In al die jaren is er niets veranderd 'Drie oktober vierendat is een soort ziekte 'Ziet uwe woningen welke krotten nietwaary Drie Oktober .14 Het feest van Leidens Ontzet bracht de pers ook tot minder po sitieve beschouwingen. 'Recht voor Allen' het blad van de Soci aal Democratische Partij, plaatste aan de vooravond van 3 ok tober een artikel waarin de schrijver zich afvroeg Wat het 'ge lukkige ontzet van Leiden' de anne bevolking nu werkelijk had opgeleverd. „Bezit gij de vrijheid door uw voorouders na tachtig jaar strijd gewonnen? Neen. niet waar. Gij zijt blootgesteld aan wil lekeur van patroons, daar er geen wetgeving op den arbeid is. Gij zijt goed om belastingen te betalen. Kortom, gij zijt goed om plichten te vervullen, maar waar zijn uwe rechten? Ziet ar beiders, voortbrengers van alles, ziet wat gij voor dat alles in uw zoo geprezen vaderland verkrijgt. Ziet uwe woningen, wel ke krotten niet waar? Uw voedsel, hoe sober! Uwe kinderen, welk bleek en vervallen voorkomen! En dat is alles wat er over is voor u. En daarvoor hebben dan onze voorouders tachtig jaar gestreden om in plaats van Spaansche, Nederlandsche on derdrukkers en Uitzuigers terug te krijgen! Wat is er van die vrijheid over? Niets," .Aanstaanden maandag zal aan u voor schadeloosstelling voor de aan u ontnomen vrijheid, voor de uitzuiging die dage lijks door uw patroons met behulp der wetten, door hun toedoen zoo gesteld, gepleegd wordt, haring, wittebrood, bier en sigaren uitgereikt worden. Evenals met Leidens Ontzet zal men de menschen weer als beesten kunnen zien vechten om hun deel machtig te worden." „Maandag viert men feest omdat met leidens Ontzet de honger geleden was, maar is het thans zoveel beter gesteld als tijdens Leidens beleg?" in de uitgestrekte handen boven het met groen versierde schild met het opschrift 'Hulde aan on ze broeders in Amerikabood een schonen aanblik. Jammer dat dit beeld door de boomen op het Rapenburg reeds van een zijner vlaggen, onze nationale, beroofd werd en later nog verder werd beschadigd, doch dat was iets wat niet te verhouden was, on gelukken zijn kwade kansen. Ook in 1886 was het gebruik dat de optocht halt hield bij de sociëteit van studentenvereni- Minerva. Daar werd uit borst het 'Io Vivat' aange heven en werden de leden van de optocht op erewijn onthaald. Ook bij de Haven werd nog eens stilgehouden en werden de deelnemers getrakteerd op een glas bier. De stoet werd uitein delijk ontbonden bij 'Nut en Genoegen' waar bier werd ge schonken en sigaren werden uitgereikt. De deelnemers wer den beloond voor hun optreden met een toegangsbewijs voor het concert dat die avond zou worden gehouden in de tuin van restaurant Zomerzorg aan de Stationsweg. Noodkreet Met al die optochtgangers was het een drukte van belang bij Zomerzorg. 4500 Leidenaars luisterden er naar de klanken voortgebracht door het vierde regiment Infanterie van de Leidsche Schutterij. Maar of ie dereen heeft kunnen genieten van het concert is de vraag. „De toeloop en het gedrag aan den ingang waren zo verschrikkelijk dat het bepaald te verwonderen is dat er geen ongelukken voor vielen. Telkens hoorde men een noodkreet opstijgen. De Vereeniging wijdde er in haar verslag een waarschuwend woord aan: „Konden wij Hol landers, die in zoovele zaken een goed voorbeeld geven, dit voorbeeld onzer Fransche na buren eens navolgen om, in plaats van met gejaagdheid