Transaero Charters vliegt vracht met vijf Antonovs hetÏZmbacht 'Malaise in de offshore afgewenteld op personeel' Stand van Zaken TU Delft ontwikkelt met Duitse 'Extra' zakentoestel Heineken neemt belang in Chinese brouwerij Regio Effekt Alphen in problemen WOENSDAG 11 AUGUSTUS 1993 Nederlands/Russisch bedrijf ziet gat in de markt Het Nederlands/Russische bedrijf Transaero Charters opereert sinds kort met vijf Antonovs op de internationa le vrachtmarkt. De recent in Rusland gebouwde toestel len kunnen worden gecharterd. Een van de initiatiefne mers van Transaero Charters is de Nederlandse zaken man F. van Steenderen. Hij neemt met zijn op Schiphol gevestigde holding Orange Delta Aircraft Marketing deel in het bedrijf. Ook de Russische luchtvaartmaatschappij Transaero Airlines participeert. Binnenkort wordt aan de vloot van vijf Antonovs ook nog een DC-10 toegevoegd. De Antonov-124 is, aldus Van Steenderen, in het verleden veel bij het vrachtvervoer gebruikt. Daarbij ging het vooral om mili taire toestellen die niet aan de civiele normen voldeden. Daar om mochten ze niet meer in Amerika en Europa worden in gezet en bleef het werkgebied grotendeels beperkt tot Afrika en het Verre Oosten. Van Steenderen: „Onze vijf nieuwe Antonovs zijn wél ge certificeerd en kunnen dus overal in de wereld terecht. Ze hebben Moskou als thuisbasis en vliegen op bestemmingen in Amerika, Rusland, Turkije, Tai wan en het Midden-Oosten. Mogelijk dat na de komst van een DC-10 ook Schiphol in dat rijtje wordt opgenomen." Flexibeler Van Steenderen zegt flexibeler te kunnen werken dan de grote maatschappijen: „Hun vracht machines zijn meestal al ruim van tevoren volgeboekt. Ze vlie gen op vaste routes waar niet of nauwelijks van kan worden af geweken. Bovendien móeten ze wel bijna nonstop vliegen, want anders gaan de hypotheken die op zulke dure toestellen zijn af gesloten te zwaar tellen. Onze Antonovs zijn veel goedkoper en kunnen mede om die reden op afroep voor klanten de lucht in." Een bijkomend voordeel is, aldus Van Steenderen, dat zijn vloot uitstekend in staat is uit zonderlijke grote vracht aan boord te nemen: „Graafmachi nes voor de mijnbouw, helikop ters, we nemen het allemaal moeiteloos mee. Zulke trans porten zijn snel te regelen en hoeven niet maanden van tevo ren te worden aangemeld." Op Schiphol is de Antonov geen onbekende verschijning. Verleden jaar nog werden er twee aan de ketting gelegd. De maatschappij die de toestel len vloog zat in de schulden en moest toezien hoe de enorme vrachtvliegers maandenlang aan de grond bleven. foto united photos de boer DELFT ED BLAAUW „Revolutionair? Dat niet. Maar de Extra- 400 is qua ontwerp en technische speci ficaties wel beter dan de bestaande mo dellen. En wat nog belangrijker is, dit za- kenvliegtuig heeft, ondanks de moeilijke markt, naar mijn overtuiging alles in zich om een commercieel succes te worden." Prof. ir. E. Torenbeek van de Techni sche Universiteit in Delft steekt zijn en thousiasme over de Extra-400 niet onder stoelen of banken. Hij stond, als ontwer per, mede aan de wieg van dit een-mo- torige toestel. Het idee voor de Extra-400 komt van de Duitse vliegtuigfabriek Ex tra Flugzeugbau in Hünxe, dat het vlieg tuig ook bouwt. Hèt voordeel van dit Nederlands/Duit se zakenvliegtuig is dat het toestel min der dan achthonderd meter nodig heeft om de lucht in te komen. De Extra-400 biedt plaats aan vijf passagiers en een pi loot. Het toestel, dat geheel van kunst stof is, heeft een lengte van negen meter en een vleugelwijdte van ruim elfmeter. Een ander voordeel van het toestel is de prijs. De Extra-400 zal volgens Toren beek vermoedelijk rond de 700.000 dol lar (circa 1,3 miljoen gulden) gaan kos ten. Vergelijkbare toestellen zijn stukken duurder. De Extra-400 beschikt over een vloeistof gekoelde motor („redelijk uniek in de luchtvaart", aldus Torenbeek) en een zogenoemde druk-kajuit waardoor op een hoogte van 7,5 kilometer kan worden gevlogen. Brandstof Volgens Torenbeek is het brandstofver bruik fors lager dan dat van vergelijkbare modellen, terwijl de actie-radius tussen de twintig en vijftig procent groter is. Met een