'Tsjakka' op het spoor sèA 't Kofschip Hoofdconductrice Evelien Huybers aan het werk. „Net als in het hele leven kun je ook in de trein niet alle regels 100 procent uitvoeren". FOTO CPD CEES ZORN Treinreizigers en hun trucs gegevens) en een seniorenkaart waarvan de nummers niet corresponderen. Ook na vijf keer snapt ze niet dat dit een duur dagje gaat worden. Waarschijnlijk heeft ze de goede stamkaart vergeten, of heeft ze de kaart van haar echtgenoot met die van haar omgewis seld. Hoe dan ook, ze is de hele handel kwijt, moet binnen zeven dagen 121,50 gulden schokken en kan de affaire alleen recht zet ten door NS-klantenservice een kopie van haar goede stamkaart op te sturen. „Ik heb liever dat Otto zulke akkefietjes heeft en hij wenst mij hetzelfde toe. Dit is niet plezierig om te doen. Deze mevrouw heeft zo goed als zeker te goeder trouw ge handeld, maar ik kan geen uitzonderingen maken", aldus Eilander. Hij en Boekhoudt lijken sterk op elkaar: net mariniërs, met kort geschoren haar, breed in de schouders. Gerrit en Otto zijn gezworen vrienden. „Dat moet in deze job. Ik moet 100 procent van hem op aan kunnen, hij van mij. Tot vechtpartijen komt het niet gauw - dat danken we aan ons postuur, we nemen el kaar ook in bescherming - maar als het een maal zo ver is, dan moet je in de rug zijn ge dekt." Tijdens de reis moeten we ons hier en daar hinderlijke opmerkingen laten welgevallen. Nogal wat reizigers vinden het vreemd en lastig om voor de zoveelste keer hun vervoer bewijs te voorschijn te halen. Het merendeel van de passagiers begrijpt pas wat er achter zit, als ze de scanners zien of in de gaten krij gen dat dit keer elke millimeter wordt gecon troleerd. Zo heeft de knul die dienstklopper fluistert tegen een medereiziger, nadat zijn documen ten uitvoerig zijn bestudeerd, meteen spijt. Otto doet een stap terug: „Dat moet je me in het gezicht zeggen, niet achter mijn rug." Het is even stil. De bekakte vrouw van ongeveer 40 jaar die Boekhoudt toevoegt dat hij moet doorlopen met zijn enge scanner, moet even eens inbinden. „Dat soort dingen maak ik hieruit, mevrouw." Hun optreden is hard nodig. Vindt ook hoofdconductrice Evelien Huybers. Maar zij is evengoed blij dat ze coulanter kan optre den. Als gast merk ik het verschil meteen. Het werktempo ligt net zo hoog, maar we zitten wat minder strak in de teugels. Evelien: „En het is vakantietijd, dan hebben we ander pu bliek. Meer gezinnen, minder gestresste mensen op weg naar hun werk of na een lan ge dag terug naar huis." „Zaterdagpubliek", noemt Gerrit dat. Maar ik zie overal maandagse gezichten. Ach, ja, de Nederlandse zomer. Het regent pijpestelen. De trein zit vol met in dampend plastic ge hulde kampeerders die hun heil zoeken op de Efteling, sprookjespark Hellendoorn en aanverwante attracties. Evelien laat haar dag zeker niet door het weer bederven. Logisch. De vakantie naar het zonnige Hongarije met man, kinderen en vrienden staat voor de deur. Natuurlijk knippen we kaartjes - hoewel daar met de moderne stempeltang letterlijk gezien geen sprake meer van is. Later op de dag, als het nog drukker wordt, verschuift het accent van controle naar dienstverlening. Veel reizigers willen informatie over waar ze er uit moeten, hoe ze verder kunnen reizen, op welk perron de volgende trein staat. Eve lien beantwoordt elk vraag, desnoods drie, vier keer, blijft vriendelijk en behulpzaam. De passagiers reageren over het algemeen net zo. Het is net een grote familie Spoor. Rommelen Een vreemd geval dient zich aan. Een man noemt zichzelf aspirant-asielzoeker en meent