in de Cotswolds Visser steeds vaker in de nacht actief Vrije tijd Over hergebruik gesproken Duiven melken MAANDAG AUGUSTUS 1993 TUIN In deze maanden van het jaar zie ik elke week zakken vol tuinafval op straat staan. Klaar om opgehaald te worden door de vuilnisman. In de loop van het weekeinde zie ik weer zakken met ingekochte aarde door dezelfde deuren waar de vuilniszakken uitkwamen, bin nenslepen. Die aarde is nodig voor tuin, balkon, terras en voor de kamerplanten. Als simpele ziel denk ik, dat de mensen niet weten wat ze doen en hoezeer ze aan het verspillen zijn. Ze gooien hun eigen naar ik hoop onbespoten en dus gifvrij afval weg. Ze kopen even later aarde van niet geheel duidelijke kwaliteit. Eenvoudiger en verstandiger is het om van tuinafval voedzame, hu- meuze grond te maken. Grond die voor alle doeleinden is geschikt. Het kost weinig moeite. Alleen een plaatsje in de halfschaduw of schaduw. Begin nu, nu er nog zoveel afval komt. Koop twee compostcontai- ners (zonder bodem), of maak plaats voor twee composthopen. Een is namelijk altijd aan het broeien en de ander in de maak. Spit de aarde onder de hoop goed los. Doe er een laag van 20 cm afval op, liefst fijngesneden. Dan een laagje landbouwkalk. Ik doe er ook nog een laag gesteentemeel bij, ter versterking van de grond. Dan iets aarde, weer afval, enzovoorts, enzovoorts. De hoop lijkt snel hoop te worden, maar zakt in een mum van tijd weer in door het verbrandingsproces binnen in de hoop. E>at levert flink wat warmte op. Maar helaas net niet genoeg om alle onkruidzaden te vernietigen. Daarom onkruid mét zaad liever niet op de compost. Gekookt afval nimmer, brood en kaaskorsten ook niet, vanwege de aantrekkelijkheid ervan voor muizen, aardappel schillen alléén indien afkomstig van ecologische aardappelen. An ders zit er troep op. Citrusschillen indien de vruchten eerst gewas- - sen en van eventuele gifstoffen bevrijd zijn. Grasmaaisel en afgeval len blad graag wel, maar gemengd met los afval. Anders koekt het samen, kan er geen lucht bij en komt de vertering niet op gang. Is er te veel grasmaaisel ineens, geen nood. Als mulch is het fantas tisch achter in de border. Dus een deel wordt gecomposteerd, de rest gebruiken we voor 'oppervlaktecomposteren' ofte wel mul- chen. Zo gaat er niets verloren van het kostbare grasmaaisel dat rijk is aan stikstof. Als de compost op een goede plaats is, in contact komt met de aar de die voor de nodige micro-organismen, schimmels en nuttige dieren zorgt, is het tuinafval, afhankelijk van de ijver waarmee we het kleiner hebben gemaakt, binnen drie tot zes maanden omge vormd tot prachtige, geurige, donkere aarde. Die is ideaal om er planten in te verpotten, om er bloembakken mee te vullen en om border en eventueel groentebedden ermee te verrijken. Deze zelfgemaakte compost kost niets, is gemakkelijk te maken, is vrij van gifstoffen (tenzij we spuiten met gif) en altijd bij de hand. Desondanks kom ik in heel veel tuinen, waar men het ofwel ver keerd doet, dus niet zoals hier beschreven, ófwel te veel werk vindt. Daarom deze keer wéér het verhaal over eigen compost. Zolang niet elke tuin een eigen plaatsje voor composteren heeft, deugt het niet. LEZERSVRAAG Tjonge, dat zijn een boel problemen in de tuin van MEVROUW E. BEEK-KOLSTÉ in HAARLEM. De coniferen en vooral de taxus ver liezen veel bruine naalden. Als het er niet abnormaal véél zijn, dan hoort het bij de gewone groeiwijze. De naalden van de coniferen hebben niet het eeuwige leven en na n twee of drie jaar val- c len ze af, om plaats jj J te maken voor