Mercedes-ster glanst niet meer T\ Durf op middelbare leeftijd Mercedes gooit het roer om. Er moet binnen niet al te lange tijd een kleine A-klasse komen, die 'betaalbaar' is. Vooruitlopend op die nieuwe auto presenteerde Das Haus in Frankfurt deze spec taculaire Vision A93. FOTO MERCEDES Duitse auto-motor stottert, maar slaat nog niet af Wat goed is voor Mercedes is goed voor Duitsland'en 'Als Daimler verkouden is, heeft het land griep'. Twee gevleugelde uitspraken die aantonen hoe onvoorstelbaar belangrijk Duitslands grootste concern in het bijzonderen de auto-industrie in het algemeen voor de Bondsrepubliek zijn. Bij de presentatie van de cijfers over het eerste half jaar, eind vorige week, zorgde Daimler-baas Edzard Reuter voor een schok. Het concern heefteen acute koortsaanval", was zijn sombere toelichting op de schamele balanscijfers. De Ster glanst niet meer, B at Daimler over het eerste half- B jaar van 1993 nog iets meer dan 180 miljoen gulden winst had gemaakt, tegen ruim 1100 miljoen in dezelf de periode van 1992, was alleen te danken aan het aanspreken van de nog altijd royale reserves. Reuter kondigde aan dat er wereld wijd nog eens 40.000 banen moeten verdwij nen en dat de produktiviteit in de auto-sector tot eind 1997 40 procent omhoog moet. Kommer en kwel, niet alleen in Mercedes- land, maar in de hele Duitse auto-industrie. Overal grote verliezen, overal rigoureuze be zuinigen. Zelfs de 1AA in Frankfurt, de etalage van de auto-industrie, trok dit jaar 20 procent minder bezoekers dan vorige keer. Een teken aan de wand in het autogekke Duitsland, dat er nog altijd prat op gaat dat daar het wonder op vier wielen werd uitgevonden. Nergens ter wereld geniet de auto-industrie zo'n status als in Duitsland. Geen regeringsleider kon het zich tot nu toe permitte ren een snelheidslimiet op de autowegen in te voeren, want, zo luidt de boodschap van de auto managers: alleen omdat we snel le Autobahnen hebben, zijn onze auto's zo goed. Vanuit die visie gezien was het zelfs niet eens iro nisch bedoeld toen prestigebe- drijven als BMW, Audi en na tuurlijk Mercedes meedeelden dat zij als bijdrage voor het milieu vrijwillig de topsnelheid van hun snelle flitsers hebben beperkt tot 250 kilometer per uur. Zodra er van welke kant ook enige opposi tie dreigt, wijzen de managers op het vitale belang van hun branche voor de industrie staat Duitsland. De auto-industrie is de wel vaartsmotor van het land, het punt waar alles om draait. De auto brengt de individualiteit van de mens tot uitdrukking. Kreten uit de hoek waar nu de klappen vallen. En of het nog niet genoeg is, worden de autobouwers niet moe te herhalen dat in Duitsland een op de zeven banen direct of indirect van de auto afhangt. Inderdaad is de auto-industrie met een jaarlijkse omzet van ongeveer 330 miljard gulden de sterkste branche in Duitsland. Na de machinebouw en de elektronicasector is ze met nu nog 700.000 werknemers ook de grootste particuliere werkgever. Aangenomen dat elke werknemer in deze sector behalve zichzelf gemiddeld drie familieleden heeft te onderhouden, leven drie miljoen Duitsers di rect van de auto-industrie. Maar, zo onderstreept de industrie keer op keer, dat is alleen de harde kern. In de toele verancierssector zijn bijna een miljoen werk nemers, plus aanhang natuurlijk, op de pro- duktie van het blik op vier wielen aangewe zen. En daarmee zijn we er nog niet. Tot de directe toeleveranciers horen ook de produ centen van grondstoffen, zoals ijzer, staal en kunststof, de bouwers van machines en fa- brieken en dienstverlenende sectoren als de verzekeringsbranche. Daarnaast worden er tientallen miljarden uitgeven voor wegen, bruggen, benzinesta tions, garages en vele andere voorzieningen om de voor die vrijheid op vier wielen nood zakelijke infrastructuur te creëren. Omdat het ding ook