te kunnen reizen op een beduimeld briefje dat zou zijn uitgeschreven door de gemeen tepolitie van Den Haag. Het staat vol met taal- en tikfouten. Omdat de man de vrijge leide waarschijnlijk zelfheeft gefabriceerd en aldus de boel flest, dragen we hem over aan de spoorwegpolitie. Diverse mensen reizen met door onder meer de asielzoekerscentra afgestempelde dagkaarten naar hun nieuwe stee. Als je de biljetten tegen het licht houdt, zoals ik van de CP'ers leer, kun je zien of ze gebleekt zijn en daarna voorzien van een nieuwe datum. Een truc die de laatste tijd vaker voorkomt. Het NS-hoofdkantoor meldt dat in eerste helft van dit jaar 301 vervoerbewijzen van asiel zoekers zijn ontdekt waarmee iets niet in de haak was. Vorig jaar werden vijf handelaren in valse NS-plaatsbewijzen (zelf asielzoekers) in de kraag gegrepen. Dagkaarten leken een goed alternatief voor de stencils van de vreemdelingenpolitie, die als vervoerbewijs naar de opvangplaats dien den. De 'aspirant-asielzoeker' is waarschijn lijk het land uitgezet in de stenciltijd en pro beert het opnieuw in Nederland. Maar omdat er ook wordt gerotzooid met de oude dag kaarten, heeft NS ingegrepen. NS-woord- voerder Kees Nieuwenbroek: „In de eerste week van augustus is er een nieuwe dagkaart gekomen met papier waaraan je meteen kunt zien of er mee is geknoeid." Het zal helpen om de fraude verder te we ren. In 1992 is NS begonnen met een ver scherpt^ controle op zwart rijden, met als doel meer overtreders te traceren. Dat is ge lukt: in 1991 liepen 112.263 zwartrijders te gen de lamp, tegen 150.431 vorig jaar. Veertig procent van hen, ruim 60.000, heeft alsnog betaald. De rest, die niets meer van zich liet horen, krijgt een proces-verbaal. „Net als in het hele leven kun je ook in de trein niet alle regels 100 procent uitvoeren", zegt Evelien Huybers nuchter. De hoofdcon ductrice is niet van plan mensen die bij aan vang van de rit vriendelijk aankondigen dat ze nog geen kaartje hebben, de 3,50 gulden extra voor' het boordtarief in rekening te brengen. Veel kleine stations op de routes die Huy bers moet afleggen, zijn ook gesloten. „Moet je dan de regels, door kantoormensen opge steld, uitvoeren? Als je agressieve klanten wilt, moet je 't natuurlijk niet laten." Dat geldt ook voor 'Japie', een moeilijk op voedbare jongere. Hij stapt in Nieuw-Am- sterdam op de trein Emmen-Zwolle, en heeft baat bij de coulance van de HC. Op het per ron heeft hij al een show opgevoerd -van de zenuwachtige reiziger die zijn geld kwijt is. Op het balkon doet-ie 't dunnetjes over. Geen portemonnee, wel een zielig verhaal over zijn verblijf in een opvangcentrum. Hij moet naar Apeldoorn. Evelien maakt een ontwerp-proces-verbaal, maar geeft op het papier de code 00 (geen boete) aan. Japie moet binnen zeven dagen de normale prijs betalen aan een NS-loket. Anders gaat-ie toch nat voor die 60 gulden. „Hij heeft het al moeilijk genoeg." „Het helpt meestal als je met z'n tweeën bent, zelfs twee vrouwelijke HC's. Overwicht, hè. Dat remt de agressievelingen af. Het geeft mezelf ook een veiliger gevoel." De ervaring leert dat de problemen komen als de vroege dienst - voor Evelien vandaag van 06.09 tot 14.55 uur - al een eind is gevorderd. „Na twaalf uur wordt het schorem wakker." Brutaal De volgende dag blijkt wederom dat de brutaliteit ver gaat. Twee mannen, twee fiet sen waarvoor slechts één vervoerbewijs - van 9 gulden, op maandag en vrijdag in het hoogseizoen 15 gulden - is betaald. Uit het andere rijwiel is een wiel genomen, waardoor het niet meer 'in functie' is en volgens de ei genaar