voort te dringen, bedaard 'queue te maken', zeer zeker zou de tijd om zulk een talrijk publiek tot het feestterrein toe te laten de helft korter zijn en het minder aangename van in gedrang te zijn, geheel kunnen worden voorkomen." Het werkelijke hoogtepunt voor de Leidse bevolking was het vuurwerk dat 's avonds om negen uur op het Schuttersveld werd afgestoken. De dnakte moet enorm geweest zijn. Hier werd echter de keerzijde van het fraaie weer duidelijk. De duizenden toeschouwers kre gen het zwaar te verduren van de rook die bij gebrek aan wind aan de grond bleef hangen. „Des avonds bij het vuurwerk wat we door sommigen met den naam van 'rookwerk' hoorden betitelen, was de saamgepakte menigte op Schuttersveld en Rijnsburgschen Singel waarlijk ontzagwekkend. Men kon er let terlijk over de hoofden loopen. Dat enkele nummers van het vuurwerk niet tot hun recht kwamen, hoorden we voorna melijk daaraan toeschrijven dat er in het geheel geen wind, dat het zoogoed als blad stil was, waardoor de rook en de kruit damp als op den grond bleven hangen. Niettemin kwamen en kele voorstellingen schitterend uit en ook die van haring, brood en hutspot, die hetzij tusschen twee haakjes gezegd, vrij goed van klapstuk voorzien was. Feestelijk Daarmee kwam een eind aan het eerste, door de 3 October- Vereeniging georganiseerde, feest. De Vereeniging mocht trots zijn, daar was ook het Leidsch Dagblad het mee eens. „De stemming der menigte was over het algemeen echt fees telijk, zonder groote opgewon denheid. Van ongeregeldheden is ons ten minste niets ter oore ge komen. Met recht kunnen wij verkla ren dat deze eerste viering van Leiden's gedenkdag op het ini tiatiefder 3-October- Vereeniging recht goed geslaagd mag ge noemd worden, en wij brengen den dank, naar we vertrouwen der geheele burgerij, aan het be stuur der Vereeniging voor hare bemoeiingen. Het feest, waarvan de kosten 3110,35 gulden bedroegen, le verde de Vereeniging een batig saldo op van 280 gulden. Dat de inzet van de Vereeniging door de bevolking zeer was gewaar deerd, bleek wel uit het feit dat deze haar 'eerste' 3 October- feest kon afsluiten met 1865 le- dën. Haring en wittebrood, een optocht en het vuurwerk. Dat feestprogramma presenteerde de pas opgerichte 3 Octo ber Vereeniging op 4 October 1886 aan de Leidse bevol king. Honderd maal nu heeft de Vereeniging de organisa tie van het feest voor haar rekening genomen. Wie terug bladert naar de krant van 4 en 6 October 1886 moet vast stellen dat er in al die jaren aan het feestprogramma ei genlijk niets is veranderd. Zelfs het weer lijkt zich te schik ken naar het feest van Leidens Ontzet. Om onverklaarbare re den wordt Leiden op deze dag gespaard voor herfststormen of regenbuien. Op 3 oktober is het - voor de tijd van het jaar - vrij wel altijd mooi weer in Leiden. Zo ook op die gedenkwaardige 4 October 1886. De verslaggever van het Leidsch Dagblad, door zijn redactie al vroeg op pad ge stuurd, wist al meteen dat er weinig meer mis kon gaan. „De viering van den gedenk dag van Leiden Ontzet wordt heden door het heerlijken weder begunstigd. De zon, aan een bij na wolkenloozen hemel, schijnt vrolijk op de allerwegen, door een zacht koeltje in beweging ge brachte uitgestoken vlaggen, zoodal de geheele stad in feest tooi is", noteerde hij. Nieuws dat voor de feestvie rende Leidenaars geen verras sing kon zijn. Het bericht