nog moet rijden, is een vitale rol weggelegd voor de mineraalolieindustrie. Als alles dan wordt opgeteld is het inderdaad juist dat zo'n 13 miljoen van de 80 miljoen in Duitsland levende mensen direct of indirect afhankelijk zijn van de auto. Stadsauto Maar liefst 40 miljoen auto's zijn in Duitsland geregistreerd. Het gevolg is vrijwel perma nente verkeersopstoppingen. Wie nu echter zou denken dat de Duitsers hun vierwieler thuis zouden laten om over te stappen op het openbaar vervoer, zit er helemaal naast. Lie ver twee uur in de file dan twee uur met de trein, is het motto. Zelfs de milieu-organisatie Greenpeace lijkt zich bij de niet uit te roeien liefde van de Duitser voor zijn auto te hebben neergelegd. Op de IAA organiseerde de milieuorganisatie een campagne voor de zuinige stadsauto. Op een lijst konden belangstellenden de nog niet gebouwde ecologische auto bestellen. De be stellingen worden aan de producent gegeven die als eerste die superzuinige en toch vei lige auto op de markt brengt. Greenpeace ziet Ijet gevaar dat met deze actie de milieuvernietiger auto wordt ge rehabiliteerd. Een woord voerder: „Maar we willen de mensen er niet alleen toe brengen kleine auto's aan te schaffen, we hopen tege lijk dat ze er eens over gaan nadenken of het echt nodig is de auto te gebruiken. Wij willen een andere trend, namelijk niet steeds meer PK's, maar meer IQ." Op de IAA leken de producenten de bood schap te hebben begrepen. Mercedes, BMW, VW, Opel en ga maar door presenteerden prototypes van de nieuwe zuinige stadsauto. Op hun stands waren de bolides met 300 en meer PK niet te zien. Overal stonden de kleintjes en studies over milieu-vriendelijke aspecten centraal. Een BMW-manager voor zijn ecologisch opgebouwde stand vol fiet sen: „We voelen ons als een soort stropers, die in een klooster hun toevlucht hebben moeten zoeken." Dealers staken hun mening over zoveel schijnheiligheid ook niet onder stoelen of banken. Een grote Berlijnse dealer: „Wij hebben nog nooit iets gehoord over de aanstaande produktie van die kleine toe komstauto. Bij ons staan alleen snelle wagens met veel PK's in de showrooms." Twee kratten bier Het Mercedes-concern, dat aan de voor avond van de IAA vol trots aankondigde dat in 1996 200.000 exemplaren van de nieuwe kleine zuinige Benz zullen worden gebouwd, hield zich tijdens de tentoonstelling op de vlakte.. De produktie begint op zijn vroegst in 1997 en aantallen wilde Mercedes-directeur Wemer niet noemen. Volkswagen, dat twee jaar geleden opzien baarde met de medede ling dat met de Zwitserse horloge-goeroe Ni cholas Hayekde een Swatch-auto voor „twee personen en twee kratten bier" zou worden gemaakt, annuleerde begin dit jaar het prin cipe-akkoord. De nieuwe VW-baas Piëch houdt nu eenmaal niet van kleine auto's, en hij niet alleen. Dé autobouwers vrezen name lijk die kleine, zuinige wagentjes als de duivel het wijwater. Op kleine auto's verdien je im mers veel minder dan op grote. En geld verdienen moeten ze, want de situ atie is slecht, zoniet dramatisch. Allemaal lij den ze zij het in mindere mate aan het Mercedes-syndroom dat de klant best wat extra's wilde betalen voor een produkt Made in Germany. En stuk voor moeten ze daar nu leergeld voor betalen. Tientallen jaren gold bij Mercedes de filosofie: het beste of hele maal niks. In het verleden liep dat als volgt: een reusachtig leger van zo'n 9.000 technici ontwikkelde een nieuwe auto zonder kosten- opdracht. Aan het einde werden de kosten opgeteld en net zoals bij opdrachten van de overheid kwam daar een winstmarge bovenop. De klanten betaalden die prijs, om dat ze fascinerende auto's wilden. De levertijden waren lang, de verkopers ar rogant. Niet verwonderlijk, omdat er altijd meer liefhebbers waren dan Mercedes auto's produceerde. Het ging pas mis toen Merce des-Benz twee jaar