Het waterwild is vogelvrij \v. - iv^ Het spijt me niks ZATERDAG18 SEPTEMBER 1993 Denkwijzer 'f\ V- ^t>r-«s3sasS Rotganzen en smienten op de weiden v tisksst staisatefr -lÜC*.*u: -' FOTO MARTIJN DE JONGE RINIE HOOYER EN EDP1E DE PAEPE Het jaarlijkse, bekende 'afschot' in Nederland op een rij: 20.000 houtsnippen, 15.000 kuifeen- den, 15.000 slobeenden, 8.000 tafeleenden, 7.000 wintertalingen, 1.700 krakeenden, 1500 pijlstaarten en evenveel toppereenden en goudplevieren. Trekvogels, die tijdens een tussenstop om te rusten en te fourageren of overwintering in ons land de landbouw nau welijks of geen schade berokkenen. De ontwerpnota 'Jacht en Wildbeheer' van staatssecretaris Gabor (natuurbeheer) bete kent een fikse teleurstelling voor de natuur beschermers. De Vogelbescherming in Zeist is deze week een actie gestart onder het mot to 'Gabor laat ze schieten, wij zien ze liever vliegen'. Handtekeningen tégen de plezier jacht gaan rechtsreeks of via de Vogelbe scherming naar de Tweede Kamer. De actie wordt gesteund door Natuurmo numenten en het VARA-programma 'Vroege Vogels'. Ook regionale vogelwerkgroepen doen mee. Zo heeft de Vogelwerkgroep in het Gooi het ministerie van financiën gevraagd te stoppen met het verhuren van water aan ja gers. „Voor de kust van Muiderberg worden al jaren grote stukken water verhuurd voor de sport- en consumptiejacht. De minister moet géén geld verdienen aan het doden van on schuldige watervogels", vindt de Vogelwerk groep. Met die verdienste valt het overigens nogal mee. Zes percelen, verhuurd voor der tig gulden per hectare, leveren het rijk jaar lijks 18.500 gulden op. kwetsbaar De actievoerende organisaties eisen een ver bod op de jacht in natuurgebieden en op trekvogels. Vooral watervogels zouden zeer kwetsbaar zijn. Daarbij speelt de wettelijke oppervlakte van de jachtvelden een belang rijke rol. Voor de jacht (met een geweer) op landwild geldt een oppervlakte van minimaal veertig hectaren, maar voor het waterwild slechts één hectare. De enige voorwaarde die de wet stelt, is dat die ene hectare deel moet uitmaken van een aaneengesloten waterop pervlak van meer dan tien hectare. Gevolg van deze '1 ha-regeling' is volgens de actievoerders dat door één jachtveldje de rust in een heel natuurgebied wordt ver stoord. Uit onderzoek blijkt dat het 'verstoor de' gebied tachtig tot honderd hectare groot Afschieten vormt volgens jagers een onder deel van het door hen uitgevoerde natuurbe heer. De Vogelbescherming en Natuurmonu menten stellen dat de jacht op trekvogels daaraan in geen enkel opzicht bijdraagt. De enige gevolgen zijn tienduizenden slachtof fers en verstoring van dieren en recreanten in het gebied. En dat alles vóór de sport en het plezier van de jagers. Daar komt nog eens bij dat de vogels vaak worden verjaagd naar aangrenzende landbouwgebieden, waar de dieren wel schade kunnen aanrichten. Noodzakelijk Natuurmonumenten jaagt zelf ook, maar dat blijft beperkt tot noodzakelijk wildbeheer, al dus regio-opzichter I. Mes. „Wij schieten al leen als het ecosysteem wordt bedreigd of als iemand echt last heeft van waterwild. In het laatste geval gaat het om enkele plekken, vaak landbouwgronden." Het grote bezwaar van Natuurmonumen ten tegen consumptiejacht is, dat deze hét ecosysteem verstoort. De jongen van de wa tervogels vormen immers het voedsel van roofvogels. Mes zelf heeft minder problemen met de consumptiejacht. „Ik begrijp best wel dat de mensen eend en fazant lekker vinden. Het is ook heel gezond vlees. Aan