van 'onze verslaggever' werd pas af gedrukt in de krant van 5 Octo ber toen de feestelijkheden al ruimschoots achter de rug wa ren. Voor een uitgebreid verslag van de optocht, het vuurwerk en het feestconcert moest Lei den zelfs wachten tot 6 October. Zondag Drie October 1886 viel, net zoals dit jaar het geval is, op een zon dag. En dat betekende dat op de feestdag zelf alleen een herinne- ringsdienst in de Pieterskerk werd gehouden. Want van oudsher wordt er op de zondag in Leiden niet gefeest. Leiden wachtte de maandag af en begaf zich toen massaal op straat. „Reeds vroegtijdig wemelden de straten van wandelaars, ve len voorzien van een kokarde of een strikje van roode, witte ?n oranje kleuren. Vooral in den omtrek van het stadhuis, waar op den omgang van den toren het muziekkorps der schutterij koraal-muziek deed horen, was de drukte groot. Maar niet al leen daar, zelfs ver in en aan de grenzen van de stad waren de plechtige tonen hoorbaar. Het klokkenspel verving gedurende den geheelen morgen deze mu ziek. Ook dit gaf iets feestelijks", schreef het Leidsch Dagblad. Ook zonder 3 October-Veree- niging had Leiden - met enkele onderbrekingen - door de eeu wen heen het feest van Leidens Ontzet gevierd. Het gemeente bestuur en de studenten speel den hierin een belangrijke, rol. In 1884 kwam de Leidse onder wijzer R. Brouwer - hij was lid van de commissie voor de volksbijeenkomsten - op het idee een officiële vereniging op te richten die de organisatie van het feest voor haar rekening moest nemen. Brouwer die te vens de eerste voorzitter van zijn geesteskind zou worden, werd geïnspireerd door de gran dioze viering in '84 waarbij het standbeeld van Van der Werf in het plantsoen (toen de Ruïne geheten) met financiële steun van de bevolking werd opge richt. Oprichting Op 13 mei 1886 verzamelden zich zo n 160 mensen in de Stadsgehoorzaal voor de op richting van de vereniging. In enkele dagen schoot het leden tal naar de duizend. Brouwer had niet anders ver wacht: „Welk rechtgeaard Lei- denaar zal het zich niet tot een aangename plicht rekenen een gulden in het jaar te offeren om eene vereeniging tot stand te helpen brengen, welke de her innering bij de burgerij levendig wil houden van een historisch feit dat iedereen oprecht vader- landsch gezinden burger een gevoel afdwingt voor den be toonden moed onzer voorvade ren." Inmiddels is de bijdrage aan de Vereeniging nog slechts verviervoudigd. Tot de leden van het eerste uur behoorde ook de 'Holland- sche Club te Nieuw-York', de Holland Society. In de optocht op maandag 4 oktober werd hier uitgebreid bij stil gestaan. Maar voordat die vertrok werd in de Waag haring en witte brood uitgereikt, nu een folklo ristisch verschijnsel, toen be doeld om de armen op deze dag iets extra's te geven. De Leidsche Broodfabriek had voor eigen rekening 3400 krentenbollen ter beschikking gesteld die, met de twee broden en de haringen, aan zo'n 1700 vrouwen in de Waag aan de Aal markt werden uitgereikt. Hun dankbaarheid was groot en de dames en heren die voor de uit reiking zorgden, werden voor hun inzet beloond, zo schreef Door de eeuwen heen werd in het Waaggebouw haring en wittebrood uitgereikt. Deze foto dateert uit 1934. Burgemeester A. v. d. Sande Bakhuy- zen deelt haring uit aan een oud moedertje. foto gemeentearchief leiden mag worden, juist op den vast- gestelden tijd van het punt van