snelheid van rond de 450 kilo meter per uur kan de Extra-400 zes uur in de lucht blijven. „Laten we de Piper Malibu nemen. Daarmee zou je de Ex tra-400 enigszins kunnen vergelijken. En als we dat doen, wint de Extra het met voorsprong", zegt Torenbeek. Het is voor de eerste maal dat de TU een vliegtuig heeft ontworpen dat ook werkelijk gaat vliegen. „Het proto-type vliegt volgend jaar al. Als alle goedkeu ringen binnen zijn, zijn we vermoedelijk al weer een jaar verder. Ik denk dat het eerste toestel eind 1995 vliegt." Aan de ontwikkeling van het vliegtuig, waarmee vorig zomer is begonnen, zijn ruim twintig medewerkers van de tech nische universiteit verbonden, die op hun beurt nauw samenwerken met ver tegenwoordigers van de vliegtuigfabriek. De TU in Delft gaat zich ook bezighou den met het ontwerpen van het interieur van het vliegtuig. „Ik hoop van harte dat straks bij de bouw ook Nederlandse be drijven kunnen' worden betrofcJcen",al dus de hoogleraar, verbonden aan de fa culteit luchtvaart en ruimtevaart-tech niek van de TU in Delft. Torenbeek ver wacht dat het toestel wordt aangekocht door bedrijven, die eventueel gezamelijk gebruik maken van het toestel. „Dit za kenvliegtuig is een gat in de markt." „Dit vliegtuig kan onze fabriek naar grote hoogten laten stijgen", zegt Frank Versteegh, woordvoerder van Extra. Bij de fabriek, negentig kilometer van Arn hem, werken 35 mensen. Jaarlijks wor den er twintig toestellen gebouwd. „Dit werk zit in de familie. In feite al 115 jaar. Mijn vader deed het al en zijn vader in feite ook. Die was kapper én dat vak ligt toch aan de basis van het grimeren. Mijn zoon zit nu ook in de zaak en hij grimeert ook. Ik ben in 1961 voor mezelf begonnen, in een woonhuis in de Leidse Vogelbuurt. Met een klein deel van de kostuumcollectie van mijn vader, die een paar jaar eerder was gestopt, 's Avonds ging ik op pad om amateurgezelschappen te grimeren. Ik ben toen ook echt begonnen met het verzamelen van historische- en toneelkleding. Toen de kostuumcollectie groeide zijn we in 1970 naar de Geversstraat gegaan. Inmiddels zitten we achttien jaar hier aan de Pieterskerkgracht. Ik heb in de loop der jaren meegewerkt aan een groot aantal televisie- en theaterprodükties, maar ook aan speelfilms. Vooral films vergen een aparte instelling. Ie moet als grimeur heel rustig en geduldig zijn. Sommige scènes worden wel twintig keer over gedaan. Dan moet je in de gaten houden dat de grime hetzelfde blijft en die zonodig tussendoor bijwerken. Zonder dat de acteur het gevoel heeft dat je de hele tijd aan zijn gezicht zit. Bovendien moet je weten waar en wanneer je loopt op een filmset. Ik heb daar nooit moeite mee gehad, 's Morgens ging ik vroeg de deur uit en dan kwam ik diep in de nacht thuis. En dan was ik, tot verbazing van mijn vrouw, toch echt nog dezelfde als toen ik vertrok. Dat werk is geleidelijk minder geworden. Producenten hebben al jaren zelf mensen voor het schminken. Ze kloppen hier nog wel aan voor kostuums. Ook amateurgezelschappen doen steeds meer van het grimewerk zelf, vooral sinds de opkomst van creatieve cursussen waar je de grondbeginselen kunt leren. Toch De klompenmaker doet zijn werk bijna alleen nog maar op braderieën'tijdens demonstraties, terwijl de televisiereparateur een onmisbare kracht is op de arbeidsmarkt. Zo zijn in de loop der jaren veel ambachten verdwenen, maar kwamen er ook veel nieuwe beroepen bij. In Nederland zijn 109.000 kleine ambachtelijke bedrijven, die aan 577.000 mensen werk bieden. In deze serie vertellen mensen met een ambachtelijk beroep over hun werk. Vandaag: Wim Hoppezak, grimeur en eigenaar van een verhuurbedrijf voor toneel- en galakleding in Leiden. hebben we nog steeds veel grimeer-werk. Behalve incidentele film- en televisieprodukties doen we dat vooral veel voor fotografie, zowel voor reclame als voor tijdschriften. Ook voor bijzondere gelegenheden worden we gevraagd, zoals historische optochten. We hebben bijvoorbeeld een Amsterdamse brandweerman als eskimo geschminkt in de trant van de Jagermeister- reclame. Met fondant, tubes plastic en een oude snor ben ik dagen in de weer geweest