Zonne-energie ook in ons land haalbaar? Wetenschappers zijn weer op jacht naar dino-DNA Wetenschap Discussiedag bodemdaling Ook VS kennen 'affaire-Buck' Genenbehandeling spierdystrofie stapje naderbij Bosbranden grootste bron van dioxinen Pinguïns steeds groter in aantal en formaat WOENSDAG 1 SEPTEMBER 1993 9 AMSTERDAM KEES WIESE Het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) organiseert op 8 september in Amsterdam een openbare discussiedag over bodemdaling door gaswinning in de Waddenzee. De olieindustrie (NAM. Elf Pe troland), de Vereniging tot Behoud van de Waddenzee en diverse wetenschappelijke instituten werken aan deze dag mee. Bodemdaling in de Waddenzee wordt ge zien als een van de belangrijkste effecten van gaswinning op lange termijn in dit ge bied. De vraag is nu of dit leidt tot onaan vaardbare biologische of vormveranderin gen. Daarbij komen aan de orde de dyna miek van de Waddenzee, de historische ontwikkeling, de omvang van de te ver wachten bodemdaling, het zandtransport en de vraag of dat voldoende zal zijn de bodemdaling te compenseren, de effecten op de kwelders en wadvogels en het totale ecosysteem. DEN HAAG HENK HELLEMA Ondeugdelijk AIDS-onderzoek dat al in de reageerbuisfase met veel tamtam wordt ge presenteerd, komt niet alleen in ons land voor. Ook de VS kennen een geval dat sterk doet denken aan de 'affaire-Buck'. Deze Eindhovense hoogleraar claimde ruim drie jaar geleden ten onrechte, alleen op grond van ondeugdelijk onderzoek, een nieuwe therapie tegen AIDS te hebben gevonden. In de VS gaat het om een groep onder zoekers van de Harvard Universiteit. In fe bruari lieten zij in het gezaghebbende we tenschappelijke tijdschrift 'Nature' zien dat de combinatie van drie middelen tegen het AIDS-virus (AZT, DDC en DDI) in de rea geerbuis de vermeerdering van het virus met succes lam kon leggen. Artikelen over de 'veelbelovende' aanpak verschenen in diverse Amerikaanse kran ten. Direct na publikatie ontstond al twijfel over de uitkomsten. Terecht, zoals later bleek. Een rectificatie van de onderzoeks groep is inmiddels in Nature verschenen. BIRMINGHAM STEVE CONNOR THE INDEPENDENT Genezing van spierdystrofie, een van de meest voorkomende genetische afwijkin gen, is een stapje dichterbij gekomen. Expe rimenten tonen aan dat muizen die aan de ze spierverzwakkende ziekte lijden, met succes kunnen worden behandeld. Wetenschappers denken dat dierexperi menten aantonen dat genentherapie het injecteren van patiënten met gezonde ge nen wat betreft spierdystrofie een meer dan theoretische mogelijkheid is. De onder zoekers benadrukken wel dat nog veel werk moet worden gedaan. De ziekte van Duchenne, een erfelijke spierziekte, slaat toe bij ongeveer een op de 3500 jongens en is een van de meest voor komende genetische ziekten waarvoor geen behandeling is. Bij vrouwen ontwikkelt de ziekte zich zelden, maar zij kunnen wel dra gers zijn. De eefste tekenen van spierver- zwakking openbaren zich op de leeftijd van ongeveer 3 jaar. Met 11 jaar zijn de kinde ren vaak aan een rolstoel gekluisterd en krijgen zij ernstige ademhalings- en hart problemen, waaraan zij rond hun 25ste sterven. Sinds in 1986 het gen voor spierdystrofie is ontdekt, denken artsen dat genenthera pie voor genezing kan zorgen. Maar het probleem van het inbrengen van een derge lijk groot gen 100 keer zo groot als een gemiddeld gen in reeds aangetaste spier cellen leek onmogelijk. De Amerikaanse onderzoeksleider, prof. Jeffrey Chamberlain, waarschuwt dat de methode om muizen te genezen niet kan worden toegepast op mensen, omdat gene tische manipulatie van het zeer jonge em bryo te gevaarlijk is. „Wanneer men een ef fectieve manier kan vinden om het gen bij mensen in te brengen, en het kan worden beheerst, dan hebben we misschien een be handeling. In dit onderzoek hebben we een manier gevonden om het gen té beheersen als het eenmaal in de spier zit. Nu moeten we nog een manier vinden om het in te brengen." Zijn team probeert het gezonde gen via het griepvirus in de spiercellen van de lon gen in te brengen. Hoewel spierzwakte erfelijk is, is onge veer eenderde van de gevallen het gevolg van spontane mutaties op zeer jonge -leef tijd. Daarom-kunnen diagnoses tijdens de zwangerschap