Gevecht om een kind kent enkel verliezers De ziel van de fles ZATERDAG 7 AUGUSTUS 1993 Op z'n tijd ben ik een tobber. Ik kan het van me afzetten, maar vroeger of later komen de vragen terug. Zo heb ik me jarenlang afgevraagd hoe het komt dat bejaarde mensen dikwijls van die grote oren hebben. Hoe komen ze toch aan die grote oren? Had de vorige generatie een groter for maat oren? Blijven de oren doorgroeien terwijl de rest van het lichaam niet meer groeit? Of krimpen de hoofden terwijl de oren, krimpvrij, hun oorspronkelijke afme ting behouden? Af en toe stond ik voor de spiegel, nieuwsgierig om te zien of mijn oren lustig voortgroeiden of dat mijn hoofd al begon te verschrompelen. Ik had al eens overwogen om heel nauwkeurig mijn ma ten op te nemen, in tienden van millime ters. Want dat is natuurlijk de beste manier om over tien of twintig jaar te kunnen ver gelijken. Ondertussen weet ik van bevoegde zijde dat het inderdaad zo is dat hoofden enigszins krimpen en oren niet, zodat we met het klimmen der jaren naar verhouding steeds groter oren krijgen. Maar het ene probleem is nog niet opge lost, of het volgende dient zich aan. Bij voorbeeld de klemmende vraag waarom een drankorgel juist een drankotge/wordt genoemd. Wat heeft dat orgel ermee te ma ken? Waarom spreekt men niet van een drankviool, een drankfluit of een drankgi taar? Ik weet het niet en ik kan in geen en kel woordenboek een antwoord vinden. En dan begint het nutteloze fantaseren. Ik heb al heel wat van mijn eigen theorieën als onhoudbaar overboord gezet. Het beste wat ik tot nu toe heb bedacht, is dat drank orgel oorspronkelijk vooral sloeg op het zin gen van veel dronken lieden. Hij zingt zo mooi, hij lijkt wel een orgel. Want zeker vroeger was het orgel wel het meest beken de muziekinstrument. Geen kerkorgel, geen draaiorgel, geen mondorgel; nu, dan maar een drankorgel. En als ik niet loop te tobben over het woord 'drankorgel', dan is het wel over de vraag waarom zoveel flessen, vroeger meer dan tegenwoordig, een ziel hebben: zo'n inslui ping in de bodem. En waarom tegenwoor dig steeds minder? Ik ben absoluut niet des kundig op het gebied van flessen, maar ik zou het toch graag willen weten. Mijn theorie is nu als volgt. De ziel in de fles is een oud overblijfsel uit de tijd dat glazen flessen nog met de hand geblazen werden. Geblazen flessen hebben uit zich zelf geen platte bodem, zodat ze niet kun nen staan. Je kunt ze dan in een rieten mandje inpakken, zoals voor chianti nog wel de gewoonte is. Maar een andere oplos sing was om bij het glasblazen de nog zach te bolle bodem in te drukken zodat er een 'ziel' ontstaat en meteen een vlakke rand waardoor de fles kan staan. Het ei van Co lumbus. De ziel was dan geen doel op zich, maar het ging erom een vlakke onderrand te verkrijgen. In een tijd waarin de meeste flessen fabrieksmatig vervaardigd worden, is dat niet meer nodig. In de fabriek worden ze, geloof ik, gegoten en niet geblazen, zo dat ze meteen een vlakke onderkant heb ben. Maar je kunt je voorstellen dat er ook in de fabriek nog heel lang traditiegetrouw flessen met zielen gemaakt werden omdat men dat zo gewend was. Totdat geen mens het nut van zo'n ziel meer inzag en moder ne flessen zielloos plat gemaakt worden. Of het echt waar is, of het zo gegaan is, weet ik niet. En wat erger is: als mocht blijken dat het inderdaad zo gegaan is (of anders), dan bedenk ik vast weer een nieuw probleem. Hoofddorpse peuter weer terug naar Braziliaanse moeder Braga wonen. Het echtpaar Mooijman, dat haar twee jaar lang verzorgde, in Hoofddorp achterlatend. Het gevecht om de peuter heeft een jaar ge duurd. De rechter