'Ik snap nog niet dat ik het durfde'
Roddelen aan de bar
Smakelijk en vermakelijk
Cultuur&Kunst
Een ongemakkelijk gesprek
Vromannen van vuilnis
DONDERDAG 23 SEPTEMBER 1993
Worden
Wouden worden gladgeschoren,
wieren worden weggedregd,
moerassen worden drooggelegd,
maar baby's worden nat geboren.
Anjers worden blauwgevoederd,
zalm oranjegeel gerookt,
kreeften worden roodgekookt,
maar baby's worden witgepoederd.
Oesters worden rauw gegeten,
asperges worden toegedekt,
varkens overlangs gespleten,
maar kinderen worden vroeg gewekt.
Spruitjes worden gaargestoofd,
kievitseieren platgekneed,
kippen worden graag onthoofd,
maar kinderen worden aangekleed.
Ganzen worden vetgemest,
kalveren worden leeggebloed,
stieren worden doodgepest,
maar kinderen worden opgevoed,
kinderen worden opgegroeid,
en met woorden volgegoten,
sera worden ingespoten,
maar volkeren worden uitgeroeid.
Uit: Leo Vroman, De godganselijke nacht, Uitgeverij
Querido, Amsterdam.
Kinderen zijn in de gedichten van Leo Vroman vaak het geweten
van volwassenen. Als hij wil tonen wat oorlog en welvaart kun
nen aanrichten, toont hij ons vaak kinderen als slachtoffers. In
dit gedicht zijn ze dat uiteindelijk ook, al lijkt het er even op, in
al die slotregels met 'maar', dat ze als enigen van de ondergang
gered worden.
'Worden' is ontwikkeling, groei. „Heilig is alles in de groei,"
schrijft Vroman ergens over kinderen. 'Worden' heeft ook de ge
voelswaarde van een proces dat zich buiten je wil en verant
woordelijkheid voltrekt Dat zou dan zelfs gelden voor hel op
groeien van onze kinderen. Die we gewild hebben en voor wie
we verantwoordelijk zijn. En evenzeer voor hun erfenis.
RECENSIE MONIQUE BRANDT
Manfred Langer, De geheimen van de rï
Uitgeverij Arena, 25,00
De iT is Amsterdam's bekendste
homodiscotheek met Manfred
Langer als al even beroemde ei
genaar. Met behulp van een
ghostwriter schreef hij een lof
zang op zijn eigen prestaties. En
uitgeverij Arena dacht kennelijk
met Langers geheimen een fi
nanciële slag te slaan. Een
handjevol homo's, een flinke
scheut sex, daarbij gevoegd wat
bekende Nederlanders, en klaar
is Kees, moeten ze gedacht heb
ben.
Deze uitgebreide reclamefol
der is 101 bladzijden dik, heeft
een hoog 'Privé-gehalte' maar is
toch niet erg interessant voor de
lezer die niet behoort tot de vas
te klantenkring van de iT.- Op
een gepaste Henk van der Mey-
den-toon verhaalt het boekje
over de geschiedenis van de van
oorsprong Oostenrijkse Langer
die in 1972 naar Nederland
kwam, het homo-café Chez
Manfred opende en in 1989 de
trendy discotheek iT begon, dat
de sfeer van de trendy tenten op
homoparadijs Ibiza moest uit
stralen.
Daarna komen de perso
neelsleden van de discotheek
aan het woord: de dansers, de
discjockey, de vaste bezoekers,
die stuk voor stuk niet meer
zónder hun stamcafé zouden
kunnen, en daar ook tot gapens
toe kond van doen. 'Door de iT
is mijn leven pas echt begon
nen.' 'De iT geeft me het gevoel
bij een groep mensen te horen
die om elkaar geven.' 'Zonder
de iT zou mijn leven behoorlijk
leeg zijn', zo gaat het maar
door.
Tenslotte kunnen we dankzij
Langer onze kennis van het we
reldje der Bekende Nedeclan-
ders nog wat opvijzelen. Hij
weet namelijk de indruk te wek
ken dat de bar avond aan avond
vergeven is van de beroemdhe
den, en daarbij voelt hij zich
niet geremd om de 'geheimpjes'
van zijn beroemde bezoek te
onthullen. We zullen er hierbij
vast wat verklappen.
