win vTirken naar mens Genenbank werkt voor de toekomst
Rechten van de Aap in universele verklaring
Wetenschap
'Bestrijding sprinkhanen
gebeurt erg ondoelmatig'
Hanta-virus in opmars
'mlm
DINSDAG 14 SEPTEMBER 1993
9
^NDEN STEVE C NNOR
THE INDEPENDENT
Over drie jaar kan voor het eerst
den orgaan van een varken wor
den getransplanteerd naar een
mens. Dat verwachten twee we-
tenschappers uit het Britse
Cambridge. Zij nemen in de
wereld een vooraanstaande
plaats in bij het gebruik van ge
netisch gemanipuleerde dieren
indetranspiantatiechirurgie.
De resultaten die zijn behaald
bij de /M)gingen genetisch ge
manipuleerde varkens te fokken
met organen die voor het im-
muunsysteem menselijk lijken,
zijn bemoedigend. Dat im
muunsysteem is ervoor verant
woordelijk dat weefsel wordt af
gestoten. Het is de bedoeling
gebruik te kunnen maken van
hart, longen en andere organen
van varkens die de belangrijkste
eiwitten produceren die voor
komen in het menselijk im
muunsysteem.
De wetenschappers denken
dat de eiwitten voorkomen dat
het menselijk immuunsysteem
gaten maakt in de cellen van
het getransplanteerde hart of
longen. Door varkens te gebrui
ken als orgaandonofen kan ook
het tekort aan menselijke orga
nen worden aangevuld.
In grootte en structuur ko
men de organen van een varken
overeen met die van een mens.
Een varken van 75 kilo heeft een
groot is als dat
van 75 kilo. Nie-
hart dat i
suikeraanma-
de alvleesklier
transplantatie
ren, longen e
kende cellen vi
komen ook vo
in aanmerking.
De eerste 'transgenetische'
varkens met menselijke genen
worden op dit moment gefokt
met de bedoeling die te kruisen
met andere transgenetische
varkens. ,,Als alles goed gaat
kunnen de proeven met deze
varkens over drie jaar begin
nen", aldus dr. David White,
een van de wetenschappers.
Volgens dr. John WaJIwork is
het eerste genetische varken,
een zeug die Astrid is genoemd,
eind vorig jaar geboren. Sinds
dien zijn in totaal 37 varkens
de menselijke ge-
DEN HAAG ANP
Bestrijdingsmethoden tegen de
sprinkhanenplaag in de Sahel
missen vaak hun doel. Coördi
natie tussen bevoegde autoritei
ten en bestrijders is slecht. Aan
preventie wordt weinig gedaan.
Dat zegt John Rowley, ex-land-
bouwadviseur van de Britse re
gering, in het rapport Sprinkha
nen, de plaag van de Sahel, van
het internationale instituut voor
milieu- en ontwikkelingsonder
zoek Panos in Londen.
Een sprinkhanenplaag vernie
tigde dit jaar de oogst in Soma
lië. De burgeroorlog verhinder
de de insekten effectief te be
strijden. Maar volgens Rowley
staan de tot nu toe gevoerde
politiek en gehanteerde metho
den een doelmatige bestrijding
nog meer in de weg.
In de 7.000 kilometer brede
strook van Mauretanië in het
westelijk deel van Afrika tot en
met Somalië in het oosten zijn
de afgelopen twintig jaar mil
joenen dollars gepompt in de
strijd tegen de niet te stuiten
horden. Maar de hulp is frag
mentarisch en niet structureel,
vindt de landbouwdeskundige.
Het zijn slechts noodmaatrege
len.
Bespuiten met verdelgings
middelen is in zijn ogen een
slechte methode. Gemiddeld
wordt daarmee slechts eenvijfde
van de sprinichanen gedood.
Voorts raken veel van de insek
ten langzamerhand resistent te
gen de landbouwgiffen. Boven
dien zijn de chemische bestrij
dingsmiddelen slecht voor de
gewassen en andere dieren.
Zelfs huisdieren, zoals kippen
die de bespoten sprinkhanen
eten, worden door het gif aan
getast.
