'Ik zou weer
mee willen'
Wiegel: dwerg of reus?
'Ik verdien villa aan de Boulevard'
Woningbouwverenigingen
willen op commerciële toer
Het Gesprek van de Zomerdag
DINSDAG 24 AUGUSTUS 1993
Vakantie in het circus
Stel je voor: na jaren vol oorlog
en armoede, opeens zeven we
ken op vakantie. Met een echt
circus nog wel. Als 11 -jarig
meisje. Eten deed je op de
grond en bij de circusoptocht
reed je in je roze balletrokje op
een pony die kon tellen: „En
maar zwaaien."
Geen wonder dat de AJphense
mevrouw N(eli) Bouwman het
46 jaar later nog steeds de Zo
mer van haar Leven vindt. Ook
nu nog kan er geen circus in de
buurt komen of ze gaat langs.
Ze geniet dan van de geur van
olifanten en verbaast zich er
over dat de tent in één ruk over
eind staat: „Hydraulisch gaat
dat tegenwoordig."
Moest je vroeger komen. Met
man en macht bouwde je een
karkas op, waar je loodzware
zeilen overheen trok. Geen man
werd gespaard. Ook haarvader
niet, die nog nooit in een circus
had gewerkt. Hij was van huis
uit paukenist in klassieke en mi
litaire orkesten, maar kon daar
in die jaren geen droog brood
mee verdienen. En steuntrek-
ken trok hem niet.
Vandaar dat hij in 1947 tekende
bij het piepkleine Circus Royal
van directeur Teutenberg, waar
hij iedere stap van de paarden
met slagen begeleidde en blééf
roffelen bij al die hoogtepunten.
Maanden toerde het circus
langs Groningse dorpjes als
Musselkanaal, Oude en Nieuwe
Pekela. Dorpjes met een of twee
winkeltjes, waar de circusarties
ten dan 'naast gedumpt wer
den. In een weiland'. En dan
begon het. Het varken Baby
werd losgelaten en ging prompt
op zoek naar eten in het dorp.
De tent verrees, een optocht
moest de boeren lokken, voor
de zoveelste keer stond aardap
pelen met komkommer op het
menu en kregen de dieren echt
iets lekkers. De jonge Neli was
niet weg te slaan bij de paarden
en had haar eigen vosje.
Tijdens de voorstelling wist ze
precies waar ze moest zitten.
Niet te dicht bij de ring omdat
je dan zwart werd van het zaag
sel en ook niet onder de vele ga
ten in het oude tentzeil. Geluk
kig voor haar zat het nooit vol
bij de voorstellingen. En in de
pauze aten de boeren hun éigen
spulletjes. Popcorn en sui
kerspinnen? Vergeet het maar.
's Avonds sliep de familie in een
afgescheiden deel van een
woonwagen. Op houten banken
met strozakken. Boven elkaar.
Er was een kast, maar van sche
merlampjes of wastafels had
niemand gehoord. Wassen deed
je in een zinken teiltje dat ma in
zo'n Groningse Winkel van Sin-
kei had gekocht.
Achteraf zegt mevrouw Bouw
man: „Je had geen privacy." En:
„Het was geen luxe". Toen vond
ze alles spannend. Dat nachte
lijke trekken van dorp tot dorp:
geweldig toch? En die optre
dens. Wat zat ze niet in haar
piepzak bij de act-Korfino,
waarbij een meneer bovenop
een stapeltje wankele stoelen
ging staan: „Pas later dacht ik
dat de ballen onder de poten,
magneten waren." En verder
had je een slangemens, veel
paarden, pony's en honden,
gooi- en smijtclowns en een
man die muziek maakte door
met zijn handschoenen over
pijpen te wrijven.
„Het waren keurige mensen",
kijkt de Aphense terug. „Losge
slagen? Nooit iets van gemerkt.
Nee, het waren juist hardwer
kende mensen met een ontzet
tende liefde voor dieren en hun
bedrijf. Anders hadden ze het
nooit vol kunnen houden."