Zo lezen we dat de blonde
zanger Gordon vroeger een van
de vaste bezoekers was en op
dezelfde mannen valt als Langer
zelf, dat actrice Kiki Classen het
nog steeds naar haar zin heeft
als barkeepster in de disco
theek, dat Grace Jones wilde
nachten genoot met de iT-
discjockey en dat Boy George
alleen optreedt als er zes xtc-
pillen klaar liggen. Patty Brards
('een van mijn favoriete bezoek
sters') vriend houdt ervan om
cocaïne uit te delen en ook Ed
die Murphy en de Chippendales
laten zich het witte poeder goed
smaken. En wist u dat André
van Duin een onbereikbare lief
de heeft? Ja, de ex van Manfred
Langer...
m*
lt-eigenaar Manfred Langer.
Korte verhaaltjes over de verra
derlijke kanten van de liefde.
Dat betekent overspel en wraak,
ontvoering, chantage, rechtsza
ken, sarrlenzweringen en moor
den. De verhalen in Italiaanse
kronieken zijn smakelijk en ver
makelijk, maar veroorzaken ook
een vaag gevoel van onrust. Ze
spelen zich af in Italië (waar de
mensen warmbloediger, onge
duriger en korter aangebonden
heten te zijn dan bij ons en
waar eergevoel een grotere rol
speelt in het leven), maar dat
een Nederlander ten prooi zou
vallen aan liefdesverdwazing is
toch niet helemaal onwaar
schijnlijk.
Ik herinner me een concreet
geval van een door minnepijn
getergde jongeman die verlich
ting zocht door met een giganti
sche wegwerkmachine een tien
tal auto's te pletten. Zo ver
klaarde hij Haar zijn liefde... en
had succes. Zo'n verhaal zou in
Italiaanse kronieken niet mis
staan, wat maar weer bewijst
dat niets Italiaans ons vreemd
Ben van der Velden was cor
respondent voor NRC Handels
blad in Italië. De indruk bestaat
dat hij de verhalen heeft ge
sprokkeld uit kranten, tijdschrif
ten ën van de televisie. Hij heeft
ze zakelijk en bondig opge
schreven; daardoor ogen ze rea
listisch. Toch (en dit ter gerust
stelling voor mensen die vinden
dat wij ons te allen tijde redelijk
en verstandig moeten gedra
gen) kunnen ze niet louter aan
de werkelijkheid zijn ontleend,
want Van der Velden maakt ge
bruik van een literair model: de
Chroniques Italiennes van
StendhaL
Vals beeld
S Carmiggelt. 'Het klinkt soms wel aar
dig' Afonstische citaten, gebundeld door
Gerd de Ley Uitg. Darbo, 1993, 14,9,0.
Een vreselijk boekje, een ander
woord heb ik er niet voor over.
Weggegooid geld. Het was blijk
baar de bedoeling van de uitge
ver om zonder moeite even snel
wat te verdienen aan de beken
de naam die Carmiggelt nog al
tijd heeft.
Uit een aforisme moet, helder
en geestig geformuleerd, een
diepe gedachte spreken. Aan
deze eis voldoen de uitspraken
van Carmiggelt helemaal niet.
Het zijn vrijwel allemaal oubol
lige en gedateerde uitspraken
die het niet waard zijn om aan
de vergetelheid te worden ont
rukt. Tot verdediging van Car
miggelt moet ik wel aanvoeren
dat hij zelf geen aforismen
schreef. Samensteller de Ley
heeft ze aan zijn werk ontleed.
