'Toparbiter moet zich soms asociaal gedragen' Geleasd Onze bedoeling was een keertje met hem mee te gaan naar een Europa Cupwedstrijd. Aan de hand van zijn ervaringen zou dan het portret worden geschetst van scheidsrech ter Mario van der Ende. Dat bleek echter ten strengste verboden. De UEFA wenst geen pottekijkers rondom het arbitrale trio bij internationale wedstrijden. Dan dus maar een keertje naar zijn woonplaats Den Haag voor een nadere kennismaking met de toparbiter van Nederland. „Je moet er feeling voor hebben en ik heb er feeling voor. Top-scheidsrechter Mario van der Ende: „Altijd en eeuwig je zelf zijn." ROB ONDERWATER i land en heeft internationaal een imposante carrière opgebouwd, maar Van der Ende komt nog net zo lief bij de clubs waar hij ooit begon in de Haagse regio. Daar kan hij nog zichzelf zijn, hoeft hij op bevel van de hoge 1 heren de bestuurskamer niet na een uur te verlaten. „In het amateurvoetbal liggen m'n roots',' zegt hij. „Vorige week. floot ik een jeugdinterland bij Roodenburg. Kom ik daar Jan Lovink tegen, die ken ik nog van vroeger, i Leuk om daar een babbeltje mee te maken." j Het komt ook voor dat-ie niet mag babbe- len. Na z'n wedstrijd moet hij snel wegwezen. „Dan moet ik me asociaal gedragen", vertelt de 37-jarige arbiter, in het dagelijks leven le- raar maatschappijleer op het Haagse Timber- I gen-college. „Dan moet ik bewust afstand nemen van iemand, terwijl ik dat helemaal niet wil." Het bewust afstand houden en ten koste van alles de schijn vermijden, is de prijs die Van der Ende betaalt voor de baan van nationaal en internationaal topscheidsrech- ter. „Als je dat inleveren van een stukje per soonlijkheid noemt dan zeg ik ja, maar er staat zoveel tegenover. Dat neem ik dan alle maal voor lief." Laatst nog, bij de strijd om de UEFA-Cup i op Tenerife, vlak voor de kraker van Tenerife tegen het Franse Auxerre. In afwachting van de wedstrijd lag Van der Ende op bed van een viersterrenhotel te 'zappen' en stuitte op Kiev-Barcelona. „Man, dan lig je daar heerlijk naar voetballen te kijken en weet je dat je straks een topwedstrijd moet fluiten. Dan voel ik me heerlijk, dat is voor mij rijkdom." Van der Ende kickt op stadions met een massa mensen, maar extra spanning maakt dat niet in hem los. Hij blijft zichzelf in kol- kende kuipen en dat maakt van hem een toparbiter. „Maar," benadrukt hij, „ik ben er niet voor om dat stadion tevreden te houden. Ik ben niet bang om vervelende beslissingen Bescheiden Het is snel gegaan met Mario van der Ende. Zowel binnen als buiten de landsgrenzen. Hij j stelt zich bescheiden op „in Nederland had ik geluk dat er een paar toppers stopten" maar dat is misplaatste bescheidenheid. Van der Ende was er toch wel gekomen. Later zegt-ie dat ook zelf: „M'n vader zei altijd: wat goed is komt toch wel bovendrijven. Vroeg of laat." Het fluiten is 'm niet met de paplepel inge goten. Van der Ende concentreerde zich in eerste instantie op een voetbalcarrière bij ADO. Daar schopte hij het tot het derde elf tal, zeg maar het eerste amateurteam van de club die toen nog één was met de profafde ling. „Wat ik voor voetballer was? Zeg maar een bruikbare middenvelder. Weet je wat ik kon? Comers, die kon ik er in een keer in- rammen. Vrije trappen ook." Ondertussen belcwaamde Van der Ende zich in het ambt van oefenmeester (hij train de de jeugd van ADO, Westerkwartier en VUC) en floot zo nu en dan een wedstrijdje. Dat laatste ging hem goed af. Althans, dat werd 'm verteld. „Ik kreeg het steeds maar te horen: je doet het goed. Dat gaf me een goed gevoel." Van der Ende volgde een cursus en ging snel vooruit. Toen hij promoveerde naar de hoogste groep bij de amateurs, moest hij kiezen: de scheidsrechterij of het jeugdtrai- nen bij VUC. De combinatie was niet meer mogelijk, dus koos Van der Ende voor de j fluit. Wat maakt Mario van der