de ziekte niet helemaal uit bannen, en is genentherapie belangrijk. GRONINGEN HENK HELLEMA Bosbranden vormen de grootste bron van de giftige ver bindingen dioxinen en de nauw verwante dibenzofura- nen. Dat hebben twee onderzoeksgroepen vastgesteld. De stoffen komen vrij wanneer vochtige struiken en bo men met een hoge concentratie chloor (die in houtpulp in relatief grote hoeveelheden zit) weinig efficiënt en onvolledig worden verbrand. Geschat wordt dat jaarlijks bij bosbranden in Canada bijna 60 kilo dioxinen ontstaan, een hoeveelheid die tien keer zo groot is als die welke vrijkwam na het onge luk in de chemische fabriek in Seveso (Italië) in 1976. Wanneer men ervan uitgaat dat jaarlijks in de wereld 200.000 bosbranden plaatsvinden, waardoor ruim 67.000 vierkante kilometer bos in vlammen opgaat, ligt het voor de hand aan te nemen dat dioxinen en diben- zofuranen al eeuwenlang in het ons omringende milieu voorkomen. Aangetoond is dat een grondmonster uit 1877 dioxinen en dibenzofuranen bevatte. Er is overigens nog een bron van deze stoffen in de natuur. Bepaalde micro-organismen zijn in staat om chloorfenolen om te zetten in dioxinen en dibenzofura nen. Wetenschappers gaan onderzoeken of er verband is tussen de temperatuurstijging op aarde en de toene mende groei van de pinguïns in Antarctica. Onderzoe kers uit Nieuw-Zeeland en de VS, onder wie zeebioloog Peter Wilson, vermoeden dat de pinguïns steeds groter in omvang èn aantal worden, doordat de waterspiegel in het gebied rond Lake Vanda blijft stijgen. Bij het onderzoek worden geavanceerde weegbrug gen geplaatst in een pinguïnreservaat in de buurt van de Amerikaanse basis US McMurdo Station. Elk dier zal van een label worden voorzien en vervolgens gewogen. Ook het waterpeil wordt voortdurend onderzocht. De onderzoekers willen daarmee het verband aantonen tussen het toenemende watervolume, vooral door smel tend ijs, en de groei van de pinguïnpopulatie. „Sinds 1981, toen we een toeneming van het aantal pinguïns begonnen waar te nemen, is ook het waterpeil van het meer snel gestegen", aldus Wilson. Dcuikzij gelukkige omstandigheden Gevolg ramp tanker Braer bij Shetlands valt mee De ramp met de olietanker Braer bij de Shetlands in ja nuari richtte veel minder schade aan dan in eerste in stantie werd gevreesd. Dat staat in een rapport van de Ecologische Stuurgroep van het Schotse ministerie van landbouw en visserij, die de wateren rond de Britse ei landen in de gaten houdt. Grote populaties vis, planten en dieren zijn volgens het rapport niet zorgwekkend aangetast zijn door cjc olieverontreiniging. Dat is te danken aan twee omstandigheden. Door het vluchtige karakter van de Noorse olie verdampte een deel en mengde de rest zich door het ruwe weertype al snel tot op grote diepte met het zeewater. Daar klonter de het samen tot kleine bolletjes, die later snel kunnen worden afgebroken door bacteriën. Een derde gelukkige omstandigheid was, dat de 85.000 ton olie niet in één keer vrij kwam, maar in ge deelten. Daardoor kreeg de olie de kans zich te mengen met het zeewater, alvorens in dikke massa's op de kust te belanden. De TV-beelden vlak na de ramp gaven vol gens de stuurgroep een te negatief beeld. De harde wind kreeg vat op de lichte olie en 'be sprenkelde' de kust en de daarachter gelegen gronden Gevolg: het vee moest snel worden geëvacueerd. Het gebruikelijke aantal vogelslachtoffers bij veel kleinere olierampen loopt al snel in de duizenden. De schatting na de Braer is ongeveer 400. Gezien de omvang van de ramp relatief weinig. Ook het aantal aangetaste vissen was betrekkelijk ge ring. Van een aantal zalmkwekerijen langs de kust vlak bij de gezonken Braer is de populatie ongeschikt voor consumptie verklaard. De kans is evenwel groot dat een deel van het nageslacht van deze vissen al weer eetbaar zal zijn. Van de zoogdieren op de eilanden is slechts een konijn het slachtoffer geworden dat beestje was doodgetrapt door een van de vele journalisten. De verontreiniging van het land is van korte duur ge bleken en de meeste beperkingen aan oogsten van en grazen op de graslanden zijn opgeheven. Of er sprake is van besmetting van niet-landbouwgronden moet nade re studie uitwijzen. De stuurgroep meent wel dat de