Deze losse uitspraken wekken
niets dan weerzin. „Gelukkig
In Carolijn Visser's boek blijft geen illusie overeind. foto pr
AI die gruwelijke beelden van
bootvluchtelingen hebben ons
duidelijk gemaakt dat de mees
te Vietnamezen weinig op heb
ben met het bewind in hun
land. Zij die noodgedwongen
bleven - inwoners van het voor
malige Zuid-Vietnam evengoed
als Noorderlingen - denken be
slist niet gunstiger over hun re
gering. Dat is nog nooit zo dui
delijk naar voren gekomen als
nu in Hoge bomen in Hanoi, het
nieuwe boek van Carolijn Vis
ser. Het was een avontuurlijke
reis die ze maakte, de politie
volgde al haar gangen met arg
waan. Van haar ervaringen doet
ze op indringende wijze verslag.
Het reisverhaal is een moeilijk
genre en kan nog wel eens ont
aarden in een compositie vol
losse draden. Dat is ook bij Vis
ser het geval. Het aan Hanoi ge
wijde deel van haar boek begint
met de zin: „Het vliegtuig naar
Hanoi is vrijwel leeg, een ver
ontrustend voorteken." De drei
gende vooruitwijzing blijkt ner
gens naar vooruit te wijzen. Het
verslag van een caf ebezoek, de
beschrijving van een excursie
naar een dorpje - het is niet veel
meer dan bladvulling. Haar
schrijfstijl kan evenmin altijd
overtuigen. Te vaak krijgen we
zinnen te lezen van het soort:
„De hitte begint al voet aan de
grond te krijgen."
Visser dankt aan andere din
gen haar vooraanstaande plaats
in onze reisliteratuur: aan haar
lef, aan haar talent om belang
rijke contacten te leggen, aan
haar vermogen om mensen aan
het praten te krijgen. Terwijl ze
geen woord Vietnamees kent en
vrijwel alle onderwerpen van
gesprek in dit land uiterst pijn
lijk blijken.
Haar eerste gids in Vietnam is
mijnheer Hanh, die in dienst
was van het Zuidvietnamese le
ger. Na de gedwongen hereni
ging heeft hij daar de grootste
last mee gehad: heropvoedings
kamp, voor een baan kwam hij
niet in aanmerking. De autori
teiten, zo verneemt de schrijf
ster al spoedig, zijn zeer cor
rupt. De bevolking staat vrij
machteloos, men uit zich stee
vast sarcastisch: „Het land gaat
met grote sprongen vooruit."
Bijna niemand is te vertrouwen.
Als het geld, de camera en de
reiscomputer van Visser gesto
len zijn, krijgt ze van de politie
geen enkele steun. Vóór 1975,
zo meent bijna iedereen in Sai
gon, was alles beter.
Ook in Noord-Vietnam voer
de Visser vele ongemakkelijke
gesprekken. Ze ontmoette de
auteur Bao Ninh, die tegen de
Amerikanen gevochten heeft
maar achteraf de oorlog zinloos
vindt. „Wij streden toen voor
vrijheid, welvaart, gerechtigheid
en democratie, en al die dingen
hebben we nog steeds niet",
moet hij vaststellen. Zo blijft in
Hoge bomen in Hanoi geen en
kele illusie overeind. De
heilstaat blijkt één grote gevan
genis te wezen. Maar in deze
gevangenis zitten veel verstan
dige mensen die hun lot waar
dig onder ogen zien. Het is heel
bijzonder dat Carolijn Visser
hun vertrouwen wist te winnen.
Die interessante en innemende
hoofdfiguren redden haar boek.
Carmiggelt foto pr
merken de meeste mensen niet
dat hun huwelijk slecht is'A.
„Mijn vrouw is een mooi boek.
Maar ik heb 't uit", etcetera. Als
het zover met je huwelijk geko
men is, kun je beter scheiden.
Dit pleit niet tegen Carmiggelt,
die die keuze blijkbaar niet had
(overspel was meer zijn uitweg),
maar wel tegen De Ley, die dat
soort citaten beter niet had
kunnen kiezen.