nieuw groen. Is de naaldval abnormaal en worden de coni feren kaal, dan ziet het er zorglijker uit. Goede grond rond de wortels, een laagje goede com post en een laag turf kunnen al veel goed doen. Bij te droog weer spuiten, want al te veel droogte is ook niet goed. Maar ik houd het op nor male naaldval. Verder worden de primula's aangevre ten. Er zijn géén slijmsporen. Het zijn dus geen slak ken, óók geen luizen, want die kun je zien op het blad. Het kunnen kevers zijn en daar helpt nóch zwavel tegen, nóch zeepspiritus. Zwavel helpt alleen tegen schimmelaantasting en zeepspiritus al leen tegen luis. Goed vochtig houden, af en toe afspuiten en een laagje goede grond om de plant te versterken is al heel wat. Verder wordt de plant ook weerbaarder tegen insektenvraat als we ze gere geld behandelen met brandnetelgier. Gewoon een bos brandnetels in een emmer. Vijf dagen laten staan. Dan stinkt de boel erbarme- lijk. Zeven en dan, in een verhouding van een deel stinkende gier en vijf delen water, op de planten gieten of spuiten. Is heel goed Aiöor de plant en weert veel insektert. Tot slot de phlox. Die heeft 'het wit', een schimmelaantasting. Hoe wel spuitzwavel hier het enige werkzame middel is, is het beter om uit te zien naar een plaats waar de phlox luchtig staat. Ook niet te veel ingesloten door ander groen, vocht en warmte werkt het ont staan van schimmel in de hand. Bovendien zijn sommige soorten phlox er beter tegen bestand dan andere. Dus kijken welke phloxen het goed doen en die dan op een luchtige plaats zetten van de herfst. Hèhè, dat was heel wat. Hoewel ik altijd een beetje schrik heb van gedroogde bladeren die bijna onherkenbaar zijn heeft A. VOS uit ZWANENBURG geluk. Vorm en kleur van deze Oxalis purpurea zijn zo duidelijk, dat ver gissen niet mogelijk is. Familie van ons klavertje-vier en niet win terhard. Dus van de herfst: koel en vorstvrij overwinteren. In het voorjaar weer in humeuze grond planten. H. A. BACKKER uit HEEMSTEDE heeft twee zorgenkinderen in de tuin. In de eerste plaats de rododendron. De bloemknoppen van die arme plant verdrogen elk jaar. Dat kan inderdaad het gevolg zijn van een te droge grond. Rododendrons wortelen heel opper vlakkig en als de ondergrond door oude bomen leeggezogen is, krijgt de struik te weinig vocht. Tekort aan zon zal niet het pro bleem zijn. Rodo's doen het ook heel goed in de halfschaduw, zelfs in de schaduw. Verplanten naar een zonnige achtertuin zal geen succes zijn, tenzij de grond daar vochtiger is. Het valt ook te probe ren om de wortels van de rodo af te dekken met een hele dikke laag compost en turf en deze laag dan goed vochtig te houden. Wellicht gaat het dan beter. Af en toe de slang erop in een droog voorjaar en ik denk dat de bloemen het dan wel doen. Veel moeilijker is de vraag over een druif die ineens dode takken maakt. Dat kan het.ge- volg zijn van een ziekte en daarvoor kan alleen Wageningen uit komst bieden: Plantenziektekundige Dienst, Geurtensweg 15, Wa geningen. Maar ook het feit dat de druif alléén beendermeel krijgt als mest, kon wel eens de oorzaak zijn van zijn slechte groei. Beendermeel is een meststof die vooral fosfor en kalk bevat. Maar een druif heeft ook kali en stikstof nodig. Dus dit jaar géén beendermeel, maar een organische mengmeststof (Viano bijvoorbeeld). De percentages fosfor, stikstof en kali staan altijd aangegeven op de verpakking. Komt er bij u al tuinierend of wandelend in de natuur een vraag op? Greet Buchner zal proberen voor u het antwoord te vinden. De vraag kunt u opsturen naar Damiate Dagbladen, Postbus 