geleden kwam met „het voorbeeld van de nieuwe autocultuur", de super-de-luxe peperdure. S-klasse. De techniek had er alles in gestopt wat op dat moment denkbaar was, met als gevolg dat de auto zo duur werd dat veel traditionele klanten naar de veel goedko pere concurrentie van BMW, Audi en de Ja panse aanbiedingen in de luxe klasse uitwe ken. Mercedes had een Dinosaurus geprodu ceerd, die niet past in deze wereld. De klap kwam hard aan. Mercedes kwam er ineens achter dat prijzen een verkoopar gument waren geworden en dus moeten ze omlaag. Maar het verlagen van prijzen is on eindig veel moeilijker dan het verhogen. De kolos moest anders leren denken en uiter aard handelen. Een van de eerste daden van de nieuwe Mercedes-baas Helmut Wemer was dan ook dat de filosofie „het beste of niks" naar de schroothoop kon en dat het concern net zo moest opereren als de con currentie. Het eerste zichtbare resultaat was de nieuwe C-klasse. Voor het eerst werd een nieuw model, hoewel minstens vijf mille meer waard dan de ou de Baby-Benz, praktisch voor de zelfde prijs aangeboden. Het is echter nog lang niet genoeg: de autoverkoop is maar liefst 30 procent gedaald. Voor het eerst in de geschiedenis moet Merce des personeel ontslaan. „Doen we het niet, dan komt het hele concern in gevaar", aldus Reuter. Een mythe is gestorven. Buitenland Hoewel geen van de concurren ten heeft geprobeerd net als Daimler de vleugels buiten de ei gen branche uit te slaan, ziet het er bij hen niet veel beter uit. Ook zij hebben te lang vastgehouden aan achterhaalde produktie- en denkwijzen. In combinatie met de recessie levert dat een droevig beeld op. BMW ver kocht de eerste helft van dit jaar 16 procent minder auto's, VW 17, Opel 23, Ford 24, Audi 28 en droevige hekkesluiter is Porsche met een teruggang van 45 procent. Overal worden gigantische verliezen geleden en allemaal hebben ze nu de mond vol van lean-produc tion (afgeslankte produktie). Het personeels bestand wordt in razende vaart ingekrom pen, de produktiviteit moest minstens 30 procent omhoog en in alle concerns liggen de plannen klaar om in het veel goedkopere buitenland te gaan produceren. Hoewel Opel, Ford, Audi, Porsche en BMW niet kinderachtig zijn bij hun snoei-operaties, spant VW toch wel de kroon. Bij Volkswagen is, ondanks de optimistische verhalen van president-directeur Piëch, het eind van de tunnel nog niet in zicht. Tot 1996 moet een produktiviteitsstijging van 60 procent worden gehaald. Natuurlijk wordt gehoopt dat de als 'de wurger' bekend staande nieuwe aanwinst Ignaz Lopez niet wegens bedrijfsspionnage achter de tralies verdwijnt voordat hij zijn voor VW zegenende werk heeft afgerond. Een extra probleem voor VW vormen de dochters Skoda in de Tsjechische Republiek en Seat in Spanje. Om de ondergang van Seat te voorkomen, moest VW de Polo-fabriek in Spanje voor 1,5 miljard terugkopen. Skoda zal het ook met veel minder geld moeten doen. Een investering van 1,6 miljard gulden werd afgelopen weekeinde tot grote woede van de Tsjechen afgeblazen. Een verhaal apart vormen de toeleveran ciers. Verdwijnen er in de directe autosector dit jaar en in 1994 zo'n 150.000 banen, de perspectieven voor de toeleveranciers zijn nog somberder. In deze branche, waar meer dan 800.000 werknemers jaarlijks goed zijn voor een omzet van bijna 150 miljard, wordt een op de vijf banen acuut bedreigd. Zelfs voor de grootste autofreak en de meest gedreven lobbyist moet het intussen duidelijk zijn geworden dat de autoindustrie in Duitsland geen groeiende bedrijfstak meer is. Nu de markt verzadigd is, verliest deze in dustrie zijn functie als trekpaard voor de eco nomie. Edzard Reuter had het wat dat betreft aan het rechte eind toen hij een paar jaar ge leden met de automiljarden op zak branche vreemde bedrijven zoals AEG, Dornier en MBB en recentelijk Fokker