4 Brouwer tapt uit ander vaatje Het hoofdkantoor van Heineken in Zoe terwoude. FOTO ARCHIEF Een veranderingsproces en nadrukkelijk geen reorganisatie. Zo typeert 's lands grootste bierbrouwer het project 'Mensen maken Heineken'. Onder die noemer moet Heineken Nederland de komende vier jaar een ander bedrijf worden. Decentraal geleid, veel verantwoordelijkheden laag in de organisatie, tot op de werkvloer toe. Een bedrijf ook dat flexibel op de markt kan inspelen. Dat als het moet snel een nieuwe biersoort kan introduceren. Maar tegelijk moeten de kosten tien tot vijftien procent omlaag en de produktiviteit twintig procent omhoog. Aan het eind van de rit, in 1997, zullen bij Heineken Nederland 300 tot 400 mensen minder werken. Nu heeft het bedrijf dat zijn hoofdzetel in Zoeterwoude heeft en een tweede grote brouwerij in Den Bosch, een kleine 4.000 personeelsleden. Uitgangspunt is volgens algemeen directeur R. Strobos dat er geen gedwongen ontslagen vallen. «UDOLE KLEUN. Het fundament voor het project 'Mensen maken Heineken' werd in feite al ruim drie jaar geleden gelegd. De resultaten bij Heineken Neder land gingen vanaf begin jaren tachtig gelei delijk steeds verder achteruit. De biermarkt veranderde, de Nederlanders grepen als het om bier ging niet automatisch meer naar pils en het marktaandeel van Heineken in Neder land liep terug. Zo zeer dat de Nederlandse werkmaatschappij in de rode cijfers dreigde te komen, al deed de nv als geheel het goed. In 1989 trad een nieuwe directie aan, on der leiding van R. Strobos. De directievoorzit ter kwam van de Spaanse Heineken-dochter en werd in kranteberichten uit die tijd stee vast als een kille 'saneerder' getypeerd. Kort na zijn aantreden kondigde Strobos aari dat Heineken ruim 700 arbeidsplaatsen zou schrappen. Het personeel ging in staking en werd daarin door de kort geding-rechter in het gelijk gesteld. Dat leidde uiteindelijk tot een heel ander plan, met als kern een afvloei ingsregeling voor ouderen. Uiteindelijk ruim den zo een kleine 200 mensen het veld. Sindsdien maakte het Heineken-concem jaarlijks melding van betere resultaten. De eerste helft van 1993 groeide de concern- winst weer met elf procent tot zo'n 220 mil joen gulden bij een omzet van 4,5 miljard. En hoewel de resultaten van Heineken Neder land niet worden bekendgemaakt, is duide lijk dat ook dit deel van het concern aan die verbetering bijdraagt. Het rendement zou in middels weer duidelijk boven de concern- norm liggen. Directeur Strobos: „We hebben de afgelopen jaren vrij ongestructureerd kos- tenbezuinigingen doorgevoerd. Nu de bottom-line in orde is, moeten we aansturen op meer gestructureerde veranderingen." Onderzoek Die noodzaak werd onderstreept door een onderzoek uit 1991 van het bureau Anders- son Elffers en Felix (AEF). Kort samengevat typeerde AEF het Nederlandse Heinekenbe- drijf als log, bureaucratisch, te weinig onder nemend en soms regelrecht risicomijdend. Bovendien lagen ook na de reorganisatie van '90 de kosten nog altijd hoger dan bij de con- Daarmee was de kiem voor het huidige 'Mensen maken Heineken' gelegd. Een ver andering met als hoofdthema's slagkracht door de kracht van het merk, toprendement door kostenbesparing, het duidelijk vastleg gen van verantwoordelijkheden en een open communicatie, naar buiten en naar binnen. Dat laatste heeft onder meer vorm gekregen in een videojournaal en in een speciaal 'Mensen maken Heineken'-bulletin. Daarin werd in eerste instantie vooral het idee van het veranderingsproces gepresenteerd. Maar de bedoeling is dat het als een soon klank bord fungeert. Er is niet alleen plaats voor loftuitingen, maar