De mol in de mens TI Verdrongen verantwoordelijkheid ZATERDAG 28 AUGUSTUS 1993 MAURICE WILBRINK H gfl ij behoort tot de gespecialiseer- de familie der Talpidae, en is «zaL goed herkenbaar door zijn ste vige schopvormige graafpoten, met krachtige nagels en verbreed door een sikkelbeentje. Rolrond is hij, vrijwel zonder nek. Vrij naar de Winkler Prins encyclopedie hebben we het hier over de mol, aangenaam. De mens mist het sikkelbeentje, zijn nagels stellen niks voor, graafpoten heeft 'ie niet. Een enkeling is rolrond, zeker, maar daar houdt de vergelijking met het dier ook op. Hoewel? Midden augustus meldde de Amerikaanse journalist John Bums vanuit Sarajevo dat de belegerde stad al maandenlang via een ge heime tunnel in leven wordt gehouden. Zo'n 800 meter lang, onder het vliegveld van Sara jevo door, gestut met palen, zonder luchtver versing. Bums haalt een Bosnische soldaat aan, die vertelt hoe zwaar de tocht door de tunnel is. De hele route moet bukkend worden afge legd, ze is zo smal dat slechts eenrichtings verkeer mogelijk is. De soldaat: „Ik heb er twintig minuten over gedaan en ik was doo dop. Als je er eenmaal in bent, sta je er alleen voor. Je hebt met niemand contact, je hebt alleen je zaklantaarn. De lucht is zo vochtig, dat je vreest te stikken." De geheime tunnel van Sarajevo kent be roemde voorgangers. Overal ter wereld, in ie der tijdsgewricht, groeven mensen zich een weg door de aarde om zo hun doel te berei ken: vrijheid, de mg van de tegenstander, geld en goud, veiligheid. Er zijn prachtige boeken over geschreven: Het Houten Paard van Eric Williams bijvoorbeeld (over de ont snapping van Britse luchtmachtofficieren uit een Duits kamp) en De Heren van de zes tiende Juli van Ken Follett (waarover later). colditz Geallieerde officieren brachten de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog soms tot wanhoop in hun ijver te ontsnappen. In Col- ditz, het bij Leipzig gelegen middeleeuwse kasteel, ontstond in de jaren 1940-'45 een ware ontsnappingscultus. Er werden 191 po gingen gedaan, waarvan er 31 slaagden. Het meest tot de verbeelding spreekt het verhaal van de tunnel die Franse officieren groeven. Na de vorming van de Société Ano- nyme du Tunnel de Colditt begonnen ze aan een ontsnappingsroute die op de minst voor de hand liggende plek begon: hoog in de klokketoren van het slot Colditz. Dertig man groeven, in ploegendienst, 24 uur per dag. De tunnel werd enkele keren on derbroken door verticale schachten, om vol doende diepte te bereiken zodat men onder de fundamenten van het oude kasteel door kon komen. De toegang tot de tunnel be stond uit een muursteen, die zo kon worden teruggeplaatst dat er helemaal niets was te De Duitsers, al aardig gefrustreerd door eerdere ontsnappingspogingen, hoorden via detectieapparatuur dat er ergens in of onder het enorme kasteel werd gegraven. Weken, maanden gingen voorbjj. De Fransen groe ven, de Duitsers zochten. Na acht maanden had de Société Anonyme haar doel bijna be reikt. Nog enkele meters waren te gaan en er restte slechts slappe bodem. Intussen begonnen $e Duitse bewakers de len van het kasteel te ontmantelen in hun verbeten jacht. Een slordige opmerking van een Franse gevangene die naar een ander kamp was overgebracht, zou de Duitsers uit eindelijk op het spoor van de klokketoren hebben gebracht. Met het zicht op de finish werd de tunnel ontdekt. De Duitse comman dant had een nieuw element toe te voegen aan het ontsnappersmuseum dat hij in Col ditz had ingericht. Muur De Muur in Berlijn vormde ook een bron van inspiratie voor ontsnappers. In november 1962 werd tunnel '29' ontdekt: gegraven vanuit West-Berlijn, 120 meter lang. Het was een goed geconstrueerde vluchtgang, waar langs 29 mensen zouden ontsnappen. Helaas werden