Ende nu zo'n goede scheidsrechter? Het gaat hem ogen schijnlijk gemakkelijk af. Onder zijn leiding loopt een wedstrijd zelden uit de hand, zoals vorige week bij voorbeeld Jaap Uilenberg overkwam bij Utrecht-Sparta. De leidsman stuurde Bogarde van Sparta weg maar ver zuimde de aanstichter van het kwaad, Johan de Koek, te bestraffen. Gevolg: eerf hoop her rie en vier rode kaarten. Van der Ende laat het zo ver niet komen. Hij trekt iedere week een duidelijke streep. Degene die de streep overschrijdt, kan sancties verwachten. De arbiter is niet kinderachtig. „Spelers mogen van mij heus wat terugzeggen. Als ze me voor Joop van der Ende uitschelden, moet ik daarom lachen. Joop van Ellende, dat mag ook nog, schuttingwoorden accepteer ik niet. Even afkloppen: dat is nog nooit tegen me gezegd. Maar je moet ook wel eens oost- indisch doof zijn." Feeling Sport. De ene week vinden ze je een topper, de andere week branden ze je helemaal af. Ik blijf mezelf. Komt door m'n lerarenopleiding. En zeker ook door m'n afkomst. Een Hage naar laat zich niet snel gek maken." Olympique Marseille-Glasgow Rangers was vorig seizoen een van de hoogtepunten die hij meemaakte. Het duel was beladen, want de winnaar zou zich plaatsen voor de finale van de Europa Cup 1. Van der Ende sloeg zich gemakkelijk door het karwei heen. Hij onthield de thuisclub - althans volgens presi dent Bernard Tapie - twee strafschoppen, dus voor thuisfluiter kan Van der Ende niet worden versleten. „Altijd en eeuwig jezelf zijn", is het geheim van Mario van der Ende. „Dus nooit iemand imiteren. Dat geef ik jonge aankomende scheidsrechters mee op de cursus. Mijn han delsmerk is dat wapperende handje. Als ie mand anders dat doet zeggen de spelers: joh, daar heb je Van der Ende. Er is geen boek voor hoe je je moet gedragen. Iedereen doet het op z'n eigen manier. Weet je nog op de WK'86 hoe Jan Keizer Maradona wegstuurde? Met die duimen naar z'n schouders. Man, daar is-ie wereldberoemd door geworden. Maar als ik een voorbeeld moet stellen, noem ik de Italiaanse scheidsrechter. Fluiten in dat land is jé van het. Italiaanse scheidsrechters zijn toppers, ontegenzeggelijk, maar een Van der Ende en een Blankenstein kunnen daar makkelijk mee." Je moet het spelregelboekje van buiten kennen („ik schaam me als ik een acht haal op de toets"), dat is les één van 'meester' Van der Ende en verder moet je vooral je eigen gang gaan. Van der Ende deed z'n eigen zin en likte zich niet naar de 'hoge' posftie die hij nu bekleedt. „Ik heb verhalen gehoord dat scheidsrech ters rapporteurs naar huis brachten in ruil voor een goed cijfer. Of dozen sigaren mee namen. Ik heb dat nooit gedaan omdat ik al tijd in mezelf heb geloofd. Als je goed bent, dan kom je er toch. Ik ben een gewone Haag se volksjongen die eerlijk is opgevoed. Dus dat geslijm zit helemaal niet in me. Ik heb wel eens een cijfers gehad waarvan ik dacht: veel te hoog. Maar andersom gebeurt het ook. Dus aan het eind van de rit krijg je toch het juiste cijfer. Met likken kom je er niet. Misschien was dat vroeger wel zo, maar het is tegenwoordig veel zakelijker geworden. Zo'n Ab Schuurmans is er toch ook gekomen met z'n lange haren. Gewoon omdat-ie een goede scheidsrechter is." Routine Van der Ende stormde door een reeks hoge cijfers het betaalde voetbal in en overschreed snel de landsgrenzen. Z'n eerste eredivisie wedstrijd (PSV-PEC) staat hem nog helder voor de geest. „Natuurlijk was ik extra ge spannen. Maar je moet niet bang zijn fouten te maken. En je weet hoe dat gaat: de spelers proberen je uit. Sören Terby zei tegen me: 'Joh, Van der Ende, wat doe jij hier? Moet je niet vlaggen? Vorige week had je die stok nog in je handen.' Op zulke momenten moet je niet naar een gele kaart grijpen." Dat zijn ster in Europa snel steeg was voor namelijk te danken aan een nieuwe maatre gel die de FIFA