'Dit systeem moet
je een jaar testen'
Vrijmetselaarsloge P2 woekert verder
Feiten &Meningen
'Sovjet-Koreanen' zoeken 'wortels'
DINSDAG 10 AUGUSTUS 1993
Scepsis overheerst bij opdeling British Rail
Er is de grap van de Brit, die zelfmoord wilde plegen. Hij
ketende zich vast aan de spoorrails en ging er met zijn
hoofd op liggen. En ja hoor, hij kwam aan zijn eind, maar
dat was doordat hij verhongerde.
Maar de praktijk is vaak weer
barstiger dan de theorie. Bij BR
was al snel de vraag of een be
drijf dat al jaren achtereen zo
veel verliezen lijdt (in het boek
jaar '91-'92 was dat bedrag op
nieuw gestegen naar 163,9 mil
joen pond, oftewel bijna 500
miljoen gulden) voor investeer
ders nog wel aantrekkelijk kan
zijn. Omdat de regering daar
kennelijk ook niet gerust op
was, koos zij voor een wonder
lijke constructie, waarbij BR niet
wordt aangeboden als één ge
heel, maar in losse onderdelen.
De staat houdt de controle over
het eigenlijke spoor via een
nieuwe staatsmaatschappij.
Maar de exploitatie van diverse
trajecten wordt eerst via lea
se-contracten en later via ver
koop geleidelijk uitbesteed
aan derden als gaat het om het
bewaken van gebouwen of het
ophalen van vuil.
Een dergelijke constructie was
nog niet voorzien, toen de plan
nen voor een verkoop van BR in
1982 door de toenmalige pre
mier Margaret Thatcher werden
gelanceerd. Thatcher stond niet
bepaald te boek als een vriendin
van het openbaar vervoer en
haar voorkeur was daarom sim
pel en vooral ideologisch be
paald: BR maakte verlies en pri
vatisering was voor haar de re
medie om van de rode cijfers af
te komen. Het bedrijfsleven zou
vanzelf de zaak wel gezond ma
ken en verliesgevende taken af
stoten. De ideologie ging zelfs
zoVer, dat investeringen die vol
gens het management van BR
nodig waren om het bedrijf ren
dabel en voor investeerders
aantrekkelijk te maken, maar
Bittere grappen in deze trant
zijn er te over over de Britse
spoorwegmaatschappij British
Rail (BR). BR is voor veel Britten
een standaardvoorbeeld van
slechte, onregelmatige dienst
verlening tegen te hoge prijzen.
De grappen nemen in aantal
nog toe, naarmate het moment
nadert waarop de omstreden
plannen van de Britse regering
in werking treden om het nood
lijdende nationale spoorwegbe
drijf op te delen als een soort
taart.
Discussies over de haalbaarheid
en wenselijkheid van privatise
ring waren er ook al genoeg bij
de verkoop van de water- en
gasbedrijven in Groot-Brittan-
nië. Maar vergeleken bij het ru
moer over de verkoop van BR
was dat achteraf gezien maar
kinderspel.
Politici, vakbonden, consumen
tenorganisaties, de spoorweg
lobby en zelfs enkele van de fir
ma's die de regering voor de
koop wil interesseren, lopen te
gen de plannen te hoop. Maar
gezegd moet worden dat de
manier waarop BR wordt uit
verkocht dan ook buitenge
woon vreemd oogt.
De achterliggende gedachte van
de privatisering was natuurlijk
dat het privé-initiatief in staat
moet worden geacht betere ser
vice te verlenen, tegen scherpe
re prijzen dan de staat. En dat
bovendien subsidies en kosten
voor het spoorwegbedrijf die op
de staatsbegroting drukten,
door de kopers zouden kunnen
worden 'weggerationaliseerd'.
meteen achterwege werden ge
laten.