507, 2003 AP Haarlem t.a.v. de redactie LEVEN EN WONEN. Het boeiende van Engelse tuinen is de tegenstelling tussen de kort geschoren gazons, de straldce hagen, gesnoeide coniferen en de weelderige borders en uit bundige klimplanten langs muren en in bo men. Het geraffineerde spel met hoogteverschil len en doorkijkjes en de verrassende combinaties van kleuren en vormen leiden de kijker om en door de tuin. Een reis langs negen tuinen in de Cotswolds is voor groen - liefhebbers een trip door luilekkerland. MARJA BOONSTRA De Cotswolds zijn beschermd gebied. In het glooiende land schap zorgen de schapen, de Cotswolds Lions, en de soms tamelijk verwaarloosd ogende landhuizen en cottages voor een romantische aanblik. Maar de tientallen huizen met het bordje 'te koop' hebben niets romantisch. In sommige kleine dorpjes staan ze broe derlijk naast elkaar. 'Verkocht' duikt maar sporadisch op. Aan de voet van het middel eeuwse Warwick Castle ligt Mill Cottage van mr. Measu res. Mill Garden in Warwick is een van de negen tuinen uit een zesdaagse tuinenreis. De kleinste, maar zeker niet de minste. Hij vindt dat je planten en bomen niet te veel moet snoeien en inperken. Al les ipoet de kans krijgen normaal uit te groeien. Het resultaat hiervan is een uitbundige tuin vol kleuren, waarin klimrozen zich in bomen nestelen en vol onverwachte zithoekjes. Maar waar je ook in de tuin bent, steeds hoor je het water van de langsstromende rivier de Avon. Een tuin met een decor van een kasteel, een ri vier en een deels ingestorte tolbrug is natuurlijk uniek. Dat kan niet mislukken. Maar als je over het hekje naar de buurman gluurt, zie je een saai grasveld en een onooglijk bloemperkje Blauwe regen De reis begint in Coton Manor Gardens. In 1925 is begonnen met de aanleg van de tuin. Toen reikten de weilanden nog tot aan het huis. Nu ligt er een schitterende tuin van een kleine vier hectare. Hier komen we de eerste enorme blauwe regen (Wiste ria) tegen. De grillige dikke takken reiken bijna tot de nok van het dak. In de watertuin imponeert een groep reuzerabarbers (Gunnera). Wie de tuin verlaat door het achterhekje, komt in het bluebell wood terecht. Een verstild stukje bos met een blauwe waas van scilla's tussen de stammen. De eerste stop op de tweede- dag is het rond 1300 gebouwde Broughton Castle, particulier bezit en (deels) bewoond. In de meterslange Gallery ligt de loper, die speciaal gemaakt werd voor de in Broughton CastJe opgenomen Amerikaanse speel film Three men and a little lady. Vanaf het dak zie je dat de tuinen binnen de slotgracht liggen. Binnen de ommuurde tuin staan rozenstruiken en rode meidoorn in buxushagen, geschoren in de vorm van een Franse lelie. De stallen naast het poortgebouw worden opgesierd door al weer zo'n buitengewoon mooie wisteria. De deuren hebben een bijpassende verschoten la vendelblauwe tint. Meesterwerk Hidcote Manor Gardens (eigendom van de Natio nal Trust) wordt beschouwd als een van de mees terwerken van de tuinkunst. Majoor Lawrence Johnston was de eerste die het principe van de tuinkamers introduceerde. Zijn ideeën hebben heel veel navolging gekregen. Hidcote Manor Gar dens bestaat uit 28 onderdelen. Centraal ligt de theatre lawn, een lang grasveld omzoomd door strak geschoren taxushagen. Rechts liggen de groentetuin, de cameliahoek en de pijnboomtuin. Links de andere tuinkamers, waaronder de rode border, de witte tuin en de vijvertuin. In het ach terste en minst gestructureerde deel stroomt water en daar loop je over moeilijk begaanbare steile rotspaadjes in een geurende, kleurige jungle. Op een steenworp afstand ligt Kiftsgate Court (particulier bezit). De huidige eigenares, mrs. Bin- ny, is een dochter van de oorspronkelijke ont werpster van de tuin, mrs. Muir. Deze begon in 1920 met de aanleg van een gele, een roze en een blauwe border. Na verloop van tijd werd steeds een lager gelegen gedeelte ontgonnen, met als diepste punt een halfrond grasveld met een gelijk vormig klein zwembad. 