Toen ze laatst een krappe cir
cusstal bezocht, aarzelde ze
even: hadden die beesten toen
ook al zo weinig ruimte? Nee,
weet ze zeker. Er waren ook he
lemaal niet zoveel dieren bij
Circus Royal.
Neli Bouwman: „Dat nachtelijke trekken van dorp tot dorp: geweldig toch?"
foto ben de bruyn
Na de circuszomer kreeg vader
weer 'gewoon' werk en werd het
gezinsleven weer net zo ge
woontjes als anders, 's Avonds
kaartten de Bouwmannen en
luisterden ze naar de radio. En
pa 'haalde overal muziek uit'.
Een dagje Katwijk of Den Haag
heette vakantie. Eenmaal fietste
het gezin naar een jeugdherberg
in het Utrechtse Woudenberg.
En daar bleven ze dan een paar
dagen. Uitgaan? Dat was een
avondje kaarten bij oma en op
de terugweg een patatje op de
Haarlemmerstraat, want Neli
woonde toen nog in Leiden.
„Nu geeft de jeugd 300 gulden
in een weekeinde uit en vraag ik
me wel eens af of ze ook tevre
den zijn als het een keertje min
der gaat. Bij ons thuis hoorde je
altijd: 'hou wat apart. Spaar
voordatje iets koopt'."
Haar kinderen lijken dat aardig
over te nemen, maar de liefde
voor het circus blijft echt iets
van ma. „Ik zou zó weer mee-
willen", zegt ze. „Al is het alleen
maar om kaartjes te knippen.
Als je er eenmaal in zit, ben je
verknocht."
PAUL VAN DER KOOU*
Vindt de doorsnee liberaal dat
dwerg Wiegeltje gewoon in
Friesland moet blijven zitten?
Of meent de gemiddelde W-
D'er dat reus Wiegel moet te
rugkeren als lijsttrekker? Kijkt
men in eigen kring nog steeds
tegen Hans Wiegel op, of is het
respect verdwenen?
Ooit concludeerde een aantal
sociaal-psychologenhoe
men precies tot deze conclusie
kwclm doet hier niet zo veel toe
het volgende: naarmate men
een persoon een hogere status
toekent, of meer charisma,
schat men de persoon in kwes
tie langer dan hij in werkelijk
heid is. Ook al scheelt het maar
een paar centimeter, patiënten
denken doorgaans dat artsen
langer zijn dan broeders. En
studenten menen meestal dat
hoogleraren langer zijn dan we
tenschappelijke medewerkers.
Kortom, men kijkt tegen zo ie
mand op. Vooropgesteld dat de
Figuur ook nog op een zekere
mate van sympathie kan reke
nen. Andersom geldt overigens
hetzelfde: geen status, geen
lengte!
Zo zal, heel overdreven gesteld,
Janmaat door menigeen gezien
worden als een heel klein pest-
ventje en André van Duin als
een boom van een kerel. Je zou
dus ook, gesteld dat de conclu
sie van de psychologen klopt,
het volgende moeten kunnen
voorspellen: een WD'er die
Wiegel korter inschat dan hij in
werkelijkheid is, vindt dat hij
heeft afgedaan en vindt dat hij
niet moet terugkeren als lijst
trekker. Ook al zegt de persoon
in kwestie vervolgens heel di
plomatiek geen mening te heb
ben over een mogelijke terug
keer. Politici blijven tenslotte
draaikonten.
Dit zijn de resultaten van een
steekproef:
Alexander Geertsema, fractie
voorzitter van de WD in Lei
den. „Ik ken hem redelijk. Ik
ben zelf 1.73 en ik weet dat hij
langer is dan ik. Het is geen
boom van een vent. Ik denk
1.78. Terugkeer? Ik vind het
jammer en ongewenst dat die
discussie veel onrust teweeg
brengt in de partij. Iedereen
moet het recht hebben zich aan
te melden voor het lijsttrekker
schap, maar men moet het wel
zélf doen. Hijzelf zegt overigens
dat hij het niet wil. Hij wil nie
mand op de tenen trappen. Zo
werkt dat natuurlijk niet in de
politiek. Overigens is Wiegel wel
een bekwaam en goed politi
cus."
