Een wonderbaarlijke genezing De kruistocht van een zondagtrainer 'Nummer twaalf past mij niet' Sport e- w (x e- x O ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1993 Voor het Nederlands man nen-volleybalteam wordt de achttiende editie van het Europees kampioen schap, dat vandaag (zater dag) in Finland begint, het eerste serieuze prestige object na het behalen van de zilveren Olympische medaille in Barcelona. Na twee derde plaatsen op de EK's in '89 (Stockholm) en '91 (Berlijn) staat het vi zier ditmaal nadrukkelij ker dan ooit gericht op de hoofdprijs. Opmerkelijk in de selectie is de rentree - tussen spelers met ver trouwde namen als Zwer ver, Blangé, Zoodsma, Held en Grabert - van Brecht Roodenburg. Een portret van de man wiens linkeronderbeen vorig jaar voor het oog van mil joenen tv-kijkers tijdens zijn debuut vpor Oranje als een luciferhoutje af knapte. OULOU AD HEESBEEN Bondscoach Joop Alberda durf de het wel weer aan met Brecht Rodenburg, de 25-jarige speler van ZVH die op 27 december van het vorig jaar tijdens zijn Oranje-debuut tegen Tsjechië zijn linker-onderbeen op twee plaatsen brak. Voor velen stond het vast dat Rodenburg nooit meer op topniveau zou kunnen spelen. Maar acht maanden na het afschuwelijke ongeval is zijn wonderbaarlijke medische revi val een feit. Vorige week, in de voorlaatste test in de serie van vier tegen Canada maakte Ro denburg zijn rentree. „Een emotioneel moment, dat met geen pen valt te beschrijven," zegt hij aan de vooravond van het Europese titelgevecht. De grappen zijn al gemaakt. Dat hij met die pen van veertig en die twee schroeven van ze- veneneenhalve centimeter in het linker-onderbeen net een auto lijkt. En dat hij met al dat ijzer in zijn lichaam niet geruis loos langs de metaaldetector op Schiphol zal komen. Brecht Ro denburg moet er zelf ook om la chen. Hij is er inmiddels aan ge wend geraakt. „Ook dat hoort bij het rouwproces", geeft hij aan. Het grootste deel van de tragiek rondom de dubbele beenbreuk in zijn eerste in terland heeft hij al over wonnen. „Maar ik ben er pas helemaal klaar mee, wanneer ik de beelden van die bewuste decemberdag op de video heb terugge zien. Dat heb ik nog steeds niet gedaan, nee. Geestelijk ben ik daar nog niet aan toe. Het zal er heus wel een keer van komen, maar nu niet. Daar voel ik genoeg voor." Iedereen, die de tv-opname van het ongeluk in de Dynamo hal in Apeldoorn weer oproept, zich het gekerm van de volley baller uit Zevenhuizen in de doodstille zaal herinnert of de foto's van de open botbreuk weer voor de geest haalt, kan zich daar iets bij voorstellen. Of zoals bondscoach Joop Alberda zijn gevoelens weergeeft: ,,Ik krijg er nóg kippevel van." Het liefst praat Brecht Roden burg er niet meer over. „Ik besef echter terdege dat ik mede door O, mijn opmerkelijk snelle te rugkeer bij de nationale ploeg een gewillig onder werp voor de media ben. Maar ik had liever gezien dat ik op een andere manier dan door deze blessure een be kende volleyballer was ge worden." Over de oorzaak van het on geval tast de twee-voudig in ternational nog altijd in het duister. „Ik weet alleen dat ik op. de voet van Bas van der Goor stapte, verkeerd terecht kwam en vervolgens mijn ir nu nog onderbeen in een hoek van ne- niet sterk gentig graden op de grond zag liggen. Het was als een lucifer houtje afgebroken. Volgens de deskundigen komt zoiets een keer op de miljoen voor. Een nachtmerrie was het, echt. Een inktzwarte periode, die ik nooit meer zal vergeten." Vandaar wellicht dat Toon van der Burgt, coach van ZVH, 'spion' voor Alberda bij het EK en vertrouwensman van Roden burg, ervan overtuigd is dat zijn speler nooit voor de televisie zal kruipen om de beelden van die rampspoed te bekijken. „Ik denk dat hij dat niet nodig heeft Ruud de Groot is op kruistocht. Voor de 45-jarige trai ner van Wilhelmus is de maat vol. Hij zit nu 21 jaar in het vak, heeft alles meegemaakt - dacht hij - maar nu zit het 'm tot hier; en hij wijst op strothoogte. Aan de vooravond van UVS - Wilhelmus, de kraker dus tegen zijn oude club, neemt hij de handschoen op. Tegen het zaterdagvoetbal. Dat er, zijns inziens, voor heeft ge zorgd dat die op papier toch interessante seizoensope ner intussen flink in waarde is gedevalueerd. „De Bol lenstreek heeft eerst Leiden afgeroomd. Nu beginnen ze aan Den Haag. Over een paar jaar spelen er op zon dag alleen nog maar jongens van de tweede garnituur. De goeien zijn dan allemaal weggekocht". 