Sarajevo blaast de laatste ademtocht uit Op zoek naar sporen van Willem Barentsz Feiten &Meningen ZATERDAG 31 JUL11993 In het pikdonkere, twaalf verdiepingen hoge trappenhuis schuifelen de mensen de hele dag langs elkaar heen. Ze botsen tegen elkaar aan, ze hijgen van inspanning. De meesten zeulen tien, twintig, soms dertig liter drinkwater omhoog. Ze tellen de treden, ze tellen de etages, want ze zien geen hand voor ogen. Het is lang geleden dat er elektriciteit was. SARAJEVO MAURICE Soms is er iemand met een zak lamp, en op de zesde verdie ping flakkert een kaars, die de waterdragers spookachtig ver licht. Van beneden klinken flar den vati kinder stemmen, af en toe onderbro ken door de harde, scherpe knal uit het ge- naliteit en extre misme. De weer stand van de inwo ners is gebroken en het Westen kijkt toe. Bericht uit een stad in doodsnood. Servische scherpschutter, die honderd meter verderop zit. De schutter knalt kleine kin deren neer, als of het konijnen in het veld zijn. Op de tast het loodzware wa ter omhoog sjouwen, gaat de mensen steeds moeilij ker af. Ze zijn geestelijk en li chamelijk uitge put. Een oude vrouw, die drie uur onderweg is geweest om haar jerrycan te vullen, doet er een half uur over om haar wo ning op de achtste verdieping te bereiken. De kracht om nog hout te halen, heeft ze niet Dit is Marijindvor, 'Kasteel van Maria', een appartementenblok in Sarajevo. Vanuit de ramen aan de achterkant kijkje neer op Servische stellingen. Aan de achterkant wordt niet gewoond. Het blok is inmiddels door twintig granaten geraakt. De belegering van Sarajevo is vijftien maanden aan de gang. Dagelijks sterven mensen door Servische gra naten, worden kin deren vermoord door sluipschut ters. Angst en hon ger drijven steeds In Marijindvor, zoals in de rest van de stad, is de collectieve doodsstrijd van haar bewoners hu in volle gang. Niemand durft te denken aan de komende win ter, iedereen weet dat hij komt. Op de tweede verdieping woont het gezin Graho. De receptionist Emir en de serveerster Sena verwekten een kind zo ongeveer op het moment dat de aller eerste granaat op Sa rajevo werd afgescho ten. Hun baby is nu zes maanden oud. Zijn vader is de afge lopen drie maanden 27 kilo afgevallen door het sjouwen van water. Op de vierde verdie ping woont het gezin Gatacko. Vader Nazif, ooit ambtenaar belast met toerisme, vertelt dat de agressie van de tegenstander totaal bezit heeft genomen van zijn gedachten- wereld. „Ik kan ner gens anders meer aan denken. Ik ben zo bang." Sarajevo is aan haar laatste ademtocht bezig. De 350.000 inwoners van de omsingelde en belegerde stad zitten al vijftien maanden als ratten in de val en hun weerstand lijkt gebroken. De Servische bombardementen hebben de Bosnische moraal gesloopt, straat voor straat, huis vóór huis, ziel voor ziel. Het fatalisme van de bewoners neemt met de dag toe. Het aan tal zelfmoorden wordt niet bij gehouden, maar steeds vaker Een Bosnische vrouw wordt getroost door familie, nadat ze heeft gehoord dat haar echtgenoot is omgekomen bij een aanval op het centrum van Sarajevo. worden de verminkte lichamen gevonden van mensen die van een flat zijn gesprongen. Ande ren werpen zich voor auto's. Er zijn mensen, vooral ouderen, die doelbewust een straat inlo pen die onder vuur ligt van een scherpschutter. De Nederlander Eddy Nieuw- boer verblijft sinds 15 januari in Sarajevo. Hij is een goeddoener van nature, een man die in zijn eentje hulp ging verlenen aan Bosniërs, en zo werd gegrepen door de ellende dat hij bleef. Volgens Nieuwboer geven steeds meer mensen de moed op. „De mensen zeggen: ik wou dat een granaat op mij en mijn gezin viel, dan was het afgelo pen." De Nederlander, die SaTrajevo wel uit kan, maar de inwoners niet meer in de steek wil laten, maakt mee dat kennissen niet langer willen rennen als de scherpschutter weer begint te knallen. Het lot van anderen laat steeds meer ii verschillig. Sasa Softij, een 30- jarige student Engels, zit in