Er zijn ook mensen die de
vliegende insekten eten, welis
waar gebakken. John Rowley
zegt dat een portie van 150 ge-
baikken sprinkhanen voorziet in
de dagelijkse behoefte aan ei
witten van de mens en voor 10
procent in de benodigde calo-
Biologische bestrijdingsme
thoden zijn, zo vindt de land
bouwdeskundige, veel beter. Ze
pakken de sprinkhaan direct in
zijn bestaan aan. Een van de
methoden is de sprinkhaan in
zijn groei te belemmeren, zodat
deze zich niet kan vermenigvul
digen. Het is ook mogelijk de
gewassen met een bepaalde
geur (van planten) te bespuiten,
die sprinkhanen niet lekker vin
den. „Op die manier beroof je
de dieren van hun voedsel
bron."
ENSCHEDE HENK HELLEMA
Artsen van het Medisch Spec
trum Twente in Enschede heb
ben een toename van het aantal
acute nierontstekingen door in
fectie met het Hanta-virus ge
constateerd. Werden in de jaren
1974-'92 in totaal 14 gevallen
gemeld, in de eerste zeven
maanden van dit jaar waren dat
er al acht, waarvan zeven in de
maanden juni en juli. Hun pu-
blikatie daarover staat in het
Britse medische vakblad The
Lancet.
De auteurs wijten de toename
aan een sterke uitbreiding van
het aantal rosse woelmuizen in
het oosten des lands. Deze
knaagdieren zijn dragers van
het virus; zelf worden zij er niet
ziek van. Het virus wordt met
de urine uitgescheiden. Be
smetting naar de mens vindt
vervolgens plaats via versprei
ding door de lucht. Rosse woel
muizen komen vooral in wat
hoger gelegen, bosrijke gebie
den voor, zoals in Twente en in
Limburg.
Onlangs is ook in Duitsland in
het gebied rond Würzburg een
toename van het aantal patiën
ten met acute nierontsteking als
gevolg van een infectie met
Hanta-virussen waargenomen.
Ook hier zou sprake zijn van
een sterke uitbreiding van het
aantal kleine knaagdieren. Zo
wel de Nederlandse als de Duit
se artsen veronderstellen dat
dergelijke infecties vaker voor
komen dan wordt herkend. De
eerste symptomen bestaan uit
griepachtige verschijnselen als
koorts, spierpijn en hoofdpijn.
Na enkele dagen ontstaan min
of meer ernstige nierklachten.
De prognose is gunstig. Binnen
enkele weken herstellen de nie
ren zich geheel.
In juni van dit jaar kwam het
Hanta-virus voor het eerst sinds
jaren weer in het nieuws door
besmettingen onder (vooral)
Navajo-Indianen in het zuid
westen van de VS. De gevolgen
daar waren aanzienlijk ernsti
ger. Het daar voorkomende vi
rus-type veroorzaakte een zeer
ernstige longontsteking die in
zeker de helft van de gevallen
fataal bleek.
Het Hanta-virus ontleent zijn
naam aan de rivier de Hantaan
in Korea. In de Korea-oorlog
(1950-'53) werden zo'n 3000
VN-soldaten het slachtoffer van
een nog onbekende ziekte, die
vooral in het begin voor velen
dodelijk was. Onderzoek leerde
al vrij snel dat het om een virus
infectie ging.
WAGENINGEN NICO
Enthousiast loopt directeur dr. Jaap Hardon van de Ge
nenbank over een stukje akker met peulvruchten. „Kijk,
die erwten hebben bladeren. Dat komt nu niet meer
voor, het zijn allemaal ranken. Die erwten met bladeren
klommen niet omhoog. Bij slecht weer zakten ze op de
grond en verrotten ze." Door veredeling van landbouw
gewassen, wordt nu maar een beperkt aantal genetisch
uniforme en hoog producerende rassen verbouwd. Die
hebben de oorspronkelijke, meer gevarieerde soorten
vervangen. Maar die oude rassen bevatten eigenschap
pen voor verdere veredeling.
tuurlijke omstandigheden, want
die konden ze met kunstmest
en bestrijdingsmiddelen wel de
baas.
Keerzijde van de medaille
was, dat de diversiteit snel af
nam. De veredelaars streefden
bij granen naar lange aren, kor
te stevige stengels en eenvor
migheid. Dat laatste werd te
vens ingegeven door de wens
hun produkt te herkennen en
patenten te kunnen aanvragen.
En zo verdwenen vele rassen
die niet aan de produktiviteits-
eisen konden voldoen. Dat
daarmee de gewassen erg
kwetsbaar werden, nam men op
de koop toe.
