Verlichte vrouwen in een orthodoxe partij 'Klachtenmeldpunt logische za ZATERDAG 28 AUGUSTUS 1993 Mevrouw Grabijn-Van Putten vecht voor volwaardig lidmaatschap SGP De gewraakte discussie over het vrouwenlidmaatschap binnen de SGP barstte los na een actie van haar, januari vorig jaar. Aan de vrouwelij ke partijleden was een toegangskaart gewei gerd om de jaarlijkse ledenvergadering bij te wonen. Mevrouw Grabijn-Van Putten was zo gekwetst dat ze een advocaat in de arm nam om alsnog te proberen een kaart los te peute ren. Dreigen met een kort geding hielp; de uitnodiging viel in de brievenbus. Maar het was een éénmans-actie, of beter gezegd een éénvrouws-actie, die een ware polemiek op gang bracht over de kwestie 'wel of geen vrouwenlidmaatschap'. „Door die actie is de hele discussie eigenlijk in een stroomversnel ling geraakt", aldus Grabijn-Van Putten. In juli van dit jaar schreef het SGP-hoofd- bestuur een brief aan alle leden met daarin voorstellen om het lidmaatschap van vrou wen te beperken. Volgens het bestuur staat in de bijbel dat het 'regeerambt' alleen aan de man is toevertrouwd. Een van de voorstellen is een wijziging in de statuten waardoor het vrouwen onmogelijk wordt gemaakt zitting te nemen in de Eerste en Tweede Kamer. Ze zouden bovendien niet meer mogen deelne men aan de stemmingen binnen het bestuur, geen bestuursfunctie mogen vervullen en geen lid van een kiesvereniging mogen zijn. Een voorstel dat vrouwen lid kunnen worden, ontbreekt. Op de algemene ledenvergadering van 25 september wordt over de voorstellen ge stemd. De themadag volgende week, georga niseerd door de Werkgroep Bouwen waarin Grabijn-van Putten zit, is volgens de pro- vrouwenclub binnen de SGP de laatste mo gelijkheid om het tij te keren. Grabijn-Van Putten is er vast van overtuigd dat er binnen de SGP een flink aantal 'verlichte geesten' moet zitten. „De standpunten van het hoofd bestuur zijn vernederend voor vrouwen. Zo ga je niet met mensen om. Ik ben het vol strekt oneens met de onderbouwing van de voorstellen en velen zijn dat met mij." Ondanks de 'steun van velen' ziet de toe komst voor de twintig vrouwelijke SGP-leden er somber uit. Tijdens een peiling begin dit jaar stemde negentig procent van de kiesver enigingen tegen het vrouwenlidmaatschap. En al liet partijvoorzitter W.Chr. Hovius on langs aan de SGP-leden weten voor het vrou wenlidmaatschap te zijn. de meerderheid van het hoofdbestuur is nog steeds tegen. „Hoe de verhouding precies ligt in het be stuur, weet ik niet. Het kan 8-7 zijn maar ook 9-6." Grabijn maakt zich boos. Volgens haar kent de SGP vele 'minder-orthodoxe geesten' binnen de gelederen. „Maar net zo goed als dat ieder land de regering krijgt die het ver dient, krijgt iedere politieke partij het bestuur dat het verdient. Veel mensen met een min der traditionele instelling blijvèn weg tijdens Terwijl voor- en tegenstanders binnen de Staatkundig Gereformeerde Partij volgende week zaterdag discussiëren over het 'heikele'onderwerp vrouwenlidmaatschap, ligt zij te dobberen in de Middellandse Zee. Mevrouw Riet Grabijn- Van Putten, het eerste vrouwelijke lid van de SGP en de meest fervente voorvechtster van de rechten van de vrouw binnen deze partij, is moe. Moe van het werk en vooral moe van de commotie die is ontstaan rond het vrouwenlidmaatschap. „Jammer dat ik het allemaal niet mee kan maken op die themadag, maar ik moet er echt even uit. Even rusten", verklaarde ze voor haar