dat er niet meer de tunnel liep vol water nadat een leiding was gesprongen. De langste tunnel onder de Muur was 145 meter en op één punt zelfs twaalf meter diep. In tien maanden gegraven door studenten vanuit een toilethok in het oostelijk stadsdeel naar een bakkerij in West-Berlijn. In totaal 57 mensen maakten er met succes gebruik van. Een van de allergrootste fiasco's uit de ge schiedenis van de westerse spionagediensten eindigde ook in een tunnel onder Berlijn. Het ging om Operation Gold: een tunnel via wel ke de Amerikaanse en Britse inlichingendien- sten CIA en SIS het militaire telefoonverkeer van Russen en Oostduitsers wilden aftappen. De beslissing om de tunnel aan te leggen, werd genomen in december 1953. De gehei me gang zou 800 meter lang worden en ein- Denk wijzer December 19^89. Inwoners van Bukarest bukken zich over een luchtrooster boven een van de geheime tunnels v kozen voor het communisme en overliepen naar het Oostblok. Na vele duizenden onbe langrijke en vooral onjuiste berichten via de ze telefoonlijnen te hebben verstuurd, beslo ten de Russen in 1956 dat de propaganda- waarde van een ontdekking maar eens moest worden uitgebuit. In zijn autobiografie No Other Choise schrijft George Blake hoe in de afluisterruim- te van de Amerikanen de alarmbellen begon nen te rinkelen, toen de Russen hun 'ontdek king' deden. In allerijl lieten ze troepenver- sterkingen aanrukken, omdat ze bang waren dat de Russen een aanval zouden doen via de tunnel. De vijand, die tenslotte drie jaar de tijd had gehad te verzinnen hoe te reageren, hield een persconferentie en leidde journalis ten door de tunnel. In het Westen werd gesproken over een doorslaand spionage-succes. George Blake hield zijn adem in. Hij schrijft: „Ik moet be kennen dat ik een paar angstige weken be leefde, totdat de resultaten van het onder zoek (van SIS en CIA, red.) bekend werden, en ik een zucht van verlichting slaakte." Pas jaren later, in 1960, werd het verraad van Bla ke in het Westen bekend. Korea Niet alleen in Duitsland is door de jaren heen veel gegraven. Ook in Korea is flink getun neld, vooral van het Noorden naar het Zui den. Noordkoreaanse overlopers vertelden in de jaren zeventig dat het bewind van Kim-il- Sung maar liefst tien divisies opdracht had gegeven twee tunnels te graven onder de ge demilitariseerde zone. Via de tunnels zou een verrassingsaanval mogelijk moeten zijn op Zuid-Korea. Inderdaad werden in 1974, 1975 en 1978 tunnels ontdekt. En in 1990 was het opnieuw zo ver. De Zuidkoreanen kwamen een tunnel op het spoor, die 145 meter diep lag. Er zou den per uur 7.000 militairen met artillerie door heen kunnen, zei een Zuidkoreaanse minister van defensie. Een indrukwekkend gangenstelsel groeven de Vietcong in de jaren '50 en '60 om zich te beschermen tegen Franse en later Ameri kaanse aanvallen. Honderden kilometers tunnel werden aangelegd, met aparte ruim ten waar kinderen naar school gingen, voor raden werd opgeslagen, gewonden werden verzorgd en fabriekjes draaiden. Het bekendste tunnelcomplex bevindt zich bij Cu Chi, waar steeds meer westerse toeris ten er doorheen kruipen om het onderaardse wonder te aanschouwen. Vietcong-strijders konden er destijds op vele plekken onver wacht bovengronds komen en even raadsel achtig weer verdwijnen. Speciale Amerikaan se eenheden, de zogeheten 'tunnel-ratten', probeerden ondergronds de strijd met de Vietcong aan te binden. Ze kwamen nooit erg Ceaucescu Diende het Vietcong-tunnelcomplex nog deels een civiel doel, in Roemenië liet dicta tor Ceausescu kilometers tunnel aanleggen louter om zichzelf te beschermen. Toen Ceausescu's bewind eind 1989 viel, en de lei der reeds was geëxecuteerd, bleven zijn elite troepen en de geheime dienst Securitate nog enige dagen