Een groot probleem was het
ook niet, zo lang veredelaars in
landen van oorsprong voldoen
de oude rassen konden vinden,
en bij afnemende produktivi-
teit, bepaalde oude eigenschap
pen konden terugkruisen. Maar
ook in die landen is de laatste
decennia de diversiteit afgeno
men. Daarmee groeide het be
sef dat er iets moest gebeuren
om de oude rassen te behou
den.
Plantkundigen in de hele we
reld zwerven uit naar de oor
spronkelijke groeigebieden om
de oude rassen in veiligheid te
brengen. De zaden worden be
waard en opgeslagen in genen-
banken. Hardon schat het aan-
Om eigenschappen te behou
den zijn er de genenbanken.
Behalve om oude rassen gaat
het ook om wilde verwante
soorten waaruit onze rassen zijn
ontstaan. Met zulke collecties
kan de plantenveredeling verder
inspelen op nieuwe eisen aan
gewassen, zoals duurzamer
teeltmethoden, resistenties te
gen ziekten en plagen, eisen
van de consument en mogelijk
zelfs klimaatveranderingen.
„Wij houden opties open voor
de toekomst", omschrijft Har
don het werk van zijn genen-
bank, die officieel het Wage-
ningse Centrum voor Geneti
sche Bronnen heet.
Sinds de landbouw zo'n
10.000 jaar geleden ontstond
hebben gewassen zich verspreid
over Europa. Door natuurlijke
en menselijke selectie hebben
de gewassen zich ontwikkeld en
zich aangepast aan een scala
van natuurlijke omstandighe
den.
Omdat kunstmest en bestrij
dingsmiddelen ontbraken
vormde de veredeling nauwe
lijks een probleem voor de di
versiteit. Er was voldoende ge
netische variatie om aanslagen
van natuurlijke vijanden in elk
geval gedeeltelijk te weerstaan.
Duizenden jaren lang lag de na
druk meer op oogstzekerheid tal op enkele honderden. Er
dan op maximale produktie.
Na de Tweede Wereldoorlog
veranderde dat dankzij de op
komst van kunstmest en bestrij
dingsmiddelen. De groeiende
wereldbevolking moest gevoed
en hogere produktie kwam in
het vaandel van de zaadverede
laars te staan. Ze hoefden min
der rekening te houden met na-
Dr. Jaap Hardon, directeur v
i de genenbank: „Wij houden ons bezig met de erfenis
een aantal grote internationaal
gefinancierde landbouwkundi
ge onderzoeksinstituten in de
tropen en sub-tropen, dat goe
de genenbanken heeft voor
voedselgewassen.
Serieuze genenbanken zijn er
voorts in landen als Brazilië, In
dia, China, Japan en de VS. Rus
land en de meeste Oosteurope-
se landen hebben belangrijke
collecties. De huidige economi
sche problemen vormen echter
een ernstige bedreiging voor
hun voortbestaan.
Internationaal zijn er afspra
ken gemaakt om te komen tot
een netwerk van gegevensop
slag. Overal waar genenbanken
zijn worden de zaden opnieuw
uitgezaaid, gedorst, gedroogd,
omschreven en opgeslagen.
Binnen het netwerk is een goe
de en vrije uitwisseling van ge
gevens en zaden mogelijk. Zo
streeft de Nederlandse Genen
bank naar het behoud van Ne
derlandse rassen en is daar
naast vooral gespitst op kolen,
tomaten, peulvruchten, sla,
aardappelen en bieten.
Het hart van de Genenbank is
anders dan de naam doet ver
moeden een vrij eenvoudig en
beslist niet duur uitgerust labo
ratorium. In koelcellen met een
temperatuur van plus 4 graden
Celsius houdt de bank zaden in
voorraad, waaruit de verede
laars vrij kunneq putten. In cel
len met een temperatuur van
min 20 graden Celsius zijn za
den opgeslagen voor tientallen
jaren. In de loop der tijd worden
ze gecontroleerd op kiemkracht.
Als die onder de 70 procent
daalt, worden de zaden op
nieuw uitgezet.
De documentatie is een be
langrijke zaak. Hardon is trots
op de vooraanstaande positie,
die Nederland daarin inneemt.