begon op te ko pen om Daimler-Benz om te vormen tot een „geïntegreerd technologieconcern". Hij wilde klaar zijn voor de dag dat er met auto's geen dik belegde boterham meer te verdienen zou zijn. Het was een misrekening: zijn aankopen blijken stuk voor stuk probleemkinderen en de kip met de gouden eieren is van de leg. Omdat Daimler-Benz niet zo maar een groot bedrijf is, maar het vlaggeschip vormt van de Duitse industrie, is de „acute koortsaanval" bij de Ster een alarm signaal voor het hele land. ZATERDAG 25 SEPTEMBER 1993 DENK wijzer „Het was misschien egoïstisch, maar ik koos ervoor om weg te gaan op een moment dat ik nog een goede kans had om een relatie met iemand anders op te bouwen. En ik geloofde echt dat in mijn huwelijk blijven alleen maar meer verbittering en schijnheiligheid zou opleveren." Terwijl ze het zegt, kijkt ze me aan met ogen waar je de vertwijfeling zo uit weg kan pakken. „Maar", vervolgt ze, „die eerste tijd kwam het zelfverwijt vaak in grote golven over me heen. Wat deed ik de kinderen aan? En wat deed ik hem aan? Hij was dan wel niet ideaal, maar hij was"be paald ook geen slecht mens". In de stilte die valt, voel ik hoe ze zich als het ware prikt aan de distels van schuldgevoel die her en der in haar binnenste ver spreid staan. „Maar", gaat ze verder, „hoe ouder ik word, hoe minder spijt ik eerlijk gezegd van mijn beslissing heb. Het spijt me eigenlijk vooral dat ik het niet veel eerder gedaan heb. Ik heb in feite veel te lang gewacht. Veel te lang gedaan alsof. Maar ik was gewoon nog niet eerder klaar om mijn kaarten op tafel te leggen". Die uitdrukking, 'ik was er eerder nog niet klaar voor, ik was er eer der nog niet aan toe', heb ik tal loze malen gehoord uit de mon den van mannen en wouwen, die op middelbare leeftijd een drastische wending aan hun le ven gaven door hun relatie of baan op te zeggen of door op eens een seksuele voorkeur, zoals homoseksualiteit, die ze al jaren in het verborgen koesterden, openlijk te bekennen. In 1980 publiceerde de 'levens- loop'-psycholoog Erik Erikson een prachtig boek, getiteld The mes of Work and Love in Adult hood (thema's van werk en liefde in de volwassenheid), waarin de middelbare leeftijd, globaal de periode tussen 40 en 55 jaar, wordt beschreven als de tijd waarin we langzamerhand een belangrijke overtuiging gaan ver liezen: de overtuiging namelijk dat we nog plenty tijd hebben om de meeste dingen te doen, die we (ooit) wilden doen. Met het verlies van die overtui ging komen wagen naar de op pervlakte als: „Wat heb ik tot nu toe met mijn leven gedaan en waarom heb ik dat gedaan? Is dit leven, deze wouw, deze man, de ze kinderen, deze vrienden, dit werk, deze persoonlijkheid nou eigenlijk wat ik me ervan voorge steld had? Heb ik eigenlijk wel genoeg ontplooid, ontwikkeld wat er aan mogelijkheden, talen ten, in me zit? Kan het nu nog, of ben ik eigenlijk al te oud?" Het wezenlijke dilemma achter zulke wagen, aldus Erikson, is: Laten we ons, min of meer passief, de rest van ons leven dic teren door de omstandigheden waarin we nou eenmaal verzeild zijn geraakt of dragen we het commando over ons leven aan onszelf over? De wouw waar ik het eerder over had, besloot haar huwelijk op te zeggen, nadat ze op een heel an der gebied had ervaren dat ze haar leven zelf kon 'managen'. Een paar jaar voor de scheiding was ze begonnen met werken. Aanvankelijk in een bescheiden baantje. Maar toen ze dat heel goed bleek te doen en steeds ver der opklom, ontdekte ze op een gegeven moment tot haar eigen verbazing dat ze economisch volledig voor zichzelf en eventu eel ook haar kinderen kon zor gen. Ze ontdekte ook dat dingen die haar woeger angst inboe zemden, zoals het woord voeren in een groep of het kritisch aan de tand voelen van mensen die op een bepaald gebied veel des kundiger dan zij waren, haar goed