Uit Het klinkt soms wel aardig
kojnt Carmiggelt naar voren als
een menslievende, milde en.
wijze man. Maar dat is slechts
één kant van zijn persoonlijk
heid. Achter dat leuk-melan
cholieke hoofd ging een gecom
pliceerd iemand schuil die mild
kon observeren, maar die ook
een onverzoenlijk communis
tenhater was ën die geweldda
dige trekjes had. Met deze weeë
en gemakzuchtige bundel
draagt De Ley bij aan een vals
beeld dat rondom Carmiggelt
dreigt te ontstaan. Het wordt
tijd dat er eens een eerlijke, kri
tische biografie over hem ver
schijnt, waarin hij in een histo
risch kader wordt geplaatst.
WILFRED SIMONS
Stel dat een dichter zijn lezers
ergens van wil overtuigen. Wat
haalt hij daartoe uit de kast? Be
klemmende stelligheid, bezielde
zekerheid, schokkend bewijs
materiaal voor wie niet luisteren
wil? Stei dat hij het over de na
tuur heeft die zichtbaar zeker
kapot gaat. Leo Vroman heeft
het daarover in zijn nieuwe
bundel De godganselijke nacht.
Harde bewijzen bespaart hij
ons niet. In het bijzonder in de
cyclus 'Natuur - lijk' wordt de
prijs bepaald van onze overvol-
maakte appels, onze haakrecht-
hoekige orde en ons 'zelfob-
sceen geweld'. Geen lezer, hoe
ongemakkelijk maar verveeld
ook, blijft voor deze woorden
doof. En ook de dichter weet
zich consument, die volgens de
statistieken per maand zijn ei
gen 'gewicht aan afval produ
ceert. Kon hij daarvan zelfpor
tretten boetseren, dan stonden
nu al 'achthonderd Vromannen
van weggesmeten gekleurde
vellen polymeren die verbeten
wachten op het einde dat nooit
komt'.
Daardoor kan hij, even mede
plichtig aan het grote sterven,
niet anders dan afzien van de
bevoegdheid tot vermaan. De
autoriteit van de dichter, die
van de profetische machtswoor
den en het zo mooi kunnen
zeggen, daarvan moet hij niets
hebben. 'Geloof mij dat ik geen
Dichter ben: ik wil mij niet
prachtig uiten, ik schrijf maar
wat met een balpuntpen.' Vro
man was altijd al de dichter van
het 'misschien', het 'nogal' en
het 'maar ik denk eerder dat'.
Dichten is niet zijn slimme stra
tegie, maar het vermoeide af
wachten: 'Ik ben wat moe van
dat wachten op altijd weer
het onverwachte van het ge
kozen woord altijd uit drie
mogelijkheden het vijfde.'
Is deze dichter er een zonder
hoop? Van de high-tech is wei
nig te verwachten. Die stelt
voorlopig op z'n hoogst in staat
steeds verfijnder de maat van
het bederf te meten. De bioche
micus Vroman analyseert het
bloed van het door pesticiden
vergiftigde meisje. 'En toen be
gon ik te tellen Ze had zowat
driehonderd witte cellen per
kubieke millimeter dat was
geen tiende deel van wat ze
nodig had om heel voorzichtig
nog wat te leven.'
Het gaat in deze honderd
dichtbedrukte pagina's om es
thetische noch om ethische be
vrediging. Vroman heeft het in
deze bundel dan ook over veel
meer dan 'het milieu'. Deze ge
dichten gaan erover dat er al
leen hoop is als we elkaar vin
den 'in een ogenblik van echte
liefde.' Daarin ligt Vroman's
overtuigingskracht, in die
zwaargeladen uitnodiging op
het ongewenst intieme af. Zon
der vrede geen liefde, zonder
liefde geen aarde, geen mens.
Het alternatief is de onuitstaan
bare mens. Ik ken geen poëzie
die zo hard is en zo zacht.
August Willemsen vertaalde Guimaraens Braziliaanse meesterwerk:
Bijna veertig jaar geleden publiceerde de Braziliaan Joao
Guimaraens Rosa (1908-1967) zijn Grande Sertao: ver
edas. De plattelandsarts/diplomaat vertelt hierin het le
vensverhaal van de grootgrondbezitter en oud-bandiet
Riobaldo in een woest en wild landschap. August Wil
lemsen vertaalde dit meesterwerk uit de Braziliaanse lite
ratuur onder de titel Diepe wildernis: de wegen. De verta
ler-schrijver beschouwt het als de kroon op zijn werk.