doorvechten. Op de meest on verwachte plekken en momenten doken ze op uit tunnels, die onder de hoofdstad Boek arest waren aangelegd. De breedste tunnels waren speciaal voor Ceausescu aangelegd. Het paleis was onder gronds te bereiken, evenals het partijhoofd- Een 800 meter lange, geheime tunnel houdt de inwoners van Sarajevo al maandenlang in leven. Deze onderaardse gang heeft vele beroemde voorgangers. Gevangenen groeven zich een weg uit kasteel Colditz, een van de grootste spionage- fiasco's mondde uit in een tunnel, in 1976 werd een bank in Nice beroofd langs een ondergrondse toegang. Zelfs Nederland heeft zijn eigen geheime tunnelgesch ieden is. Zaklantaarns aan en bukken gerofficiersclub. Er bleken grote wapen- en munitievoorraden opgeslagen en men vond koelruimten vol met vlees, een luxe-produkt dat de Roemeense bevolking zelf al lange tijd niet meer kon kopen. Niemand had tijdens de eerste dagen van de revolutie enig idee hoe de plattegrond van het stelsel eruit zag. Radio Boekarest deed oproepen aan architecten, die bij de bouw betrokken waren, zich te melden. Met succes: er meldde zich een zoon van een architect, die over een plattegrond bleek te beschikken. Bankroof In 1976 smulde het Franse publiek van een uiterst spectaculair tunnel-verhaal. Onder de kop Le Fric-Frac du Siècle (De Roof van de Eeuw) berichtten kranten hoe het bankfiliaal van Société Générale in het Zuidfranse Nice werd beroofd van geld en goed met een waarde van naar schatting tien miljoen dol lar. Het brein achter de roof was Albert Spaggi- ari. Hij wist met de nodige moeite een aantal zware jongens om zich heen te verzamelen die ook in zijn droom geloofden. Twee maanden lang kropen ze door de riolen van Nice en werkten aan een tien meter lange tunnèl die hen bij de betonnen muur van de kluisruimte bracht. Op zaterdag 16 juli had den ze een gat gehakt in de muur, zonder dat een alarm afging. Een waarschuwingssys teem was niet nodig, zo had de bankdirectie geoordeeld de kluisruimte had immers zo'n dikke stalen deur, daar zou niemand doorheen komen. De indruk bestond dat de rovers op hun gemakje een weekend lang safe na safe had den gekraakt. In het boek De Heren van de Zestiende Juli van. Ken Follett, werd dat ro mantische beeld wat bijgesteld. De mannen waren doodvermoeid door het loodzware breekwerk en ze zaten voortdurend in de stank van hun eigen uitwerpselen. Meer tot de verbeelding spraken andere zaken. Rechercheurs vonden lege flessen wijn. Er stond een brander waar eten op was klaar gemaakt. Hun behoefte deden de kra kers in een antieke zilveren vaas uit een van de kluisjes. Er werden pornofoto's aangetrof fen met bekende personen uit de beau mon de van Nice ze waren door de bankrovers opgehangen nadat die ze hadden gevonden in een gekraakte safe. Hoogtepunt was het moment dat medewerkers van het casino in Nice de zaterdagopbrengst in de nachtkluis deponeerden. Albert Spaggiari stond bene den klaar om de cassettes met contanten ei genhandig op te vangen. In de villa's en op de luxe jachten in de ha ven, was de woede groot toen de roof bekend werd. Maar bewondering voor de ingenieuze manier waarop de kraak was uitgevoerd, was er ook. Toen een verslaggever aan een hoge politiefunctionaris vroeg of hij rekening hield met een groep criminelen van buitenlandse afkomst, antwoordde de man bits: „Wij heb ben geen import nodig. Franse criminelen zijn intelligent genoeg." Valkenburg Nederland heeft een minder kleurrijke ge schiedenis van geheime tunnels. Maar in Val kenburg is nog altijd de geheime vluchtgang te bewonderen die in de late middeleeuwen werd aangelegd onder het plaatselijke kas teel. De versterking, gebouwd op de rand van de Heunsberg, gold tussen ongeveer 1100 en 1672 (toen het gebouw werd