Minister Rifkind (vervoer) die in
1992 eindelijk de definitieve
plannen presenteerde, kreeg
echter de rekening voor deze
simpele benadering gepresen
teerd. Hij kreeg te maken met
het feit dal het bedrijfsleven he
lemaal niet zat te springen om
geld te stoppen in het noodlij
dende BR. Bij gebrek aan kopers
voor het geheel, werd daarom
de omslachtige omweg gekozen
waarbij BR in stukken wordt op
gedeeld. In zekere zin een ironi
sche stap terug in de geschiede
nis: de Britse spoorwegmaat
schappij ontstond in 1948 toen
vier regionale Britse onderne
mingen werden genationali
seerd en samengevoegd. Dat
leek toen de beste manier om
op nationaal niveau de schade
te herstellen die de oorlog had
aangericht aan het spoorweg-
Rifkinds voorstel kwam erop
neer dat de infrastructuur (spo
ren, seinen en beveiligingen) in
een nieuwe staatsonderneming
komt, Railtrack, die straks de
kosten van onderhoud en inves
teringen volledig aan de gebrui
kers van de banen gaat doorbe
rekenen. Het materieel gaat
naar verschillende leasemaat
schappijen. De sector goede
renvervoer wordt domweg ver
kocht. Exploitanten kunnen de
rest, diverse baanvakken, inclu
sief stations, als zogenoemde
'franchises' pachten.
De nieuwe opzet gaat op 1 april
van start. Rail track begint dan
zijn bestaan en een zevental
franchises moet dan eveneens
zijn uitgezet, onder een nieuw
orgaan dat bemiddelt en toe
zicht houdt. Onder meer drie
lijnen uit het redelijk winstge
vende InterCity-netwerk, de lijn
Londen-Edinburgh, de lijnen
naar het Westen en Wales en de
Gatwick-Iijn, behoren tot het
pakket dat wordt aangeboden.
Ook het Network Southeast, dat
1,4 miljoen mensen rond Lon
den dagelijks naar hun werk
vervoert, zou er deel van uitma
ken. De afspraken gelden overi
gens maar tijdelijk, de looptijd
van een 'franchise' wordt een
jaar of vijf. Minister van vervoer
McGregor, die Rifkind intussen
is opgevolgd, rekent erop later
met koopcontracten te kunnen
werken. In totaal, zo denkt hij,
kan het twaalf jaar duren voor
dat de meeste onderdelen van
BR zijn verkocht.
Wat de gebruikers, de spoor
wegmensen zelf en de politici
intussen vooral interesseert, zijn
de gevolgen voor het bedrijf en
de dienstverlening. Gaat de ser
vice daadwerkelijk omhoog?
Nee, constateerde een rapport
van een onafhankelijk onder
zoeksbureau in mei. Integen
deel. Het rekende uit dat dien
sten van BR na de privatisering
vijftien procent duurder worden
dan nu. Of zelfs 25 procent als
Railtrack, de staatsfirma die de
spoorbanen gaat beheren, in
derdaad zoals de bedoeling is,
acht procent winst moet gaan
boeken. Volgens het bureau,
Steer Davies Gleave, zijn die ho
gere kosten alleen te bestrijden
door de kaartjes tot 37 procent
duurder te maken, of door op
grote schaal onrendabele lijnen
te sluiten. Ook zou het kunnen
door de regeringssubsidie dras
tisch te verhogen, tot zo'n 60
procent.
Maar prijsverhogingen of de
sluiting van lijnen die, hoewel
onrendabel, toch broodnodig
zijn voor het vervoer in bij
voorbeeld grote delen van
Schotland, is niet het enige
waar de tegenstanders voor vre
zen. Pressiegroepen hebben de
regering de verzekering afge
dwongen dat kortingen voor
studenten en bejaarden blijven
gehandhaafd. Uit het bedrijfsle
ven klinkt verzet tegen het feit
dat de commerciële opzet van
Railtrack straks alle winsten
dreigt af te romen. Waarom niet
een opzet als in Zweden, zo
waagt men zich af, waar soort
gelijke plannen bestaan, maar
waar de Zweedse variant van
Railtrack zwaar door de rege
ring wordt gesubsidieerd?
En nieuwe onzekerheden blij
ven zich opdringen. Wie stemt
straks alle schema's op elkaar af
en zorgt voor het nationale
spoorboekje? Wie zorgt dat
kaartjes bij de ene firma ge
kocht. ook geldig zijn bij de an
dere? Wie gaat straks voor de
nodige hoge investeringen op
draaien om te moderniseren?
Wie zorgt dat de aansluiting
via de Kanaaltunnel op de
Franse supersnelle TGV er
komt?
„De regering heeft de ingewik
keldheid van de zaak volledig
onderschat", zei een BR-bron in
mei tegen de krant The Inde
pendent. „Dit systeem moet je
niet verkopen, je moet het een
jaar testen, om te zien of het
werkt. Dit is maagdelijk gebied,
het is nog nergens gedaan."
