Sarajevo's Holiday Inn: surrealistisch Feiten &Meningen 'Geen wraak nemen op Serviërs' Schippersacties uitzichtloos zielig en meelijwekkend Moedeloosheid heerst in niemandsland DONDERDAG 12 AUGUSTUS 1993iw2 KARLOVAC 8ERT POL De 28-jarige islamitische geestelijke Jasmin Bekric is een van de vele duizenden die het oorlogsge weld in Bosnië zijn ontvlucht. Hij woont nu in Karlovac, een stad die tegen de Kroatisch-Servische frontlinie aan ligt. Hij werkt als geestelijk raadsman in het vluchtelingencentrum Marinkovic. „Het is een pertinente leugen als Servië beweert dat een onafhankelijk Bosnië een islamitisch Bos nië zou betekenen. De Servische leider Milosevic gebruikt dit als excuus voor zijn expansiedrift. Hij wordt daarin gesteund door Karadzic, de leider van de Bosnische Serviërs. Maar ze hebben een grote vergissing begaan. Als er geen ooriog was ontketend, dan hadden ze gezien dat er in Bosnië een parlementaire democratie was gekomen." Volgens imam Jasmin Bekric is de oorlog in Bosnië ook een oorlog van het 'laatste restje' commu nisme in Europa. „We moeten niet vergeten", zo meent hij, „dat het voormalig Joegoslavië tien tallen jaren lang is geregeerd door de communistische dictator Tito voor wie democratie een vloek was. De huidige Servische leiders hadden graag zo'n Joegoslavië willen behouden. Nu dit een illusie is gebleken Slovenië, Kroatië en Macedonië hebben zich ook afgescheiden probe ren ze door een allesvernietigende oorlog een Servisch rijk te stichten, dat een afspiegeling moet zijn van wat eens heel Joegoslavië was." Bekric hoopt op een spoedig einde van de oorlog in Bosnië en noemt het belangrijk dat op dat moment de aanstichters van deze oorlog hun gerechtelijke straf niet zullen ontlopen. „De oor logsmisdadigers moeten voor een tribunaal worden gebracht. Ook Kroaten en moslims die oor logsmisdaden op hun geweten hebben, moeten worden gestraft." Maar voorlopig gaat de oorlog in alle hevigheid door en moet Bekric noodgedwongen in Karlovac blijven. De jonge geestelijke koestert geen wraak tegen de Serviërs. Hij benadrukt dat er ook nog heel veel Serviërs zijn die niet alleen deze oorlog verafschuwen, maar ook voor een onafhankelijk en niet opgedeeld Bosnië zijn. „Onder het Servische volk zijn ook hele goeie mensen, die de misdaden van hun leiders afkeuren. Zij moeten lijdzaam toezien. Er zijn gebieden in Bosnië waar ook het Servische volk heel wat ont beringen moet doorstaan. Als de oorlog is afgelopen, mogen de moslims geen wraak nemen op het Servische volk. Wij moeten dan weer proberen om samen verder te leven." In sten'ende stad worden flessen nog steeds jolig ontkurkt 's Avonds is het restaurant van het Holiday Inn in Saraje vo als een baarmoeder. Een veilige, rozige, warme omge ving voor de vermoeide, gestresste verslaggevers. De gor dijnen zijn dicht, de explosies buiten zijn zachte ploljes geworden, ver weg. Ze hebben niets meer met ons te ma ken. SARAJEVO MAURICE WILBRINK Obers zwieren met borden vol eten tussen de tafels door. Die met de bordeauxrode jasjes zijn de jongsten en nog het onhan digst. Die met de beige jasjes zijn al wat vlotter en de enkeling met het olijfgroen om de schou ders mag de wijn openen. Ah, wijn! Franse rosé voor een zwarte marktprijs van ruim vijf tig gulden per lies. Plop-plop doen de flessen. Whomp, gal men de kanonnen buiten. Schenk nog eens in, want wij willen nu niet meer denken aan die door granaatscherven ver minkte man die we vandaag za gen, aan die hongerige kinde ren, aan die rotoorlog. De grote Filmer Fellini zou het vanavond, hier in het restau rant, weer allemaal in zijn magi sche oog hebben opgenomen. Hier zitten we, in het gedempte licht, terwijl een pianist van die zachte, nimmer opdringerige melodietjes speelt. Het Italiaan se TV-team heeft vanavond zijn eigen pasta door de hotelkok la ten klaar maken. En het Britse ITN ontkurkt jolig flessen tax free wijn, nog meegesleept uit Westeuropa. En het vruchtenijs is weer ongeëvenaard: ijs van echte aarbeien, echte citroenen, echte peren. In Sarajevo, de stervende stad. De service die Holiday Inn na vijftien maanden Servische aan vallen op de stad nog weet te bieden is van een surrealistisch niveau. Er is een groot drinkwa tertekort in de stad, maar de la kens op de hotelbedden worden dagelijks gewassen. De