uitvaardigde. Na evaluatie van het WK '90 werd besloten de leeftijds grens te verlagen. De wereldbond wilde af van dikbuikige fluitisten, die op grote afstand de hand van 'God' (Maradona tegen Enge land) niet zagen. Van der Ende is het ten dele eens met die maatregel. „Ik heb ervan gepro fiteerd, zeker wel, maar het is nog maar de vraag of het peil van de arbitrage ermee om hoog gaat. Natuurlijk moet je als scheids rechter een goede conditie hebben, maar routine is net zo belangrijk. Je hebt best kans dat de leeftijd straks weer wordt opgetrokken als blijkt dat de scheidsrechters fit zijn." Van der Ende zelf is fit. Hij heeft aanleg om dik te worden. „Maar dat train ik er zo weer van af, drie keer per week." En dan, trots: „Deze jongen loopt 3100 meter op een Co- opertest." De tijd dat scheidsrechters van de velden werden geweerd vanwege een gebrek kige conditie, is geweest, zegt hij. „Ach, dat waren hele toneelstukken. De een duwde de ander voort bij de test. De pers zat er boven op en vond het natuurlijk prachtig als een scheidsrechter het niet haalde. Maar het wa ren incidenten. Cees Bakker en Bep Thomas liepen op 47-jarige leeftijd met twee vingers in de neus de limiet." Die arbiters in ruste maken de 'gouden tij den' dus niet meer mee. Want de man in het zwart hoeft het in het betaalde voetbal niet meer voor niets te doen. Een wedstrijdje ere divisie levert exclusief onkosten 1000 gulden op. „Maar schrijf gelijk even op dat de helft naar de belastingen gaat. En dat ik nog altijd voor m'n eigen vervanger moet zorgen op school als ik door de week in'het buitenland moet fluiten. Ik word echt niet rijk van het fluiten. Cadeautjes in het buitenland? Laat me niet lachen. Die avonturen die Leo Hom destijds heeft verteld, moet ik nog meema ken." Voorbereiding Van der Ende bereidt zich op elke wedstrijd minitieus voor. Vorige week bracht hij NAC- Groningen tot een goed einde. „Vóór zo n wedstrijd kijk ik naar blessures en de gele kaarten van beide ploegen. Pierre van Hooijdonk van NAC was er niet bij, dus dan verwacht ik een ander speltype. Van Hooijdonk is sterk in de lucht. Voor mij is zo'n voorbereiding de gewoonste zaak van de wereld. Sterker: ik vind het m'n plicht. Voor dat ik eraan begin heb ik zo'n wedstrijd al vier keer in mijn gedachten gespeeld en dan kan het volgens mij in de praktijk niet meer mis gaan. Verder pluis ik Voetbal Internatio nal helemaal uit. Als scheidsrechter moet jc toch weten wat er leeft binnen de profvoet ballerij. Bij mij op school zit een jongetje die dat blad op dinsdagmiddag haalt op het sta tion. Elke week weer." ,Als ik naar buitenland ga, probeer ik in bezit te komen van videobanden van de club die ik moet fluiten. Het is soms verschrikke lijk moeilijk, maar het lukt. Ook al is dat een betrekkelijk onbekende club als Tenerife Neem nou zo'n regel als de terugspeelbal. De FIFA heeft speciaal een videoband uitgege ven met alle voorbeelden. Ik vind dat iedere scheidsrechter en ook iedere voetballer die band in bezit moet hebben. Dan kunnen er geen misverstanden meer bestaan.' Voor wie het nog niet duidelijk is: Mario van der Ende wil graag alles weten. Hij weet ook veel van sport, zegt-ie zelf. Met vrienden speelt hij graag kwisjes, om de kennis te pei len. „Gewoon met z'n allen in een caravan zitten, tweehonderd vragen op papier zetten en dan tekeer gaan. En zeiken om een ant woord dat jij verkeerd vindt en de ander niet. Dat is echt Haags. Prachtig. Ik wil van alles op de hoogte zijn. Van voetbal, maar ook van hockey. Of honkbal en squash. Dat heb ik trouwens ook nog een tijdje gedaan, maar dat kan ik er allemaal niet meer bijhebben. Anders hoef ik helemaal niet meer aan te ko men bij m'n vriendin." Z'n levenspartner, stewardess, heeft het toch al zwaar, want Van der Ende vliegt van hot naar haar voor z'n hobby. Die soms z'n vervelende kanten