ZATERDAGS «BIJVOEGSEL Bloeiend meningsverschil ind^iatuur .3f»t Ife&s isWl TU Hoogtepunt in zomer ZATERDAG 14 AUGUSTUS 1993 V \o >L -.Cc tf -r*. v.' -fct: - Organisaties die I natuurgebieden beheren en recreanten staan tegenover j elkaar in hun opvatting over het toenemend gevaar van een eng beestje: de teek. Eén beet en de natuurliefhebber kan 'de ziekte van Lyme' hebben. In het ergste geval leidt deze ziekte tot hartklachten en verlammingsverschijnselen. Het bestrijden van de teek is in het open veld een nagenoeg onmogelijke zaak. Toch kan (en moet) er actie ondernomen worden, menen natuurliefhebbers. Zij pleiten voor waarschuwingsborden bij teken-gevaarlijke gebieden en voor brede voorlichting. De organisaties vinden dat overdreven. Hun standpunt samenvattend: 'Dat staat niet in verhouding tot de om vang van het probleem'. Hoe dan oolc: voor wandelaars, trimmers, natuurvorsers en in recreatiegebieden werkzaam personeel van de organisaties, is het ernstig opletten in bos en duin. Dat wijzen voorbeelden uit. De ziekte van Lyme De ziekte van Lyme is genoemd naar het Amerikaanse plaatsje Lyme, waar in 1975 een epidemie van gewrichtsaandoe ningen uitbrak. Onderzoekers kwamen zo op het spoor van de bacterie Borrelia burgdorferi die uitsluitend door teken wordt overgebracht. De kans op de ziekte is niet groot, zeggen deskundigen. Slechts een klein deel van de teken is besmet, en niet iedere besmette teek brengt de bacterie over. Tenslotte tre den ook niet bij iedere infectie ziektever schijnselen op. Om de kans op besmetting zo klein mogelijk te maken, moet de teek zo snel mogelijk worden verwijderd. Bij voorkeur met een speciale pincet, die voorkomt dat het lijf van de teek in de huid wordt leeggeknepen. Een rode, ringvormige uitslag rond de beet is het eerste zichtbare verschijnsel dat duidt op de Lymeziekte. Deze verkleu ring treedt overigens niet altijd op. Ook kunnen zich klachten voordoen als hoofd pijn, een grieperig gevoel en vermoeid heid. In dit vroege stadium is de infectie goed met antibiotica te behandelen. In het tweede stadium verspreidt de bac terie zich via de bloedbaan en kunnen aandoeningen van zenuwstelsel, gewrich ten en hartklachten ontstaan. Dit kan ge paard gaan met pijn in de ledematen, hoofdpijn en verlammingen in het ge zicht. Het derde stadium treedt in als deze verschijnselen chronisch worden. Het her stel kan dan lang duren en is niet altijd volledig. De diagnose kan niet met honderd pro cent zekerheid worden gesteld. Een com binatie van lichamelijk onderzoek en ana lyse van het bloed op antistoffen (als reac tie op de infectie) is de betrouwbaarste methode. Er bestaat nog geen vaccinatie tegen de Lyme-ziekte. Er is, zo wijzen de natuurorganisaties erop, geen gevaar voor de beet van een teek wanneer men op de paden blijft FOTO UNITED PHOTOS DE BOER ROB HENDRIKS Het gevaar van de teek en de ziekte van Lyme RICHARD MOOYMAN et had een gezellige picknick I H moeten worden, daar op die JaL speelweide van het monumen tale landgoed Koningshof in Aerdenhout. Eindelijk een beetje weer, een lekker stuk ap peltaart en een kop geurige koffie. Maar voor Hannemarie van Manen en haar gezin was de lol er gauw af. Ongevraagd schoven hor den hongerige beestjes aan. En niet voor de taart, maar voor de picknickers zelf. De strijd was binnen de kortste keren be slecht. Van Manen pakte de hele boel maar weer in. Thuis in Overveen bleek dat zich 34 teken op de vier gezinsleden hadden vast gezogen; van nauwelijks zichtbare stipjes tot exemplaren ter groot te van een klein lieve heersbeestje. „Ik heb wel eens eerder een teek op de kinderen gevonden", verzucht Hannemarie Van Manen, „maar dit heb ik nog nooit meegemaakt." Met een pincet peuterde ze de diertjes los. Haar huisarts adviseerde goed te letten op het ontstaan van grote rode kringen, die kun nen duiden op de ziekte van Lyme. Een kwaal, die vaak begint met huiduitslag en een grieperig gevoel. Niet alle huisartsen zijn zo alert op deze ziekte die pas aan het eind van de jaren tachtig in de belangstelling kwam te staan en de afgelopen maanden sterk de aan dacht trok door gevallen die in de