broodfa briek in Sarajevo ligt alweer tij den stil, maar het brood is hier elke dag vers. De wanhopige bewoners van de Bosnische hoofdstad hebben geen elektri citeit, maar in Holiday Inn leve ren de dieselgeneratoren nog altijd stroom. Een gast in Holiday Inn krijgt, als hij alle drie de maaltijden verorbert, dagelijks veel meer calorieën binnen dan goed voor hem is. Tussen de middag een warme maaltijd, 's avonds een warme maaltijd. Het ontbreekt slechts aan een menukaart het is hier eten wat de pot schaft. Maar de pot zit overvol. Grote partijen vlees, groenten, fruit en drank worden ingeslagen op de zwarte markt. De prijzen die daar worden betaald, zijn feno menaal, maar Holiday Inn heeft voldoende inkomsten. Gemid deld zeventig gasten vooral journalisten telt het hotel, dat op dit moment per nacht 82 dollar (ruim 150 gulden) rekent. Het hotel heeft in de loop van de vijftien maanden dat het be leg al duurt, een ingewikkeld onderhandelingsspel gevoerd met Servische belegeraars en Bosnische verdedigers om de voedseltoevoer op gang te hou den. Met groeiend succes: ver slaggevers die nu na een jaar af wezigheid terugkeren naar Sa rajevo, merken dat de kwaliteit van de maaltijden uit de hotel keuken er flink op vooruit is ge gaan. Ook Unproforde militaire VN-eenheden die zijn gelegerd in de stad draagt een steentje bij. Unprofor levert dieselolie en mineraalwater aan het hotel: de VN heeft er belang bij dat jour nalisten blijven komen om te berichten over de nood van de stad. En vooral Oekraïense VN- soldaten, die niet de riante risi co-toeslag ontvangen zoals hun Nederlandse, Franse of Britse collega's, kunnen de verleiding niet weerstaan om grof te ver dienen aan de situatie. Holiday Inn is hun vaste klant. Het corps oorlogsverslaggevers dat toch heel wat gewend is, houdt niet op zich te verbazen over de gerieflijkheid die Holi day Inn nog altijd biedt. Je on dergaat het met een mengeling van schaamte en genotzucht. Het is een verademing om de marmeren vloer van de grote lobby te betreden, na weer een dag vol gevaar in de stad. Het is een zegen om de spanning even te kunnen afreageren met een glaasje Looza, een populaire lo kale sterke drank. Maar een ongemakkelijk gevoel geeft het ook, als je na een goe de maaltijd weer het plein over rent, hopend dat de scherp schutter je niet in zijn vizier neemt, en je terecht komt lus sen kinderen die al vijftien maanden veel te weinig te eten krijgen. Na enkele dagen begin je broodjes uit te delen. Een kind kijkt je met grote ogen aan, als het plotseling een vers peer tje in haar hand gedrukt krijgt. Maar wanneer je eenmaal weer in de beslotenheid van het hotel bent, blij de dag zonder schrammen te zijn doorgeko men, en dè dampende schalen komen voorbij, dan is de Bosni sche ellende weer een stuk'ab- stracter. Verheugd constateer je, de zaal rondkijkend, dat ieder een de avond weer heeft ge haald, en je maakt grappen, je eet, drinkt en gaat in een lichte alcoholroes naar bed zodat de slaap het tenminste wint van de nachtelijke beschietingen. Het zou ook niet anders kun nen: de Bosnische realiteit is zo gruwelijk dat een journalist er depressief of gek van zou wor den, als hij er zich niet van zou kunnen losmaken. Maar de wonderlijke wereld van het ho tel Holiday Inn Sarajevo leert ons nog iets. Hoe meer de mens in de watten wordt gelegd, hoe moeilijker hij kan invoelen hoe hels het leven is voor de geterroriseerde Bosniërs. Geze ten voor een flink bord warm eten gaat het zijn voorstellings vermogen simpelweg te boven. Dat gebeurt zelfs als je er boven op zit, in een hotel in Sarajevo, en dus helemaal als je in een ander land woont. Het zegt iets over de slappe, onverschillige houding van het Westen. Het heeft de gordijnen dichtgetrok ken, de pianist aan de toetsen gemaand en de ober gewenkt. Plop! ROTTERDAM PIM FORTUYN Toen 9tudenten onlangs in Den Haag protesteerden tegen bezuinigingen op hun inkomen en de aantasting van hun OV-jaarkaart kwam de politie onge kend snel in actie. Tal van studenten werden in elkaar getimmerd en zij die zich daartegen verzetten zijn voor de rechter gesleept. De overheersende indruk is dat de politie naar verhouding veel te hard is opgetreden. Er zijn echter groeperingen in onze samenleving die, hoewel hun acties vormen van terreur