Koos Smit, fractievoorzitter van
de WD in Noordwijk. „Ik denk
dat hij 1.75 lang is. Een terug-
Koos Smit, fractievoorzitter van de WD in Noordwijk zegt over Wiegel:
„Hij is een perfecte man met een groot charisma." archieffoto anp
keer als lijsttrekker? Hij is een
perfecte man met een groot
charisma. Maar als iemand al
heel lang weg is uit de politiek,
is een terugkeer heel lastig. Uit
eindelijk gaat dat altijd slechter
dan de eerste keer."
P.Mizee, fractievoorzitter van de
WD in Valkenburg: „Ik schat
1.85. Het is een flinke man, niet
alleen in lengte. Wiegel komt
fris en eerlijk over. Hij zou per
fect zijn als lijsttrekker, hoewel
Bolkestein het heel goed doet."
Mevrouw H.M. Rost-De Bruijn,
raadslid voor de WD in Rijns
burg. „Ik heb nooit naast hem
gestaan, maar gezien zijn dikte
zeg ik 1.80. Terugkeer? Ik be
grijp zoiets niet. Hij is gevraagd
en hij heeft nee gezegd. Dat is
misschien jammer, maar nee is
voor mij nee. Ik geloof ook dat
het een beetje kortzichtig is te
denken dat de partij met Wiegel
ineens uit de problemen zou
zijn."
P. Heemskerk, WD-wethouder
in Noordwijkerhout. „Ik schat
1.85. Electoraal gezien zou ik
zijn terugkeer heel leuk vinden.
Hij is erg kundig, een van de al-
lerbesten. Als rapportcijfer zou
ik hem een 9 willen geven. Zijn
uitstraling naar de kiezers toe is
enorm. Dat zou een flinke ver
kiezingswinst betekenen. Toch
zou ik het aan de andere kant
geen goede zaak vinden als hij
zou terugkeren. Ook al zeggen
sommigen in de partij dat dat
nodig is omdat er onvoldoende
kwaliteit is binnen de WD.
Nou, die kwaliteit is er wel.
maar ik denk dat men opziet te
gen de hoeveelheid werk die
aan dat lijsttrekkerschap vast
zit."
Zo, dan is het nu hoog tijd voor
de ontknoping. De secretaresse
van Hans Wiegel, bij het Com
missariaat van de Koningin in*
Friesland, maar eens gebeld.
„Zijn exacte lengte hebben we
niet. Ik schat 1.82, 1.83. Want
we hebben zijn schoenmaat: 43.
We hebben zijn halsmaat: 41
centimeter. En we hebben zijn
taillemaat, die is 98 centimeter.
We zullen eens even navragen
wat zijn lengte is."
En wat blijkt? „Op zijn paspoort
staat 1.83 en mevrouw Wiegel
houdt het op 1.85."
Dat laatste verbaast ons niets.
En trek voor de rest maar uw ei
gen conclusies!
HERMAN JOUSTRA»
Huizenbouw voor minima blijft echter voorop staan
LEIDEN MEINDERT VAN DER KAAU
Dat woningbouwverenigingen
zich ooit gaan werpen op de
verkoop van verzekeringen,
lijkt zeer onwaarschijnlijk. Het
bouwen van vrije sectorwo
ningen is echter al de dagelijk
se praktijk bij de Katwijksche
Woningbouwvereniging
(KWV). En in de toekomst ligt
zelfs de bewaking van wonin
gen in het verschiet.
Staatssecretaris Heerma van
volkshuisvesting maakte begin
dit jaar met een wetswijzin-
ging commerciële activiteiten
van corporaties mogelijk. Het
past allemaal een de nieuwe
bestuurlijke filosofie dat ook
semi-overheidsinstanties in
Nederland wat 'marktgerich
ter' moeten gaan werken. Zij
kunnen dus volop in de slag
met projectontwikkelaars en
beleggers over dure vrije sec
torwoningen.
Niet branchevreemd
Op dit ogenblik heeft de KWV
een sloop/nieuwbouwproject
in de Katwijkse wijk Tranen
dal, waarin is voorzien in een
aantal vrije sectorwoningen.