'Kiftsgate roos' Kiftsgate Court is bekend om zijn vele oude rozen. De Kiftsgateroos slingert zich tientallen meters hoog door een rode beuk en is volgens mrs. Binny de grootste roos in Engeland. De laatste keer dat ze hun Rosa filipes Kiftsgate maten, was hij 24 me ter breed, 27 meter lang en 15 meter hoog. Hoewel veel bezoekers stekjes vragen (en krijgen), worden ze voortdurend gewaarschuwd voor de enorme capaciteiten van deze in juli wit bloeiende roos. De beste rondleiding van de hele reis krijgen we van mr. Hodges van Brooks Cottage in Alkerton. Het vriendelijke echtpaar Hodges begon 25 jaar geleden met de aanleg van de tuin rond het 17de eeuwse huis. De Hodges zijn vooral verzamelaars Ze hebben een uitgebreide collectie rozen var meer dan tweehonderd soorten en hun bomen collectie (arboretum) bevat ook van bepaalde fa milies verschillende (onbekende) variëteiten. Dromerige atmosfeer Saling Hall in GreafrSaling is de laatste tuin die we bezoeken. Eigenaar Hugh Johnson kocht het huis in 1971, omdat hij een grote wijnkelder zocht. De tuin nam hij maar voor lief. Inmiddels is zijn be langstelling voor wijn, hij schreef verscheidene wijnboeken, verdrongen door de tuin. In de tuin heerst een dromerige atmosfeer. Hij is net genoeg onderhouden of verwaarloosd om een wat zorgeloze indruk te maken. Langs de oude muren staan verschillende klimrozen, onder andere de Phyllis Bide. In de borders zien we de grootbloe- mige magnolia, de Salvia grahami en een Artemi sia arborescens. VISSPORT Bram van Leeuwen Nachtvisserij is een fenomeen dat de laatste jaren sterk groeit. Nog niet eens zo heel lang gele den was het in ons land zelfs verboden om als de duisternis was ingetreden nog op of langs het binnenwater actief te zijn met de hengel. De vistijd was in die tijd beperkt van een uur vóór zonsopgang tot een uur na zonsondergang. En op die regel gold voor het binnenwater maar één uitzon dering: voor de vissers op aal met de peurstok. Overigens een logische zaak, want met de peur is alleen vis te vangen als de avondschemering is ingetreden tot aan het ochtendkrieken. Dat verbod had met visregels overigens niets uit te staan. Het was louter bedoeld om leden van het gilde der langvingers met de hengelstok geen alibi te verschaffen voor praktijken die het daglicht niet konden verdra gen. Een pure discriminatie van de sportvisser, want iedere an dere sportbeoefenaar kon 24 uur per dag zijn gang gaan als hij dat wilde. Maar ook vandaag de dag zijn we nog steeds niet helemaal verlost van die archaïsche ver- bodsregels. In de drie zomer maanden, juni, juli en augustus mag er tegenwoordig op de meeste wateren 's nachts wor den gevist. Maar Nederland zou Nederland niet zijn als er geen uitzonderingen op die regel be stonden. Elke hengelsportvereniging kan namelijk bepalen dat voor een bepaald water een nacht visverbod blijft gelden. Meestal komt dat niet van het bestuur af, maar is de verhuurder of ver pachter van het visrecht alleen onder die voorwaarde bereid toestemming te geven. Dergelij ke regels gelden met name voor poldergebieden waar boeren er weinig voor voelen om 's nachts bezoek op hun landerijen te