Shetlands aan een grote ramp zijn ontsnapt. Tyrannosaurus voorlopig alleen echt op het witte doek leken op rode bloedcellen en Schweitzer dacht vrijwel onmiddellijk aan een onderzoek naar di- no-DNA. Onderzoek naar dit erfelijkheidsmateriaal zou in één klap informatie kunnen opleveren over waar deze dinosauriërs op de evolutieladder pre cies hebben gestaan. Dat is nog steeds onbekend. Mary Schweitzer claimt al een molecuul uit het versteende materiaal te hebben afgezonderd dat dino-DNA zou kunnen zijn. Maar veel onderzoekers zijn zeer sceptisch of het echt'erfelijkdino-materiaal betreft. Om te beginnen bestaat er geen zicht op de verontreinigingsgraad gedurende die 65 miljoen jaar. Bij vrijwel alle tot nu toe gevonden dino-fos- sielen is het oorspronkelijke botweefsel geheel ge mineraliseerd, behalve dan bij dat wat Jack Hor ner vond. Daar bleken de binnenste botdelen nog niet door mineralen aangetast en lijkt er inder daad sprake te zijn van organisch materiaal. Maar dan nog rijst de vraag, of het daarin even tueel te vjnden DNA niet van elders afkomstig is. Ook zijn er wetenschappers die menen dat het toch al instabiele DNA-molecuul onmogelijk zo'n tijdspanne intact kan overbruggen. Bovendien ontbreekt vergelijkingsmateriaal uit die tijd en dat is, het liefst in zo groot mogelijke hoeveelheden, nodig voor een gestandaardiseerd beeld. Toch is de race naar erfelijkheidsmateriaal van de 'oerdraken' in volle hevigheid losgebarsten. Men richt de aandacht ook op fossiel bloed van de uitgestorven dieren. En de vraag is inmiddels niet eens meer, wie het eerst DNA-moleculen af scheidt uit de versteende fossielen, maar veeleer wie bewijst dat het inderdaad dino-DNA is. Jurassic Park zal nooit werkelijkheid kunnen worden, maar dat mogen we in de bioscoop bin nenkort anderhalf uur vergeten. (Bron: 'Science') Eindhoven heeft de hoop gevestigd op tandem-zonnecellen. Verder zijn er ex perimenten gaande met het inbedden van de lijnen via een laser, terwijl Texas Instruments in Amerika op een vergelijk bare wijze met in bolletjes ingekapselde cellen proeven neemt. De nieuwste ontwikkeling, de organi sche zonnecel die de fotosynthese uit de natuur nabootst, lijkt in eerste instantie veelbelovend. De betrouwbaarheid is vanwege het ontbreken van gegevens over meting en techniek evenwel ondui delijk. Maar heeft Nederland voldoende zon om inderdaad op grote schaal energie op te wekken uit cellen? Tazelaar wijst erop dat ook bij bewolking nog altijd sprake is van diffuus licht dat stroom kan opwek ken. Als 20 procent van de daken in Ne derland bedekt wordt met zonnepane len, zou 9 procent van de totale energie behoefte worden opgewekt. Voor een normale huishouding zou een continu vermogen van 200 watt voldoende zijn om in het energiegebruik te voorzien van verlichting, TV en geluidsapparatuur. Een rekensommetje leert, dat daarvoor bij een gemiddelde instraling van 120 watt per vierkante meter op jaarbasis en een rendement van 12 procent, een op pervlak van ruim 10 vierkante meter no dig is. Duur is het wel. Zo lang de stroomprijs op de huidige hoogte blijft, is de terugverdientijd in geld bijna niet uit te drukken. Heel anders ligt het met de terugverdientijd in energie. Vergelijk je die met een windmolen, waar voor de produktie zoveel energie nodig is. dat Tazelaar betwijfelt of de te rugverdientijd wel reëel te berekenen is, dan komt de zonnecel met ongeveer een jaar gunstig uit de bus. Zo stelde een tekenaar van de National Geographic Society zich voor, miljoenen jaren geleden een Tyrannosaurus, met jong, jacht maakte op een kleinere sauriër. foto ap Neem een geniale maar beetje gekke weten schapper en een multimiljonair die met z'n cen ten geen raad weet, lardeer dat met een portie biotechnologie en je hebt een schitterend scena rio voor een spannende spektakelfilm. Dat moet de Amerikaanse filmregisseur Steven Spielberg een tijdje geleden hebben gedacht met in zijn achterhoofd het boek Jurassic Park van schrijver Michael Crichton. Dus togen zijn scenarioschrijvers aan het werk en kregen bekende makers van 'special effects' opdracht alle registers op het gebied van anima tietechnieken open te trekken. Jurassic Park mag gezien worden. De mensen kunnen weer huive ren en bewonderen