L
ZATERDAGS
BI JVOEGSE
Jeruzalem: ooit stad van vrede?
ZATERDAG 18 SEPTEMBER 1993
Er is nauwelijks een stad in
de wereld te bedenken die zo
veel emoties oproept als
Jeruzalem. De 'stad van
vrede', zoals Jeruzalem
traditioneel wordt genoemd
op grond van een foutieve
taalkundige verklaring van
de naam is in feite al
eeuwenlang inzet van oorlog
en geweld. Ook nu nog staat
Jeruzalem in het
middelpunt van de
belangstelling. Israël en de
Palestijnse
Bevrijdingsorganisatie PLO
zijn de laatste weken nader
tot elkaar gekomen.
Afgelopen maandag is in
Washington zelfs een
akkoord getekend, dat de
Palestijnen uitzicht geeft op
zelfbestuur. Over Jeruzalem
is echter niet gesproken. Dat
komt pas aan het einde van
de rit. De kwestie ligt voor
alle betrokkenen te gevoelig.
HANS JACOBS
Van mijn kennismaking met Jeruzalem is al
leen de treinreis me bijgebleven. Hijgend,
steunend en puffend baant de dieseltrein
vanaf Haifa zich een weg omhoog door de heuvels en
bergen. Het is een prachtige rit, die slechts één keer
per dag op het dienstrooster van de Israëlische spoor
wegen staat. Of stond, want bij mijn laatste bezoek
bleek de inmiddels nostalgische treinreis niet meer
mogelijk.
Logisch ook. Bus en bustaxi sjeroetleggen de afstand
aanmerkelijk sneller af dan de trein een verschil van
bijna een uur. Dan trek je niet veel reizigers, behalve
dan op zondag, wanneer de militairen van hun sabbat-
verlof terugkeren naar hun onderdelen in Samaria en
Judea (de Westelijke Jordaanoever).
Het station van Jeruzalem mag dan ook nauwelijks een
naam hebben. Iets in de orde van grootte van Leiden-
Lammenschans. Het station van Bloemendaal is twee
keer zo groot. De beloning voor de rit ligt tientallen
meters verder, om de hoek, tussen de Anglicaanse en
Schotse kerk. Daar sta je opeens oog in oog met drie
duizend jaar beschaving: Jeruzalems Oude Stad. Het is
een feest voor de zintuigen. Je komt ogen tekort om
het beeld in je op te nemen.
Hoe moeten de pelgrims zich hebben gevoeld toen zij
na een gevaarlijke-en moeilijke reis van vele maanden
eindelijk Jeruzalem ontwaarden? Mark Twain vond in
de vorige eeuw een onder het Turks-Ottomaanse be
heer verwaarloosde, stoffige stad. Hij zou Jeruzalem
niet meer herkennen.
Maar dat kan al gezegd worden van een bezoeker uit
de jaren zestig. De laatste jaren is de stad enorm uitge
dijd, gemoderniseerd en verfraaid. Rond de hele om
muurde Oude Stad zijn parken aangelegd, 's Avonds
zorgen strijklichten voor een sprookjesachtige sfeer.
Het is niet de enige reden waarom Jeruzalem zo'n war
me plaats inneemt in het hart van degenen die haar
kennen.
Scherper
Kort na zonsopgang, zo rond zes uur in de morgen, is
een goede tijd om de Oude Stad te betreden. Het is
dan nog stil in de smalle straten. De rolluiken van de
kleine 'winkels van sinkel' zijn nog gesloten. De koop
lieden, de handelaars, de toeristen, de kopers, ze ko
men pas later. De kruidige waren, de toeristenprullaria,
de kruisbeelden, olijfhouten kerststalletjes en davids
sterren zijn nog achter slot en grendel. Alleen patrouil
les van Israëlische soldaten doorkruisen het fijne net
werk van steegjes, half verscholen pleintjes en doodlo
pende straten. En religieuze joden, op weg naar de
Westelijke Muur, om het ochtendgebed uit te spreken.
Het lijkt of alles veel helderder en scherper waarneem
baar is in die eerste uren van de dag. Als de zon al een
paar uur aan de blauwe hemel heeft gestaan valt er als
het ware een sluier van hitte en stof over de stad. Niet
zo drukkend en zwaar als bijvoorbeeld in Tiberias of
Tel Aviv daarvoor ligt Jeruzalem te hoog maar
desondanks voelbaar en vanaf de Olijfberg zelfs zicht
baar. Maar bij het krieken van de dag, wanneer de
vrachtwagens en bussen met hun ronkende en wal
mende motoren de straten rond de Oude Stad niet ver
stoppen, heb je daar nog geen last van.