verzameling. De route van de optocht was aanmerkelijk langer dan tegen woordig het geval is. De stoet vertrok vanaf het Noordeinde en liep via het Rapenburg, het Van der Werfpark (waar kransen werden gelegd) en de Steen- schuur naar de Breestraat waar diverse stops waren ingelast. Vanaf daar ging het over het Kort Rapenburg, Paardensteeg, Oude Singel, Bakkersteeg, Haar lemmerstraat, Havenplein, He rengracht, Nieuwe Rijn, Utrechtse Veer, Hogewoerd, Watersteeg, Hooigracht, Haar lemmerstraat, Paardensteeg, Kort Rapenburg, Rapenburg en Langebrug om te eindigen op de Pieterskerkgracht. Gedrang Gelukkig deed zich onderweg, en dat is inmiddels wel anders, geen oponthoud van betekenis voor. Maar de deelnemers ge droegen zich dan ook zeer orde lijk zelfs 'in het gedrang dat op sommige plaatsen zeer groot Er was slechts één minpuntje. De banier waarop hulde werd gebracht aan 'onze Amerikaan- sche broeders' bleek door haar gewicht nauwelijks .te dragen waardoor in het begin enige vertraging ontstond. Deze werd opgelost door de drager en ba nier plaats te laten nemen op de bok van het rijtuig van de uit- deelingscommissie. Het wilde sowieso niet zo vlotten met de hulde aan de Amerikaansche broeders. „Het engelbeeld met de Nederland sche en Amerikaansche vlaggen de 3 October-Vereeniging in haar jaarverslag 'door het aan schouwen van de vele gelukkige gezichten der vrouwen die met goed gevulde schorten het ge- bouwverlieten'. Tractatie De mannen kregen toen nog een eigen tractatie. Zij waren welkom in het gebouw van de Vereniging Nut en Genoegen aan de Pieterskerkgracht waar de uitdeling van 'Sigaren en Bons voor Bier' geschiedde. De bon was goed voor een glas of een halve kruik bier afhankelijk van de vraag of de begunstigde het ter plekke op wilde drinken of liever mee naar huis nam. In het laatste geval werd vijf cent statiegeld voor de kruik bere kend. Na de 'Koraalmuziek op den stadhuistoren, de bespeling van het carillon, het springen der fontein en de uitdeling' vertrok om 1 uur 's middags vanaf de Zeevaartschool aan het Noord einde de grote optocht. 23 Ver enigingen namen er aan deel. Ze liepen, feestelijk verkleed, gewoon achter de muziek aan. Een thema kende de optocht toen nog niet. Ook optochten hadden eerder deel uitgemaakt van de viering van Leidens Ontzet en kennelijk was de discipline in eerder jaren ver te zoeken geweest. In '86 schreef de onbekende journalist van het Leidsch Dagblad ten minste: „De optocht was, wat bij een dergelijke gelegenheid wel eene zeldzaamheid genoemd De optocht trekt over de Lammermarkt. Deze ansichtkaart werd in 1904 uitgegeven door hetLeidsch Dagblad. foto gemeentearchief leiden Deurwaarder uit Utrecht loopt al 40 jaar mee in optocht JAN WESTERLAKEN I egenwoordig komen ze nog maar met z'n drietjes naar Lei den: vader Philip, moeder Joke en dochter Marjolein de Vries. Zoon Baukc viert met z'n vrien den op 3 oktober Leidens Ont zet. Aan de optocht doet hij niet meer mee. De tijd ontbreekt hem, zegt hij. En dat vindt va der De Vries, deurwaarder in Utrecht, jammer. Philip de Vries woont al 37 jaar in Nieuwegein. Maar in z'n hart is hij altijd Leidenaar geble ven. De Vries houdt van zijn ge boortestad. En vooral op 3 okto ber. Niemand houdt hem op die dag tegen om het Ontzet van Leiden te vieren. Al veertig jaar lang doet hij mee aan de op tocht. Chauvinistisch? De Vries kijkt wat zuinigjes. Geeft