heeft. Volgens hem is de tijd niet ver weg dat in het betaalde voetbal een wedstrijd wordt gestaakt wegens racisti sche uitlatingen. Het amateurvoetbal had af gelopen weekeinde de trieste primeur. Her togstad-Vlijmen, in de derde klasse Zuid 1 van de KNVB, blies arbiter Bos voortijdig af nadat het Bossche thuispubliek een Marok kaanse speler van Vlijmen had uitgeschol den. Naderhand zei de leidsman uit Vlissin- gen gelaten „dat in Nederland toch iemand een keer de grens moet trekken." Van der Ende zit met deze gevoelige kwes ties in zijn maag. „Maar ik vind niet dat scheidsrechters het op de velden moeten op knappen. Een wedstrijd staken wegens racis tische uitlatingen gaat heel ver, want je be derft het plezier dat velen er aan beleven. Als ordebewaarders in een stadion niet eens in staat zijn om die kleine groep relschoppers in te tomen, moet een scheidsrechter het dan wel kunnen? Nee toch?" Teruggang De scheidsrechter, stelt Van der Ende, heeft het al zwaar genoeg met 22 voetballers. Er zijn nog ruim 10.000 mensen dié zich weke lijks in het zwart hijsen. Vijf jaar geleden wa ren dat er nog 15.000. Van der Ende: „Dat is triest en we moeten er voor waken dat er straks nog meer scheidsrechters stoppen. De teruggang wordt veroorzaakt door een com plex van factoren. Berichten over excessen schrikken kandidaat fluitisten af. Maar men vergeet dat 9999 andere scheidsrechters een plezierige middag hebben gehad. Aan de an dere kant is het zo dat de scheidsrechter van daag te snel voor de leeuwen wordt gewor pen. Ik ben begonnen bij Oranjeplein 5- Naaldwijk 7. Vroeger was je een goede scheidsrechter als je reserve hoofdklasse van de Haagse Voetbal Bond floot. Tegenwoordig beginnen ze in die klas. Dan kan het gebeu ren dat het niveau te hoog is. En dan gaat het Agressief werven is volgens Van der Ende een oplossing. „Die Henk de Haan van Gro ningen riep laatst in VI dat hij het betdr zou kunnen dan al die scheidsrechters. Ik zou 'm een fluit in handen geven en zeggen: 'nou, kom maar op met die grote mond van je'. Bij jullie in de buurt traint Ton Kamphues een cluppie. UDWS toch? Die goser zou het ook kunnen, dat weet ik zeker. Dan zou ik 'm ge woon vragen. Maar wie ben ik, de KNVB heeft zijn eigen manier om scheidsrechters te werven en ik ga daar niet tussen zitten." Adviezen geeft hij wel. „Op zaterdag sta in Den Haag veel langs de kant. Als een scheids rechter daar prijs op stelt, geef ik 'm tips. Maar je zult mij zo'n man niet ongevraagd horen vertellen hoe-ie het moet doen." „Vorig jaar heb ik een maand in Marokko gezeten bij het WK voor militairen. Moest ik jonge scheidsrechters begeleiden. Daar had ik het toch naar m'n zin...! Dat is net zo leuk als een wereldkampioenschap. Ik staar me daar trouwens niet blind op. Valt het ook niet tegen als ik niet word geselecteerd. Dat zal wel loslopen. Want Mario van der Ende, een 'gewone' Haagse jongen, heeft de top bereikt. Op zijn eigen manier. Hij kan ge nieten van de meest simpele momenten. „Op zondagmorgen laat ik altijd de hond uit bij Quick, die club van stand uit Den Haag. Zie ik daar een keer een scheidsrechter lo pen, een wat oudere man. Hij zag er niet uit Zegt er een speler: zeg scheids, heb jij soms een eikenhouten oog. Zegt die scheids: zie jij dat eikenhouten bankje daar? Ga jij daar maar op zitten. Mooi he'?!" ZATERDAG 2 OKTOBER 1993 Onze Taal Engelse woorden overnemen gaat makkelijk maar we kunnen er vaak niet goed mee overweg. Dealen, lea sen, editen, faxen, racen; je hoort ze overal gebruiken. En als ze gebruikt worden, moeten ze vroeger of later ook opgeschreven worden. Dan ko men de problemen. Zolang het om het hele werkwoord gaat. gaat het nog goed: we plakken gewoon '- n' of '-en' achter het Engelse woord en klaar is Kees. Maar hoe gaan we de verleden tijd schrijven? Zullen we 'leaste' schrijven, of 'leasde'? En hoe