publiciteit kwamen. De vage klachten - werden in het verleden nog wel eens aangezien voor een griepje of reumatiek. Met als gevolg dat de Lyme-bacterie onbelemmerd zijn gang kon blijven gaan. Onbehandeld, kunnen door de beet van een teek problemen ontstaan met het hart en zich verlam mingsverschijnselenvoordoen. Personeel besmet Die ernst van de ziekte ervaarde opzichter Frans de Boer van 'Duin en Kruidberg' in Sant poort. Hij is intussen vrijwel ge nezen van 'Lyme' waarvan de diagnose pas na jaren van medische omzwervingen werd gestéld. De Boer had symptonen als hersenvlies ontsteking en verlammings verschijnselen. Ze verdwenen na een stevige antibioticakuur. Hij heeft alleen nog moeite met het bewegen van een pink. Frans de Boer was een van eerste in Neder land bekende ge vallen van de ziekte 'an Lyme. Inmiddels blij ken meer medewerkers van Natuurmonu menten in de duinstreek de ziekte te hebben opgelopen. Beheerder Joop Doornbosch sloeg onlangs alarm met uitspraken over het aantal Lyme-zieken onder natuurbeheerders in Zuid-kennemerland. De openheid van za ken die hij gaf bracht zoveel commotie te weeg dat Doornbosch thans het zwijgen er toe doet; hij wil niet opnieuw de publiciteit in. Op het hoofdkantoor van Natuurmonu menten wordt ontkend dat de beheerder een spreekverbod kreeg. Een woordvoerder'wil echter wel bevestigen dat in de Noordhol landse duinen vier a vijf medewerkers be smet zijn geraakt. Gevaar groeit Hoe groot nu, is het gevaar van besmetting? Steeds groter, meent Mare Janssen van de stichting 'Duinbehoud'. Voor hem staat vast dat het aantal teken in de duinen flink is toe genomen. Als een van de mogelijke oorzaken hij de vergrassing. Duintoppen zijn met helm vastgelegd en een aantal grassen tiert welig door de luchtvervuiling. En de teek voelt zich lekker op lang gras. Ook de toena me van het aantal grote zoogdieren in de duinen kan volgens Janssen een rol spelen. Veel terreinbeheerders zetten grazers in, zoals pony's, schapen en runderen, die teken kunnen verspreiden. Bo vendien is het aantal reeën fors gestegen. Anderen bren gen de opmars van de teek ook in verband met de afname van mogelijke teken eters, zoals patrijs en fazant. Bestuurslid Arnoud van den Berg van de 'Dutch Birding Organisation', een organisatie van vogelkenners, meent dat veel het gevaar bagatelliseren. Organisaties als Natuurmonumenten proberen het probleem in de doofpot te stoppen, aldus de Santpoor ter. Ook hij kreeg de ziekte van Lyme. Van den Berg besloot zijn bloed te laten onder zoeken na lang te hebben getobt met allerlei reumatische verschijnselen. „Ik kon een tijd lang mijn vingers niet meer buigen, liet ca mera's uit mijn handen vallen.". Momenteel heeft hij nergens last van, maar Van den Berg blijft alert op nieuwe verschijnselen. De theorie is, dat organisaties die natuur gebieden beheren bang zijn publiekelijk te attenderen op het gevaar van tekebeten dat ze vrezen voor paniekreacties. En daar door het wegblijven van bezoekers. De tie van Natuurmonumenten, Staatsbosbe heer en waterleidingbedrijven in duingebie den: als bezoekers niet de beboste gebieden Teken zijn parasieten die zich vastbijten in de huid. In Nederland gaat het voor al om de schapeteek (Ixodes ricinus), die voorkomt in bos- en duingebieden. Dit is ook de soort die meestal op honden wordt aangetroffen. Teken leven door gaans op vochtige plekken, zoals de bodem van loofbos. Het diertje kent drie verschillende ontwikkelingsstadia; larf, nimf (een tussenfa se} en volwassen teek. In elk stadium steken de dieren één keer om bloed te zui gen. Daarna verlaten ze na een paar dagen het lichaam weer. De levenscyclus van een teek duurt ongeveer twee jaar. Teken zijn actief van april tot eind oktober, met een hoogtepunt tijdens de zo mermaanden. Via zoogdieren komen ze terecht in struiken of hoog gras. De para sieten wachten dadr op een slachtoffer, dat wordt opgemerkt door veranderingen in de samenstelling van de lucht, lichtintensiteit en stralingswarmte. Het beestje stapt over of laat zich vallen en kruipt naar een geschikte plek voor de beet, bij de mens vaak oksel of lies. In Nederland