Babbeltruc als specialisme' 'Specialist wil geen nee verkopen' ESPREK VAN DE ZOMERDj Katwijk, Leiden en Alphen klaar om bijstand te verhalen VKIJPAG JU JULI 15 De SOCia|e diensten van Alphen, Leiden en Kat wijk zijn klaar om met ingang van 1 augustus de bijstand op ex-partners van gescheiden mensen te verhalen. Ze hoeven geen gebruik te maken van het uitstel, tot 1 januari, dat het rijk de ge meenten heeft geboden. Veel gemeenten zijn na melijk nog bezig met het doorlichten van de dos siers van de bijstandgerechtigden. Directeur S. Noorman van de Leidse dienst schat dat in Leiden de afgelopen weken ongeveer 1500 dossiers zijn doorgelicht. Op het ogenblik wordt daar de laatste hand aan gelegd. Ze weet nog niet hoeveel mensen daadwerkelijk worden aangeschreven. Maar volgens Noonnan is de stap om de vroegere partners van gescheiden mensen te laten meebetalen aan de bijstand voor Leiden niet nieuw. „Toen het nog niet ver plicht was, verhaalden we ook. Nu is een aantal zaken aangescherpt, niet iedereen is daar blij mee. Maar op een gegeven moment moet je zo'n maatregel toch uitvoeren." De nieuwe regeling houdt in dat de ex-part ners tot twaalf jaar na een scheiding kunnen worden aangesproken om bij te dragen in de bij standsuitkering, ook als ze geen alimentatie zijn overeengekomen. In bepaalde gevallen moeten de sociale diensten ook proberen het geld in het buitenland te achterhalen. De regeling is omstre den, ook al omdat degenen die worden aangesla gen maaV beperkte beroepsmogelijkheden heb ben. De Alphense wethouder G. Brussen zegt niet erg blij te zijn met het uitstel dat het rijk nu b'iedt. „We hebben alles op alles gezet om het werk voor 1 augustus uit te voeren. Dat is ge beurd in overleg met het ministerie. Ander werk is er voor blijven liggen. Dan is het toch verba zingwekkend om in de krant te lezen dat het als nog januari '94 wordt." Alphen heeft 650 dossiers onderzocht, dat heeft geresulteerd in 250 aan schrijvingen. Brussen kan zich overigens wel vin den in de maatregel. „Mensen die een bepaalde verantwoordelijkheid hebben en de middelen, die zullen moeten meebetalen. Het gaat in feite om een schuld aan sociale zaken." In Katwijk meldt een Woordvoerster dat de af gelopen tijd ongeveer 700 dossiers zijn onder zocht. Tot hoeveel aanschrijvingen dat leidt is nog niet duidelijk. AGENDA Fawlty Towers in Zandvoort Mr. Fawlty houdt niet van Duitsers. Meneer Frese wel. Sterker nog: hij is een Duit ser en samen met zijn eveneens Duitse vrouw drijft hij al vier jaar in Zand voort het hotel Fawlty To wers. Het lijkt een beetje masochistisch om als Duits hotelechtpaar je hotel te vernoemen naar het hotel uit de vermaarde serie van John Cieese. Maar het blijkt anders te zijn. „Het hotel was vroeger eigendom van een Hollan der. Die kreeg toen veel bussen met Engelsen en besloot zijn hotel Fawlty Towers te noemen. Nu is het eigemdon van een Duitser en die heeft de naam gewoon gehand haafd. En gelukkig, want we trekken veel belangstelling. De naam past gewoon bij het hotel." Volgens de Freses wordt er geregeld opgebeld door Hollanders, die vragen of het er in hun hotel net zo aan toegaat als in Fawlty Towers. Het antwoord is natuurlijk ontkennend. In het Zandvoortse Fawlty To wers heerst de degelijke DuitseAlles is tot in de puntjkes verzorgd. „Bei uns klappt fast alles." Marlis Frese wijst erop dat in hun hotel geen maaltij den worden gemaakt. „Nur Frühstuck". Veel verwikke lingen in het hotel van Cie ese ontstaan rond het ko ken en