hakte vorige week de knoop door en besloot dat het kind bij haar echte moeder thuishoort. Een vriend- Nogeen paar weken, dan gaat de kleine Amber bij haar Braziliaanse moeder Vera Het echtpaar Mooijman met Amber (links). De Hoofddorpse peuter moet binnenkort weer terug naar haar natuurlijke moeder. Vera Braga, op de foto rechts met haar tante Joana. FOTO UNITED PHOTOS DE BOER BABETTE STAPEL EN NILS VAN HOUTS Het leek zo'n'goede oplossing. Joana Braga wilde haar nichtje helpen, dat per ongeluk in Ver wachting was geraakt, en tegelijkertijd haar vriendin Sandra Mooijman. Zij kan geen kin deren krijgen en voor adoptie komen Sandra en haar man George niet in aanmerking. „Sandra was mijn allerbeste vriendin. Ze heeft bij mij in huis gewoond in Suriname en ik bij haar in Hoofddorp. We waren bijna fa milie geworden. Zij wil graag kinderen, Vera zat in de nesten. Ik dacht: dan voeden Sandra en ik het kind toch samen op? We zouden al lebei 'mama' zijn en het kind zou van het-be gin af aan weten dat Vera haar echte moeder De 19-jarige Vera Braga woonde bij haar ouders nabij de Braziliaanse stad Belem toen ze merkte dat ze zwanger was. Met de ver wekker van het kind had ze geen contact meer. De hel barstte los in huize Braga. Vader gooide Vera het huis uit. Ze trok bij oma in, maar had geen geld en'zag geen toekomst. Oma schreef Vera's tante Joana in Nederland wat er was gebeurd. Joana bood aan het kind in Nederland te verzorgen. „Dat vond ik een goed idee", zegt Vera nu. „Wij hebben hele hechte familiebanden. Een kind bij familie achterlaten, betekent bij ons niet dat je het afstaat. Ik stelde me destijds voor dat het kind definitief bij Joana zou blijven en dat ik het na een jaar ofzo weer zou zien." Wildvreemd Joana haalde het kleine meisje op, ging naar de burgerlijke stand in Belem en liet het in schrijven als haar kind. Een klein jaar ver streek. Vera kreeg geen uitnodiging om haar baby te bezoeken, maar een brief van wild vreemde Nederlanders die wilden weten wat zij nu eigenlijk met haar kind van plan was. Vera: „Ze wilden de voogdij. Ik schrok me dood. Ik dacht dat de kleine bij mijn tante zat." Tante Joana had intussen problemen ge kregen met Sandra en George Mooijman. „Van samen verzorgen kwam niets terecht", vertelt ze. „George en Sandra trokken Amber steeds meer naar zich toe. Toen ze op vakan tie gingen, zou het kind bij Sandra's moeder blijven waar ik toen ook verbleef. Maar ze lie ten de baby bij familieleden in Almere achter waar ik geen contact mee had. Ik wilde daar na weg. Terug naar Brazilië, met Amber. De Mooijmannen haalden me telkens over om nog even te wachten. Eerst omdat ik wat meer geld moest verdienen, later omdat San dra de baby nog wat bij zich wilde houden. Ik kreeg Amber steeds minder te zien." „Logisch", zegt George Mpoijman. „We hebben van tevoren afgesproken dat wij het kind zouden adopteren. Wij dachten dat Joa na dat ook zo met Vera had afgesproken. Dat ze zich als tante met de opvoeding bemoeit, best. Maar wij wilden zeggenschap over het kind hebben. Als we naar de advocaat wilden gaan om de adoptie te regelen, hield Joana echter de boot af. Ze bezocht de kleine als het haar uitkwam en wilde haar soms ineens een weekje meenemen. Daarom gingen wij ons steeds afhoudender opstellen. We willen graag voor een kind zorgen, maar dan wel onder voorwaarden. We willen minimaal de voogdij. We laten ons niet gebruiken." George ontkent dat het kind naar Almere werd gebracht om contact met Joana te ver mijden. „Dat gebeurde noodgedwongen om dat Sandra's moeder ziek werd." Vast staat wel dat het al na een paar maanden helemaal rnis was tussen Joana Braga en