ook voor kritiek van de medewerkers. Dat leidde tot typeringen als 'Minder mensen maken Heineken' en 'Management maakt Heineken'. Strobos constateert dan ook dat juist die communicatie een van de grootste proble men vormt bij 'Mensen maken Heineken. „Het is moeilijk door de hele lijn duidelijk te maken wat je precies wilt en hoe je dat wilt invullen. Op een geloofwaardige manier ie dereen daarbij te betrekken, zonder dat het opgelegd is; in de praktijk gaat het ook zo. De betrokkenheid op de afdelingen is sterk." Taak Kern van het project is unit-management. Daarbij wordt het bedrijf opgedeeld in vijf units: de brouwerijen, distributie en support en de verkooporganisaties voor horeca en thuisgebruik. Iedere unit op zich bestaat weer uit sub-units. Elk bedrijfsonderdeeltje krijgt een taak en een financiële-, produktie- of verkoopdoelstelling die moet worden ge haald. Daarbij is er een grote zelfstandigheid bij de beslissingen over hoe dat doel moet worden bereikt. Of het nu gaat om het brou wen van bier, de verkoop of interne dienst verlening. Directeur Strobos: „De units kunnen bij voorbeeld binnen zekere grenzen over hun eigen budget beschikken. Binnen een ploeg kan dan worden besloten of een bepaalde piek wordt opgevangen door overuren of door het inschakelen van uitzendkrachten." Behalve produktie- en resultaateisen krijgt iedere eenheid jaarlijks ook nog andere 'pres tatie-indicatoren' opgelegd. Strobos: „Dat kan bij voorbeeld het terugdringen van het ziekteverzuim zijn, waarbij dat aan het eind van het jaar tot een bepaald niveau moet zijn teruggebracht." Maar, benadrukt Strobos ook, Heineken staat nog maar aan het begin van het veran deringsproces. Er is een raamwerk, maar het is niet tot in detail ingevuld. Dat maakt het personeel onzeker. Strobos: „Vroeger werden reorganisaties tot in de finesses voorbereid. Dat had als voordeel dat iedereen direct dui delijkheid kreeg, maar het nadeel was dat er relatief weinig inbreng uit de organisatie kwam. Onze medewerkers hebben een enor me ervaring, het zou zonde zijn daar geen gebruik van te maken. Nu blijven mensen in dividueel langer in onzekerheid. De opzet is verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie te leggen. Behalve waar dat echt niet kan. Dat betekent ook dat ieder indivi dueel meer verantwoordelijkheid krijgt en dat we mensen gaan scholen. Er komt ook een regeling voor studieverlof. Voor degenen van wie de functie vervalt, maar eveneens voor personeel dat part-time studeert, wil Heineken een intern uitzendbu reau opzetten. Op die manier kunnen vol gens Strobos op flexibele wijze gaten worden opgevuld, terwijl degenen die geschoold wor den in contact blijven met de werkvloer. Strobos benadrukt de noodzaak van een grote betrokkenheid van het personeel bij de veranderingen. „De huidige organisatie telt overlappingen. Heel veel zaken zijn in proce dures vastgelegd en als die procedures ergens niet in voorzien moet al snel naar een hoger niveau worden gestapt. Dat leidt tot veel bu reaucratie. De nieuwe organisatie moet uit monden in minder bureaucratie zodat we sneller kunnen reageren op wat er buiten ge beurt." Op dat punt is er volgens Strobos overigens al veel veranderd. Een paar jaar geleden was het nog nauwelijks denkbaar dat Heineken zich buiten de pils-markt zou begeven. Maar inmiddels ontwikkelt de brouwerij met regel maat speciale bieren, waaronder zelfs een speciaal eindejaarsbier. Een ander voorbeeld is de introductie van Amstel Malt, waardoor Heineken ook na het mislukken van Buckler in Nederland verzekerd is van een flink aan deel op de alcoholvrije markt. Strobos: „We hebben nu