af gingen. Ze ontdekte kortom, dat ze vaak het risico kon nemen om te zeggen of te doen wat ze zelf dacht of vond zonder bang te hoeven zijn dat het plafond meteen naar bene den kwam. Het waren die risico-ervaringen die haar er uiteindelijk ook toe brachten het risico te nemen uit haar huwelijk te stappen. En op nieuw merkte ze, dat alhoewel het bepaald geen pijnloze stap was, het plafond niet naar bene den kwam. Erikson merkt op, dat veel man nen en wouwen op middelbare leeftijd heen en weer pendelen tussen de angst en het verlangen een relatie open (dat is niet het zelfde als op!) te breken die ze al heel lang als onbewedigend en vaak zelfs als destructief ervaren. Een van mijn patiënten, een 51- jarige man, erkende na een aan tal gesprekken dat hij al jaren meer in zijn huwelijk zat uit pas siviteit en angst dan omdat hij daar nou echt overtuigd voor ge kozen had. Maar die bekentenis verhevigde, zo bleek vervolgens, zijn twijfel en spijt alleen maar. En dat kan ook niet anders want de keuzes waar we het vaakst spijt van hebben zijn die welke we uit angst of onzekerheid ge maakt hebben. In feite zijn het geen keuzes voor iets of iemand, maar het zijn keuzes 'tegen': te gen angst, tegen onzekerheid, te gen alleen-zijn, tegen schaamte. Het zijn, zoals Erikson het noemt, wanhopige pogingen om zekerheid, om veiligheid, te vin den en het gevoel van gefaald te hebben te ontlopen. „Misschien als ik me anders had opgesteld, dat het met ons huwe lijk ook anders gelopen was", zei hij. „In het begin was het voor mijn gevoel gewoon een goede relatie, maar zoals het nu gaat is het eigenlijk niks meer. Toch. eerlijk gezegd, jagen de twee al ternatieven die er zijn me allebei angst aan: proberen onze relatie op te lappen of de moed vinden eruit te stappen. Maar wat me ei genlijk nog het meest dwars zit, is hoe gekwetst en boos ik ben. nu alle gevoelens, alle frustratie en spijt van de afgelopen 24 jaar bij mij boven komen. Of ik nou bij Haar weg ga of dat ik blijf, wat maakt het eigenlijk uit? Die jaren zijn toch weggegooid en al die pijn, hoe zou ik die ooit kunnen vergeten?" Een van de dingen, aldus Erikson, die mensen in deze levensfase nou net niet moeten doen, is de pijn van het verleden proberen te vergelen, te verdrin gen. Waar het om gaat is dat ie mand leert om de spijt, de pijn, het verlies van (liefdes)jaren, te accepteren als deel van zijn of haar persoonlijke geschiedenis. Alleen door deze te accepteren is het mogelijk om een zekere mate van control^te krijgen over de bitterheid die anders het leven uitholt. Accepteren van de pijn van mis lukking of 'nederlaag' verdient de voorkeur boven 'vergeten', want accepteren betekent een zekere mate van wede sluiten met de werkelijkheid en zo energie vrij maken om nieuwe wegen in te slaan. Ontkennen of verdringen van een pijnlijke werkelijkheid betekent als het ware oorlog met jezelf blijven voeren en dat weet energie. Energie, die dan niet voor andere dingen beschikbaar is. Mijn patiënt zal het feit onder ogen moeten zien dat wat hij ook met de rest van zijn leven doet, tal van herinneringen uit zijn hu welijk altijd pijnlijk zullen blij ven. Ook als hij probeert om zijn relatie te verbeteren, dan nog zijn daarmee de verloren jaren niet teruggewonnen. Een van de pijnlijkste constate ringen in relaties op middelbare leeftijd, die moeilijk zitten, is dat je niet opnieuw kunt beginnen. Het enige 'verstandige' wat je kunt doen is je verlies te incasse ren en wat je dan nog overhoudt 'risicodragend' te investeren. Want. zoals de dichter T.S. Eliot zo treffend schreef, ook in de tweede levenshelft there will be time to wonder, „Do I dare?" and, „Do I dare?"('7ji\ er tijd zijn om je af te wagen, Durf ik? en, Durf RENE DIEKSTRA hoogleraar klinische en gezondheidspsychologie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 35