„Hét is een goede manier om
de sociale woningbouw te fi
nancieren", aldus B.C. Mole
naar, directeur van de KWV.
„Voor ons staat voorop dat de
activiteiten niet branche
vreemd mag zijn." Net als alle
andere corporaties stelt Mole
naar dat de hoofdtaak, huizen
voor minima, nooit mag wor
den geschaad.
Een andere wijze waarop de
KWV als 'sociale ondernemer'
zich kan minifesteren is door
de dienstverlening uit te brei
den. „Wij denken dan vooral
aan wat wij het huurderson-
derhoud noemen. Een huur
der is zelf verantwoordelijk
voor het schilderen aan de
binnenkant. Wellicht dat wij
die diensten in de toekomst
ook kunnen aanbieden", aldus
Molenaar.
Hij erkent dat de nodige
waarschuwingen op zijn
plaats zijn. Een rapport van
een Rotterdams onderzoeks
bureau wijst op het gebrek
aan kennis bij sommige cor
poraties. Maar liefst veertig
procent waagt zich aan neven
activiteiten zonder iets van-
beleid op schrift te hebben.
„Je moet natuurlijk oppassen
dat je niet direct de grote
winsten wil pakken. Dan moet
je je twee keer achter de oren
krabben. Je moet altijd zorgen
voor voldoende professionali
teit binnen je organisatie, an
ders worden de huurders
daarvan de dupe."
De Woningbouwvereniging
Alphen aan den Rijn (WBA)
staat niet te trappelen maar
heeft er inmiddels wel over
nagedacht. „Pas als wij door
de overheid gedwongen wor
den, bijvoorbeeld omdat wij
minder geld krijgen, wagen wij
ons aan dergelijke avonturen",
zegt directeur P. Kats. „Boven
dien moet dan wel de tijd voor
ons rijp zijn. Wij beginnen
daar niet aan als onze organi
satie daarvoor nog niet klaar
is."
Een van de mogelijkheden
die Kats ziet is het verrichten
van groot onderhoud voor
complexen die in beheer zijn
bij bijvoorbeeld grote beleg
gingsmaatschappijen. „Groot
onderhoud van flatgebouwen
is een specialisme van ons,
daar hebben wij dagelijks mee
te maken. Ik kan mij voorstel
len dat wij die kennis en erva
ring met enige winst kunnen
aanwenden bij derden".
Bewaking
Maar daarnaast denkt de WBA
ook aan de bewaking van wo
ningen van ouderen of wonin
gen van mensen die op vakan
tie zijn. „Dit plan is dan sterk
afhankleijk van de technische
ontwikkelingen. Maar het past
wel in ons denken om onze
dienstverlening uit te brei
den", aldus Kats. Daarbij
hoort ook het plan om repara
ties die voor rekening komen
van de huurder tegen betaling
te verrichten. Aan het eind van
dit jaar hoopt Kats een onder
nemingsplan bij het bestuur
op tafel te kunnen leggen.
„Die ideeën moeten verder
worden uitgewerkt. Het staat
vast dat wij ons over de toe
komst moeten beraden", al
dus Kats.
Het financiële risico brengt
de Woningbouwvereniging
Leiden (WBL) ertoe voorals
nog negatief tegenover het on
dernemerschap te staan, zo
stelt voorlichtster Leonie Con
trives. Voorlopig houdt de
WBL zich bij het oude beleid
om slechts winkels, bedrijfs
ruimten en garages te verhu
ren. Dat levert wel winst op,
maar de kans op financiële
debacles zijn volgens de WBL
vrij gering. Hoewel het ont-
Avikkelen van projecten met
vrije sectorwoningen nu niet
aan de orde is, sluit de WBL
het voor de lange termijn ook
niet uit.