in de bioscoopstoel. Dicht met tanden bezette, reusachtige kaken van mon sterachtige creaturen doen het altijd goed op het witte doek. Tanden van het grootste vleesetende roofdier dat ooit op deze planeet rondwandelde: die van de Tyrannosaurus rex. Dat monster had een paar dozijn messcherpe tanden ter grootte van een forse briefopener in een bek, waarin je de helft van een moderne telefooncel kwijt zou kunnen. Hoe heerlijk om zo'n beest op de één of andere manier weer tot leven te wekken en wat een prachtig aanknopingspunt daartoe werd ander half jaar geleden door de wetenschap zelf aange reikt. Mary Schweitzer, bioloog bij de universiteit van Montana, ontdekte toen onder haar microscoop in een uitgezaagd plakje van een gefossiliseerd stuk gebeente van een Tyrannosaurus rex een aantal opmerkelijk ronde structuren, met daarin iets dat op celkernen leek. De fossielen waren door Schweitzers collega en paleontoloog Jack Homer in de staat Montana gevonden. De details Elektriciteit uit zonne-energie irt Neder land? Wie het weer in ogenschouw neemt, is geneigd dat voor grootschalige toepassing als onzin af te schrijven. Maar het Milieu Beleids Plan van minister Al ders spreekt andere taal. Op lange ter mijn is zonneënergie wel degelijk een optie waarmee hij rekening houdt. En niet ten onrechte, meent ir. Edwin Taze laar van KEMA Industriële Energie Syste men in Arnhem. Voorwaarde.is wel, dat je die elektrici teit aan het net kunt leveren. Opslag in accu's op grote schaal is zowel kostbaar als milieubelastend. Om te weten aan welke eisen de apparatuur moet voldoen is inzicht in de dynamica van de zonne straling nodig. Om daar achter te komen is twee maanden een proefopstelling van zonnecellen op het dak van een KEMA- gebouw geplaatst, gekoppeld aan een snelle computer. Die computer ontving elke seconde gegevens van het dakpa neel. Uit de staten blijkt dat de zon uitschie ters kent van 900 watt per vierkante me ter naar minder dan 200 binnen enkele seconden. Vlak na het passeren van een wolk kwamen zelfs uitschieters voor bo ven het geschatte piekvermogen. Reflec tie van zonlicht op de rand van de gepas seerde wolk was de oorzaak. Nu komen er meetstations in Eiber gen, Vlissingen en Beerta. Deze plaatsen zijn gekozen op grond van het aantal zonne-uren dat daar over eén groot aan tal jaren is gemeten. Vlissingen krijgt een opstelling aan het water om de invloed van reflectie van het water te meten. De gegevens gaan naar de centrale KEMNA- computer. Na een jaar hoopt men zo be- Een zonnepaneel op het dak van het KEMA-gebouw. foto gpd trouwbare gegevens te hebben om nieu we dynamica-modellen te ontwikkelen. Daarmee kunnen fabrikanten aan het werk om eisen vast te stellen waaraan de apparatuur moet voldoen. De industrie zal alleen apparatuur produceren als daar een markt voor is. En die markt is er, daarvan is Tazelaar overtuigd. Het rendement van de huidige zonne cellen is niet indrukwekkend, maar neemt langzaam toe. Van de drie meest gebruikte zonnecellen is hét rendement van de monokristallijncel het hoogst, met een laboratoriummaximum van 24,2 procent en een rendement in de praktijk van rond de 18 procent. Deze cellen worden nu kleinschalig toegepast op bijvoorbeeld praatpalen. De polykristallijncel is de meest voor de hand liggende cel voor grootschalig gebruik, vanwege rendement (circa 12%) en kostprijs. Tazelaar meent evenwel dat de zogeheten amorfe cellen, die te vin den zijn in rekenmachientjes en horlo ges, ook nog wel eens een toekomst kun nen hebben. Probleem is echter dat ze degraderen en dat het rendement (nu rond de 6.8 procent) afneemt De Rijksuniversiteit Utrecht experi menteert met amorfe cellen en heeft al een Europees record van 11.4 procent bereikt. De Technische Universiteit Beeldjes, modellen en zelfs complete bouwpakketten van dinosauriërs, zoals de 'hoofdrolspeler' in Spielbergs spektakelfilm, de Tyrannosaurus :x, hebben de wereld stormenderhand veroverd. foto gpd Dinosauriërs zijn al 65 mil joen jaar gele- dèn uitgestor ven maar Te ven' de laatste jaren als nooit tevoren. Elke speelgoedzaak heeft ze en bin nenkort zijn ze te bewonderen in Spielbergs nieuwste spek takelfilm Juras sic Park.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 9