Alle gegevens, ook internationa
le, zijn opgeslagen in computers
en eenvoudig op te roepen. Die
internationale kant baart Har
don wel zorgen. Politieke strub
belingen, oorlogen in de Balkan
en geldzorgen bedreigen be
staande banken.
De Russische genenbanken,
zoals die van het vermaarde Va-
vilov-Instituut in Sint Peters
burg, kampen met ernstige
geldproblemen. Nederland
heeft herhaaldelijk verzocht om
steun aan dit instituut om de
grote collectie in Rusland veilig
te stellen. In Nederland zelf is
de Genenbank min of meer vrij
van dit soort problemen omdat
de bank volledig wordt gefinan
cierd door het ministerie van
landbouw.
Hardon: „Wij houden Ons be
zig met de erfenis van de mens
heid. Dat mag niet afhankelijk
zijn van wensen van het be
drijfsleven, dat zich nu eenmaal
niet bezig kan houden met zo'n
lange termijn en algemene be
langen. Al hebben ze alle belang
bij ons werk." Hét instituut
werkt samen met het bedrijfsle
ven, als het gaat om onderzoek
naar bepaalde eigenschappen
van oude rassen. Veredelaars
vermeerderen op hun beurt de
door de Genenbank geleverde
zaden en leveren een deel terug.
ledereen is wel overtuigd van
het belang van de genenban
ken, dat is het probleem niet.
Essentiëel vindt Hardon de vrije
uitwisseling van gegevens en
zaden. Met enige zorg kijkt hij
daarom naar de VS en Japan,
waar patentering van nieuwe
rassen de vrije uitwisseling in
gevaar brengt.
SYDNEY* GEOFF SPENCER
Volgens sommige wetenschap
pers is het de hoogste tijd dat er
een Universele Verklaring van
de Rechten van de Aap komt.
Met name voor de grote mens
apen die in de evolutie het
dichtst bij de mens staan. De
Vereriigde Naties moet een ver
klaring aannemen waarin de
rechten van de gorilla's, orang-
oetangs en chimpansees ge
waarborgd worden en marteling
van apen wordt verboden.
De Australische filosoof Peter
Singer en de Italiaanse verde
digster van de dierenrechten
Paola Cavalieri hebben een
boek samengesteld met bijdra
gen van 39 filosofen, advocaten
en wetenschappers over de hele
wereld die net als zij vinden dat
de apen een betere toekomst
verdienen. Zij bepleiten een
verbod op de jacht en het van
gen van mensapen en het ge
bruik van deze apen in circus
sen of bij andere vormen van
volksvermaak.
Apen die in dierentuinen zijn
grootgebracht en zich niet in de
vrije natuur kunnen handha
ven, mogen niet langer in kooi
en worden vastgehouden, maar
moeten velden krijgen waar
hun natuurlijke leefsituatie zo
goed mogelijk wordt nage
bootst. Wetenschappelijke ex
perimenten en testen die apen
schade berokkenen, moeten be
stempeld worden als marteling
en worden verboden.
„De grote apen zijn intelli
gente zoogdieren met een ge-
voels- en sociaal leven", zegt
Singer, hoogleraar van de Mo-
nash Universiteit in Melbourne.
„Ze zijn in veel opzichten net
als wij." In de bijdragen wordt
geciteerd uit wetenschappelijk
onderzoek waarin wordt aange
toond dat apen een communi
catie- en denkvermogen heb
ben dat gelijk staat aan dat van
kleine kinderen.
Volgens Singer is het pleidooi
Iogisqh gezien de evolutietheo
rie van Darwin. Anderen zijn
het hier niet mee eens. „De re
denering is absurd", meent
Brian Lucas, een woordvoerder
van de Rooms-Katholieke Kerk
in Sydney. „Rechten heb je of
die heb je niet, die kunnen niet
worden verleend door de maat
schappij. Het verschil tussen
apen en mensen is dat wij een
zelfbewustzijn hebben. We
moeten Gods schepping respec
teren, maar dieren zijn niet on-
Reanimatie niet
altijd succesvol
Op één tot twee procent van de
mensen die in een ziekenhuis
worden opgenomen, wordt rea
nimatie toegepast. In ruim een
derde van die gevallen heeft de
ingreep aanvankelijk succes.
Maar veel gereanimeerden
overlijden korte tijd later alsnog.
