Pleeggezin
voor het uitzoeken
Plaatsing in inrichting van Kativijkse
vondelinge Kawi Smit (3) is niet nodig
ZATERDAG 21 AUGUSTUS 1993
irige vonde-
i Smit. Men-
•eg die haar
memen.
:oto politie
katwijk
Karin met haar dochter Miriam. „Ik ben blij dat ik eigenwijs ben ge
weest." foto roza van der veer
vest, Miriam slaapt in een bedstee in de
woonkamer en Karin in een tweede, maar
dat is geen beletsel. „Kawi slaapt de eerste
paar jaar bij mij. Dat heb ik met Miriam ook
gedaan en zeker met een spastisch kind gaat
dat heel goed. Dit huisje is wel klein maar dat
is ook praktisch. Ik ben altijd dichtbij en Mi
riam en straks ook Kawi zijn nooit alleen.
Ook 's avonds niet als er visite is en ze op bed
liggen. En andere praktische problemen zoals
een plaats voor een tweede rolstoel, los ik wel
op op hel moment dat ik ervoor kom te
staan." Karin krijgt verder veel steun van
haar mede-eilanders. „In het begin keken ze
de kal uit de boom. Inmiddels accepteren en
waarderen de andere 'eilanders' mij. Ze zeg
gen dat als iemand Kawi kan opvangen dat ik
dat dan ben. Anderen zeggen rustig dat de
verzorging van nog een kind mij wel lukt
want 'ik was toch altijd al gek'."
Dat Kawi nooit veel meer zal kunnen dan
een 'normale' baby. een diagnose die onmid
dellijk na het vinden van Kawi door perso
neel van de Katwijkse Vierbot werd getrok
ken, wordt door beide potentiële pleegmoe
ders in twijfel getrokken. „Typisch een con
clusie die door een school wordt gesteld",
constateert Barneveldse Els nuchter. „Daar
stellen ze eisen aan kinderen. Die moeten
wat leren. En dat terwijl je kinderen gewoon
moet waarderen omdat ze er zijn." Els hecht
ook om andere redenen geen enkel geloof
aan de mededeling dat Kawi altijd een baby
zal blijven. Van haar eigen 17-jarige Michel
werd ook gezegd dat hij nooit meer zou kun
nen dan een kind van anderhalf jaar. Hij is
echter zindelijk, kan zelf eten en zich aankle
den. „Toen ik die oogjes van Kawi zag, w ist ik
meteen dal dat kind nog heel veel kan. Alleen
gaat het dan om andere dingen dan kinderen
op school leren. Kawi is duidelijk een schitte
rend kind dat ik. nadat ik de foto zag. onmid
dellijk in mijn hart heb gesloten."
Ook Karin I louwer is overtuigd dat er meer
in de driejarige Kawi zit dan de deskundigen
op het eerste gezicht verklaren. Ook zij praal
uit eigen ervaring. Toen haar Miriam drie
weken oud was, werd haar verteld dat het
kind beter af zou zijn in een inrichting, dat ze
het niet zelf kon verzorgen en dat de rest van
het gezin ten onder zoti gaan aan de last van
een zwaar gehandicapt kind in huis. Miriam
rijdt nu dagelijks, weliswaar met hulp. trots
rond op een paard, zit op een gewone stoel,
fietst op een speciale fiets en zwemt. Ze dr
inkt zelf, reageert op de stem van haar moe
der, groet bekenden en is gek op zingen. „We
zingen samen hele symfonieën", meldt Karin
trots.
Ze kan nog nijdig worden op de deskundi
gen die haar indertijd van informatie voorza
gen. „Ze zeggen alleen maar wat een kind
niet kan. Bij Miriam riep ik dat ze dat maar in
het dossier moesten zetten terwijl ik onder
tussen met Miriam hetzelfde deed als met al
Ie normale babies. In dat dossier stond
prompt dat de moeder eigenwijs was I n ik
ben blij dat ik* eigenwijs was en Miriam
steeds uitdaagde. Gehandicapten kunnen al
tijd meer dan je denkt."