PATRICIA CLOUGH
THE INDEPENDENT
Tijdens onderzoek naar moge
lijke fraude met EG-subsidies
door varkensfokkers in Roccella
Ionica, een klein stadje in Cala
bria, stuitte de Italiaanse fiscale
recherche vorig jaar op iets op
merkelijks: een vrijmetselaar-
stempel, compleet met een
troon en in hoefijzervorm ge
rangschikte stoelen, netjes op
gevouwen kappen en vrijmetse
laarssymbolen op met zwarte
gordijnen behangen muren.
De grootmeester van deze vrij
metselaarsloge bleek baron Pas-
quale Placido te zijn, een plaat
selijke aristocraat die aan lager
wal was geraakt. In zijn huis
werd een omvangrijk archief ge
vonden met geheime documen
ten. waaronder een briefwisse
ling met Licio Gelli, de voorma
lige grootmeester van de sinis
tere geheime P2-vrijmetselaars-
loge, die de Italiaanse staat pro
beerde te ondermijnen. De le
den van de P2 bezetten sleutel
posities in alle gebieden van het
Italiaanse openbare leven en
spanden samen om de regering
ten val te brengen en zelf de
macfit over te nemen. De orga
nisatie werd in 1981 ontmas
kerd en verboden.
De ontdekking vorig jaar van de
vrijmetselaarsloge in Calabria
vormde voor onderzoeksrechter
Agostino Cordova aanleiding
om samen met andere onder
zoeksrechters de geheime acti
viteiten van de Italiaanse vrij
metselarij in kaart te brengen.
Hoewel dit onderzoek nog niet
is afgerond, zijn de resultaten
onthutsend.
Kankergezwel
De P2, of in ieder geval de men
taliteit erachter, is niet dood. Als
een kwaadaardig kankergezwel
dat ogenschijnlijk is weggesne
den, heeft de P2 zich heimelijk
in veel geledingen van de Itali
aanse samenleving uitgezaaid.
Cordova en zijn collega's heb
ben-ontdekt dat een groot aan
tal geheime en daarmee ille
gale vrijmetselaarsloges sa
menwerken met de legale loges.
Zelfs respectabele vrijmetse
laarsloges hebben geheime le
den -hooggeplaatste politie
functionarissen, ambtenaren en
rechters die onder valse
naam in de ledenlijsten staan
vernield, of helemaal niet.
Sommige van de machtigste en
meest invloedrijke mensen in
Italië (politici, maffiabazen,
vooraanstaande politiefunctio
narissen, hooggeplaatste amb
tenaren, leden van de veilig
heidsdienst, bankiers en zaken
lui) komen in deze vrijmetse
laarsloges in misdadige samen
zwering bijeen, net als voorheen
bij de P2. Er is bewijs dat ze zich
bezighouden met wapensmok
kel en corruptie, dat ze in de
kraag gevatte mafiosi voor zwa
re gevangenisstraffen hebben
behoed en zwart geld hebben
witgewassen. Vermoedelijk zijn
ze ook betrokken bij bomaan
slagen en liquidaties. Het on
derzoek spitst zich vooral toe op
Sicilië, Calabria en Campania,
de gebieden die door de maffia
worden beheerst en waar bijna
een derde van de ongeveer
30.000 Italiaanse vrijmetselaars
Of de loges allemaal in een
groot complot samenwerken of
dat ze afzonderlijk opereren, is
nog onduidelijk. Hoewel het
proces tegen P2-grootmeester
Licio Gelli nog steeds voort
duurt, is hij op vrije voeten en
waarschijnlijk nog steeds actief
in de vrijmetselarij. En van de
2.500 P2-leden is slechts een
derde geïdentificeerd en van
zijn functie ontheven. QeTest is
nooit ontmaskerd.
„We weten niet of de P2 als zo
danig nog bestaat", zegt Eüsa-
betta Cesqui, de openbaar aan
klager in het traag verlopende,
half vergeten proces tegen Gelli
en zijn medewerkers. „Maar er
zijn verscheidene organisaties
die banden hebben met de vrij
metselarij en die tot doel heb
ben om de overheid te manipu
leren."