vertrek naar Spanje, zo'n twee weken geleden. stemmingen. Dan is het niet zo raar dat de meer orthodoxe kant steun wint. Dan moe ten die verlichtere geesten niet gaan gillen als het bestuur ineens uitermate orthodox blijkt te zijn." Ze werd zelf in 1984 lid van de partij, op voorstel van het toenmalige hoofdbestuur. Over het hoe doen diverse verhalen de ronde. „Veel kranten schrijven nu dat ik lid ben ge worden door me op slinkse wijze als man aan te melden. Het mooiste verhaal natuurlijk maar het klopt niet. Wat denk je, dan had het hoofdbestuur me er nu ook direct kunnen uitgooien", zegt Grabijn. „Wat in werkelijkheid gebeurde was, dat ik een boze brief stuurde naar een SGP'er die een vrouw-onvriendelijk verhaal in de krant publiceerde. Ik ondertekende met H. Grabijn - omdat ik dacht dat hij een brief van een vrouw niet zou lezen - en stuurde een af schrift naar het hoofdbestuur. Daar dachten ze in eerste instantie dat ik ^en man was. Er kwam toen een telefoontje met het verzoek of meneer Grabijn lid wilde worden. Ik heb toen niets gezegd maar een paar dagen later toch een bericht verstuurd met daarin de mededeling dat niet meneer, maar mevrouw Grabijn de bewuste brief had geschreven. Daarmee was de kous af, dacht ik. Vrouwen konden immers geen lid worden. Maar kort daarop kwam er een brief van het hoofdbe stuur, gericht aan mevrouw Grabijn, met daarin de aanbeveling toe te treden tot de Haagse kiesvereniging. Zo is het gebeurd." Die begin jaren tachtig waren een periode waarin vrouwen meer mochten binnen de SGP. De wind waait nu uit een andere hoek, ondervintft Grabijn. „Tussen '88 en nu kwa men in het partijkader voor een groot gedeel te mensen uit de orthodoxe hoek. En schie pen veel mensen een vijandbeeld ten opzich te van mij." Maar er zijn mensen die haar steunen. Bij na dagelijks valt er fanmail op de deurmat en krijgt ze telefoontjes. „Soms gaat het heel raar", aldus Grabijn. „Dan krijg je op één dag twee brieven. In de één wenst iemand, je Gods zegen om door te gaan op de ingesla gen weg; in de ander wenst weer iemand an ders je Gods zegen om de ingeslagen weg te verlaten. Dat is soms heel moeilijk." De SGP'ster twijfelt zelf zo nu en dan over de uitkomst straks op 25 september. „Of de ideeën van Bouwen kans maken? Als ik uitga van mijn eigen gedachten, dan weet ik het niet. De geluiden die ik het meest hoor is dat wat de werkgroep voorstaat geen enkele kans maakt. Aan de andere kant hoor ik de laatste tijd ook steeds vaker dat het standpunt van het hoofdbestuur omgekeerd evenredig is aan dat van de achterban. Ik kan me eigenlijk niet voorstellen dat het mis gaat. Maar aan de andere kant... Tot nu toe zijn de meeste dingen steeds slechter uitgevallen dan waar ik op gehoopt had." „In feite is deze hele zaak rond het vrou wenlidmaatschap een zaak van middelmatig belang. Als je het politiek beschouwd dan is het van de zotte om die hele discussie te ver heffen tot iets waardoor een partij niet meer kan functioneren. Ze hadden het gewoon aan de kiesverenigingen moeten overlaten of die wel of geen vrouwen toelaten. Deze hele zaak heeft de SGP in een moeilijk parket gebracht. Als vrouwen lid mogen blijven, zeggen er denk ik veel leden af. Als wouwen geen lid meer mogen zijn of worden, kost dat veel stemmen." De SGP speelt kerkje, zo noemt Grabijn het. „Dat hoort een politieke partij niet te doen maar dat is wel wat op dit moment ge beurt. Geprogrammeerd bijbeldenken, dat