komt het voltooid deel woord eruit te zien? Is het geleased, geleast of geleasd? Gefaxt of gefaxed? Menigeen heeft het al aan een collega ge vraagd of in een woordenboek opgezocht. De collega's weten het meestal evenmin en de woordenboeken geven niet allemaal het zelfde antwoord, of geven helemaal geen antwoord. Een gat in de markt dus voor uit gevers van taalboekjes. Als u één zo'n taal gids koopt, krijgt u antwoord op uw vraag. Als u er per ongeluk drie koopt, zult u gauw ontdekken dat u drie verschillende ant woorden krijgtAdvies: koop nooit drie taalgidsjes. Koop er liever helemaal geen en gebruik uw oren. Dat zal ik uitleggen aan de hand van piesen en niezen. Het verschil tussen piesen en niezen is onder andere dat het eerste een scherpe s bevat en het tweede een zachte z. Daar door komt het dat we de verleden tijd pieste en niesde hebben; de een met een -t- en de ander met een -d-: hij pieste over de pot eri hij niesde zes keer achter elkaar. We hoeven niet te leren hoe het moet want we doen het vanzelf goed. Hetzelfde gebeurt met grazen en passen: we zeggen dat de koe graasde en de trui paste. Dat we het vol tooid deelwoord dan ook als gepiest en ge niesd schrijven, en gegraasd en gepast, is volkomen begrijpelijk. Zo gaat het met Nederlandse woorden vanzelf goed. Buitenlandse woorden behan delen we net zo. Bijvoorbeeld 'douchen'. De -ch- is een onnederlandse klank, maar zo lang die in de uitspraak een scherpe -s- be vat, maken we vanzelf de verleden tijd 'douchte', en dus het voltooid deelwoord 'gedoucht'. Die onnederlandse -ch- wordt ondertussen steeds vaker uitgesproken als 'doezen'; een heel natuurlijke en gezonde ontwikkeling want het woord is zo gewoon geworden dat we de klanken aanpassen aan onze eigen taal. Je kunt constateren dat wie er 'doezen' van maakt, de verleden tijd prompt als 'doesde' uitspreekt. Met Engelse leenwoorden is het precies eender gesteld. We passen ze aan, we verbouwen ze tot Nederlandse woorden. Daarom hoeft men ook niet zo bang te zijn voor Engelse woorden: als ze blijven, wor den ze binnen de kortste keren grondig ver bouwd tot een echt Nederlands woord. Bij voorbeeld faxen. De -en' erachter is al zo Nederlands als maar kan. De verleden tijd ook: faxte. Uiteraard met -te', want faxen bevat een scherpe -ks-. De consequentie is, dat we dan ook gewoon 'gefaxt' moeten schrijven. En niet 'gefaxed'. want dat zou een Engelse vorm zijn bij een inmiddels vernederlandst woord. Het werkwoord 'sa ven' heeft voorlopig nog z'n Engelse -a-, maar de verleden tijd vormen we uiteraard (vanwege de zachte -v-) met '-de': savede, en dus ook gesaved. En zo komen we dan bij geleasd. Ik heb hier een nieuw taalgidsje voor me liggen (ik zal de naam niet noemen), dat glashard voorschrijft: 'leaste' en 'geleast'. Het moet geschreven zijn door iemand zonder oren. Want hoe ook de Engelse uitspraak moge zijn. in Nederland klinkt dit woord nu met een zachte -z- in het midden. Daardoor maken we er vanzelf de verleden tijd 'leas de' bij, en dus moet het voltooid deelwoond 'geleasd' zijn. Dat staat trouwens tegen woordig ook zo in de dikke Van Dale Wie echter in de vorige editie kijkt, ziet dat toen nog 'leaste' en 'geleast' werd voorgeschre ven. Ik denk dat dat toen gebeurde wegens de Engelse uitspraak. Maar leasen heeft on dertussen al een zachte -z-, net als doezen. JOOP VAN DER HORST universitair docent Nederlands Van der Ende straalt op het veld het zelfver- ,n trouwen uit dat 'middelmaatjes' ontberen. „Dat is niet aangeleerd, dat moet je hebben. Ik heb er feeling voor. Als je een vol stadion d binnenkomt, mag je je daar nooit gek door i laten maken. Als dat zo is, ben je niet ge- k schikt voor de top. En je moet niet bang zijn voor kritiek. Ik word wekelijks beoordeeld ;r door vier miljoen rapporteurs bij Studio

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 39