als gratis bagage kan worden aange merkt. Als hij toch moet betalen, wil hij ook het andere wiel demonteren, zodat niemand meer kan zeggen dat daar een fiets staat. Be talen moet-ie toch. Voor een blindengeleidehond of een kleine hond die je op schoot kunt houden of in een tas kunt meenemen, betaalt de reiziger niets. Voor een grote hond dient hij een kaartje met 40 procent korting op 'mensentarief te ko pen. Natuurlijk is er een slimmerd opgestapt, die razendsnel een grote boodschappentas om zijn bouvier vouwt. Kassa. Evelien: „Ik heb het ook al eens meegemaakt dat iemand een Duitse herder op schoot had." Veel gezeur is weg te strepen tegen de be dankjes van met name de oudere mensen. Evelien stelt ze gerust als ze geen kaartje kun nen kopen, of door een vertraging hun aan sluiting dreigen te missen. De blije gezichten van kinderen, die Het machtig mooi vinden hun afgestempelde kaartje nog eens te laten knippen, zijn hartverwarmend. De beide tie nermeisjes, die een zak boterbabbelaars heb ben gekocht voor alle conducteurs, maken werkdagen van bijna negen uur draaglijk. baarbij komt dat we het geluk hebben geen klappen te hebben opgelopen of te zijn bedreigd met allerlei enge ziekten of grote messen. NS-personeel meldde in 1992 in to taal 958 gevallen van verbaal en fysiek ge weld. In de eerste vijf maanden van dit jaar werd het agressiemeldpunt al 512 keer inge seind, omgerekend 1225 meldingen over heel 1993. Een stijging van een kleine 300. NS geeft twee oorzaken: de drukte in de treinen en de kaartcontrole. Druk is het, en we heb ben aardig wat kaartjes geknipt en verkocht. Toch was de sfeer goeddeels vriendelijk. „Zoals gezegd: in de vakantieperiode is het anders." Vakantie of niet, de vandalen zijn er altijd. In bijna alle ramen van de vele treinen waar op ik in deze dagen meedraai, zitten diepe krassen. Of het nu in de tweede of eerste klas is, naar buiten kijken is een gruwel. De po gingen van de kunstenaars om er iets beel dends van te maken, zijn mislukt, dat komt er nog bij. Evelien heeft al eens aangifte gedaan. Het aantal gevallen neemt toe, erkent Kees Nieu wenbroek in Utrecht. Daar liggen 4600 dos siers over graffiti en krassiti; tussen de 3000 en 3500 tags (de namen van de 'artiesten') zijn inmiddels gevonden. De spoorwegpolitie is er nog niet in geslaagd de kunstenaars van de krassiti te achterhalen. Ramen vervangen wordt te duur, er bestaat geen glassoort of kunststof om dit soort uitwassen te voorko men. De reizigers moeten genoegen nemen met een gehandicapt uitzicht. Youp van 't Hek deed in zijn oudejaarsconference Nederland een idee aan de hand om zondergeld ver te reizen. Om van Eindhoven naar Amsterdam te komen, koop je een enkeltje van een piek naar Best en stapt op de In tercity die Best voorbij raast. Je kijkt onschuldig en stapt naar de conducteur, die aantekent dat je terug wilt naar Eindhoven. In Den Bosch koop je een kaartje naar Zaltbommel, de trein passeert Zaltbommel, je klampt weereen conducteur aan en intussen ben je al in Utrecht. Kaartje Maarssen, aankomst station Amstel. Zo kun je voor weinig in St. Petersburg komen, aldus de conferencier. 