Einde conflict bunkerbewoner en gemeente Katwijk lijkt in zicht
KATWIJK IRENE NIEUWENHUUSE
Het ziet er naar uit dat bunker
bewoner Piet van Beelen bin
nen korte tijd zijn behuizing in
de duinen kan omruilen voor
een comfortabeler woning. Na
een jaar bunkerbewoning heeft
hij zijn oorspronkelijke eis, een
huisje in een gezellige Katwijkse
buurt, laten varen. Een flat in de
Boslaan vindt hij nu ook accep
tabel. Omdat de doorstroming
daar voldoende is en zijn urgen
tie-punten inmiddels hoog ge
noeg zijn, kan hij erop rekenen
binnen enkele maanden een
sleutel te krijgen.
Van Beelen kwam ruim een
jaar geleden in conflict met de
gemeente Katwijk, omdat hij
gedurende lange tijd geweigerd
had huurverhoging voor zijn
toenmalige woning aan de
Tulpstraat te betalen. De ge
meente heeft toen, om zijn
steeds oplopende huurschuld te
vereffenen, zijn kotter verkocht
en de Katwijker uit zijn woning
gezet. Sindsdien bivakkeert Van
Beelen in de Zuidduinen. Vanaf
het derde kwartaal van 1992
staat de Katwijker ingeschreven
alsurgent-woningzoekende.
Aanvankelijk wilde Van Bee
len alleen een huisje in de Rode
Buurt. De 'Katteker' weigerde
een appartement in een van de
Hoornesflats. „Want als ik daar
in was gegaan, was ik levend
begraven. Hier in de bunker on
der de grond red ik me best. Als
het moet, houd ik het nog heel
lang vol. Ik betaal nu geen huur
en ik kan af en toe een kopje
koffie of een potje bier in een
café drinken. Maar als je een
maal in zo'n parkietenkooi
kruipt, word je gek."
„Of ik nog toekomstdromen
heb?" Van Beelen, net 55 jaar
geworden, verlegt de twee vuile
sokken die dienst doen als kus
sen. Hij buldert het uit van het
lachen. Meeuwen krijsen boven
een Katwijkse duinpan. „Nog
A--* v^y." j'ft rc
Xrk'W.
Piet van Beelen: „Maar als je eenmaal in zo'n parkietenkooi kruipt, word je gek."
archieffoto •dilkhogewoning
eens een eigen stukje grond en
een beetje tuinieren zoals ik
dertig jaar geleden deed. Zon
der kunstmest. Biologisch noe
men ze dat tegenwoordig."
Dreigementen
Dan verhardt z'n gezicht, en
volgt een lange aanklacht. Te
gen de rechters, de advocaten,
de politie, de politici, de journa
listen. Allemaal oplichters, zak
kenvullers, nullen zijn het. Om
floerst taalgebruik is niet z'n
sterkste eigenschap. Hij praat
over dreigementen met gewe
ren, handgranaten, pistolen. En
over het feit dat zijn leven voor
bij is.
Opnieuw nijdig: „Eigenlijk
heb ik recht op een mooie villa
aan de Boulevard. Ik heb in'n
hele leven lang keihard gewerkt.
Maar door die corrupte bende
ben ik in een baggerzooi ge
raakt. Ik heb uitgerekend dat ik
tot nu toe 2,3 miljoen aan belas
ting heb betaald. Wie heeft dat
geld? De rijke heren. En de bur
ger die klaar en helder iets wil
uitleggen, wordt de mond ge
snoerd."
Van Beelen vult z'n dagen
met lang uitslapen, fietsen, drie
maal per week een uitgebreide
douche in het zwembad. „Ie
moet ervoor zorgen dat je
schoon blijft". In het weekeinde
gaat hij de clubs voor alleen
staanden af en in de winter
maanden brengt hij z'n avon
den door met klaverjassen bij
allerlei verenigingen.
„Het is hier best uit te hou
den, m'n gevoel voor humor
heb ik niet verloren. Zie je die
sloten op de afsluiting van de
bunker. Ze hebben al negen
keer bij me ingebroken. Niet
om wat weg te halen, want ik
heb helemaal niks. maar om
een beetje rotzooi te trappen.
Een oud mannetje jut bepaalde
lui op. Eigenlijk kan die ouwe
baas het niet helpen. I lij woont
in een van de Hoornesflais