Erkenning
De Italiaanse vrijmetselarij is in
middels zó gecompromitteerd
door verschillende onderzoe
ken. dat de Verenigde Loge van
Groot-Brittannië de oudste,
grootste en in Italiaanse ogen
meest gezaghebbende vri)met-
selaarsorganisatic ter wereld
vorige maand haar erkenning
van de grootste Italiaanse loge,
de 18.000 leden tellende Grande
Oriente d'Italia. tot nader order
heeft ingetrokken. Zolanger
geen opheldering van zaken is,
is het Britse vrijmetselaars ver
boden contact te onderhouden
met hun Italiaanse tegenhan
Het proces tegen Licio Gelli is nog gaande, n
ge is op vrije voeten en nog steeds actief.
gers. De Ierse en Franse vrij
metselaarsorganisaties overwe
gen een soortgelijke maatregel.
De opheldering moet komen
van onderzoeksrechter Cordo
va. Twee maanden geleden ver
liet de grootmeester van de
Grande Oriente d'Italia, de pro
fessor in de wijsbegeerte Giulia-
no di Bernardo, samen met 300
medestanders zijn loge, omdat
hij er niet in was geslaagd de
banden tussen de Grande Ori
ente, de P2 en andere illegale
loges te verbreken. De professor
richtte een nieuwe loge op. die
hij de Grote Reguliere Loge van
Italië noemde, en regelde een
geheime ontmoeting met Cor
dova, die hij alles vertélde wat
hij wist.
Hoewel Cordova inmiddels be
schikt over een schat aan infor
matie over de geheime vrijmet
selaarsloges, vordert zijn onder
zoek maar langzaam. Sinds de
schijnbare ineenstorting van
het corrupte oude politieke sys
teem kunnen anti-maffiarech-
ters in Italië ongehinderd hun
werk doen. maar het onderzoek
tegen de illegale vrijmetselarij
wordt door mysterieuze krach
ten gedwarsboomd.
Tegenwerking
Vanaf het prille begin, toen het
onderzoek zich nog beperkte tot
Calabrische politici, vrijmetse
laars en mafiosi, heeft Cordova
niets dan tegenwerking onder
vonden van de autoriteiten in
Rome. Inmiddels stapelen de
dossiers in Cordova's kantoor
zich op en beslaat het onder
zoek heel Italië, maar in plaats
van de tien hulprechters waar
Cordova volgens de wet recht
op heeft, zijn er hem maar vijf
toegewezen, onder wie drie
laaggeplaatste rechtsfunctiona-
Zijn kantoor wordt regelmatig
door het ministerie van justitie
'geïnspecteerd' en verschillende
promoties zijn hem door de
neus geboord. Onlangs beklaag
de Cordova zich bij de parle
mentaireanti-maffiacommissie
over 'wijdverbreide onwil' bij de
politie en de fiscale recherche
om de onderzoeken die hij no
dig heeft, uit te voeren. Hij had
verouderde ledenlijsten van
vrijmetselaarsloges gekregen en
hem was verteld dat er geen
vrijmetselaars waren in gebie
den waarvan algemeen bekend
was 'dat het er wemelde van de
loges'. De reden hiervan is vol
gens Cordova dat de politie en
recherche vol corrupte vrijmet
selaars zit.
Cordova heeft een lijst opge
steld met de namen van tiental
len rechters die lid zijn van ge
heime vrijmetselaarsloges en
die hun positie hebben gebruikt
om criminele mafiosi te helpen.
Hij stelde de anti-maffiacom-
missie ook op de hoogte van
zijn ontdekking dat negentien
tot dan toe onbekende P2-leden
zitting hadden of nog steeds
hebben in het Italiaanse parle
ment een van hen was zelfs
lid van de anti-maffiacommis-
Giovanni Spadolini, voorzitter
van de Italiaanse senaat en pre
mier ten tijde van het P2-schan-
daal, zegt: „Er bestaan duistere
banden tussen de P2 en de maf
fia die nog niet zijn opgehel
derd. De campagne in de afge
lopen 30 jaar voor de destabili
satie van Italië door bomaansla
gen en liquidaties was het werk
van een centrum van corruptie,
dat erg machtig was en zeer
nauw verweven met het politie
ke systeem. De P2-kwestie is
nog niet afgesloten."