de zon voor het grote Kosevo-zie- kenhuis. Hij kijkt op zijn horlo ge en wacht op het moment dat de zoveelste wapenstilstand moet ingaan, vanwege nieuwe onderhandelingen in Genève. Als het tien uur is, wordt het staakt-het-vuren begroet door enkele enorme explosies, ergens in de stad. Sasa glimlacht bitter en zwijgt. Zelf voert hij een steeds harder gevecht met zichzelf. „Als ik me niet meer verzet, dan heb ik verloren. Dan ben ik mijn iden titeit kwijt. Ik moet aan de toe komst denken, maar er is geen toekomst meer. Ik ben alles aan het verliezen. Mijn vrienden, mijn illusies, mijn verleden. We worden constant mentaal ver kracht." Sarajevo, ooit symbool van et nisch samenleven en verdraag zaamheid, begint de waardig heid te verliezen die de stad sinds het beleg met de moed der wanhoop hoog hield. Etni sche tegenstellingen, voor de oorlog ondenkbaar, worden zichtbaar. Een moslimvrouw vertelt dat ze vergeefs bij de ka tholieke hulporganisatie Caritas heeft aangeklopt om hulp. Ze gaat het nu bij een islamitische instelling proberen. Buren wei geren steeds vaker elkaar te hel pen, vanwege hun verschillende etnische achtergrond. De aanwezigheid van wapens in de stad voedt de criminaliteit. Vorige week schoot een man, die in de rij stond voor water, een vrouw dood na een woor denwisseling over voordringen. Milities van het leger en de poli tie bevechten elkaar om de con trole van stadsdelen. Gewapen de bendes rijden met auto's door de straten, op zoek naar buitenlanders die onder wapen dreiging worden beroofd van hun kogelvrije vesten. Intussen groeit de verbittering over de houding van het Wes ten. De straaljagers, waaronder de Nederlandse F-16's, die af en toe boven de stad vliegen om Servische toestellen te weren uit het Bosnische luchtruim, wor den met minachting begroet. „Ze kijken vanuit de lucht toe, hoe wij hier worden afgeslacht door de Servische fascisten", zegt Lejla Bezdrob, studente medicijnen. Bezdrob en talloze andere in woners van Sarajevo hebben de hoop op een Westerse interven tie opgegeven. Ze zien en horen hoe soldaten van Unprofor, de VN-legermacht in Bosnië, rijk worden aan zwarte handel. Met name het Oekraïnse bataljon in de stad is berucht. Maar zelfs een enkele Nederlandse militair kan de verleiding niet weer staan. De machteloosheid die de blauwhëlmen in Sarajevo ken merkt, vanwege het zo beperkte VN-mandaat, wordt door de be woners van de stad uitgelegd als lafheid. En de psychologische afstand van veel militaireri tót de lokale bevolking is groot. Met de wanhoop en de afnemende onderlinge solidariteit in de stad is de finale ingezet van de totale vernietiging van een cul tuur. Sasa Sofilj: „Sarajevo is de spiegel voor de totale uitkomst van deze oorlog. De Serviërs kunnen alles met ons doen wat ze willen. Ze kunnen ons naar keuze uitmoorden of uithonge ren. De VN zijn de scheppers en bewaarders van het concentra tiekamp dat Sarajevo nu is." Nederlands-Russische archeologische expeditie naar Nova Zembla AMSTERDAM Half augustus vertrekken ze ven Nederlanders en vijf Rus sen voor een archeologische expeditie van twee weken naar Nova Zembla, op zoek naar sporen van 'de Nederlandse Columbus': ontdekkingsreizi ger Willem Barentsz. Op dat eiland doorstond bijna 400 jaar geleden de legendarische zeevaarder met zijn schip breukelingen een lange poolwinter. Over dat avontuur is nog lang niet alles bekend. De Neder lands-Russische expeditie moet 'met stoffer, schepje en zeef in de poolbodem aan het spoorzoeken. Want 't Behou den Huys, dat de toenmalige gestrande zeevaarders uit wrakhout bouwden, is groten deels verdwenen, maar de grond moet nog een schat aan materiaal bevatten. En wie weet, wordt daarin zelfs het stoffelijk overschot van Ba rentsz nog gevonden. De communicatie met de be woonde wereld zal niet een voudig zijn, want de noordelij ke punt van Nova Zembla is nauwelijks via een telefoonsa telliet te bereiken, omdat die slechts 6 graden boven de ho rizon staat. Sneeuwbuiten, ijs