is vijftien tot dertig procent van de volwassen teken besmet met de Lyme-bacterie. Nimfen kennen met twee tot zestien procent een lagere besmettingsgraad. Bij larven draagt waarschijnlijk slechts één procent de bacterie. intrekken maar op de paden blij ven, als ze goedsluitende kleding dragen (broekspijpen in de sokken!) en zioh regel matig nakijken op vastgebeten teken, dan kunnen ze met een gerust hart de natuur in. Slechtgeönformeerd Risicogroepen als terreinbeheerders, jachtop zieners en vogelaars zijn ondertussen aardig over de ziekte geïnformeerd. Maar de gemid delde recreant niet of nauwelijks. En argeloze wandelaars, trimmers en spelende kinderen merken niet altijd dat zich op hun lichaam een teek aan een bloedmaal heeft gezet. De beet is pijnloos en het beestje maakt zich na een paar dagen weer uit de voeten. Omdat de teek zich kan vastzetten op moeilijk zichtbare plaatsen (bij voorbeeld achter de oren) be staat de kans dat slachtoffers de kenmerken de rode kring over het hoofd zien. Natuurliefhebbers dringen aan op uitge breide voorlichting over het oplopen van tekebeten en de ziekte van Lyme. Zo pleiten ze voor het plaatsen van waarschuwingsbor den bij gebieden waar veel besmette teken voorkomen. Natuurmonumenten voelt daar echter niets voor. De borden zouden alleen maar onnodige angst oproepen. De vereni ging redeneert: een besmette teek komt ook buiten deze natuurterreinen voor en de be smettingskans is gering. „Maar", zegt een vo gelliefhebber die besmet is geraakt, „er is toch niets tegen een bord met goede en dui delijke informatie? Dat kan misschien voor komen dat mensen de ziekte niet onderken nen, met alle gevolgen van dien." Volgens arts Floris Sielcken van de GGD Zuid-Kennemerland is er geen enkele reden voor paniek. „Als je een teek binnen 24 uur verwijdert, is de kans op besmetting echt heel erg klein." Sielcken vindt het niet zinvol om speciaal voor de Lymeziekte te waarschu wen. „Moeten we soms recreanten met fol ders gaan benaderen? Zoiets staat in geen verhoudirtg tot de omvang van het pro bleem." Gemeentewaterleidingen Amsterdam heeft in de duinen tussen Zandvoort en De Zilk op de publicatieborden onlangs wel een aan het publiek gerichte waar schuwende mededeling over teken opge hangen. Bij het bedrijf hebben drie personeelsleden de ziekte opgelopen en ook enkele na tuuronderzoekers zijn vrijwel ze ker in de Waterleidingduinen met de Lyme ziekte besmet. Verschillen Onderzoeksgegevens ontbreken, maar in het voorkomen van de teek lijken grote regionale verschillen te bestaan. De vochtige loofbos sen aan de binnenduinrand in Zuid-Kenne merland zijn favoriet. Boven het Noordzee kanaal komen veel minder teken voor, zo meldt rentmeester J. Frens van het Noord hollands Duinreservaat. In dit door het wa terleidingbedrijf PWN beheerde gebied zijn onder het personeel nog geen ziektegevallen bekend. Het Duinwaterbedrijf Zuid-Holland zegt evenmin Lyme-patiënten onder de mede werkers van de buitendienst te kennen. „Af en toe wordt er iemand door een teek gebe ten, maar niemand heeft nog ziekteverschijn selen gemeldaldus woordvoerder T. van Leeuwen. Ook in het bosrijke Meijendel bij Wassenaar lijken minder teken te leven dan in Zuid-Kennemerland. Staatsbosbeheer meldt dat er uit de duinen bij Noordwijk wel tekebeten, maar geen ziektegevallen bekend zijn. Over het aantal Lyme-patiënten zijn geen officiële cijfers beschikbaar. Voor de ziekte bestaat geen registratieplicht. De heer Veen stra op Ameland, die een belangcnverepin ging voor Lyme-patiënten wil oprichten, schat dat in Nederland tienduizend mensen lijden aan de ziekte. Jaarlijks zouden er naar zijn schatting 500 800 nieuwe patiënten bij komen. In de bosrijke gemeente Bloemendaal heb ben inmiddels verschillende huisartspraktij ken Lyme-patiënten. Ook komen er steeds meer mensen langs met tekebeten en vragen daarover, vermoedelijk door de toegenomen publiciteit over de ziekte. „Maar", zeggen de huisartsen, „het heeft geen zin om met een tekebeet naar de dokter te stappen zolang er zich geen ziekteverschijnselen voordoen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 23