is het. Het hoofdbestuur had een mening over het vrouwenlidmaatschap en heeft daar ver volgens een paar bijbelteksten bij gezocht. Die bijbelse onderbouwing is volstrekt één zijdig en dat is wat we op de themadag dui delijk proberen te maken. Er is inmiddels ook een werkgroep geweest, die op grond van de bijbel tot compleet andere conclusies komt dan het hoofdbestuur. Die visie proberen we op de themadag te verkondigen. In feite wil de wergroep Bouwen niets anders dan de ruimte behouden die tot nu toe binnen de SGP als interkerkelijke politieke partij altijd heeft bestaan." Mevrouw Grabijn-Van Putten: „De standpunten van het hoofdbestuur zijn vernederend voor vrouwen." foto hielco kuipers Ruud Paauw 'ombudsman' bij Leidsch en Haarlems Dagblad ezers van deze krant kunnen vanaf J j 1 september bij een onafhankelijke functionaris terecht met hun klach ten, vragen en op- en aanmerkingen. Met in gang van die datum treedt R.D. Paauw aan als 'ombudsman' van deze krant. Het Leidsch Dagblad is daarmee een van de eerste kran ten in Nederland die lezers de mogelijkheid bieden om zich tot een onafhankelijk per soon te wenden. „Instelling van een klach tenmeldpunt bij een krant is een logische zaak. Kranten vertegenwoordigen een machtsfactor", meent Paauw, voormalig ad junct-hoofdredacteur van het Leidsch Dag blad. In Engeland beschikken alle belangrijke bladen sinds 1990 over een ombudsman. Op deze manier wilden de uitgevers voorkomen dat de Britse regering met wetten met richt lijnen voor journalistiek gedrag zou komen. „In Engeland overschreden journalisten wel eens de grens van het fatsoenlijke. De rege ring wil daar paal en perk aan stellen door middel van wettelijke maatregelen. Als we nu zo'n ombudsman in eigen huis aanstellen, zijn die perswetten overbodig, zo luidt de re denering", zegt Paauw. In Engeland wordt zijn functie aangeduid met 'readers repre sentative'. „Het woord ombudsman vind ik toch de beste omschrijving. Het is een begrip dat in Nederland voor iedereen duidelijk is", aldus de nieuwe functionaris. In Canada en de Verenigde Staten experi menteerden kranten overigens met weinig succes met het'instellen van een meldpunt voor klachten en aanmerkingen. Paauw: „Het is daar eigenlijk verwaterd, het is een soort veredelde PR-functionaris. die een mooi beeld van de krant moet uitdragen." In Nederland heeft het dagblad De Gelder lander als enige een ombudsman. Die mag zich echter alleen over de landelijke verslag geving uitlaten, en niet over het regionale as pect. De gedachte daarachter is dat hij niet alle twaalf edities van die krant kan lezen. „Bovendien is het daar zo dat helemaal aan het end de ombudsman kan worden teruggefloten door de hoofdredacteur", ver telt Paauw. De lezer kan dus in de toekomst bij één onafhankelijk persoon terecht met z'n op- of aanmerkingen. „Het probleem is dat als je je als lezer bij de krant over een artikel wilt be klagen. je altijd bij een belanghebbende te recht komt. Die heeft vaak onvoldoende tijd om de klager goed te woord te staan. Ook denken lezers vaak dat de redactie toch het laatste woord heeft; en voordat je een redac teur ertoe hebt gebracht een bericht te recti ficeren, gaat er heel wat water door de Rijn. Ik weet niet of die indruk van lezers juist is, ik heb wel het idee dat journalisten niet altijd staan te springen om fouten te herstellen." Daar komt nog bij dat er bij de kranten die worden uitgegeven door Damiate (de uitge ver