'Tsjakka'. Treinreizigers en trucs om voor geen of weinig geld te 'sporen'. Onze verslaggever Arno Ruitenbeek trok het pak van hoofdconducteur (HC) aan en ging op pad met een vrouwelijke HC en leden van de con troleploeg CP). Ik heb altijd gedacht dat Van 't Hek een geintje maakte. Tot ik ze tegenkom, die grapjassen die op de goedkoopst mogelijke wijze proberen te treinen. Het geeft, eerlijk gezegd, een zekere voldoening als je de trucs doorziet. Tsjakka. De fraude met de studentenkaart, die ik aan het einde van mijn laatste dienst ontdek, zal me in elk geval lang bijblijven. Het meisje koopt in Amersfoort een enkel tje Zwolle bij controleploeglid (CP'er) Gerrit Eilander. „Let op", waarschuwt Gerrit als we samen de lange trein door lopen, „ze had ge noeg tijd om een kaartje op het station te ko pen en ze stapt helemaal achterin in. Ze heeft mogelijkerwijs iets te verbergen. Ik vergeet haar voorlopig. In de provincie hoofdstad stappen Gerrit, zijn collega-CP'er Otto Boekhoudt en ik op de stoptrein rich ting Ommen. Daar toont hetzelfde meisje mij haar OV-studentenkaart. De scanner die ik langs de streepjescode op de kaart haal om te zien of er mogelijk een duplicaat op is aangevraagd, geeft met piep signalen aan dat er iets mis is. De jongedame wordt door de CP'ers gevraagd naar het bal kon te komen om tekst en uitleg te geven. Volgt een ellenlang, warrig verhaal over een verloren kaart. Of ze een duplicaat heeft aan gevraagd, weet ze niet. Een legitimatiebewijs? Nee, niet bij zich. Geld? Ook niet. Boete Ze gaat op de bon voor 121,50 gulden, de prijs van een dagkaart plus 60 gulden boete plus f 3,50 verhoging (boordtarief). Het be drag moet ze binnen zeven dagen betalen bij een NS-loket. De studentenkaart moet ze in leveren, voor een duplicaat dient ze nadér- hand nog eens 60 piek neer te tellen. Ze geeft in woord en gebaar aan dat het haar allemaal niets kan schelen. Maar ik voel de pijn in haar portemonnee. „Ik denk dat ik weet hoe het is gegaan", zegt Gerrit achteraf. „Ze heeft het origineel als gestolen gemeld, een duplicaat gekregen dat ze aan een vriendje verdocht - die ook lekker goedkoop reist - en is met het origi neel ongetwijfeld lange tijd kriskras door het land getrokken." Het was goed dat CP'ers het gele bordje ■met de tekst 'controle' van de borstzak had den afgehaald. Zodoende leken we drie 'ge wone' hoofdconducteurs. „Als figuren als dit meisje zien dat CP'ers - dus gewapend met scanners - opstappen, kopen ze een kaartje om ontdekking van de fraude te voorkomen. Nu had ze pech." De controleploegleden komen voort uit de grote groep hoofdconducteurs. Ze worden mede geselecteerd op hun onverzettelijkheid. De honderden CP'ers in het hele land opere ren altijd in duo's en letten o-v-e-r-a-1 op. Wil een conducteur nog wel eens een fotootje op een studentenkaart voor lief nemen, een CP'er bekijkt de prent en het origineel nauw keurig. Beiden reizen volgens een dienstregeling: die en die trein daarheen om zo en zo laat. Maar waar de HC verplicht is tot de laatste minuut de dienst te volgen, kan zijn collega een andere trein nemen. Bij voorbeeld omdat hij vermoedt, of van zijn baas hoort, dat op dat traject narigheid is. Het verrassingselement is een sterke troef, omdat de kwaadwillende reiziger nooit weet of en wanneer hij tegen verscherpte' controle oploopt. Dat kan leiden tot nervositeit en dat tot manoeuvres die tot ontdekking leiden. Duur a Het hoeft geen kwade opzet te zijn. In de trein Zwolle-Amersfoort zit een oudere dame. Ze toont een stam kaart (met haar foto en per- ZATERDAC 14 AUGUSTUS 1993 Onze T aal Meneer Van Dale wacht op ant woord. dat is algemeen bekend. Maar vraag je nou waarom hij dat doet, dan weten de meeste mensen het niet. Was het soms een oud liedje? Of had het iets te maken met een woordenboek? Men weet het niet meer. Althans niet de generatie die opgegroeid is met het rekenma chientje. Want Meneer Van Dale was een ezelsbruggetje voor dege nen die nog zelf moesten rekenen op school. De zin betekende