uiteindelijk schoorvoetend toe dat dat toch wel het geval is. Dat blijkt trou wens al bij binnenkomst. Boven de kapstok in de hal hangt een delftsblauwe tegel met daarop afgebeeld een man die een ha ring naar binnen laat glijden. Eronder staat, dat een Leide naar in hart en nieren altijd 3 oktober zal vieren. De Vries is daarvan het levende voorbeeld. ..Leidens Ontzet", zegt hij, ..sla ik nooit over. Ik was een jo chie van twaalf jaar toen ik voor de eerste keer met de optocht meeliep. Als page. Dat vergeet ik nooit. In de krant stond een oproep. Ze zochten kinderen om met de stoet mee te lopen. Daar reageerde ik op. In speel tuin Oud-Hortus zaten heren achter een tafel. Zij wezen de kinderen aan dit mochten mee doen." Johan de Witt Philip de Vries viert een soort jubileum: hij is veertig jaar deel nemer aan de optocht. Zelf denkt hij, dat er weinig of hele maal geen mensen zijn die het zo lang hebben volgehouden. Zijn vrouw, een échte Utrecht se, volgt haar echtgenoot al twintig jaar naar Leiden. De 'De Vriezen' namen de kinderen al mee toen ze net drie jaar oud In de optocht figureerde hij ooit als de vader van Mozart, Maximiliaan, Johan de Witt (raadspensionaris van Dordrecht), als Volendammer en als reiziger van een post koets. Van alles heeft De Vries foto's gemaakt. Alle vier, vader, moeder, zoon en dochter, heb ben ze hun fotoboek. Boven dien heeft de deurwaarder uit Utrecht een knipselboek ge maakt van alles wat er rond de viering van 3 oktober in al die Jaren gebeurde. Of dat niet ge noeg is, heeft hij ook zo'n twaalf uur videó-opnamen. In de win termaanden wil hij zich nog wel eens terugtrekken om naar die beelden te kijken. „Ik heb van alles meege maakt", vertelt hij. „Goed weer, slecht weer en paarden die op hol sloegen. Twee keer heb ik zelfs meegemaakt dat er paar den aan de haal gingen. Op de Aalmarkt was de eerste keer. Dat gebeurde op het moment dat we van de praalwagen wilde afstappen. Wat er precies ge beurde weet ik niet meer. YVel dat de paarden via de Elaarlem- merstraat naar de Hooigracht draafden. Daar zagen mensen kans om ze tot staan te bren gen. Alles liep gelukkig met een sisser af." Hoe anders was het de tweede keer. Over dat voorval kan De Vries zich nog opwinden. De paarden waren al onrustig door de harde muziek, die werd ge speeld in de buurt van de koets waarin hij met zijn gezinnetje zat. Toen er op de Steenstraat blikjes naar de dieren werden gegooid ging het mis. De paar den sloegen op hol en één ervan raakte aan een voorbeen ge wond. „We zijn ons werkelijk een hoedje geschrokken", zegt hij nu, na zoveel jaar. „Onze koets was helemaal vernield. Nie mand van ons was gewond. YVe hebben geluk gehad. Voor het paard moest een dierenarts worden opgetrommeld om de verwonding aan het been te verzorgen. En voor ons zat er niks anders op dan de tocht te voet verder voort te zetten. De opmerkingen die je dan naar je hoofd geslingerd krijgt.... Leuk is dat niet, maar we deden net of we niets hoorden. Het bericht over het voorval stond een dag later in alle landelijke kranten." Een paar dagen voordat hij naar Leiden afreist hebben de kriebels hem al te pakken. De Vries verbergt dat niet. Z'n ogen beginnen te glinsteren als hij de uitnodiging voor de optocht van dit jaar in de hoogte houdt. De kaart vermeldt dat hij en zijn aanhang als Franse hovelingen aan de stoet moeten meedoen. De maten voor hun