'Zaterdagvoetbal maakt de boel kapot' LEIDEN AD VAN KAAM Ruud de Groot is boos. Niet ge maakt, maar gemeend. Boos op de zaterdagclubs, boos op de KNVB. Boos om de hypocrisie die rondwaart in het amateur voetbal dat - volgens hem dan - met name in de top die naam allang niet meer mag hebben. „Het wordt tijd dat aan die praktijken een einde komt." En dan op dicteertoon: „Luister goed, van mij mag er worden betaald. Dat interesseert me niet, sterker n'og, dat juich ik- toe. Maar laten ze dat dan wel volgens bepaalde regels doen. In een klasse van onafhankelij- ken. Zodat iedereen elkaar recht in de ogen kan kijken." Dat kan naar zeggen van de leraar Lichamelijke Opvoeding op het RIO intussen allang niet meer. „Welnee, man, dat weet onderhand toch iedereen. Het is gewoon tegen elkaar op bieden geworden. De bedragen die er in omgaan zijn niet normaal iheer. Betalen per punt is de ge woonste zaak van de wereld ge worden, lokkertjes die in de dui zenden guldens kunnen lopen eveneens. Geheel verzorgde wintersportvakanties en noem maar op. En de*KNVB doet niks. Die heeft als overkoepelde orga nisatie boter op zijn hoofd. Ziet ook niet dat dat alles ten koste gaat van anderen. Want dat is voor mij waar het omgaat. Niet het aantrekken of het betalen van spelers op zich." Visjes Nee, want dan zou De Groot zelf ook met boter op zijn hoofd lopen. Want ook bij Wilhelmus nu en in zijn tijd bij UVS vroe ger werden er toch 'visjes' uitge gooid naar spelers. Jongens als Henri Pouw, de broers Ted en Her>k van Berkel en Frans Sjar- dijn bijvoorbeeld, die reisden destijds toch ook niet voor niets van Leiden naar Voorburg. „Ja, hó effe. Die kwamen voor een reisvergoeding en een paar schoenen. Meer niet. Dat zweer ik. Trouwens er zijn regels voor wat wèl mag en niet mag. Door de KNVB zelf opgesteld. Daar kan jé best wel wat mee doen. Kom je, als het een beetje lekker draait met je elftal, toch als spe ler nog wel aan een paar dui zend gulden per jaar. Ik heb daar niets op tegen, dat gebeurt trouwens overal. Zolang als het maar binnen de perken blijft._ Maar op zaterdag, daar draait" het om veel meer geld. Heel veel meer." Ruud de Groot besloot om de barricaden te beklimmen toen hij, na de hoofdklasse op een punt na te hebben gemist, aan het einde van de overschrij vingsperiode drie man kwijt raakte aan de Bollenstreek, in casu zaterdagclub Rijnsburgse Boys. „Net toen ik dacht dat ik Ruud de Groot neemt het op voor het zondagvoetbal. 'Want anders moeten we het straks louter met de tweede garnituur doen'. FOTO LOEK ZUYDERDUIN de zaak lekker bij elkaar kon' houden, raakte ik de complete as van mijn elftal in één klap kwijt. Wat zij konden krijgen, heb ik nog niet voor mijn hele selectie. Niet te houden dus en die jongens kan ik nog niet eens ongelijk geven. En het gaat hier natuurlijk niet alleen om Rijns burg. Bij Quick Boys, Katwijk, Noordwijk en Lisse doen ze er misschien nog wel een flinke schep bovenop. Daar valt vanuit de zondag niet mee te concur reren. Want die stadsclubs heb ben over het algemeen geen stuiver té makken. In tegenstel ling tot met die dorpen waar blijkbaar nog zwart geld zat is." Achterlijk Voor de toekomst houdt De Groot zijn hart vast. „Eerst heb ben ze Leiden afgeroomd. Meijs, Pouw, Kanbier, Roodak- kers, Verhoog, Collé, noem maar op. Daar is niet veel meer over dus nu zijn Haarlem, Am sterdam en