om uit te zoeken hoe ik het best de ijspegels kon maken. Ook maken we bijvoorbeeld wonden en littekens. Dat doen we met was. Uitgangspunt bij het grimeren is voor mij het eigen gezicht van degene die in de stoel zit. Door bestaande trekken te accentueren probeer je tot een zo natuurlijk mogelijk resultaat te komen. Een gezicht dat bij iemands uitstraling past. Soms vragen mensen of je bepaalde trekken wil wegwerken. Maar dat is niet altijd verstandig. Je moet voorkomen dat je de lijnen uit het gezicht haalt. Heel belangrijk is ook de basiskleur. Als die te rose of te bruin is wordt een gezicht al snel te vlak. De vrouw op de foto is vanzichzelf behoorlijk bruin, daar verander je dan niet veel aan, wel heb ik met poeder een verkleuring weggehaald. Er is een groot verschil tussen schminken voor theater of voor film en tv. Bij film zijn de close-ups heel belangrijk. Bij theater gaat het om effect op afstand. Opera-spelers moet je niet van dichtbij bekijken. Die dikke lagen make-up lijken dan nergens op, terwijl ze dan in feite heel kunstig geschminkt zijn. Bij filmwerk gaat het om nuances. Littekens en rimpels brengen we bijvoorbeeld onder de schmink aan in plaats van er op. Ze schijnen dan door en dat geeft een veel natuurlijker effect. Het meeste van het vak heb ik in de praktijk geleerd. Toen ik dertien was ben ik mee gaan lopen met mijn vader. Ook heb ik stages gelopen bij vrienden en collega's van hem. Schminken, pruiken knopen, alles heb ik in de praktijk geleerd. Nee. misgegaan is dat nooit. Ach. een pruik kun je uiteindelijk ook bijknippen en modelleren. En nu ben ik af en toe gastdocent op de MI3GO uiterlijke verzorging, zeg maar de kappersopleiding. Ik heb er nog steeds heel veel plezier in, m'n handen jeuken af en toe. 1 let is een heerlijk vak! TEKST: RUDOLF KLEUN FOTO: HIELCO KUIPERS AMSTERDAM Heineken heeft een tweede bruggehoofd in China geves tigd. Heinekens deelneming Asia Pacific Breweries Limi ted (APBL) heeft samen met de in Singapore gevestigde Tee Yih Jia Food Manufactu ring (TYJ) een belang geno men in de Fujian brouwerij in de Chinese provincie Fu jian. De twee hebben een on derneming opgericht waarin Heineken een belang van 32 procent bezit. Volgens een woordvoerster van de brou werij is voor APBL hiermee een investering van ruim f 25 miljoen gemoeid. Na modernisering van de verworven brouwerij zal een licentie worden verstrekt voor de produktie van Tiger- bier. Tiger is het belangrijkste biermerk van APBL Lokale produktie van Heineken bier zal in een later stadium wor den overwogen. De Fujian-brouwerij is de grootste in de gelijknamige provincie met een produktie- capaciteit van ongeveer 900.000 hectoliter en heeft ruim duizend werknemers. Het belangrijkste merk van Fujian is Rong Cheng. Heineken is al jarenlang actief in China. Eind 1988 nam het Nederlandse con cern een belang van 12,5 procent in de Shanghai Mila brouwerij. Deze heeft een af zet van 800.000 hectoliter per jaar met als belangrijkste merk Reeb, het omgekeerde van het Engelse woord beer. De Chinese biermarkt ver toont een sterke groei. In 1992 bedroeg het groeiper centage ruim twintig. De consumptie per hoofd van de bevolking is acht liter, in Ne derland negentig. Met een totaal volume van 100 mil joen hectoliter is de Chinese biermarkt thans in grootte de derde ter wereld. Op de eer ste plaats staan de Verenigde Staten met 237 miljoen hec toliter. Tweede is Duitsland met 120 miljoen hectoliter. PERSONALIA Drs. M. J. Bolland, brand manager bij Heineken, is benoemd tot commercieel directeur bij Vrumona, deel uitmakend van Heine ken. AMSTERDAM/ALPHEN AAN DEN RIJN ANP/ERICJAN WETERINGS Het effectenkantoor Regio El- fekt Holding in Alphen mag lot eind augustus niet handelen van het Amsterdamse beursbe- stuur omdat het management van dit bedrijf 'onvoldoende functioneert'. Een woordvoerder van de beurs licht toe dal de admini stratie van Regio Effekt niet op orde is. De beurs heeft nu bij Regio een accountant aange steld die als toezichthouder moet fungeren. De beurs zal maatregelen nemen, opdat de klanten van Regio Effekt geen schade van de schorsing onder vinden. Begin juli