beren er hoeft maar weinig in de weg te staan of de com municatie valt weg. Bovendien zijn de wetenschappers niet geheel gerust op het gevaar van radio-activiteit op Nova Zembla. Sinds begin mei is bekend hoezeer de Russen de zeeën in die streken hebben gebruikt als nucleaire afvalstort en het eiland zelf voor ondergrondse kernproeven. Nederlandse kernfysici hebben de expedi tieleden echter verzekerd dat er geen tastbare gevaren zijn, maar voor de zekerheid ziet de expeditie af van het duiken in de poolzee naar de resten van Willem Barentsz' schip, 't Behouden Huys, waar Wil lem Barentsz en zijn mannen de poolwinter 1596-1597 door stonden, is het doel van de Nederlands- Russische expedi tie naar de noordpunt van No va Zembla. Om precies te zijn: op 76'12" noorderbreedte en 68' oosterlengte: pas sinds kort Pieter Floore en Svetlana Goesarova laten e va Zembla werd gevonden. enigszins vrijgegeven Russisch grondgebied, omgeven door ra dio-actieve wateren en verge ven van niet altijd lieve ijsberen; reden dat er 50 nep-handgrana- ten meegaan om de roofdieren weg te jagen, als ze iets te op dringerig zijn. Op een recente foto lijkt er zo op het oog weinig meer over te zijn van 't Behou den Huys. Een met balken van de oude fundering af gezet vierkant van bijna 8 bij 5,5 meter op de mos achtige rotsbodem, dat lijkt alles. De rest is ver dwenen meegenomen en opgestookt door clan destiene 'toeristen', of ver gaan. Maar oudheidkundigen doen het vaak met min der, leggen enkele expedi tieleden uit. Archeoloog Pieter Floore:,,We hebben daar de ruimte, er is niet omheen of overheen ge bouwd, de bodem is ta melijk onverstoord." Ze verwachten dat uitgraven en zeven van zo'n laagje van vijf centimeter rondom 't Behouden Huys een schat aan gegevens oplevert. Etensresten, achtergebleven uitrusting, muntjes, stukjes huisvlijt. Vroe ger is er bijvoorbeeld een loden ijsbeertje gevonden: „Ze heb ben daar in die winter zitten fröbelen", veronderstelt histori cus Hans Bonke. De tde r 2 hut al vorige eeuw naar Neder land (Rijksmuseum) en Rusland overgebracht, ook het bekende reisverslag van Gerrit de Veer is gered. Toch zijn er nog veel onbeantwoorde vragen. Vandaag de dag weten we nog steeds niet precies hoe de ontdek kingsreizigers zich toen tertijd voorbereidden op hun riskante avonturen. Barentsz en de zijnen probeerden een route 'om de noord' te vinden naar het rijke, Verre Oosten, omdat de zeevaart om Zuid-Afrika heen door de Spanjaarden was geblok keerd. De expeditie van 1596 was al de derde po ging, dus Barentsz wist waar hij aan begon. Maar hoe hij zich op de proble men had voorbereid, bij voorbeeld met welke voorraden, is nauwelijks bekend. Het minutieuze onderzoek naar de resten van zijn verblijf zal, zo hoopt de Nederlands-Russische expedi tie, inzicht geven in de manier waarop de Hollanders hun 'ontdekkingskunst' hadden opgebouwd en hun overleving hebben georganiseerd. Paleo- botanicus Dirk van Smeerdijk: „Restjes van granen liggen er vast wel, als verbrande etens rest. Botjes van meegebracht en daar gevangen vlees ook. Ja, het wordt goed zoeken." Floore grinnikt: „De mensen hebben vaak het beeld van ar cheologen: lui met een stoffer en een schepje en een zeef. Ik vrees dat dat deze keer wel klopt." Barentsz zelf overleefde de barre tocht niet. Hij stierf en kele dagen nadat zijn beman ning in twee verbouwde sloe pen, voorjaar 1597, Nova Zem bla verliet op zoek naar rich ting Amsterdam. Volgens de overlevering ligt hij begraven op een punt 90 kilometer van 't Behouden Huys vandaan. De expeditie hoopt tijd en ge luk te hebben om die plek te onderzoeken, maar het is geen hoofddoel. En als de Neder landers en de Russen Barentsz vinden, waarschijnlijk in de eeuwig-bevroren bodem, moeten ze hem laten liggen om uiteenvallen te vermijden. Aanvankelijk zou de expeditie een volle maand duren. Die tijd was nodig om onderwater- onderzoek te doen naar het wrak van Barentsz' schip, dat vastliep in het poolijs. Vanwe ge het