opgeblazen) als een moeilijk neembare veste. In 1937 ontdekte men bij toeval dat er ge- New York, maart 1964. Het is ongeveer 3 uur in de ochtend als de stilte in Queens wordt verbroken door de wanhopige kreet van een jonge vrouw: „Oh God, hij heeft me gestoken. Help me alsjeblieft! Help me alsjeblieft! In het tien verdiepingen tellende flatgebouw gaan lichten aan en ramen open en bewoners zien toe hoe op de straat voor het gebouw een man een vrouw lastig valt. Vanuit een raam op een van de bovenste verdiepingen roept iemand: „Laat dat meisje met rust!". De man laat het meisje los en loopt een eindje weg; de lichten gaan weer uit. De man komt terug en steekt haar voor de tweede keer met zijn mes. „Ik ga dood", krijst ze, „ik ga dood". In veel apartementen gaan de ramen weer open en de lichten weer aan. De aanrander stapt in zijn auto en rijdt weg. Korte tijd later komt hij weer te rug en steekt haar voor de derde maal, dit keer dodelijk. Om half vier was het allemaal voorbij, maar het eerste telefoontje naar de politie kwam pas om tien voor vier. Een aantal mensen hadden vanachter hun gordijnen het gebeuren gadegeslagen: een echtpaar had stoelen bij het raam gesleept en het licht uit gedaan zodat ze het allemaal beter konden zien. De beller was een man 'die niet bij de zaak betrokken wilde worden'. De naam van de jonge vrouw, die vermoord werd onder het toeziend oog van 38 respectabele burgers, was Catherine Genove- se. Haar dood riep een storm van verontwaardiging op en hield de gemoederen van talloze Ameri kanen maandenlang bezig. En dat was, zoals de New York Ti mes een tijd later schreef, mis schien wel vooral 'omdat we kij kend naar die 38 mensen die niets hadden gedaan om het dra ma te voorkomen, in feite ook naar onszfelf keken. Misschien hadden wij zelf ook wel niets ge daan'. Diezelfde gedachte dringt zich op naar aanleiding van de ver drinkingsdood van een 9-jarig meisje op zaterdag 21 augustus in Barendrecht. Waarom boden zoveel mensen geen hulp? En, zouden wij als we daar bij ge weest waren wel hulp hebben geboden? Een van de gevolgen van de moord op Catherine Genovese was, dat onderzoekers aan ver schillende Amerikaanse universi teiten zich over die vragen gin gen buigen. De resultaten van hun studies wijzen erop dat hoe onthutsend de 'werkeloze' reac tie van omstanders bij een voor iemand anders levensbedreigen de situatie ook is, we die reactie niet alleen maar als onverschil ligheid of lafheid kunnen weg- verklaren. De meeste mensen blijken slecht te zijn voorbereid op het helpen van anderen in noodsituaties. Dat hangt voor een deel samen met het feit dat zulke situaties onvoorspelbaar zijn en om snelle actie vragen. Bovendien zijn het meestal zeer verwarrende situa ties. 'Wordt die vrouw daar bene den door een vreemde vent lastig gevallen of heeft ze ruzie met haar eigen man? Zijn die meisjes daarginds gewoon met dat bootje aan het dollen of. Wordt dat meisje daar nou al ge holpen? Wacht, ik geloof dat ik er al mensen bij zie dusWat wil de politie nou precies? Oh. willen ze dat wij ook....? Wacht, ik zie er al mensen op afgaan... De meeste mensen hebben de neiging om in zo'n verwar ring te reageren met actie uit te stellen, te doen alsof er niets aan de hand is, te denken dat zijzelf er niet bij nodig zijn. Ze beper ken zich aanvankelijk vaak tot om zich heen kijken naar hoe anderen reageren. Wat ze dan vaak zien zijn anderen die, om precies dezelfde redenen, ook niets doen. Kortom, het is vaak juist de aanwezigheid van andere mensen die ons er van weer houdt in actie te komen. Mensen die voor de eerste keer in een grote stad komen en daar onverwacht het lichaam van een man gewoon in zijn kleren en met zijn ogen dicht op het trot toir zien liggen, maken die ver warring vaak