de maaltijden, zoals de Waldrofsalade. Dat kan in het Zandvoortse niets mee misgaan. Alleen als er wordt soms wel eens ge kookt. „Richtiges Deutsches Essen, wie Sauerkraut." Dat in het Fawlty Towers van de televisie de Duitsers despot wordt gedreven, vindt Marlis Frese niet erg. „Would you like to have a drink befor or after the war". „Ach, dat doet hij met iedereen. Ook zijn eigen Landsleute zet hij geregeld in de maling. Neem nou die oude Engelse majoor." Fawlty Towers in Zandvoort heeft 20 kamers en die wor den vrijwel altijd door Duit sers bezet, die het prettig vinden in een hotel te wo nen met een Duits spre kend hotelechtpaar. De meeste Duitsers kennen de televisieserie wel, die een jaar of twee gelden op RTL werd uitgezonden. Maar het uitspreken van de naam kost veel Duitsers moeite. Nee, dan is de belangstel ling van de Japanners zelfs groter. Twee vlechtjes, een veer, een hoog stemmetje dat knerpte als een grindpad. Dat is alles wat we ons nog kunnen herinneren. Klukkluk was ooit een van onze grootste helden, maar is nu slechts een vluchtige voorbijganger in de film van ons verle den. Of eigenlijk nog erger. Klukkluk is verworden tot een goedkoop plakplaatje - zoals we vroeger bij de kauwgum kregen - na een hevige regenbui. Ernstig misvormd of zelfs vrijwel geheel wegge spoeld. Dat denken we, nu we gehoord hebben dat de ac teur Herbert Joeks is overleden. Het gemis aan herinneringen doet ontzettend pijn, het voelt zelfs als verraad, joeks verdient veel beter, Kluk kluk verdient veel beter. Hij speelde voor ons. En voor hem bleven we thuis voor de buis zitten. Een klein beetje voor Pipo en de Dikke Deur, maar vooral voor hem. Wie restaureert het plaatje? Wie schrijft er een requiem voor onze held? Wij von den Cees van Oyen bereid de figuren van Kluk kluk en de man die de indiaan gestalte gaf, de ac teur Herbert Joeks, onze herinneringen nieuw le ven in te blazen. De oud-Leidenaar, die thans in Lisse woont, volgde in het begin van de jaren ze ventig Cor Witschge op in de rol van Pipo de clown. „Maar zo ken ik Herbert niet alleen. Ik heb nog veel vaker met hem samengewerkt. Hoorspe len, radioseries, tv-series. Ik herinner me dat ik in 1964 al met hem in een oudejaarsprogramma zat. Ja en je komt elkaar bovendien steeds tegen bij radio- en tv-opnamen. Ik heb hem voor anderhalf jaar geleden voor het laatst gesproken. Bij het af scheid van Piet Ekel. Malle Pietje." Kortom, Van Oyen, kende Joeks bijzonder goed. „Herbert was een on-Nederlands acteur. Een man met een ongelooflijk gevoel voor verfijning. Als je met hem was, dronk je geen borrel maar Franse cognac, om het zo maar eens te zeggen. Hij had iets wat veel Engelsen ook hebben. Dat gevoel voor subtiliteit." „Herbert speelde bijvoorbeeld vaak een kelner. Geen grote rol, maar hij deed alles tot in de per fectie. Met een heel klein gebaar wist hij een hele wereld op te roepen. Alles wat hij deed was heel doeltreffend. Van hem heb ik ook geleerd me te laten begluren door de camera. Spelen terwijl een onzichtbare derde toekijkt. Je bewust zijn van het feit dat er een camera is, maar tegelijktertijd dat gevoel niet laten overheersen." Desondanks hebben wij gehoord dat Joeks bij vlagen niet echt gelukkig was met zijn carièrre. Wij kennen hem als Klukkluk, heel Nederland kent hem als Klukkluk. Alsof dat het enige typetje was dat hij kon spelen. „Dat is de ballast die ie dereen meedraagt die zo'n rol heeft gespeeld", zegt Van Oyen. „Dat heeft Joop Doderer met Swiebertje. Dat heb