stralingsgevaar in zee is dat deel geschrapt. Achteraf lijkt dat niet zo'n ramp, want het zicht onderwater is erg slecht. Bovendien is de kans erg groot dat het wrak vroeger al in een ijsberg of op ijsschot- sen is verdwenen. De expeditie wordt georgani seerd door het Rijksmuseum in Amsterdam, het Instituut voor Pré- en Protohistorische Archeologie van de Universi teit van Amsterdam, het Arc tisch Centrum van de Univer siteit van Groningen, het Ar cheologisch Instituut van de Academie van Wetenschappen in Moskou en het Arctisch en Antarctisch Research Instituut in St. Petersburg. STANDPLAATS BERLIJN Weg met de rust Er is iets goed mis in onze straat. Bijna 30 jaar le den de pakweg 200 bewoners van de Berlijnse Schutte-Lanz-Strasse een rustig leventje. Aan het einde van de straat stond de Muur, aan de vrije kant een patrouilleweg voor de Westberlijnse po litie en de Amerikaanse beschermers, aan de an dere kant de Todesstreifen voor de Vopos Volks- polizei). Oostduitse vluchtelingen kwamen er op deze plek niet overheen en van Westberlijnse cri minaliteit hadden de mensen geen last. Een mis dadiger kon immers geen kant op in deze om muurde stad. Ook in de eerste anderhalfjaar nadat op 9 no vember 1989 de Muur was gevallen, bleef de idyl le bestaan. Maar toen veranderde er iets: de cri minaliteit in de nu vrij toegankelijke stad maakte ook voor de Schutte-Lanz-Strasse geen halt. Eerst hoorde je sporadisch iets over inbraakpogingen en gestolen fietsen. De mensen spraken er schan de van. Ze moesten nu zelfs hun schuur 's nachts op slot doen. Het toch al grote aantal honden werd verder opgevoerd, bijna hek-aan-hek staat een bordje 'wacht u voor de hond' en de hekken ging op slot. Het mocht niet baten. De volgende fase was dat er tralies voor de ramen verschenen, en video-camera's of op infrarood werkende schijnwerpers werden geïnstalleerd. En 's nachts hoorden de mensen natuurlijk verdach te geluiden, vooral wegrijdende 'Trabbis'. De 'Os- sies' waren onderweg, was de conclusie. Nadat de politie wat vaker door ons straatje ging rijden en de mensen veel alerter werden, keerde - de rust terug. Helaas tijdelijk. Sinds kort is het he lemaal mis. Bij onze buren werd binnen 14 dagen twee keer op klaarlichte dag de autotelefoon ge stolen, de overbuurman raakte zijn splinternieu we BMW kwijt en een tennisvriend constateerde 's ochtends dat zijn luxe VW-bus was verdwenen. Helemaal geschokt reageerde de straat op een tasjesdief, ongeveer twee weken geleden. Twee hoogbejaarde dametjes snelden voor zover hun kortademigheid het toeliet door de straat onder het slaken van de kreet 'houd de dief. Ze hadden uiteraard geen schijn van kans tegen de jongeman op de crossfiets, die er met hun tasjes vandoor was gegaan. Maar voordat hij over de vroegere grens kon verdwijnen, zetten twee kor date straatbewoonsters op de fiets respectievelijk in de cabriolet de achtervolging in. De jongen zag dat hij kansloos was tegen dit spontane burgeri nitiatief en gooide zijn buit in de bosjes. Het was het gesprek van de dag in ons anders zo kalme straatje. Afgelopen weekeinde hadden we zelfs op de To desstreifen onze eerste dode. Weliswaar geen mis dadiger, maar een jogger die een hartklap had ge had. Maar toch, het had ook anders kunnen zijn, 2 bejaarde overbuurman. En hij daaraan toe dat wat hem betreft die Muur zo weer terug mbcht komen. Alleen een paar me ter hoger. Maar dat hadden we al vaker gehoord. De enigen die wel varen bij de criminaliteit in on ze straat, zijn de leveranciers van veiligheidselek- tronica en fraaie gietijzeren tralies voor de ramen. En natuurlijk de mevrouw die in haar vrije tijd vlees verkoopt voor de honden. Haar omzet is bij na verdubbeld. BERLIJN HANS HOOGENDIJK TOM JANSSEN iHKSAf gij ft iWf'S VAN ft GWgJTIGft UHG5 HgTMlMTfRlÊ VAN £N ftT WR1WTT VOOR mwrnw van no iïermmt VOOR hwmtt mrRMLiH ch mm mot um so m pemwjrr vm m vwswm van ft Am IMW Vm fcftN V£W? YRAGiU,.,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 2