Serene rust
Het immense plein voor het laatste restant van de
Tempelmuur is vrijwel leeg. De serene rust is weldadig
en noodt tot reflectie. Vanaf de trap die naar de hoger
gelegen Joodse wijk één van de vier sectoren van de
Oude Stad voert, heb je een prachtig uitzicht op de
eeuwenoude stenen die het laatste restant vormen van
de door de Romeinen in het jaar 70 verwoeste Tweede
Tempel. Slechts een klein deel 88 meter is zicht
baar, een verdere tweehonderd meter ligt verscholen
achter en onder de bebouwing van de Oude Stad. Het
plein is relatief nieuw. Tot 1967 stonden er huizen tot
vlak voor de Muur.
Vroeger werd die wel Klaagmuur genoemd, omdat de
joden hier treurden om het verlies van hun heiligdom.
Na de Zesdaagse Oorlog van 1967 die in Jeruzalem
overigens maar drie dagen duurde, van 5 tot en met 7
juni geniet de benaming HakotelHa'maraui, He
breeuws voor de Westelijke Muur, de voorkeur. Jeruza
lem is tenslotte weer voor het eerst in bijna tweedui
zend jaar in joodse handen.
Mannen in lange zwarte jassen en met zwarte hoeden
wandelen haastig in de richting van de Muur. Anderen
dragen streimels, karakteristieke bontmutsen die een
uiterlijk kenmerk zijn van de zogenaamde Hassidische
joden. Weer anderen dragen een keppeltje getrouw
aan het voorschrift het hoofd altijd bedekt te houden
voor het aangezicht van de Almachtige. Wie geen
hoofdbedekking heeft, kan vlak voor de Muur een pa
pieren hoedje lenen. Ritmisch zwaaien de biddende
mannen hun lichamen tijdens het gebed heen en weer.
Het is een beeld dat voor velen synoniem is met het
beeld van Israël en joden. Overdag is het hier een ko
men en gaan van mensen. Toeristen uiteraard, uit alle
hoeken en gaten van de wereld. Maar daarnaast ook
gewoon de inwoners van de in vier, vrijwel op zichzelf
staande, delen opgedeelde Oude Stad. Op weg naar
werk of woonplaats, naar jesjiva (joodse religieuze
school), synagoge, kerk of moskee. De stilte wordt dan
doorbroken door de mechanische oproep van de
muezzins tot gebed of het gezang en handgeklap van
feestvierende joden, die naar de Muur zijn gekomen
om een bar mitswa bij te wonen.
Tegenwoordig is dat voor veel families, met name uit
de diaspora de verspreiding of 'uitzaaiing' van de jo
den over de hele wereld sinds de verwoesting van de
Tempel vooral ook een media-gebeurtenis. Ik vind
tenminste de druk met videocamera's en fototoestellen
in de weer zijnde ooms, vaders en tantes van de 13-ja-
rige tot religieuze volwassenheid gekomen jongen sto
rend. Het geeft de plechtigheid èn de plek waar deze
plaatsvindt iets banaals.
Langs de Muur, tegenwoordig goed afgeschermd, loopt
een pad omhoog naar de Tempelberg meer nog dan
de Muur het herkenningspunt van Jeruzalem. Het is
tenminste populair bij televisie-verslaggevers, die het
graag als achtergrond gebruiken. Hier heeft de Tempel
gestaan, die pas wordt herbouwd als de Verlosser, de
Messias, op aarde terugkeert. Die tempel komt dan
'kant en klaar' uit de hemel. Op de plaats waar de
Tempel eens stond, staat nu een indrukwekkende
moskee, de Omar- of Rotskoepelmoskee. Yasser Arafat
heeft in zijn kantoor in Tunis een levensgrote foto van
die moskee achter zijn bureau en vergadertafel han
gen.
Oogverblindend
Het gouden dak van de moskee is van verre te zien. Als
de zon erop schijnt wordt het licht in alle windrichtin
gen weerkaatst, een oogverblindend schouwspel. Zo
eenvoudig als de Muur beneden is tenslotte niet
meer dan een verzameling hoog opgestapelde enorme
stenen zo weldadig is dit in 691 gereed gekomen is
lamitische bouwwerk. Kosten noch moeite zijn ge
spaard. Het kunstwerk, de versierde tegels met hun
symmetrische figuren en spreuken uit de Koran, de
dikke Perzische tapijten binnen, is adembenemend.
Het is dan ook niet zo maar een moskee.
Onder de gouden koepel bevindt zich volgens de over
levering de rots waarop Abraham aartsvader van jo
den en islamieten zijn zoon Izaak wilde offeren.
Toen de profeet Mohammed van het 'naaste bedehuis'
(Mekka) via het 'uiterste bedehuis' (Al Masjid Al Aksa)
op zijn paard Al Burak naar de hemel reisde, steeg hij
van deze plek op. Een voetafdruk van het paard is op
de rots zichtbaar. Met de naast gelegen Al Aksa-mos-
kee is de Rotskoepelmoskee na Mekka en Medina de
heiligste plek van de islam. Hier komen de gelovigen
bijeen voor hun dagelijkse gebed. Op vrijdag verzame
len zich vele duizenden op de Tempelberg, die dan
voor bezoekers is gesloten.