Den Haag aan de beurt. Natuurlijk", reageert hij wat geagiteerd, „wordt daar ook gezondigd tegen de amateurre- gels. Dat gebeurt overal en al heel lang. Ik ben niet achterlijk, of zo. Zit al 21 jaar in het trai nersvak. Weet heus waarover ik praat. Maar in de Bollenstreek loopt het de spuigaten uit. Die halen alle goede zondagspelers weg. Niet de spelers van elkaar uiteraard, want zo'n herenak koord hebben ze wel. En wij blijven zitten met de tweede garnituur. Vind je het gek dat het zaterdagvoetbal alsmaar in populariteit stijgt. Dat is ook hartstikke goed. Maar op zon dag komt er daardoor geen hond meer kijken. De rijken worden steeds rijker en de ar men steeds armer. Want zo is het wel. En vicieuze cirkel. Ik kan me daar dus heel boos over maken." De oplossing ligt volgens De Groot voor de hand. „Legalise- ren die handel. En wel zo snel mogelijk. Een eredivisie, een eerste divisie en daaronder een klasse van onafhankelijken met de top van de zaterdag en de zondag. Een oud idee, maar wat mij betreft zo actueel als het maar zijn kan. Budgetteer dat. Met een maximum en een mi nimum begroting. Promoveren en degraderen moet kunnen. En transfergeld. Twintig mille als je als amateurclub een spe ler afstaat aan de eredivisie, om het te verwerken. Wat hij nodig heeft, is dit", zegt hij, wij zend op het Nederlands team. In dat opzicht is Brecht Ro denburg veel dank verschuldigd aan Joop Alberda, de nieuwe roerganger van Oranje. Hij haal de hem na diens langdurige re- validatieperiode pas begin au gustus bij de selectie. Gaf hem alje credits en liet uiteindelijk Sander Mulder en Arno van Solkema afvallen, nadat uit een nieuw medisch onderzoek was gebleken dat er geen belemme ringen waren voor een rentree van Rodenburg. Niet om hem een hart onder de riem te ste ken of uit andere persoonlijke motieven. „Maar", benadrukt de Groningse coach niet zonder enthousiasme, „omdat Roden burg een complete speler is, een jongen voor de toekomst. Ie mand ook met een fantastische mentaliteit. Negen van de tien topsporters zouden na zo'n blessure nooit meer op dit ni veau zijn teruggekomen. Dat het hem wel is gelukt, zegt veel, heel veel. Hij zal op dit EK wei nig spelen. Daarvoor is de con- groot. Hij is vooral i ervaring op te doen." Brecht Rodenburg maakt dat nog twee weken thuis gezeten, weinig uit. Hij is allang blij dat Toen Alberda me belde, heb ik hij bij de selectie zit. „Want", hem in eerste instantie afgera- weet hij, „ik heb er noojt reke- den mij op de lijst voor het EK ning mee gehouden dat Alberda te zetten. Uiteindelijk heeft hij mij erbij zou halen. Daarom het toch gedaan. 'We zien wel', ben in juli op vakantie gegaan zei hij toen. 'We doen het stap naar Turkije en heb vervolgens voor stap. Lukt het niet dan heb je in elk geval een prima voor bereiding gehad op de competi tie'. Dat hij zoveel vertrouwen in me heeft, zie ik als eeiT belo ning voor al die inspanningen, die ik me tijdens mijn revalida- tieperiode heb getroost om te rug te komen." Stanley Menzo vecht voor basisplaats bij Ajcix EDWIN STRUIS acht mille aan de eerste divisie en vier mille aan de onafhanke lijken. Goed, dan raak je net als nu je beste spelers kwijt. Maar staat daar in elk geval iets te genover. En, belangrijker nog; zo komt er eindelijk eens een eind aan dat hypocriete gedoe." UVS Dan wordt er dit weekeinde ook nog gevoetbald. In zijn geval nog tegen UVS, zijn oude dup pie, ook. „Ja, wie dat heeft ver zonnen om daar meteen de eer ste wedstrijd van te maken, weet ik ook niet. Had Rooden burg erbij gezeten, en ik vind het jammer dat die club in IA zit, dan had die ongetwijfeld te gen UVS geopend. Maar goed, de messen zijn geslepen. Fi guurlijk, hoor. Ik hoop op een leuke wedstrijd. Tuurlijk heb ben we UVS bekeken. Ik schat ze hoog in." Maar aan een prognose waagt Ruud de Groot, in zijn toch al spaarzame vrije tijd ook nog trainersdocent bij de KNVB, zich niet. „Omdat