de andere kant mogen deze dieren niet uitsterven. Daar moetje rekening mee houden." In de nota 'Jacht en Wildbeheer' staan en kele voorstellen die de jacht op watervogels moeten beperken, met name in bepaalde 'wetlands' en op grote wateren, zoals de Oostvaardersplassen. In deze gebieden is de jacht alleen toegestaan als onderdeel van het natuurbeheer of ter voorkoming van schade aan de landbouw. Wat dat laatste betreft zou den ganzen en smienten (fluiteenden) de boosdoeners zijn. Ook stelt de nota een wijziging van de om streden '1 ha-regeling' in het vooruitzicht Wat die gaat inhouden, staat er echter niet bij. Wél dat daarvoor advies van de Jachtraad wordt ingewonnen. Doel ervan is volgens de nota het bieden van voldoende rust- en foe- rageergelegenheid aan de diverse soorten eenden en ganzen die in herfst en winter in Tafeleenden, krakeenden, pijlstaarten, toppereenden en kuifeenden. Op deze watervogels mag sinds begin september weer gejaagd worden. „Zinloos", vinden actievoerende natuurbeschermers. Zij willen een verbod op de jacht op onschadelijke trekvogels en de jacht in natuurgebieden. „Een overdreven en eenzijdige eis", reageren de jagers. De strijd concentreert zich rond de nota 'Jachten Wildbeheer'van staatssecretaris J. Gabor, die binnenkort in de Tweede Kamer wordt behandeld. De jacht op watervogels heeft in sommige plassengebieden bijna een Italiaanse omvang gekregen, zeggen dè VogelbeschermingNederland en de in 's-Graveland zetelende Vereniging Natuurmonumenten. Jagers doden voor plezier of consumptiejaarlijks tienduizenden onschadelijke trekvogels. ons land verblijven. Verder wordt een handelsverbod op niet- schadelijke trekvogels voorgesteld: houtsnip, watersnip, goudplevief, kuifeend, winterta ling, tafeleend, toppereend, krakeend, slo beend en pijlstaart. Tenslotte komt er een plaatselijke beperking - in het kustgebied - van de jacht op de houtsniR en een jachtver- bod op de in heel Europa zeldzaam worden de krakeend en goudplevier. Opvallend is dat buurlanden diverse soor ten ganzen en eenden die hier mogen wor den afgeschoten wel beschermen. Zo geldt in Duitsland een verbod op be jacht op op wa tersnip, slobeend, krakeend en goudplevier. En in België mag slechts worden gejaagd op wilde eend, smient, wintertaling, houtsnip (alleen in Wallonië) en grauwe gans. De maatregelen van de destaatssecretaris gaan volgens de natuurbeschermers niet ver genoeg. Nog afgezien van het feit dat contro le onmogelijk is. De jagers hebben er minder problemen mee. „Hoewel de nota natuurlijk een compromis is, zijn wij niet ontevreden", meldt W.O. Wentges, voorzitter van de afde ling 't Gooi van de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging (KNJV). Over de 'overdreven en eenzijdige' kritiek van de natuurbeschermers op de jagers is Wentges minder te spreken. „Ze blijven maar doorhameren op dingen die wij herhaaldelijk hebben weerlegd. Daarbij vertegenwoordigt de KNJV slechts 21.000 van de circa 35.000 houders van een jachtakte. De natuurbe schermers richten hun pijlen op deze groep, maar zouden ook eens moeten kijken naar de veertig procent waarover geen controle mogelijk is." Wentges geeft wel toe dat teveel buiten het seizoen of 's nachts geschoten wordt en dat er te weinig rekening wordt gehouden met andere gebruikers van de natuur. Maar dat zijn uitzonderingen. „In het verleden hebben we wat excessen gehad. Zoals mensen die de jacht op ganzen verpachten aan buitenlan ders, die dan een dag komen om te knallen. Broodjagers