Het opperrabbinaat heeft joden de toegang tot de
Tempelberg ontzegd. Een politiek verstandige beslis
sing, want hierdoor worden heel wat conflicten voor
komen. Maar de uitspraak is op louter religieuze gron
den gedaan. Het heilige der heiligen van de Tempel
mag alleen door de hogepriester worden betreden.
Niemand weet echter precies waar die plek zich be
vindt. Het is daarom maar beter er helemaal weg te
blijven, dan kan het voorschrift ook niet worden over
treden.
Opblazen
Niettemin zijn er joodse groeperingen die juist wèl op
de Tempelberg willen bidden en die daar met harde
hand door de Israëlische politie van moeten worden
weerhouden. Ook zijn er al eens plannen ontdekt van
ondergrondse organisaties die de moskeeën op wilden
blazen om zo de Messias een handje te helpen.
Er zijn eveneens christenen die voorstander zijn van
zo'n terroristische daad. De Tempelberg met zijn aan
de kant van de Olijfberg gelegen 'Gouden Poort' is ten
slotte ook de plek waar Christus aan het einde der tij
den op aarde terugkeert. Dan gaat de nu dichtgemet
selde Poort vanzelf open en wordt de Tempel her
bouwd.
Deze ene berg met zijn handvol gebouwen, zijn Muur
en gesloten Poort vertegenwoordigt het grootsteen
moeilijkste obstakel bij de gesprekken tussen Israël en
de Palestijnen, bij de verzoening tussen joden en mos
lims. De berg is voor beide groeperingen heilig. Het is
onaanvaardbaar dat één van de twee controle uitoe
fent over het heiligdom van de ander. Israëli's en Pa
lestijnen eisen de stad op als hoofdstad, al praten de
Palestijnen in eerste instantie alleen over Arabisch Je
ruzalem.
Dat is het gebied, dat tot de hereniging van de stad in
1967 door Jordanië was geannexeerd. Die hereniging is
er overigens meer op papier dan in werkelijkheid, want
de Palestijnen zijn grotendeels hun eigen leven blijven
leiden. Met eigen ziekenhuizen, eigen postkantoor, ei
gen scholen en als Jordaanse staatsburgers ge
deeltelijk ook eigen wetten en bepalingen.
De Israëli's herinneren zich nog maar al te goed dat
onder het Jordaans bewind (1948-1967) de joden geen
toegang hadden tot de Muur. Het beheer van de Tem
pelberg is nog altijd in handen van de Waqf. de
Jordaanse religieuze politie. Iets dergelijks geldt voor
de verscheidene christelijke heilige plaatsen, zoals de
Kerk van het Graf en de Geboortekerk in Bethlehem.
Internationaal
Israëli's en Palestijnen zijn het er nu wel over eens dat
de stad niet opnieuw mag worden verdeeld, zoals in de
periode vlak na Israëls onafhankelijkheidsoorlog. De
VN hebben altijd op het standpunt gestaan dat bij de
opdeling van Palestina in een joodse en Palestijnse
staat Jeruzalem een aparte, internationale status moest
krijgen. Later zou er dan een referendum moeten wor
den gehouden om de definitieve status van de stad te
bepalen.
De joden hebben met het verdelingsplan ingestemd,
niet in het laatst omdat ze op dat moment al de meer
derheid in de stad vormden en de uitkomst van het re
ferendum eigenlijk wel vast stond. De Arabieren wil
den van geen deling weten een joodse staat op Ara
bische gebied was onaanvaardbaar. Egypte is in 1978
als eerste Arabische staat van dat standpunt afgestapt
door een vredesverdrag te sluiten met Israël. Maar Is
raëls zeggenschap over Arabisch Jeruzalem Oost-Ie
ruzalem en de Oude Stad is nooit erkend.
Yasser Arafat was deze week optimistisch gestemd.
Ook over Jeruzalem Allien we overeenstemming berci
ken. vertelde hij verslaggevers. De Israëlische premier
Rabin had daags daarvoor nog benadrukt dat over Ie
ruzalem niet te praten viel. O. maar hij heeft niet ge
zegd verenigd Jeruzalem de joodse èn Arabische de
len samen merkte een olijke Arafat op. Israëls on
derminister van buitenlandse zaken. Beilin, heeft al
aangegeven dat een soort compromis mogelijk is.
Twee autonome gemeenteraden bijvoorbeeld, voor jo
den en Arabieren, onder één overkoepelend bestuur.
Een revolutionair voorstel, waarmee de Palestijnen nog
geen genoegen nemen. Maar zo lang er gepraat wordt
en niet gevochten, is er hoop. Dan kan leruzalem na
drieduizend jaar van strijd eindelijk écht een stad van
vrede worden.
De Westelijke Muur en de Tempelberg, met links de Omar- of Rotskoepelmoskee: beide bepalen het beeld van Jeruzalem.
FOTO BRICHAM YOUNG UNIVERSITY