dat niet te doen is. Neem vorig seizoen. ADO en VCS debuteerden. Als je me toen vantevoren had gezegd dat die als nummers één en drie zouden eindigen, had ik je voor gek verklaard. Gebeurde wel. Nu hebben we SC Feyenoord er bij. En DCV en UVS. Dan heb je nog Quick, Unitas, RVC en DHC. Allemaal prima ploegen. Nee, ik durf waarlijk niet te zeg gen hoe de verhoudingen lig gen." Hoe die elders liggen, en dan met name in de Bollenstreek, dat is voor hem wel duidelijk. En dat ze hem daar de kritiek die hij heeft kwalijk zullen ne men, weet hij ook wel. „Maar eerlijk gezegd, interesseert dat me niet. Trouwens, vertel ik nou wat nieuws of hoe zit dat. Ieder een, de KNVB incluis, weet wat er gaande is. En dan bij Katwijk en Holland zo'n bobo maar pra ten over die mooie amateurfi nale. Nou, het was gewoon Mercedes tegen BMW. Schrijf dat maar op. Vind ik persoonlijk wel een aardige vergelijking". Jaarboek te klasse A Zaterdagamateurs boordevol informatie over alle clubs in de koningsklasse Nu te koop voor f 14.95 Uitgeverij Sport op Vrijdag Adm. Helfrichweg 1 Telefoon (071) 215092 Telefax (071) 222550 GPD-VERSLAGGEVER Een sombere dinsdagavond op sportpark Voorland. De regen valt gestaag naar bene den. Een paar honderd belangstellenden hebben zich langs de lijn verzameld. De krakkemikkige tribune heeft met moeite twee wereldoorlogen overleefd. Het voor naamste bestanddeel van het hekje ervoor is roest. In deze ambiance maakt het twee de van Ajax zich op voor een districtsbeker wedstrijd tegen vierdeklasser SC Voorland. Het team van Gerard van der Lem telt zo maar drie (ex-)internationals. Bij elkaar goed voor 25 interlands. Peter van Vossen krijgt de meeste aandacht, van het bestaan van Johnny Hansen zijn nog maar weinig mensen op de hoogte. Ieders medeleven gaat uit naar Stanley Menzo. Ogenschijnlijk overstoorbaar werkt hij zijn warming-up af, maar van binnen moet het bij hem koken. De doelman, die in drie Europacup-finales het doel van Ajax verdedigde, moet van avond proberen elf amateurvoetballers op afstand te houden. Dat doet pijn. Schiphol Eerder op de dag. De Vijfhuizerweg in Hóek, een vlek in de Haarlemmermeer-pol der. Een op het oog saaie landweg blijkt in werkelijkheid een walhalla voor vliegtuig adepten te zijn. De weg loopt namelijk pa rallel aan de Zwanenburgbaan, een van de vele startbanen die Schiphol rijk is. Spot ters, scanners, video-amateurs - voor hen is de Vijfhuizerweg de zaal en de startbaan het podium waar om de haverklap Airbus sen, Cityhoppers, en Jumbo's optreden. Het is de plek waar Stanley Menzo zijn zor gen vergeet. Gewapend met een scanner waarmee hij de gesprekken tussen de cock pit en de verkeerstoren beluistert, kan 'Scanley' zich hier urenlang vermaken. „Vliegen is machtig." Zijn verheerlijkte ge laatsuitdrukking zet zijn woorden kracht bij. „Zo'n zwaar geval de lucht in krijgen. De 'power' waarmee dat gebeurt, het is zo machtig mooi. Ik kom hier al een jaar of drie en het blijft fascinerend, elke dag De vergelijking piloot/doelman dringt zich op. De eenzaamheid van de gezagvoerder hoog in de lucht en die van de keeper op de grond. Bij een goal vieren zijn medespelers in de verte uitbundig feest, bij een tegen doelpunt wenden ze zich hoofdschuddend af van de sluitpost. „Die eenzaamheid, daar vaak over. Zo voel ik hef niet. Ik denk dat de overeenkomst meer in de verantwoordelijkheid ligt. Een keeper die als eenling zijn team op de been moet houden en de piloot die de zoveel passagiers. In die zin vergelijken." Brevet De 29-jarige Amsterdammer kan er over meepraten, want hij is sinds januari van het vorige jaar de trotse bezitter van een vlieg brevet. „Ik ben in '89 begonnen met lessen. Rijkelijk laat, maar daarvoor kreeg ik om verzekeringstechnische redenen geen toe stemming van Ajax. Nu mag ik eenmotorigè vliegtuigen besturen binnen Nederland, Duitsland en België. Maar mijn droom is om nog eens beroepsvlieger te