Luxe
Zowel Els als Karin geniet van gehandicapte
kinderen. „Een gehandicapt kind is een
luxe", zegt Karin vol vuur. Desondanks zou
ze zelf niet welbewust een tweede gchandi
capt kind op de wereld willen zetten. Niet
omdat ze het niet zelf zou willen verzorgen
maar omdat ze 'zelf geen honderd wordt en
het kind dan uiteindelijk toch naar een in
richting moet.' Over het te vondeling leggen
van Kawi is ze mild. Ze wil geen oordeel uil
spreken. „Ik kan mij voorstellen dal je een
dergelijk kind moeilijk kunt accepteren. Het
heeft mij ook jaren gekost om echt blij met
Miriam te zijn. Als je dan ook nog eens die
negatieve verhalen te horen krijgi en geen
steun uit de omgeving ondervindt, is er geen
beginnen aan." Karin is er van overtuigd dat
de moeder die het kind heel bewust te von
deling heeft gelegd, nooit meer komt opda
gen. „En dat is jammer want Kawi heelt on
getwijfeld een band met haar moeder. Die
heeft haar wel drie jaar verzorgd Bovendien
zou ik graag informatie van haar willen'
meent de bewoonster van Schiermonnikoog.
Els is eveneens mild voor de moeder, al zod
ze zelf met geer» enkel gezin met gezonde
kinderen willen ruilen. „Ze moet radeloos
zijn geweest", concludeert ze begrijpend.
„Misschien was er geen vader en had ze nog
meer kinderen. I let is duidelijk intriest."
riam over te dragen aan vreemden'. Karin
kent inrichtingen van binnen uit 6n heeft
daar 'geen goed woord voor over'. „Ie leert
daar afstand nemen en dingen, waar ik een
boek over kan schrijven, niet te zien. Dat
hoort bij het werk. En dat merken gehandi
capten onmiddellijk. Die willen best iets
doen maar alleen omdat jij om ze geeft. Voor
wat hoort wat, zo simpel is dat."
Bureaucratie
Het Barneveldse gezin Van den Brink: staande vlnr Emiel, vader Jan, Michel, de tijdelijk in Bameveld wonende Rietje, Annelies, Hannah en haar
vriendin. Els zit met Wilma, sinds drie weken een nieuwe pleegdochter, op schoot terwijl Carola op de schommel zit. „Ik zou met geen ander gezin
willen ruilen." foto jan pit
handicapte 18-jarige adoptiezoon Emiel
werkt en haar tweede adoptiezoon Michel
(17) gaat naar een dagopvang. Achtjarige
pleegdochter Hannah is autistisch en de zes-
jarige Carola leert moeilijk. En sinds drie we-
i ken woont ook de zesjarige Wilma in het Bar
neveldse huis. Alleen de elfjarige geadopteer
de Annelies is niet gehandicapt.
j Eiken meubels
Het gezin Van den Brink woont in een vrij-
staande woning in een nieuwbouwwijk van
i Barneveld. Een huis met veel eiken meubels,
een makkelijk bankstel, bloemen op tafeltjes
en overal snuisterijen. Niets verraadt dat in
het huis gehandicapte kinderen wonen. En
dat is expres gedaan want Els en haar man
Jan willen hun kinderen niets anders bieden
dan elk ander 'gewoon' gezin. „Natuurlijk
I zijn er in huis wel planten gesneuveld omdat
we nooit iets wegzetten. De kinderen probe-
ren je uit en kijken dan hoe je reageert, net
als een normaal kind. Maar als je ze negeert,
is het al snel niet leuk meer om gek te doen",
aldus Els. De Barneveldse is haar kinderscha
re dan ook zelden zat. Ze sluit zich weieens
een paar uurtjes op om even 'bij te slapen',
maar meestal vindt ?,e de zorg voor haar kin
deren alleen maar 'leuk'. „Je geniet echt als
het allemaal goed gaat en de kinderen geluk
kig zijn. We hebben het echt fijn met elkaar."
Ondanks dat haar dag overvol is met de
zorg voor haar zes kinderen en soms nog tij
delijke logeetjes vooral tegen vakantietijd
worden veel kinderen afgestaan want, zo zegt
Els, 'het is erger dan met honden, die worden
nog naar een asiel gebracht' is er voor de
Katwijkse vondeling best nog een plek in het
Barneveldse huis. „Als niemand haar wil
hebben", zegt Els zelf rustig.
Dat Kawi volgens de Kinderbescherming
mogelijk in een instelling wordt onderge
bracht omdat de verzorging van het meer
voudig gehandicapte meisje te veel werk met
zich mee zou brengen, gaat er bij de Barne
veldse niet in. „Kleine kinderen zijn altijd be
ter af in een gezin. En ik vind het wel leuk om
weer een kind de hele dag over de vloer te
hebben", meent ze.
Voor noodzakelijke medische hulp kan Els
rekenen op steun vanuit De Hartenberg, een
inrichting voor gehandicapten in Ede, en
haar huisarts. Daarnaast krijgt ze geregeld
stagiares van de William Schrikkerstichting,
die binnenkort de voogdij over Kawi krijgt
van de Raad voor de Kinderbescherming en
uiteindelijk beslist over pjaatsing van de von
deling. Bovendien kan ze altijd rekenen op
steun van vrienden en familieleden. „Het
enige waar ik wel eens om kan janken, is dat
mensen wel zeggen 'wat heb je een leuke
hond' maar nooit eens 'wat heb jij een knap
pe zoon'. En dat terwijl bijvoorbeeld Michel
zulke prachtige bruine ogen heeft en zo lief
kan lachen."