beginnen aan te nemen, immer kunnen rekenen op een gewillig oor van politici en op een lankmoedige houding van de politie. Deze groeperin gen zijn boeren en vissers enja en binnenvaartschippers. Zij mogen collega's molesteren, de eigendommen van dissidente collega's on der het toeziend oog van de politie zwaar beschadigen, zij mogen wegen blok keren, zij mogen veldslagen leveren met politie en inspectie zonder dat er ar restaties volgen en op basis daarvan gerechtelijk ingrijpen. Kortom, als actie wordt gevoerd in dit land, meten de autoriteiten overduidelijk met twee maten. Sommige groeperingen mogen niks en andere kunnen een heel eind gaan met het oprekken van de rechtsstaat. Naast dom zijn de acties van de binnenvaartschippers ook nog eens een aan slag op de rechtsstaat. Het is niet te tolereren dat onaanvaardbare druk op werkwillige collega-schippers wordt uitgeoefend, net zomin als het toelaatbaar is om onder het toeziend oog van de ME schepen van werkwillige collega's te bekogelen en te vernielen. Geen politicus geeft opdracht tot ingrijpen en de po litie treedt zeer lijdzaam op. Het wordt tijd dat het bevoegde gezag een einde maakt aan deze collectieve en voor heel Nederland zichtbare verkrachting van de rechtsstaat. Daarnaast zijn de acties ook nog eens uiterst dom. Het wordt de hoogste tijd dat Nederland als vervoerder bij uitstek in Europa de beginselen van de vrije markt zonder om wegen accepteert. Alleen door dat te doen, kunnen wij onze positie op de Eu ropese markt handhaven en verbeteren. Dat verdraagt zich niet met wettelijke bescherming van de bedrijfstak binnenvaart door een bij wet geregeld systeem van evenredige bevrachting. Een dergelijk systeem schakelt elke reële concurrentie uit met alle gevolgen van dien voor de prijzen, het doelgericht en efficiënt werken door de binnenvaart schippers en niet in de laatste plaats het ontwikkelen van nieuwe vervoerspro- dukten. Het moet zijn afgelopen met ingrijpen in deze markt door haar voort durend af te schermen voor toetreding door buitenstaanders. Als we dat zelf niet kunnen opbrengen, zullen wij daar op termijn toe worden gedwongen door de meedogenloze wetten van de markteconomie en door de Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de EG. Maar dan zijn we er wel héél laat bij en is onze concurrentiepositie behoorlijk geschaad. En dit alles ter wijl er zo ontzettend veel kansen liggen, vooral voor de binnenvaart. Het vrachtaanbod in de Rotterdamse haven groeit nog steeds en zal de komende ja ren zelfs in een nieuwe versnelling komen, vooral op het gebied van container aanbod. De Betuwelijn ligt er voorlopig nog niet en die zou er wel eens niet kunnen ko men indien de binnenvaart zorgt voor een goed georganiseerd en concurrerend bod. Dat is iets anders dan protesteren tegen de aanleg van die Betuwelijn of het roepen om marktafscher'ming. De binnenvaart moet gewoon een zodanig goed vervoersprodukt neerzetten, dat niemand meer rept over die spoorlijn. Andere koek dus dan het zielige en meelijwekkende gedoe, waar we nu alweer weken getuigen van 'zijn. Het tijdelijke opschorten van de acties verandert daar aan niets. Het zou aardig zijn indien de politiek de actievoerende schippers de ze waarheid onder de neus zou wrijven. Maar zoals gezegd vormen schippers een speciale groep binnen het electoraat van het CDA, dus er zal wel niemand zijn die ze deze blijde boodschap wil brengen. Enfin, ook hier zal de wal het schip helpen keren! (Prof. dr. Pirn Fortiiyn is hoogleraar arbeidsvoorwaardenvorming bij de overheid aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en medewerker van deze krant) MARJ AL-ZOHOUR ROBERT FISK THE INDEPENDENT De Israëli's hebben 't hem gelapt. Dal is de boodschap van het dorp Marj al-Zohour. Bijna acht maan den nadat ze tegen alle internatio nale wetten in door Israël werden verbannen, lopen de 395 Palestijnse gedeporteerden nog steeds rond in het niemandsland waarvandaan ze ooit de hulp inriepen van de wereld. Een wereld die hen nu is vergeten. Resolutie 799 van de VN-Veilig- heidsraad, waarin hun onmiddellij ke terugkeer werd geëist, is door Is raël op dezelfde schandelijke ma nier genegeerd als waarop de Ser viërs alle VN-resoluties over Bosnië afwijzen. Veel van de tenten van de gedepor teerden in het kleine stukje nie