Daardoor is de kans dat men
het ziekenhuis levend verlaat na
een reanimatie maar 14 pro-
Dat blijkt uit een studie die
dr. J. J. M. van Delden heeft uit
gevoerd in opdracht van de Ge
zondheidsraad. Het succes van
reanimatie hangt samen met de
gezondheidstoestand van de
patiënt, het type ritmestoornis
dat aan de hartstilstand ten
grondslag ligt en de duur van de
hartstilstand.
Bij hartpatiënten lukt een rea
nimatie relatief vaak. Maar bij
patiënten in het laatste stadium
van hun ziekte, kankerpatiënten
bij voorbeeld, is reanimatie vol
gens Van Delden kansloos. Bij
een op de drie patiënten die een
reanimatie langdurig overleven
doen zich sterk variërende neu
rologische stoornissen voor.
In Nederland wordt jaarlijks
ongeveer 90.000 keer vooraf be
sloten een patiënt niet te reani
meren bij een hart- of ademha
lingsstilstand. Dat komt neer op
ongeveer zes procent van alle
ziekenhuisopnamen. In slechts
een minderheid van de gevallen
wordt overleg met de patiënt
gevoerd over het niet-reani-
meerbesluit. Toch willen pa
tiënten er volgens Van Delden
vaak bij betrokken worden.
Chriet Titulaer
sluit expositie af
In het Museum Boerhaave in
Leiden wordt tot zondag 26 sep
tember de tentoonstelling 'De
Reizende astronoom' gehou
den. Deze expositie besteedt
aandacht aan Nederlandse ster
renkundige expedities. Zo zijn
er instrumenten te zien die wer
den gebruikt bij de Venus-expe-
dities van 1874 en 1882. Ook de
Nederlandse zonsverduiste
ringsexpedities van 1901 tot en
met 1973 worden er toegelicht.
De tentoonstelling is geopend
op dinsdag tot en met zaterdag
van 10 tot 17 uur en op zondag
van 12 tot 17 uur.
Zondag 26 september houdt
dr. Chriet Titulaer ter afsluiting
een lezing over zijn persoonlijke
ervaringen tijdens de zonsver
duisteringsexpeditie van 1973
naar Mauretanië en Kenya.
Voor- en achteraf worden films
vertoond van- de expeditie. De
lezing begint om 13 uur.
STELLINGEN
Indien in enige bedrijfstak de
kans op lichamelijk letsel even
groot zou zijn als bij sportbeoe
fening, zou de maatschappelij
ke onrust hierover groot zijn.
Het is onbegrijpelijk dat u nooit
hoort dat er 'geen wachtende
voor u' is.
E.F.M. Veldhuis
De verkwikkende werking van
vis is groter dan die van amal
gaam.
Het derde remlicht bewijst dat
de Europese eenwording zich
niet alleen beperkt tot voorlich-
G. Dijkman
„Apen zijn in vele opzichten net zoals wij."
zegelijken." Goodall, een gerespecteerde
„We verschillen helemaal niet Britse wetenschapper die meer
zo van de rest van het dierenrijk dan 30 jaar tussen de chimpan-
als we gewoonlijk denken", sees in Tanzania woonde. „De
schreef daarentegen Jane scheidslijn tussen mens en dier
is steeds vager geworden.
Singer erkent dat miljoenen
mensen nog steeds leven en
sterven in armoede en slachtof
fer zijn van vervolging ondanks
de Universele Verklaring van de
Rechten van de Mens. „Maar
dit mag geen afbreuk doen aan
de noodzaak om iets voor de
apen te bereiken."
Een nieuwe dienstregeling heeft
weinig zin als je volgens de
oude dienstregeling blijft rijden
W. Kosmeijer
Het verdient aanbeveling het
'of in de waarschuwende tekst
op tabaksartikelen te vervangen
door het woord 'en', omdat de
formulering de indruk wekt dat
slechts een van de beide ziekten
kan worden veroorzaakt door
het roken van deze artikelen.
Gebruik van een schaakcompu
ter zou het genereren van stel
lingen aanzienlijk kunnen ver
snellen.
L.Vlsscher
Menselijk handelen, bedoeld
om de natuur naar de hand te
zetten kan wel eens uit de hand
lopen.
Wie slechts de stellingen bij een
proefschrift leest kan het boekje
beter teruggeven.
J. Gerritse