Toxoplasmose
Dat de driejarige vondeling beter af is in een
gezin wordt onderschreven door Karin Hou
wer. De 56-jarige vrouw woont sinds vier jaar
in het huis van haar inmiddels overleden ou
ders op Schiermonnikoog, samen met haar
18-jarige meervoudig gehandicapte en blinde
dochter Miriam, twee katten en hond Igor.
Miriam is een zogenaamd 'toxoplasmose-
kind'. Toxoplasmose is een ziekte die zich via
katte-uitwerpselen verspreidt, volwassenen
meestal niet deert maar een foetus ernstig
kan aantasten. Karin verzorgt Miriam, haar
derde dochter, helemaal zelf. Ze krijgt alleen
twee uur per dag een gezinshulp die met Mi
riam gaat zwemmen. Karin heeft dan haar
handen vrij om haar piepkleine huisje, dat
vol staat met hevig versierde meubels, onder
handen te nemen. „Boodschappen doen,
stofzuigen en de kattenbak verschonen. Van
die noodzakelijke dingen, weet je wel",
grijnst ze.
Van dinsdag tot donderdag gaat Miriam
naar Maarfenswoude, een inrichting in
Drachten, zodat Karin tijd heeft wat op adem
te komen. „Zodra Miriam de instelling bin
nenkomt, zakt ze volkomen in elkaar. Ze eet
niet, wil hier de deur niet uit en huilt al in de
auto. En ook al roept iedereen op de boot
nog zo hard 'Miriam je bent zo weer thuis',
ze blijft verdrietig."
Niet alleen door haar wekelijkse ervaring
met Miriam is Karin overtuigd dat de Kat
wijkse vondeling absoluut niet in een tehuis
mag worden ondergebracht. Karin, die vroe
ger klassiek balletdanseres was en vervolgens
een tijd lang bewegingsles aan operazangers
heeft gegeven, heeft zelf ook een periode als
bewegingstherapeut in een dagopvang ge
werkt. Zo kon ze in de buurt van Miriam zijn
en tegelijk de kost verdienen. Daarnaast heeft
ze zes weken meegedraaid in Maartenswou-
de want 'ik heb altijd moeite gehad om Mi-
Haar overtuiging dat Kawi veel beter af is op
het Waddeneiland dan in een tehuis, ook al is
het maar tijdelijk, maakte dat Karin direct
nadat ze het bericht over de Katwijkse von
deling in de krant las in haar auto walde «tap
pen om het driejarige meisje op te halen. Ze
werd gesteund door drie andere bewoners
van het eiland die haar wezen op de Katwijk
se vondeling en vervolgens onmiddellijk hulp
aanboden. Ook gezinshulp Janet wilde on
middellijk mee gaan om Kawi op te halen.
„Ik redeneerde dat Kawi beter bij mij kon lo
geren dan tijdelijk in een instelling kon wor
den ondergebracht. Iedere dag in een inrich
ting is er een te veel. Maar zo simpel lag het
echter niet want op zo'n moment knal je te
gen hele hoge klippen van bureaucratie op.
Ik kreeg geen informatie. In het ziekenhuis,
noch bij de Raad van de Kinderbescherming
en werd voortdurend doorverbonden. Ik
mocht het kind niet eens bezoeken", zegt Ka
rin kwaad.
Ze wijst erop dat voor kinderen als de
meervoudig gehandicapte Kawi eigenlijk
geen plek is in Nederland. „Er is alleen plaats
in instellingen om ze weg te werken. Bij mij is
ruimte want waar plek voor één is, kan er
best nog één bij. Bovendien ben ik beschik
baar. Ik heb gehad wat ik nodig had, er is
geen streven meer." Het is niet de eerste keer
dat Karin haar huis openstelt voor een ge
handicapt kind. Een paar jaar geleden ont
fermde ze zich bijna over een tweede 'toxo-
plasmosekind' dat op Schiermonnikoog
woonde. Toen het thuis niet meer ging bood
Karin, die het gezin al lange tijd begeleidde,
aan het kind op te vangen. Uiteindelijk ging
het naar een oma. „Dat kind heette ook Smit.
Dat moet toch een vingerwijzing zijn."
Oplossingen
Praktische problemen om Kawi op te vangen,
ziet Karin niet. Ze is weliswaar klein gehuis-