mandsland ten zuiden van Marj al- Zohour zien er behoorlijk vervallen uit. Ooit blokkeerden konvooien journalisten de nauwe straten van de Libanese Bayrut naar de grens om hun dagelijks leven op te teke nen hun brieven naar huis, hun hoop en woede, hun atletiekwed strijden, hun prullerige universiteit en hun noodmoskee, hun hopeloze korte 'dodenmarsen' terug naar de door Israël bezette zone in het zui den van Libanon. Maar de weg die leidt naar het land dat ze Palestina noemen, is nu verlaten. In de maanden sinds ze hier zijn aangekomen, zijn meer dan 100 van de 350 getrouwde mannen onder de gedeporteerden vader geworden van kinderen die ze nog nooit heb ben gezien. De vrouw van Farah Abdul Kader is nog maar vijf dagen geleden bevallen van een dochter. Veel mannen hebben ook hun va der of moeder verloren zonder dat ze aanwezig konden zijn bij hun be grafenis. De vader van Yussef Wala- ja is vorige week op de bezette Wes telijke Jordaanoever overleden, ter wijl de zwager van een andere gede porteerde door de Israëlische troe pen in de Gazastrook is doodge schoten. Iedere avond bellen de Pa- lestijnen naar huis met de satelliet telefoon die de Hezbollah hun heeft gschonken. „Nee, we hadden niet verwacht dat het zo lang zou duren", klaagt sjeik Bassam Jarrar. „Het duurt aJ vele maanden. Israël is erirl geslaagd VN-resolutic 799 niet uit te voeren. En Israël is erin geslaagd ons niet onmiddellijk te laten terugkeren. Maar hoe meet men succes? Is ons verblijf hier een voordeel voor de Is raëli's? Op de lange termijn denk ik van niet. Zij wilden ons over de hele Arabische wereld verspreiden, zodat we nooit terug konden komen, maar de Libanezen hebben dat voorkomen. Israël is erin geslaagd voor de hele wereld te bewijzen dat de VN een pion is in handen van Amerika en dat de Palestijnen een onderdrukt volk zijn. De Israëli's moedigen mensen aan wraak te ne men." Het zijn harde woorden, maar on^ der de gedeporteerden heerst meer de neiging tot bezinning dan het verlangen naar wraak. Vijf van hen hebben boeken geschreven over hun kamp in de bergen en over de noodzaak van een islamitische re volutie. Het meest recente, 'Bij de grens van ons land' van Nizar Ka der, een gedeporteerde journalist van de in Jeruzalem verschijnende krant An Nahar, is net naar de druk ker in Bayrut gestuurd. In de biblio theek-tent staan op de van houten fruitkisten gemaakte boekenplan ken bijna duizend boeken, de meeste over de islam. Tegen een andere wand staan honderden cas settes met preken en religieuze tek sten. De gedeporteerden die de bewegin gen Harnas en de Islamitische Jihad steunen de voorgewende reden voor hun deportatie weten heel goed dat, als er een Palestina komt, zij in haar geschiedenis zullen voor komen. Van de negentien gedeporteerden die in februari per helikopter naar hun Israëlische gevangenis zijn te ruggebracht, zijn er nu vier vrijgela ten. Abdul-Fattah Al-Aweissi, die eerder dit jaar de kamp-universiteit stichtte, stortte twee maanden gele den in, nadat hij had gehoord dat ook zijn vrouw en kinderen door de Israëli's zijn gedeporteerd, naar Jor danië. Hij verliet het kamp 's nachts en werd in een Libanees ziekenhuis in het dorp Mashgara verzorgd tot dat de Israëli's daar bommen op gooiden. Daarna werd hij overge bracht naar het door Iraniërs be stuurde ziekenhuis Imam Khomeini in Baalbek. De laatste hoop van de Palestijnen op terugkeer is gevestigd op een krantebecicht waarin zou hebben gestaan dat Israël nu 120 gedepor teerden terugneemt, op 17 septem ber nog 260 en de vijf la'htsten wie dat zijn is een belangrijke vraag voor de mannen op 17 decem ber, de eerste verjaardag van hun verbanning. Tot nu toe hebben de Palestijnen dergelijke aanbiedingen van de hand gewezen en geëist dat ze allemaal op dezelfde dag terug keren. Maar het zijn lange maanden geweest. Na veel moeizame discus sies hebben de gedeporteerden be sloten dat als het bericht waar is, zij hun trots laten varen en het aanbod zullen accepteren. VERTALING: LUUTJE NIEMANTSVERDRIET Bassam as-Siyuri (rechts op de foto> had geluk. Op 10 januari mocht de 16-jarige Palestijn terug naar Israël, archieffoto Inwoners van het belegerde Sarajevo proberen te overleven door vuilnishopen te doorzoeken. foto epa

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 2