Wentges stelt dat jacht geen sport maar een bedrijf is. „Het doden van wild vormt slechts een onderdeel van het door de jagers uitge voerde natuurbeheer. Wie teveel schiet, ver armt de natuur. En dat is tegen ons eigen be lang." Maar de watervogels dan? „Het is moeilijk vol te houden dat het daarbij om na tuurbeheer gaat", geeft hij toe. „Dat is voor de sport en de consumptie. De vogels die niet op de eigen tafel belanden, gaan naar de poelier. Maar echte broodjagers zijn er niet Het verhuren van jachtgebied levert weinig geld op. Neem de Loosdrechtse Plassen. Het Plassenschap verhuurt in totaal zo'n twintig hectare aan een tiental jagers. De gebiedjes - soms voorzien van een jachthut - variëren in grootte van minder dan één tot negen hecta re. De verhuur levert het Plassenschap Loosdrecht jaarlijks zo'n drieduizend gulden op en is niet kostendekkend. Her schap besloot ruim tien jaar geleden jagen toe te staan. Maar dan alleen op wilde eenden (geen trekvogels maar 'standwild'). „Er wordt pas gejaagd vanaf half september, als de meeste recreanten weg zijn", meldt een woordvoerder. „De jagers wilden niet voor de ogen van honderden mensen eenden afschieten, die zij net brood gevoerd had den." Is de jacht voor de verhuurder niet kosten dekkend, voor de beoefenaar is het evenmin een vetpot. Een poelier koopt afgeschoten eenden voor 4,50 gulden in en verkoopt ze voor gemiddeld twaalf gulden. De verkoop prijs volgt het aanbod. Snippen zijn duurder (zo'n vijftien gulden) en talingen - vanwege hun geringere omvang - goedkoper (een gul den of zeven). De poelier meldt vijf zes vas te leveranciers te hebben. Die leveren vanaf oktober, als het 'hoogseizoen' begint, ieder wekelijks zo'n vijftien vogels. Dat wil volgens jagersvoorzitter Wentges niet zeggen dat er maar op los wordt gescho ten. „Een jager streeft naar evenwicht. Als er een jaar minder houtsnippen zijn, dan houdt hij zich in." Hij benadrukt dat het 'afschot' maar een fractie is van het totale aantal trek vogels dat Nederland bezoekt. Het ministerie houdt dat zo goed en zo kwaad mogelijk bij. Zo zijn er tussen de 500.000 en de 580.000 riet-, kol- en grauwe ganzen die in Nederland rusten of er de win ter doorbrengen. Daarvan worden er jaarlijks 47.000 afgeschoten. En 27.500 van de 400.000 smienten of fluiteenden. Goudplevier Dan de niet-schadelijke soorten. Van de ruim 2,5 miljoen snippen legt een kleine 15.000 exemplaren het loodje. Zo'n 1.500 van de meer dan 400.000 goudplevieren, en een ge lijke hoeveelheid toppereenden, waarvan er tussen de 30.000 en de 160.000 ons land be zoeken. Van de overige watervogels zijn de bezoekersaantallen niet bekend. Wentges noemt het door natuurbescher mers gebruikte argument van de verstoring verder 'erg overdreven'. „Zo'n jager gaat hooguit één keer in de twee, drie weken naar zo'n eilandje om bij voorbeeld op eenden te schieten. In die paar uur lost hij een paar schoten. Het is allemaal zeer betrekkelijk." Voorstellen om de '1 ha-regeling' uit te breiden en het jachtseizoen te beperken, zijn door jage/s niet met gejuich ontvangen. „De mogelijkheid om op waterwild te jagen zal drastisch afnemen. Dat kan tot overbevolking leiden. Dan krijg je weer klachten van boe ren, die schadevergoeding eisen." De jagers reguleren het seizoen al uit eigen beweging, zegt Wentges. „Je mag al vanaf 24 juli op eenden jagen, maar de meesten wachten een paar weken, omdat er in het begin nog veel jonge vogels zijn." 1 Jagers vinden de kritiek „Dag mevrouw, kijkt u eens, dit is