ik ook met Pipo. Klukkluk was eigenlijk ook het clowntje van de serie, terwijl Pipo de aangever was." Vooral door het kromme taalgebruik van de in diaan. Wij herinneren ons ineens de uitspraak 'klap toe die mond'. „Ja, dat klopt. Dat taalge bruik van Klukkluk had hij zelf uitgevonden. De serie is weliswaar geschreven door Wim Mculdijk. maar Herbert heeft het taaltje van Klukkluk zelf uitgekristalliseerd. Dat was zijn verdienste. Hi) heeft me ooit verteld hoe hij aan dat taaltje kwam. Zo praatte hij altijd tegen zijn hond, een boxer. Zoals je een kind toespreekt." Revue „Maar toch. Hij kon veel meer. Hij deed revue. Op Wiener muziek was hij gek, hij zong zeer goed. Speelde ook in films als Willem Parel en Fanfare. Hij deed zo ongelooflijk veel. Hij was voor zoveel dingen inzetbaar. Vooral goed voor het kleine werk, zoals men dat noemt." „Ach, die mooie gebaartjes...Het laatste wat ik van hem gezien heb was die reclame van Wer- thers. Die babbelaars. Uiterst precies en gevoelig. Maar zijn mooiste rol ooit was die van Scrooge, in een tv-uitzending. Hij speelde dat gierige manne tje tot in de perfectie. Hij had dat raffinement, bleef altijd een gentleman. Ie zag hem ook nooit in een ruige trui en een spijkerbroek. Hij droeg al tijd een keurig pak. Echt British. Hij had stijl, ge voel voor perfectie en detail. Ja, wat dat betreft heb ik veel van hem kunnen opsteken." Van Oyen is even stil. Dan klinkt het zachtjes èn een tikkeltje verdietig: „Prachtig..." Wat een schitterend requiem! Geen regenbui z.il Klukkluk nu nog kunnen wegspoelen. HERMAN JOUSTRA Vooral ouderen het slachtoffer De actie van de specialisten heeft in de re gio Leiden nog niet één serieuze klacht op geleverd, maar het gemor neemt wel toe. Negatieve verhalen steken steeds vaker de kop op. Over de specialist als geldwolf in schaapskleren, die de vermoorde onschuld speelt maar intussen flink declareert. Die patiënten onnodig laat terugkomen voor controle om zodoende extra geld op te strij ken. Kortom, het gaat de specialist alleen om zijn eigen inkomen, zo luidt de kritiek. De critici wijzen naar de cijfers van staatssecretaris Simons. De laatste drie jaar steeg het aantal mensen dat naar de specia list stapte met 1 procent. Iedere patiënt ging bovendien 1,7 keer vaker per jaar. Maar de uitgaven van de specialisten stegen met liefst 6,9 procent. Dat kan dan toch geen zuivere koffie zijn? I.G. van Dorssen, radioloog van St.Anto- niushove in Leidschendam en woordvoer der van de actievoerende specialisten in de regio Leiden, vindt een dergelijke gedach- tengang veel te simpel: „Bijvoorbeeld, vijf procent meer patiënten betekent niet auto matisch dat alles vijf procent duurder wordt. Zo heeft men geen rekening gehou den met de vergrijzing. En ouderen kosten veel meer. Bovendien is de patiënt mondi- i ger geworden, wil meer. Dat er een scan wordt gemaakt bijvoorbeeld. Als een kind op zijn hoofd is gevallen wordt er meteen om een schedelfoto gevraagd. Het vertrou wen van de patiënt is soms een beetje zoek. Maar als die mogelijkheden er zijn, kun je ze de patiënt niet onthouden. Daar zit een prijskaartje aan." „Wat er nu door de staatssecretaris wordt gezegd, is dat de specialisten niet meer mo gen doen. Hij heeft niet tegen de patiënten gezegd: u mag niet vaker naar de dokter gaan. Hij heeft dus het probleem bij de spe cialisten gelegd en dat schaadt de relatie tussen patiënt en arts. De specialist wil geen nee verkopen, maar het zal nu soms wel moeten." Ook de media doen