgeverij Scheffers, 144 blad
zijden in kleur, ISBN
90 5546 001 X, prijs 49,90.
In een groot deel van de
Verenigde Staten kun je, te
gen forse extra betaling, zelf
uitkiezen wat de letter
en/of cijfercombinatie van
je autonummerbord wordt.
Voorwaarde is alleen dat
eenzelfde bord nog niet in
gebruik is (en al te schunni
ge teksten worden ook ge
weigerd). Dus zie je auto's
langskomen, doorgaans
van het duurdere soort, die
'Hi there!' heten, 'Joe 8',
'Loverboy' enzovoorts.
Een taxonoom uit New
York kwam onlangs op het
briljante idee om iets soort
gelijks in te voeren op zijn
vakgebied. De taxonomie is
de wetenschap die zich be
zighoudt met net systema
tisch benoemen (in het La
tijn) van dier- en plante-
soorten. Deze systematiek
zorgt ervoor dat biologen
over de hele wereld zonder
gevaar voor misverstanden
met elkaar over plantjes en
diertjes kunnen communi
ceren. Het maakt, volledig
toegepast, een heel erg
amotenarige indruk, want
Je kunt een doodgewoon
jeestje officieel met een
lijst namen opzadelen waar
onze koningin nog een
puntje aan kan zuigen.
Neem deze: Animale Me-
tazoa Eumetazoa Chordata
Vertebrata Tetrapoda
Mammalia Thena Eutheria
Carnivora Fissipedia Feli-
dae Felinae Felini FeJis Sil-
vestris Lybica. Vertaald uit
het Latijn hebben we het
hier over een organisme dat
behoort tot het dierenrijk,
veelcellig, voorzien van
weefsel, een wervelkolom
en vier poten, is het een
zoogdier, een hoger zoog
dier zelfs, tevens een roof
dier en nog een landroof-
dier ook, hoort het tot de
kattenfamilie en daarbij tot
de tak der kleine katten,
kortweg katten geheten en
tenslotte delen we het we
zen in tot de soort der huis
katten. Elke levensvorm,
van de simpelste schimmel
tot de mens, kan volgens
bovenstaand systeem op
een identieke manier exact
op z'n plaats worden gezet.
In de praktijk wordt die he
le rits namen natuurlijk
maar zelden gebruikt: de
meeste kenmerken (plant
of dier, zoogdier of vis,
boom of gras, kat- of hond
achtige enzovoorts) zijn
zelfs voor de grootste leek
meteen duidelijk. Een taxo-
nomische beschrijving met
twee a drie namen is het
gangbaarst: familie, soort,
en eventueel ondersoort.
De ijsbeer heet dus Ursus
(familie) maritimus (soort).
Een verwant die meestal
Kodiakbeer wordt genoemd
heet officieel Ursus arctos
middendorffï. En met dat
middendorffï, de onder
soort, kan voor de taxo
noom de kassa beginnen te
rinkelen.
Nieuwe families en soorten
worden niet meer alle da
gen ontdekt, maar met na
me in tropische regenwou
den struikel ie over tot op
heden onbefcende onder
soorten. En het leuke is nu
dat de ontdekker die
hoogstpersoonlijk mag be
noemen. Dus noemde ene
meneer Middendorff de
door hem ontdekte bere-
ondersoort heel bescheiden
naar zichzelf. In het kiezen
van die derde naam is men
geheel vrij - en daar valt
munt uit te slaan, bedacht
onze taxonoom uit New
York, net als met de auto-
nummerborden. Geef parti
culieren (en bedrijven!) de
gelegenheid om tegen beta
ling een nieuwe ondersoort
van plant of dier z'n derde
naam te geven. Dit levert de
wetenschap immer welko
me inkomsten op en het
opent ongekende perspec
tieven op commercieel ge
bied, op het strelen van de
ijdelheid, subtiele pesterij
en en nog heel wat meer.
Wij komen hierop terug in
een volgende aflevering van
dezerubriek.
co loerakker en piet zeeman
De strookjes groen langs
spoorbanen en bij spoor-
emplacementen zijn vaak
heel rijk aan planten en
dieren. De spoorweg vormt
een prima verbindingsweg
tussen natuurgebieden (de
zogeheten ecologische
hoofdstructuur). Bij de
aanleg van spoorwegen is
in het verleden veelal ge
bruik gemaakt van zand en
ander ophoogmateriaal uit
het hele land. Daarmee
werden zaden verspreid
zodat er nu langs de spoor
baan planten voorkomen
die normaliter niet in die
streek thuishoren.
leiden/gouda monica wesseling
Bovendien zijn de groenstroken
langs de spoorbaan voor 'gewo
ne mensen' verboden toegang
zodat plant en dier zich onge
stoord kunnen ontwikkelen. Al
met al zijn volgens natuurbe
schermers flora en fauna langs
het spoor zeer de moeite waard.
Zo komen er op emplacemen
ten langs het Limburgse miljoe-.
nenlijntje bedreigde (nacht-
vlinders voor.
Van het Zuidhollandse spoor
wegennet is bijzonder weinig
bekend. Volgens J. Bezemer van
de stichting Natuur- en Land
schapsbeheer Zuid-Holland
Groenstroken langs de spoorbaan zijn verboden voor 'gewone mensen' waardoor plant en dier zich ongestoord kunnen ontwikkelen.
hebben de natuurbeschermers
zich tot nu toe vooral op andere
dingen gericht. „Het enige dat
we weten is dat er bij een em
placement in Boskoop vele
soorten orchideeën voorkomen.
Juist gezien de potenties van
het gebied zijn in overleg met
de Nederlandse Spoorwegen
daar inmiddels de aangeplante
coniferen weggehaald om de
meer natuurlijke begroeiïng een
kans te geven."
De stichting Natuur- en
Landschapsbeheer zou wel
graag willen weten wat er nog
meer langs de Zuidhollandse lij
nen staat. „Want dan kun je sa
men met de NS plannen maken
om dat moois te behouden of
zelfs uit te breiden. De NS to
nen zich zeer bereidwillig."
Het is, zo benadrukt Bezemer,
beslist niet de bedoeling dat
mensen nu massaal langs de
spoorlijn gaan slenteren op
zoek naar natuurlijk fraais. „De
machinisten zouden zich rots-
chrikken. Wat wij willen, is dat
mensen die weten dat een be
paald stukje waardevol is, dit
aan ons doorgeven. Mocht blij
ken dat een bepaald stuk spoor
of een bepaald emplacement
FOTO'ARCHIEF
nader onderzocht moet wor
den, dan kunnen we hiervoor
een speciale vergunning aan
vragen".
Mensen die willen meewer
ken aan het onderzoek van de
stichting, kunnen contact opne
men met de NLB, telefoon
01820-24500.
L€UU én M*0>£, UoCt
MM/? WAT SCRw/f T 'T \loot önjS?