voor u!" „Wat, voor mij? Zo'n groot boeket? Van wie dan?" „Van iemand die iets met u goed te maken heeft." „Van iemand die iets met mij goed te maken heeft...? Nou dat kan zowat de halve wereld wezen." Het is iemand die u heel goed kent." '.Iemand die ik heel goed ken? Mijn baas soms? Nee, dat zal niet, die heeft zoveel goed te ma ken, daar komt ie met een hele bloemenzaak nog niet van af." U kent die persoon al heel lang." „Ken ik die al heel lang...? Mijn schoonmoeder misschien? Nee, dat kan ook niet! Die slikt nog liever haar dikke tong door dan excuses aan te bieden. Trou wens, ze heeft ooit gezegd dat de enige bloemen die ik van haar te verwachten heb op mijn graf ko men te staan." „Nee, uw schoonmoeder is het inderdaad niet." „Mijn schoonvader dan...? Och, die arme schat, die heeft nog nooit een vlieg kwaad gedaan.., je snapt gewoon niet hoe die man het uithoudt met zo'n gifti ge pa... Nemen jullie dit op...? „Nog een keer jaden. U hebt ooit 'ja' tegen hem gezegd." „Dus het is een hem...? Tegen welke hem ben ik ooit zo stom geweest om 'ja' te zeggen? Ach, natuurlijk, Willem! Willem de Veroveraar! Willem de Vrek! Maar wacht eens even. daar snap ik niks van. Die heeft me in al die jaren nog nooit een bloem gege ven, een paardebloem plukken was 'm nog te veel moeite. Zelfs m'n bruidsboeket heeft ie op naam van mijn vader besteld. Wat moet dit dan opeens? Zit ie in geldnood of zo? Of heeft zijn tigste vriendin 'm eruit gegooid?" „Het is inderdaad van Willem, uw ex-man zullen we maar zeg gen. Die wil iets met u goed ma ken." „En dan huurt ie dus meteen maar een hele ploeg in alsof het allemaal niks kost." „Wij zijn van het programma Het Spijt Me. Hebt u dat wel eens ge zien?" „Jadat heb ik tot mijn spijt wel eens gezien. Oh dus. de eer ste keer in zijn hele leven dat Willem iets wil goed maken, moet dat meteen maar op de TV. Zeg, wie betaalt dit geintje eigen lijk? Want dat kost natuurlijk niet niks, jullie, de bloemen, de reis kosten?" „Maar mevrouw, dat doet er toch niet toe. Het gaat toch om de in tentie. Willem heeft blijkbaar spijt van bepaalde dingen en dat wil-ie u nou gewoon eens een keer laten weten." „Gewoon, gewoon! Noem je dit gewoon! Drie vreemde kerels bij mij aan de deur. Een bos bloe men waar je een hele week van kan eten. En waar is Willem zelf? Dorst-ie zelf niet te komen? Of dacht-ie misschien: 'Lekker goedkoop en lekker makkelijk, zij doen het vuile werk voor me en ze betalen ook nog.' En als ik daar in trap, dan komt ie straks als klapstuk van de bloemenvei ling ook nog in zijn nette pak betalen jullie dat soms Ook? die artiestentrap daar bij jullie in de studio aflopen alsof-ie Lee Towers zelf is en dan iedereen maar roepen van: 'Oh. kijk eens wat sympathiek, Willem heeft Wroeging! Daar kan je nog een tophit van maken: „Willem heeft Wroehoeging, Willem heeft..." Mevrouw, ik zal het u toch moeten vragen: wilt u ze aannemen, de bloemen?" „En als ik 'ja' zeg, ja niet tegen Willem, maar tegen die bloemen, wat dan? Moet ik dan naar de studio komen en op dat bankje gaan zitten en wachten tot Wil lem opkomt en moet ik dan voor hem klappen? Omdat-ie zo'n linkmiechel is zeker. Moeten jul lie eens goed luisteren, jongens. Als Willem nou zonder vriendin zit, dan is dit natuurlijk de ma nier om ervoor te zorgen dat-ie de eerste jaren tot over zijn puntje, puntje, puntje in de aan biedingen zit:" „Maar mevrouw, u denkt toch niet dat het hem er alleen maar om te doen is om over uw rug..." „Oh neen? Nou u moest eens weten wat ie allemaal over m'n rug heeft gedaan in de loop van ons huwelijk." ..Maar ik kan me toch niet voor stellen dat hij al die moeite heeft genomen om kontakt met ons te leggen enkel en alleen omdat..." „Oh neen? Nou dan zal ik u nog eens wat vertellen. Toen wij ge trouwd waren, was het altijd Wil lem voor en Willem na. Als-ie even niet genoeg aandacht kreeg, was het meteen-mis. Hij was net een kind. Als ik een dag naar mijn moeder was, dan was-ie meteen van slag.