hebben. Verder worden in het regle ment voor de binnenvisserij een aantal wateren genoemd waar op de overheid een permanent nachtvisverbod heeft ingesteld. In deze omgeving geldt dat ver bod onder meer voor de wate ren in het Ilper-, Wormer- en Jisperveld, het Waterland in Noord-Holland en een gedeelte van het Nieuwkoopse Piassen- gebied. Ook op het IJsselmeer mag 's nachts niet worden ge vist. Wie het naadje van de kous wil weten kan bij de NWS, postbus 288, 3800 AG Amers foort of bij de OVB, Postbus 433, 3430 AK Nieuwegein de zoge naamde Viswijzer aanvragen waarin behalve de finesses over de nachtvisserij ook alle andere belangrijke visregels staan ver meld. Sportvisverenigingen kunnen bij het ministerie van land bouw, natuurbeheer en visserij ontheffingen aanvragen voor bepaalde wateren om daar ook buiten de drie zomermaanden te mogen nachtvissen. Een aan tal regionale verenigingen heeft van die mogelijkheid ruim ge bruikgemaakt. Bovendien is door een wijzi ging in het reglement die da teert uit 1985 een groot aantal Zuidhollandse benedenrivieren het hele jaar vrijgegeven voor de nachtvisserij. Onder die regeling valt bijvoorbeeld ook een deel van de Biesbosch en de Hol landse IJssel. Tot voor kort waren het vrij wel uitsluitend de aal en de kar per die in nachtelijke uren wer den belaagd. Vooral de karper vissers hebben er een ware cul tus van gemaakt met hun bivys (kleine tentjes om te kunnen overnachten) en elektronische beetverklikkers. Maar de laatste jaren zie je steeds vaker dat ook belagers van andere vissoorten hun ge luk proberen op tijdstippen dat anderen van hun nachtrust ge nieten. Ze doen dat enerzijds met de wetenschap dat veel vis soorten 's nachts azen en an derzijds om verzekerd te zijn van rust op en aan het water. Door de sterk toegenomen waterrecreatie is het op sommi ge wateren nauwelijks meer mogelijk overdag een hengel uit te gooien en daarom wijkt de sportvisser uit naar de nacht. In het nieuwe snoekbaarsboek, dat ik vorige week in deze rubriek besprak, wordt bijvoorbeeld uit gebreide aandacht gegeven aan de nachtvisserij op snoekbaars. Om ook in de duisternis de aanbeet van de vis op te merken zijn er talloze attributen in de handel. Zoals pennen waar in de schacht een minuscuul lithi- umbatterijtje zit. Daarmee wordt een rood of groenkleurig ledje op de top gevoed. Of een breekstaafje waarin vloeistoffen worden samengebracht die ge durende een aantal uren een fel licht verspreiden. En niet te ver geten reflecterende en fluores cerende strips, die op de hen- geltop kunnen worden beves- tigd. In de zeevisserij, waar de nachtvisserij sinds jaar en dag is toegestaan, kennen we ook nog het belletje op de hengeltop of het gebruik van allerhande lam pen waarmee de hengeltop wordt verlicht. Keus genoeg dus voor de hengelaar die de duis ternis prefereert. SPREEKUUR Toen een nog vrij jonge man het bruggetje over de gracht niet meer op kon zonder naar adem te snakken, werd hij verwezen naar een longarts. Hieraan waren vier maanden tobben vooraf gegaan. Maanden waarin hij van een voetballende vader, die nooit te moe was om met zijn zoontjes te spelen, was veranderd in een zich gammel voelende hijgende man, niet meer in staat tot enige inspanning. De huisarts had diverse medicijnen voorge schreven die niet hadden geholpen, had een longfoto laten maken waarop niets te zien was. Maar in de tussentijd waren de verschijnselen gebleven: soms een beetje koorts, een grieperig gevoel, beetje hoesten en het meest verontrustende: de steeds toe nemende kortademigheid. Ook de specialist wist niet meteen