„Dit is echt mijn levensverhaal, mijn kind." Herhaaldelijk
vraagt hij dan ook: „Heeft u het helemaal gelezen? Vond
u het mooi?"
AMSTERDAM NICO HYLKEMA
Het heeft lang geduurd eer Wil
lemsen, de promotor van Portu-
geestalige en vooral de Brazi
liaanse literatuur in Nederland,
zich aan het epos van Guima
raens durfde te wijden. In 1977
vertaalde hij al een bundel ver
halen van de schrijver, versche
nen onder de titel De derde oe
ver van de rivier. De reactie was
lauw en het boek verdween na
enige tijd in de ramsj. Toch be
leeft het nu zijn derde druk. Vo
rig jaar verscheen de novelle
Het uur en ogenblik van Au-
gusto Matraga. Maar aan Gran
de sertao: veredas waagde hij
zich niet.
„Ik heb het nooit aangedurfd.
Tot ik twee jaar geléden viel en
mijn heup brak. Na een jaar in
het gesticht - een periode resul
terend in het korte autobiografi
sche werk over zijn alcoholisme,
De val (N.H.) - kwam uitgever
Meulenhoff weer bij me met die
vraag. Toen kwam het moment
dat ik dacht: nu durf ik het aan.
Ik snap eigenlijk nog niet dat ik
het heb gedurfd. De meeste ver
talingen zijn abominabel. Alleen
de Franse kan er mee door."
Verlegen geeft hij toe zijn ei
gen vertaling beter te vinden.
De reacties uit zijn vrienden
kring waren gunstig. Nu is het
wachten op de recensies. Diepe
wildernis: de wegen gaat door
voor een moeilijk boek. „In het
nawoord heb ik zoveel uitge
legd. Ik ben echt een onderwij
zer. Op een gegeven moment
moet ik dan zeggen: Genoeg ge
luld, nu is het woord aan de an
alfabeten."
„Guimaraens grijpt terug naar
de wortel. De vergelijking met
James Joyce is onzin. Eigenlijk
doet hij niets anders dan het
oude Portugees terughalen. Ik
vind dat prachtig. Roos, mijn
dochter van vijftien, vond het
helemaal niet zo moeilijk. Na
tuurlijk kun je het op een hele
boel manieren lezen. Het is een
ridderroman, een avonturen
boek, maar ook een filosofisch
werk over goed en kwaad.
Hooguit de eerste dertig pagi
na's zijn wat zwaar, maar als je
daar doorheen komt ben je ver
kocht."
Wonderlijk
„Guimaraens had één ding voor
op alle andere schrijvers: hij
kende de sertao. Ik ben er door
heen gereisd. Het is iets won
derlijks. Een streek zo groot als
Europa en overal spreekt men
Portugees. Je vliegt er uren
overheen en als je landt, spre
ken ze nog dezelfde taal." Wil-
lemsens ogen schitteren en zijn
stem verandert van kleur als hij
een aantal prachtige, gedetail
leerde kaarten van het gebied te
voorschijn haalt. Waarom is hij
er niet gebleven? „De trottoirs
zijn te smal", geeft hij als enige
verklaring. Willemsen is een en
thousiast wandelaar.
De gewelddadigheid van het
land, zoals we die dagelijks
voorgeschoteld krijgen in het
nieuws, zegt de vertaler niet
veel. Ook in 'Diepe wildernis: de
wegen' lijkt geweld een wezen
lijk bestanddeel. „Vind je? Het is
juist een liefdevol boek. Dat
soort boeken wordt nooit meer
geschreven. Het gaat over
moed, liefde en vreugde. Daar
gaat het toch uiteindelijk in het
hele leven om."
Joao Guimaraens Rosa, Die
pe wildernis: de wegen. Verta
ling August Willemsen. Uitge
verij Meulenhoff, 55,00.
Vertaler August Willemsen: „Dit is echt mijn levenswerk, mijn kind." foto dijkstra