werd directeur C. Oskam van Regio Effekt door zijn drie collega's geschorst, zo blijkt uit gegevens van de ka mervan Koophandel. De Volks krant berichtte eerder dat bin nen het bedrijf een 'fundamen teel verschil van inzicht' zou be staan over de manier waarop het kantoor geleid moet wor den. Bij Regio Effekt wilde van morgen niemand commentaar leveren op de kwestie. Het in de jaren tachtig opge richte hedrijf is een paar maan den lid geweest van de effecten beurs. FNV luidt alarmbel over werktijden op boorplatforms De industriebond FNV luidt de alarmbel omdat werkgevers in de offshore-industrie de be manningen van booreilanden minder vaak af willen lossen. Het is goedkoper bemanningen langer aan boord van de boorei landen te laten blijven. Volgens wettelijke voorschrif ten moeten werknemers op de booreilanden in de Noordzee om de zeven dagen worden af gelost. De bemanningen zijn zeven dagen op hun platform en worden daarna opgehaald door een helikopter. Vervolgens zijn ze zeven dagen aan wal. In die periode volgen zij veelal cursussen en trainingen. Verschillende oliemaatschap pijen willen de cyclus verande ren in veertien dagen op en veertien dagen af om transport kosten te besparen. De werkge vers moeten bij het staatstoe zicht op de mijnen om onthef fing vragen van de voorschrif ten. De mijninspectie kijkt daar bij of de veiligheid op de plat forms niet in hgt geding komt, maar ze bemoeit zich verder niet met de onderhandelingen lussen werknemers en werkge vers over de arbeidsvoorwaar den. De industriebond vreest dat steeds meer oliemaatschappijen naar een langere 'werkshift' toe willen. De malaise in de offsho re wordt daarbij op de beman ningen afgewenteld, zo meent de bond. De langere diensten zijn nadelig voor de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van de werknemers op de plat forms. In het 'Offshore Bulletin' schrijft de industriebond, dat het vaak eentonige en vervelen de werk buitengaats de werkne mers 'naar bepaalde middelen zal doen grijpen om er weer bo venop te komen'. Met die mid delen bedoelt de bond alcohol en drugs. In een brief aan in specteur-generaal van het staatstoezicht op de mijnen Van der Tuin trekt de bond hierover aan de bel. Van der Tuin reageert ge schrokken op de suggestie van de bond over de 'minder ge wenste middelen'. Drank en drugs zijn volstrekt taboe op de platforms van de offshore, zegt hij. Over de arbeidsvoorwaar den houdt hij zich op de vlakte: „Wij zijn daarin geen scheids rechter." Helemaal afzijdig houdt de dienst zich niet: „On ze inspecteurs vangen op de booreilanden ook geluiden op van het personeel. Wanneer die relevant zijn vpor de veiligheid, worden deze wel degelijk mee gewogen hij de beslissing of een ondernemer ontheffing krijgt om langere shifts te mogen in voeren", zegt Van der Tuin. Tegenover de nadelen staan ook voordelen van de langere perioden op- en af, meent de inspecteur. „Het personeel hoeft minder vaak een helikop- tervlucht te maken, en zo mini maliseer je dus het gevaar dat aan zulke vluchten verbonden is." De langere dienst aan boord van de platforms zou verder de betrokkenheid bij het werk en de continuiteit ervan ten goede komen. Eigen regeling bij Heerema Heerema heeft zijn eigen dienstregelingen. Het bedrijf werkt al leen met grote kraanschepen, waarop de afspraken voor boor platforms niet van toepassing zijn, zo verklaart woordvoerder R. Erdbrink. „Wij werken met periodes van vier vijf weken op en af. Dat kan niet anders, omdat wij regelmatig schepen aan de andere kant van dc wereld moeten bemannen. Om de regeling uniform te houden hanteren we die voor onze schepen in de Noordzee ook. De afspraken bij Heerema gelden voor een groep van onge veer 450 mensen. Zij worden vertegenwoordigd door twee be drijfsgebonden organisaties, de Vereniging Vrienden van Heere ma en de Vereniging voor Floger Opgeleid Personeel. Contact met een van de grotere vakbonden is er de laatste jaren niet ge weest, zegt Erdbrink. „Onze eigen organisaties zijn in de loop der jaren representatief gebleken, want we horen geen klach ten." vcmwm

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 17