twee poten in die markt. Als blijkt dat er uiteindelijk onvoldoende vraag is naar Buckler, betekent dat in de huidige situatie geen ramp." Reserve Inmiddels is over de 'Mensen maken Heine ken' een adviesaanvraag ingediend bij de centrale ondernemingsraad en werd overleg geopend met de bonden. Maar de werkne mersvertegenwoordigingen hebben in beide gevallen op zijn minst gereserveerd gerea geerd. De centrale ondernemingsraad heeft nog veel vragen over de feitelijke invulling van het project dat weinig concreet lijkt. De industriebond FNV staat op enkele punten zelfs lijnrecht tegenover de Heine- ken-directie. Confiictpunten daarbij zijn het sociaal plan (bij Heineken 'sociaal raamwerk' genoemd) dat volgens de bond in de loop van het ver anderingsproces moet kunnen worden aan gepast en de afbouw van de ploegentoeslag voor degenen die deze door 'Mensen maken Heineken' kwijtraken. Volgens de bond zijn er personeelsleden in de produktie die er daardoor geleidelijk 600 gulden netto per maand op achteruit gaan. De bond wil daar om een royalere regeling dan de nu gebrui kelijke afbouw. Vooral omdat het volgens de FNV-bond gaat om mensen met weinig of geen scholing, die geen kansen zouden heb ben om het inkomensverlies op een andere manier te compenseren. Inmiddels was het meningsverschil voor de bond al aanleiding voor pamflettenacties en extra ledenvergade ringen. Strobos stelt niettemin dat Heineken en de bonden wel tot overeenstemming komen. Hij kan zich overigens de gereserveerde houding van de ondernemingsraad wel voorstellen. „We hebben advies gevraagd over een princi piële zaak die geleidelijk wordt ingevoerd. Het is een concept waarvoor wordt gekozen en de invulling moet dan nog blijken." Hij benadrukt dat hangende het advies van de ondernemingsraad niet wordt begonnen met het project. „Sterker nog. Ik heb het af delingen belet die het al wilden invoeren. Dat is een principiële zaak." Wel is bij recente in vesteringen rekening gehouden met de mo gelijkheid van unit-management. Maar Stro bos zegt ook dat die werkwijze samenhangt met nieuwe technieken waarbij bij voorbeeld een verpakkingslijn wordt bediend door min der mensen, die ieder een veelzijdiger taak hebben. „Bovendien wordt iedere investering voor advies aan de ondernemingsraad voor gelegd en die heeft daar ook mee inge stemd." Kelderplan Heineken heeft daarnaast echter nog veel grotere investeringsplannen voor de brouwe rijen in Den Bosch en Zoeterwoude. De vesti ging in Zoeterwoude, in 1975 geopend en de grootste in haar soort in Europa, staat aan de vooravond van een grootscheepse moderni seringsslag. Zo staat onder andere het 'kel derplan' op de rol, een vernieuwing van de gigantische bieropslag. Een plan waarmee miljoenen zijn gemoeid. Een plan ook dat Heineken graag in samenhang met het hele veranderingsproces wil doorvoeren. Ondanks dergelijke grote financiële belangen zegt Strobos geen druk uit te oefenen om 'Men sen maken Heineken' snel in te kunnen voe- Over het uiteindelijke resultaat van het project in 1997 is hij in elk geval optimistisch. „Dan staat er een wezenlijk ander bedrijf, minder centraal geleid, waarin de produktie en de commercie meer rekening met elkaar houden en waarbij uiteindelijk meer naar de markt wordt geluisterd. Er zullen minder management-lagen zijn en het personeel krijgt meer taken. Uiteindelijk is dat voor ie dereen aantrekkelijk. Iedereen vindt het toch leuk om in zijn werk verantwoordelijkheid te dragen?" Directeur R. Strobos: „De opzet is verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie te leggen. FOTO

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 35