worden. In de cockpit van die grote jongens, ja dat is wat hoor. Alle handelingen zijn weliswaar precies hetzelfde, maar de 'power' die er dan achter zit. Het is het verschil tussen een kleine en een grote auto." Het blijft (voorlopig) bij dromen. Hoewel hij in z'n hart het liefst vandaag nog die droom werkelijkheid zou laten worden. „Maar dan zou ik meteen met voetballen moeten stop pen." Ei'valt een stilte. Een jet van Finnair is al bijna uit het zicht, een Martinair-vari ant dient zich aan. Op de scanner vraagt een piloot toestemming om naar de start plaats te taxiën. Menzo is de vragende blik niet ontgaan. „Jij vindt zeker dat dit een mooi moment is. Als ik 22 was geweest, was het een andere zaak geweest. Nu kan het niet meer. Ik heb een goed bestaan. Niemand hoeft met mij me delijden te hebben. Ik sta alleen niet meer in de basis van Ajax. Dat is alles." Houdbaar Bijna een jaar geleden ging het mis. Om precies te zijn op 14 oktober, een dag voor zijn 29ste verjaardag. Zijn zesde interland, thuis tegen Polen, zou voorlopig ook z'n laatste worden. Na negentien minuten liet hij zich verrassen door een houdbaar schot van Kosecki. Ondanks dat de voorhoede kans na kans verprutste en ondanks dat hij Smolarek tegen het einde van de wedstrijd van scoren afhield, kreeg Menzo de Zwarte Piet toegeschoven. Voetbal International organiseerde meteen een 'brede discussie over de opvolging van Stanley Menzo'. In maart van dit jaar viel voor Menzo ook het doek bij Ajax. In de EC-wedstrijd tegen Auxerre beoordeelde hij een corner van Vahirua verkeerd en sloeg hij de bal par does in eigen doel. Het betekende einde oe fening voor Menzo. Zijn laatste competitie duel heeft hij dan al achter de rug. Tegen PSV. „Ik heb me flink geërgerd aan al die verha len dat ik niet stress-bestendig zou zijn. Ik heb een keer gezegd dat ik me niet lekker voelde voor een wedstrijd en dat is een ei gen leven gaan leiden. Natuurlijk heb ik fouten gemaakt, zijn daardoor doelpunten gevallen. Maar niemand hoeft mij te vertel len wat ik goed of fout doe. Dat weet ik zelf wel. Denk je dat ik niet ziek was van die goals. En dat ik er naast kwam te staan. Dat kan iedereen overkomen. Ik heb me alleen geïrriteerd over de manier waarop het is ge beurd. Kijk, de ene keeper gaat er na een fout uit, een ander na tien en weer een an der staat zijn hele leven tussen de palen." Hij wil wel, maar kan niet alles vertellen. „Dat heb ik in de loop van de jaren wel ge leerd. Ik ben voorzichtiger geworden, in die zin ben ik wel veranderd. Je kan niet altijd de waarheid zeggen. Zo zit het voetbal we reldje in elkaar. Alles wat je zegt kan tegen je gebruikt worden. Of het mijn wereldje is? Als gevoelsmens heb ik het er wel eens moeilijk mee. Ik ben geen boef. Als ik ie mand op straat zie liggen, rijd ik niet zo maar door. In het veld was ik soms meer met anderen bezig dan met mezelf. Dat heeft ook een rol gespeeld." Van der Sar Ondanks dat Voorhouter Edwin van der Sar momenteel uitstekend keept, spreekt Men zo van een 'tijdelijke oplossing'. „Mijn zelf vertrouwen is alleen maar groter geworden. Ik doe nog steeds niet onder voor welke keeper in Nederland dan ook. En dan druk ik me nog voorzichtig uit. Ik weet van me zelf dat ik nog steeds op topniveau kan meekomen. Dus zal er een oplossing moe ten komen, want zo houd ik het niet een heel seizoen uit. Het zit me nu tegen, het zit gewoon goed tegen, maar een ding is zeker: ik hoor niet in het tweede." Toch zal hij zijn kop niet in de wind gooien. Morgenmiddag, als de competitietoppcr te gen PSV op het programma staat, zal hij ge woon plaatsnemen op de bank achter Van der Sar. „Niemand zal wat aan mij merken. Ik blijf gewoon mijn stinkende best doen. Als Van der Sar uitvalt moet ik er toch staan. Alleen dat rugnummer hé. Twaalf. Dat past gewoon niet bij mij. Ik heb ook m'n trots." i hobby v

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 23