-Als hij thuis was, moest ik altijd onder hand bereik zijn. En als-ie een keer iets voor mij gedaan had, moest ik wel twintig keer zeggen: 'Goh Willem, dat heb je goed gedaan!' En u denkt toch niet dat ik niet snap dat als-ie met zijn zoge naamde spijtige smoel op de te levisie is geweest, hij de volgende dagen als een trotse haan door de buurt heen en weer gaat lo pen. Want van iedereen moet hij natuurlijk horen: 'Goh Willem, dat heb je goed gedaan.' En weet je wat-ie zeker ook gaat doen. of anders doet zijn moeder het wel als ze dat apparaat tenminste aan de praat kan krijgen? De hele handel op de video opnemen en alsmaar, tot vervelends toe van iedereen die op bezoek komt, af draaien en maar naar zichzelf zitten kijken, zichzelf zitten be wonderen. Ik zie zijn moeder ook al met dikke krokodilletranen voor de buis zitten en maar roe pen: 'Goh, goh, het is toch maar mooi onze jongen die de eerste stap heeft gezet, die zich niet te goed voelt om de minste te we- „Nou mevrouw, ik vind dat u toch wel erg negatief bent. Alsof er helemaal niks goed is aan die man. U bent toch niet voor niks ooit met hem getrouwd. Toen moet u toch wat in hem gezien hebben." „Ik wel ja. Maar dat was het punt niet. Het punt was dat Willem al leen maar wat in zichzelf zag. Weet je wat ik was voor Willem? Gewoon service-personeel. Zo lang mijn service goed was, was Willem tevreden. Zolang ik de huishouding netjes deed, niet te veel geld uitgaf, kookte en sexte wat en wanneer Willem graag wilde, en de vrede met de weder zijdse ouders onderhield, was er geen vuiltje aan de lucht. Maar oh wee, toen het personeel de CAO open wilde breken. Zijn moeder belde me een keer op om te zeggen dat Willem bij haar zijn beklag had gedaan dat het tegenwoordig zo ongezellig was thuis, omdat ik twee avonden in de week weg was, naar de avond- HAVO. Dat ik toch op de eerste plaats aan mijn huwelijk moest denken. Kan je nagaan, hij was zelf iedere week een paar avon den weg, maar daar zei ze niks over natuurlijk..." „Mevrouw, we kunnen nog uren hier staan te praten, maar waar het om gaat is, neemt u die bloemen nou aan of niet?" Zeg wacht eens even. Wat is dat voor maf gedoe! Dat kómt hier ongevraagd bij mij aan de deur, dat laat zich door mijn man sturen omdat die niet de moed in zijn go., lijf heeft om zelf te komen. Hij heeft trouwens nog nooit rechtstreeks tegen mij ge zegd 'het spijt me' voor wat dan ook. Nou laat-ie het weer iemand anders opknappen en als ik niet binnen vijf minuten zeg 'nou kom maar op met die handel, bloemen erop zand erover', dan beginnen de heren meteen een dreigende toon aan te slaan." „Pardon, mevrouw, zo bedoelen we het natuurlijk niet, maar...." „Maar.., niks maar. U moet ge woon verder, u moet uw uitzen ding vol krijgen en als het bij de een niet lukt dan niet gedraald, zo gauw mogelijk naar de vol gende... Oorlog is oorlog. Televi sie is televisie. RTL is Rendabele TranenLoop. „Mevrouw, het spijt ons als..." „Heren, het spijt mij niks, goe dendag."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 37