door. Door hun hoofd spelen vragen als: „Wat doet die man daar? Slaapt ie? Is hij ziek? Dronken? Is hij dood?" In die onzekerheid zoeken ze om zich heen naar aanwijzingen hoe die situatie te interpreteren als een noodsituatie of niet. Het is dan het gedrag van de andere mensen, die zonder de man ook maar een blik waardig te keuren gewoon voorbij struinen, dat meestal de doorslag geeft: we lo pen ook door. Maar dit proces verklaart natuur lijk nog niet waarom mensen niets doen in situaties waarin zonneklaar is dat het gaat om een noodgeval, zoals in het geval van Catherine Genovese. Het cruciale proces hier is hetgeen psychologen diffusie, zeg maar het afschuiven, het verwateren van verantwoordelijkheid noe men. De bewoners van het ge bouw konden hun buren niet achter hun gordijnen zien. Ze konden dus ook niet weten of die in paniek waren of niet, of al in actie waren gekomen of niet. Wat ze wel wisten was dat ze met een heleboel zaten te kijken. Dus kon ieder voor zich gemakkelijk redeneren: „Er zal vast al iemand op af zijn gegaan" of „Er heeft inmiddels heus wel iemand de politie gebeld". Hoe meer men sen getuige zijn van een noodsi tuatie en van elkaar weten dat ze dat zijn, hoe groter de kans op verwatering van verantwoorde lijkheid. Maar er spelen natuurlijk nog wel meer factoren een rol bij al dan niet helpen. Nogal wat mensen weerhouden zichzelf er van om in aktie te komen omdat ze bang zijn een belachelijk fi guur te slaan, voor uitslover te worden aangezien of, wat voor veel mensen hetzelfde is, erach ter te komen dat ze helemaal niet meer nodig zijn, dat er al genoeg hulp geboden wordt. De reden waarom ze dat 'stom' vinden is dat ze dan het idee hebben de si tuatie niet goed te hebben be oordeeld en als ze weer aan wal kruipen in de ogen van anderen, die dus gewoon 'verstandig' aan de kant zijn gebleven, iemand te zijn 'die ook zo nodig moest', die ook zonodig de held moest uit hangen. Ook hele praktische dingen spe len mee, zoals het gevaar dat mensen denken dat ze lopen als ze zich er mee gaan bemoeien. Of hele banale dingen als het feit dat ze een nat pak zullen halen en wie weet hardstikke verkou den zullen worden. Of de vraag wie de stomerij zal betalen. Of de vraag of ze dan niet mee naar het politiebureau moeten en wie weet de halve avond kwijt zijn met het proces-verbaal en wat al niet meer. Hoe weinig complimenteus het voor het mensdom ook mag klin ken, de meeste mensen maken in hun hoofd, ook in dergelijke vooreen medemens levensbe langrijke situaties, een kostcn- baten berekening, waarvan het saldo soms gelijk staat aan een doodvonnis. Veel mensen zijn op dit punt overigens wel verbcter- lijk. De waarschijnlijkheid dat mensen in noodsituaties daad werkelijk hulp verlenen blijkt toe te nemen door trainingspro gramma's, waarin mensen via film, discussie en rollenspel wor den geconfronteerd met de in formatie over helpgedrag zoals ik die hier kort heb samengevat. Wat dat betreft doen media, poli tie en justitie er goed aan nog lang aandacht aan Barendrecht te besteden. Want, zoals een deelnemer van de Catherine Ge novese Conference on Bad Sama- ritanism die in 1984 in New York werd gehouden ter nagedachte nis aan het drama van 20 jaar te voren, zo treffend zei: J Iet gaat hier om een fundamentele kwes tie, een nachtmerrie van de eer ste orde. Zullen de mensen om ons heen gewoon blijven staan waar ze staan en ons laten om komen als we hulp nodig heb ben, of zullen ze ons te hulp ko men? Zijn die andere wezens daar. zijn die er om ons te helpen ons leven en wat ons waardevol is te behouden, of zijn we indivi duele stofwolken die ronddrijven in het luchtledige?" RENE DIEKSTRA hoogleraar klinische en gezondheidspsychologie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 29