het echtpaar Mooijman. George zegt dat Joana na een paar maanden de kans heeft gehad om met het kind te vertrekken. „We werden er gek van en zeiden: okee, ga dan maar en neem haar mee. Er gebeurde niets." Kinderhandel Joana ontkent dat. „Sandra had steeds een ander smoesje om mij bij Amber weg te hou den. Als ik wilde komen, moest zij zoge naamd net weg. Op een dag hadden ze in eens hun telefoonnummer veranderd. Ik kon ze niet bereiken. Dat was voor mij de drup pel. Ik zei tegen George: 'Sandra is helemaal veranderd. Ik wil weg, ij< discussieer niet meer'. George zei dat ik dan zonder baby moest gaan. Want Amber zouden ze niet meer afstaan. Ik wist niet meer wat ik moest doen. Mijn beste vrienden bij de politie aan geven, ging me te ver. En ik was als de dood dat Vera erachter zou komen dat haar baby niet meer bij mij was. Ik heb mijn familie een jaar niet geschreven, uit angst dat ze me van kinderhandel zouden verdenken." Uiteindelijk ging Joana toch naar een ad vocaat. Om niet betrapt te worden op valse aangifte van een baby, vertelde ze de advo caat dat het echtpaar haar baby vasthield. De Mooijmannen vroegen ongeveer tegelijker tijd voogdij aan. Dat Joana niet de echte moeder was, kwam snel aan het licht. Wie had nu recht op het kind? Daarop werd Vera naar Nederland gehaald om aan te tonen dat zij de moeder was. Dat werd door DNA-on- derzoek bevestigd. Vera kwam in een vreemde omgeving te recht, bij vrienden van Joana. Ze wist aan vankelijk niet wat ze van haar tante moest denken. „Ik was erg op haar gebeten. Nu be grijp ik haar goede bedoelingen." Met de kleine Amber boterde het, toen er een be zoekregeling voor Vera was getroffen, in het begin ook niet echt. „Ik voelde geen band. Amber huilde alleen maar de eerste keer. De tweede keer ook. Daarna niet meer. Nu is het ijs helemaal gebroken tussen ons. Ze noemt me 'mama' en rent naar me toe als ze me ziet." Onderwereld Het echtpaar Mooijman haalt deze week in een weekblad genadeloos uit naar Vera en haar tante. Amber zou de bezoekjes aan Vera vreselijk vinden. Tante Joana zou een onder wereldfiguur zijn. Vera zou haar kind, tijdens carnaval verwekt, in Brazilië in de steek laten. „Allemaal leugens", zegt Vera. „Ik ben zelfs nooit naar carnaval geweest. Ik ben protes tants." De Mooijmannen staan vierkant ach ter hun uitspraken. George: „Vera is van plan haar kind zelf op te voeden, maar wat koop je voor een voornemen? De omstandigheden in Brazilië zijn slecht. Ze zijn daar bezig met de strijd om het naakte bestaan. Ontwikkelings mogelijkheden zijn er niet. Maar dat doet er blijkbaar niet toe. Als het om de biologische band gaat, word je in een hoek geschopt. Amber is over een paar jaar dood, daar zijn we van overtuigd." Aanvankelijk bezocht Vera haar dochtertje bij de Mooijmannen thuis, later bij Sandra's moeder. Dat ging niet goed. Vera: „Ze haal den me over om Amber achter te laten en zetten me op tegen mijn tante. Een man die zei dat hij consul in Brazilië was, dreigde dat ik naar de gevangenis moest als ik met Am ber terug naar huis zou gaan. Hij wilde me bang maken, maar ik heb het niet zo ver la ten komen. Nooit zou ik mijn kind achterla ten. Iedere rechtgeaarde moeder vecht voor haar kind en wil het terug hebben." Mooijman zegt dat hij Vera tijdens die be zoekjes duidelijk wilde maken hoe hij over de hele toestand dacht. „Wij hadden immers nooit met haar gepraat, alleen met Joana. Die consul is inderdaad bij ons geweest en heeft Vera verteld dat ze wel eens problemen kon krijgen omdat Joana valsheid in geschrifte heeft gepleegd toen ze het kind aangaf. Maar bedreigend zou ik dat niet noemen." Geen contact De