VERTALING: MARGREET HESLINGA
ALMA ATA NADIRA ARTYKOVA
Na de ontmaskering in 1938 van enkele Koreaan
se spionnen nam de toenmalige Sovjetleider Sta
lin drastische maatregelen. Hij liet honderddui
zenden etnische Koreanen die in het uiterste oos
ten van de Sovjetunie leefden, naar Kazachstan,
Oezbekistan en Tadzjikistan deporteren. Na 55
jaar van gedwongen aanpassing groeit onder deze
Koreanen en hun nazaten de belangstelling voor
hun oorspronkelijke taal en cultuur.
„We zaten twee maanden lang in de trein. Toen
werden we er hier uitgegooid, als oud vuil", her
innert Vitaly Yugay zich, een 63-jarige gepensio
neerde rijstboer, die op de collectieve boerderij
Bakhbakhty werkte. Tussen 1937 en 1938 richtten
de Sovjet-autoriteiten twintig collectieve boerde
rijen op in Kazachstan voor de verbouw van rijst
„Samen met onze vrouwen en kinderen groeven
we greppels en irrigatiekanalen. De oudere men
sen konden het vaak niet aan. Ze stierven tijdens
het zware werk aan uitputting", vertelt Yugay.
Veel Koreaanse families wonen nog altijd in de
'tijdelijke' onderkomens waar ze in die tijd wer
den ondergebracht. Het zijn kleine huisjes, met
alleen koud stromend water. Als brandstof wórdt
steenkool gebruikt.
Yugay vertelt dat Sovjet-Koreanen tot 1957 een
speciaal stempel in hun paspoort hadden dat
aangaf dat het hun verboden was Kazachstan te
verlaten. „Het was in feite een toestand van sla
vernijzo meent hij.
Geleidelijk aanwisten de Koreanen hun positie te
verbeteren en een reputatie op te bouwen als har
de werkers. I leden ten dage zijn ze in grote mate
geïntegreerd, mede doordat velen trouwden met
oorspronkelijke bewoners van de Centraalaziati-
sche republieken. De belangrijkste broodwinning
voor de Koreanen is nog altijd de landbouw.
„Zelfs Koreanen die nu in de stad wonen, hebben
nog wel een stukje land waar ze van april tot okto
ber zijn om groenten te verbouwen", vertelt Gury
Khan, voorzitter vart het Koreaans Cultureel Ver
bond.
De mogelijkheid van emigratie naar Korea werd
actueel met het uitbreken van oorlog in Tadzjikis
tan. Inmiddels is de heift van de twaalfduizend
Koreanen aldaar vertrokken naar vreedzamer oor
den, maar niet naar Korea. „Noch in Zuid- noch
in Noord-Korea wilde men iets doen om deze
mensen op te vangen", vertelt Khan. De meesten
kwamen uiteindelijk in Kazachstan terecht.
De Koreaan Trofim Nam uit Alma Ata, de hoofd
stad van Kazachstan, bracht onlangs een bezoek
aan Zuid-Korea. „Het was een belevenis om Ko
rea te zien, maar ik weet nu dat onze wortels hier
liggen", zegt hij. „De beslissing van Stalin om ons
te deporteren heeft toentertijd enorm veel leed
veroorzaakt, maar we zijn er toch in geslaagd hier
een bestaan op te bouwen."
In Alma Ata zijn de eerste tekenen van een Ko
reaanse cultuuropleving merkbaar. De Koreanen
hebben een eigen weekblad, radioprogramma's
en een theater. Onlangs zijn er enkele particuliere
Koreaanse scholen geopend, terwijl op verschei
dene plaatsen cursussen Koreaans worden gege
ven. Volgens het Koreaans Cultureel Verbond
spreekt twee procent van alle Koreanen in Cen-
traal-Azië hun eigen taal nog. terwijl 98 procent
vloeiend Russisch spreekt.
De jongere generatie beheerst het Koreaans niet
of nauwelijks, terwijl veel ouderen de taal
enigszins verleerd zijn. „Als ik Koreaans spreek in
Seoul, begrijpen ze er daar niets van. Doordal we
jaren zo geïsoleerd hebben geleefd, is onze kennis
achteruit gegaan en hebben we de ontwikkelin
gen in de taal en cultuur van Korea niet kunnen
volgenvertelt Khan. Khans grootvader bekeerde
zich na de deportatie tot het christendom om in
aanmerking te komen voor een stukje land. De
Koreanen van tegenwoordig tonen weer belang
stelling voor het boeddhisme.
Ook het Intercity-netwerk, met de APT (Advanced Passenger Train), staat op de nominatie om te worden verkocht.
ARCHIEFFOTO