wat er aan de hand was en het kwam tot opname in het ziekenhuis. Tot zijn niet geringe er gernis werd de man op de afdeling zeer uit gebreid ondervraagd tot hobby's en pri- vé-leven toe en onderzocht door een co- assistent. een arts-in-opleiding. „Alsof ik niet al genoeg ben nagekeken". Toch droeg deze leerjongen uiteindelijk de oplossing van het raadsel aan: de hobby: het houden en fokken van parkieten. Alle klachten en verschijnselen passen bij een groep aandoeningen die bekend staan onder verschillende namen: duiven melkerslong, vogelhouderslong en boeren- long. De namen geven al aan dat de aan doening gevonden wordt bij mensen die een bepaald beroep of een bepaalde hobby hebben. De diagnose is moeilijk, niet doordat er in gewikkelde onderzoeken nodig zijn om de ziekte aan te tonen, maar omdat er niet aan gedacht wordt. Vaak worden mensen die een vogelhouderslong hebben, verwezen naar de cardioloog, met als achterliggende gedachte dat zulke jonge mensen die zó kortademig zijn, het aan hun hart moeten hebben. De patiënten worden dan opgeno men onder de verdenking: hartinfarct, ter wijl er sprake is van een longaandoening. De ziekte wordt veroorzaakt door een be paalde vorm van overgevoeligheid in de longen. Er ontstaat een allergische reactie tegen ingeademd organisch materiaal. Bij duivenmelkerslong zijn dat eiwitdeeltjes van de vogels. Deze eiwitdeeltjes bevinden zich in de huidschilfers en in de mest van de vogels, meestal (post)duiven of parkie ten. Bij het schoonmaken van het hok gaat de zaak stuiven, het fijne stof met de eiwit deeltjes wordt ingeademd en bij gevoelige personen kan dat ziekteverschijnselen ver oorzaken. De vogels zelf zijn dus niet ziek en het tries te is dat de vogelhouder zijn dieren vaak al jaren heeft en enorm aan ze gehecht is op het moment dat de allergie zich manifes teert. In het geval van boerenlong ontstaat de allergie door schimmeldeeltjes die zich in vochtig hooi, stro of graan kunnen bevin den. De schimmeldeeltjes worden inge ademd als het hooi wordt geschud, bijvoor beeld bij het voeren van vee. Het is dus altijd een allergie veroorzaakt door deeltjes van plantaardige of dierlijke oorsprong, deeltjes die op zich niet ziekma kend zijn, maar door een overgevoelig heidsreactie van het lichaam tóch ziekte kunnen veroorzaken. De allergische reactie in de longen vindt plaats in de wanden van de longblaasjes, daar waar het zuurstoftransport naar het bloed plaats heeft. De wanden van de long blaasjes worden dikker, waardoor het zuur stoftransport wordt bemoeilijkt. Er kan minder zuurstof in het bloed worden opge nomen, waardoor het lichaam 'lucht' te kort komt als er inspanning geleverd moet worden. Bij mijn patiënt had deze kortademigheid al ernstige vormen aangenomen. Als de reac tie in het longweefsel lang blijft bestaan, kunnen in de longblaasjes littekens ont staan. De verdikking van de wand is dan blijvend geworden, en daarmee is de pa tiënt invalide! In dit geval is de patiënt behandeld met ho ge doses corticosteroïden gedurende een paar maanden en daarmee zijn zijn klach ten vrijwel verdwenen. Tot zijn grote ver driet heeft hij echter al zijn parkieten moe ten wegdoen. Ieder volgend contact met vo gels, zelfs al is dat over een groot aantal ja ren, doet de ziekte weer opvlammen. Hij moet zelfs oppassen als hij bevriende par kietenfokkers bezoekt. Het vogelstof dat zij op hun kleren hebben, kan voldoende zijn om hem weer ziek te maken. Het lichaam 'vergeet' deze allergie nooit. Maar hij kan weer voetballen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 19