bezoekjes bij de familie thuis zijn van de baan. Vera en Amber ontmoeten elkaar nu bij de Stichting Jeugd en Gezin. De Mooij mannen en de Braga's hebben geen contact meer met elkaar. De vriendschap is definitief kapot gegaan toen de Mooijmannen voogdij over Amber aanvroegen. „Er is een spelletje met ons gespeeld", zegt George. „Na een half jaar onduidelijkheid hebben we besloten: nu gaan we ervoor. Dat is verkeerd gevallen bij Joana. Maar zij heeft zich niet aan de af spraak gehouden. Ze had niet tegen ons moeten liegen." Joana houdt vol dat ze nooit heeft bedoeld het kind voor adoptie af te staan. Het lijkt er op dat alle ellende is ontstaan doordat Joana en de Mooijmannen elkaar in het begin ver keerd hebben begrepen. „Ik denk wel dat er sprake is geweest van een misverstand in het begin", zegt Mooijman. „Sandra is erg ver drietig dat de vriendschap met Joana voorbij is. In principe staan we open voor een oplos sing, maar ik denk niet dat die er nog komt. De standpunten hebben zich te veel ver hard." De Mooijmannen geloven nergens meer in. Niet in de oprechte bedoelingen van Vera ('waarschijnlijk gaat ze niet eens terug en blijft ze hier met het kind') en niet in de rechtsstaat. „Nederlanders worden in Neder land het slechtst behandeld", zegt Sandra verbitterd. De ruzie tussen Joana en het echtpaar Mooijman lijkt Vera en Amber regelrecht in eikaars armen te hebben gedreven. Was het niet misgegaan tussen de rivaliserende surro gaat-moeders, dan had Vera misschien niet zo'n sterke drang gehad om haar kind mee te nemen. Ze is veranderd na een jaar lang in Nederland piekeren over haar kind, praten schap liep door deze geschiede nis op de klippen, een echtpaar blijft vertwijfeld achter, een jonge moeder werd gehard en een klein kind moet helemaal opnieuw beginnen. „Iedereen heeft spijt dat het zo is gelo pen", zegt Ambers tante Joana Braga. „Vera, ik, iedereen." met de Kinderbescherming en met de advo caat. „Had Amber bij mijn tante gewoond, dan had ik haar misschien niet opgeëist", er kent Vera. „Maar ik ben er ook naartoe ge groeid. Toen ik zwanger werd, was ik afhan kelijk en overgeleverd aan mijn familie. Nu voel ik me volwassen en beter in staat een kind op te voeden. Ik ben erop voorbereid om alles aan te pakken. Met mijn ouders heb ik het bijgelegd. De hele familie wacht op Amber." Het welvaarts-argument dat de familie Mooijman aanvoert om Amber hier te hou den, maakt dan ook geen indruk op Vera. „Natuurlijk heeft ze het hier in materieel op zicht beter. Maar dat is niet het belangrijk ste." Dat een kind van twee maar beter kan blijven zitten waar het zit, zoals de Kinderbe scherming stelt, bestrijdt ze. „Amber herkent zich in haar moeder, we hebben een intieme band. En ze gaat terug naar haar culturele achtergrond. Dat zal wel goed gaan." Wennen Vera krijgt Amber op zijn laatst op 1 septem ber in handen. Ze wil het kind eerst een paar maanden rustig laten wennen en dan mee nemen naar Brazilië, naar het huis van oma. De familie Mooijman is in beroep gegaan te gen de uitspraak van de rechter. Vera's advocate, L. Bredius, verwacht daar niet veel van. „Alle termijnen in acht geno men zal pas half oktober een uitspraak wor den gedaan. Amber gaat over een paar weken naar Vera. En dan zou ze later weer terug moeten naar Hoofddorp? Ik denk niet dat we in Nederland zó met kinderen willen sollen. Dat is de les die we uit deze zaak kunnen trekken. Veel mensen denken dat een kind adopteren makkelijk gaat als het eenmaal in Nederland is. Tijd rekken doet de rest. Dat het zo niet gaat. blijkt uit deze trieste ge schiedenis."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 27