eigen lijk niets, het ging alleen om de be ginletters in deze volgorde: M, V, D, W, O en A. Zo kon je onthouden dat je eerst moest machtsverheffen, dan vermenigvuldigen en delen, dan worteltrekken, en dan pas optellen en aftrekken. Ezelsbruggetjes zijn een hulpmiddel om iets gemakkelijk te kunnen onthouden. Bijvoorbeeld het verschil tussen eerste kwartier en laatste kwartier van de maan. Wat is de linker halve maan en wat de rech ter halve maan? De ezelsbrug zegt: zet er in gedachte een stok bij: wordt het daardoor een p, dan is het eerste kwartier; wordt het een d, dan is het laatste kwartier; denk maar aan de Franse woorden 'premier' en 'der- Het gekke van ezelsbruggen is, dat we door er iets extra bij te bedenken, het ge heel toch gemakkelijker kunnen onthou den. Dat had men trouwens al heel lang ge leden ontdekt. Onze benaming 'ezelsbrug' is een directe vertaling van wat de Romei nen al een 'pons asinorum' noemden. Beroemd zijn de talloze ezelsbruggen om de cijfers van het getal pi te kunnen ont houden. Dat is ten naaste bij 3,14158265... enzovoorts. Nederlandse ezelsbruggen daarvoor zijn: 'Van p wilt u graag onthou den de eerste negen' of: 'Wat u door 'n ech te ezelbrug te kennen, immer met gemak onthoudt'. In het Engels: 'How I wish I could remember pi easily' en: 'Now I know a spell unfailing, an artful charm for tasks availing, intricate results entailing, not in too exacting mood (poetry is pretty good), try the talisman, let he adverse ingenuity'. Ik ken er ook in het Frans en het Duits, want ik spaar ezelsbruggen. De oudste ezelsbrug die mij bekend is, is de toonladder van do-re-m i. De meeste mensen weten niet eens dat het ooit een geheugensteuntje was. Het schijnt bedacht te zijn door Guido van Arezzo 995 1050). De treden van de toonladder kregen elk een naam die de eerste lettergreep was van een lied uit de achtste eeuw voor het feest van Johannes de Doper: UT queant laxisREsonare fibris/ Mlra gestorum/ FA- muli tuorum/ SOLve polluti/ LAbii reatum/ SAncte Iohannes. Het geval wilde, dal elke eerste inzet een toon hoger was dan de vo rige. 'Ut' is later, waarschijnlijk om z'n onzing- baarheid, vervangen door 'do', en 'sa' is 'si' geworden. De vertaling van het lied luidt: 'Opdat uw dienaren uit volle borst uw won derdaden laten klinken, wis uit de s,chuld van onze zondige lippen, Heilige Johannes'. Minder oud maar even bekend is 't kof schip: de ezelsbrug voor wie niet kan onthouden wanneer er in de verleden tijd 'te' achter een werkwoord komt en in de voltooide tijd 't' aan het eind. Eindigt de stam van het werkwoord op een der klan ken uit 't kofschip: dan moet er 'te' of 't' achter: 'bakte', 'gesmakt'. Heel waf genera ties zijn op school grootgebracht mét 't kof schip (of 't fokschaap). Wie het bedacht heeft, is niet bekend. Het is typisch iets wat de onderwijzer, later de meester, nog weer later de leerkracht vertel de maar dat bijna nooit in een schoolboek staat. Daardoor is niet goed te achterhalen hoe lang deze ezelsbrug al bestaat. We ko men hem in ieder geval al tegen in een schoolboek uit 1859: 'De Nederlandsche spelling onder beknopte regels gebragt' van L.A. te Winkel. Voor zover bekend, was dat de eerste keer. Maar Te Winkel wekt niet de indruk de bedenker te zijn; hij noemt 't kof schip waarschijnlijk als iets wat ook toen al gebruikelijk was op school. 't Kofschip is dus minstens 134 jaar oud. En hoe oud Meneer Van Dale is. zou ik zelfs niet bij benadering kunnen zeggen. JOOP VAN DER HORST universitair docent Nederlands

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 27