kleding hebben ze enkele maanden ge leden al aan de kleermaker doorgegeven. Ziekte Philip de Vries, 37 jaar weg uit Leiden, hunkert naar het feest op 3 oktober. „Ik denk dat het een soort ziekte is. Ik durf er best voor uit te komen dat ik trots ben op de stad waar ik ben geboren. Op 3 oktober staan er bij ons altijd rood/witte bloe men op tafel. De Leidse kleuren. Dat hoort er gewoon bij. En een dag later, op 4 oktober eten, we thuis in Nieuwegein hutspot. Want dat hoort bij de viering van Leidens Ontzet. Op de dag zelf komen we daar niet toe. Na de optocht gaan we naar de Chinees aan de Stationsweg." Dochter Marjolein, die tot dan alleen maar heeft geluis terd, tikt haar vader fijntjes op de vingers. Zegt: „Pa wil nooit met m'n moeder naar Utrecht om te winkelen. Als het aan hem ligt gaat hij elke week naar Leiden. Hij koopt er zijn kleren en als 'ie veel tijd heeft gaat hij er ook nog eens naar de kap per." De Vries kan het zich dan ook niet voorstellen, dat er Leide naars zijn die op 3 oktober de stad ontvluchten. De Efteling in Kaatsheuvel is op die dag zeer gewild bij hen. „ik vind dat ab soluut niet normaalzegt de deurwaarder uit Nieuwegein met enige nadruk. „Voor geen prijs wil ik dat feest missen. Als ik nog in Leiden zou wonen, liep ik alles af. Vanaf de uitrei king van haring en wittebrood, tot aan het vuurwerk. En dan te bedenken dat ik helemaal niet van vis houd. Misschien", zegt hij hoopvol kijkend in de rich ting van zijn vrouw, „komt het er ooit nog eens van. Als het aan mij ligt gaan we na mijn pensio nering weer in Leiden wonen." De blik van zijn vróuw spreekt boekdelen. Veel veranderd Veertig jaar 'meelopen' op 3 ok tober. Er is veel veranderd, ver telt De Vries. „In het begin was de optocht veel langer dan nu. Als je op de Aalmarkt terug kwam heerste er een heel gezel lig sfeertje, je kon teruglopen naar de Stadsgehoorzaal om vanaf het balkon nog een stukje van de stoet te zien. Dat is voor hij. Ie proeft nu nog maar wei nig van die sfeer en dat vind ik jammer. Vroeger liepen we eerst een rondje door de stad om wat van die gezelligheid te proeven. Dat kun je nu vergeten. Tegen woordig word je al heel vroeg verwacht en je bent al blij als je een plekje voor je auto hebt ge vonden. Kortom, er is in al die jaren behoorlijk wat veran derd." Nu nog komen ze met z'n drietjes naar Leiden. Maar de dag lijkt niet zo heel ver meer weg of De Vries moet in z'n eentje aan de optocht meedoen. Vrouw Joke zegt: „Zodra m'n dochter het huis uit is, stop ik ermee. Twintig jaar vind ik ei genlijk wel genoeg. De kinderen waren een paar turven hoog toen we ermee begonnen. Ik re gelde oppas en reisde m'n rpan met de trein achterna. Eens komt daar een eind aan. Drie oktober? Het hoorde er allemaal bij. Als Philip iels wil, dan zet hij dat toch wel door." Voorgrond Wat De Vries ervan vindt dat hij straks alleen in de optocht moet figureren? Hij lacht. Vooralsnog is hij er niet van overtuigd dat zijn vrouw de daad bij het woord voegt. „Ik denk dat ze me niet in de steek laat, ook al is ze geen Leidse. Mijn vrouw heeft een goede eigenschap: ze houdt er niet van om op de voorgrond te treden. Daarom zegt ze dit. Maar ik zie mezelf op 3 oktober nog niet alleen naar Leiden vertrekken." „Doe ze de groeten van me in Leidenzegt hij vlak voordat de deur in het slot valt. „Ik kom er-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 14