van onder meer Haarlems Dagblad en het Leidsch Dagblad) weinig inzicht is in de vraag hoe vaak lezers zich over het bedrijf be klagen, hoeveel klachten er worden afgehan deld. Paauw: „Duidelijk is ook dat mensen in ons bedrijf verdwalen, klachten soms niet op de goede plek terecht komen." De ombudsman gaat zich niet alleen met de inhoud van de krant bezighouden. „Ad verteerders van wie de advertentie is gewei gerd, kunnen bij mij terecht. Maar ik ga niet over de bezorging, omdat die een eigen klachtendienst heeft." Niet alleen lezers die correspondentie voe ren met Paauw, kunnen kennisnemen van zijn werk. De ombudsman zal met ingang van 1 september wekelijks een rubriek ver zorgen in deze krant. Daarin bespreekt hij kwesties die bij hem zijn aangekaart, of stelt hij zaken van een algemeen belang aan de orde. Paauw noemt een voorbeeld: „Laatst schreef iemand mij, dat de krant vaak over milieu-problemen schrijft, maar hoe zit het met de krant zelf. Het hoge papierverbruik waarvoor bossen moeten worden gekapt of het gebuik van milieu-onvriendelijke druk inkt. Ik zou daar in de rubriek een toelichting op kunnen geven." In zijn rubriek wil Paauw ook problemen aankaarten, waarover conflicten kunnen on- staan tussen journalisten en het lezerspu bliek. „Bij vöorbeeld de vraag of de geïnter viewde het recht heeft om een artikel voor publikatie te lezen en of hij het recht heeft passages te schrappen. Ook kan ik een toe lichting geven of de handelwijze van krant bij misdaad of zelfmoord." Bovendien is Paauw van plan meer duide lijkheid scheppen in meningsverschillen tus sen lezers en de krant. „In ingezonden brie ven wordt de redactie wel eens een verwijt gemaakt, bij voorbeeld dat essentiële zaken niet zijn weefgegeven. Zo'n brief wordt dan keurig opgenomen en dan vraag je je af, wat de redactie daar nu van vindt." Interessant is de vraag in hoeverre het ei gen bedrijf met het fenomeen 'ombudsman' leert leven. „Interne kritiek kan naar buiten worden gebracht, niemand vindt het prettig wanneer in het openbaar uit de doeken wordt gedaan, dat-ie iets fout heeft gedaan. Iedereen binnen onze onderneming heeft nu ruimhartig z'n zegen gegeven aan het insti tuut 'ombudsman'. Maar pas als het minder aangenaam wordt voor een afdeling, dan blijkt pas of mensen zich positief blijven op stellen", meent de voormalig adjunct-hoofd redacteur. Na 32 jaar in de journalistiek neemt de Lei- denaar nu in feite plaats aan de zijlijn, als on partijdig beoordelaar. „Ik vind het een voor recht om iets anders te mogen doen. Ik kan zo op een positieve manier mijn ervaring be nutten. Dat lijkt me aardig en boeiend. Het is een uitdaging om het vertrouwen van de le zers te winnen, ik moet zorgen dat die lezer naar tevredenheid antwoord krijgt op klach ten en op vragen. Ik zit er niet om een be paalde afdeling zo goed mogelijk te verdedi gen. De lezer moet er op vertrouwen dat ik de kwesties die ze bij mij aankaarten, goed uitzoek. Het vergt na 32 jaar bij mij een ge dragswijziging, maar ik ben zo vermetel om te denken dat ik dat kan." Lezers met klachten, vragen, op- of kingen kunnen zich met ingang van woi dag 1 september wenden tot de Ombuds man Leidsch Dagblad. Hij is dagelijks telefonisch bereikbaar 9.30 en 11.30 uur. tel.nr. i 356215. R.D. Paauw: „Ik heb het idee dat journalisten niet altijd staan te springen om fou ten te herstellen." FOTO LOEK ZUYDER- DUIN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 26