volgens hem een duit in het zakje. „Je hoort en je leest steeds: de specialisten hebben hun budget overschre den. Wij zeggen: er komen steeds meer pa tiënten die we behandelen volgens de hui dige normen en mogelijkheden. Wat men daarnaast ook denkt is dat de wijze van ho norering het aantal verrichtingen opjaagt. Dat klopt niet. Dat is onzin. Dat heeft met het echte probleem van de kostenbeheer sing in de gezondheidszorg niets te maken. Als je het honorarium van de specialist hal veert, vallen de kosten twee procent lager uit. Kortom, de inkomsten van de specialist vormen een marginaal probleem binnen de gezondheidszorg. De totale kosten zijn het grote probleem." M.T. de Goeij, uroloog bij het Diacones- senhuis in Leiden, onderschrijft dat: „Onze inzet is niet primair het inkomen. Wij zijn heus niet zielig. Maar waar het om gaat is dat de kosten van de gezondheidszorg nu alleen op ons worden afgeschoven. Wij zou den de gezondheidszorg te duur maken. Goed, de gezondheidszorg wordt te duur, er moeten keuzen gemaakt worden. Maar nu worden wij alleen gedwongen te kiezen: welke patiënt behandelen we wel en welke behandelen we niet? Het is ons immers ver boden om meer te doen, terwijl er wel steeds meer patiënten zijn, die je ook nog eens vaker willen raadplegen. Je kunt de verantwoordelijkheid voor die keuze niet al leen bij de specialisten leggen. Die ligt ook bij de huisarts, de verwijzende instantie. De patiënt zelf, de overheid..." Van Dorssen: „De politiek moet de moed hebben om te zeggen: voor dat bedrag moet het gebeuren in de gezondheidszorg. Vervolgens dient de overheid aan de spe cialisten te vragen waar wat te halen valt. De overheid - en niet wij - moet ook tegen de patiënt zeggen: dat kun je niet meer krij gen, en dat niet, en dat niet... Voor verschil lende zaken zal men zich aanvullend moe ten verzekeren. Volgens ons komt die basis verzekering er uiteindelijk ook. Maar om nu eerst de specialist te korten en later te vra gen om een constructieve bijdrage om het probleem op te lossen... Wie behoorlijk is gekort, wil niet meer constructief meeden ken. Al zal een specialist zijn werk altijd goed blijven doen. Die plicht heeft hij." Zomaar een zomeravond. Een keurige man belt aan bij een be jaarde dame. „Ik kom uw giro pas controleren. Service van de Postbank dat we bij u thuis ko men", meldt hij. „Komt u bin nen, wilt u een kopje koffie?" Even later zit de vrouw gezellig met de vertegenwoordiger van de Postbank te praten. De be taalcheques komen op tafel. De pincode genoemd. Een tweede kopje koffie gehaald. Weg is het bezoek. En weg zijn cheques en het pasje. De babbeltruc is ge slaagd. Honderden mensen zijn er jaarlijks de dupe van. Niet ie dereen doet aangifte omdat mensen zich ervoor schamen dat zij erin zijn getuind. Vooral bejaarden zijn het slachtoffer. In de grote steden maar ook op het platteland slaan de oplich ters hun slag. De babbeltruc flo reert in de zomer: als veel men sen op straat zijn en een vreem deling minder opvalt. Vertrouwen winnen, een smoesje en een goede babbel. Het zijn de ingrediënten van de babbeltruc. De oplichters doen zich voor als controleur van het energiebedrijf, agent en water- opnemer. Soms staan ze 'ziek' voor de deur en vragen om een glaasje water. Of ze willen een briefje schrijven voor de buren die er niet zijn. Volgens S. Schaepman, inspec teur van de Haagse politie, zijn het niet alleen eenlingen die af en toe een slag proberen te slaan. „Er zijn bendes die in heel Nederland actief zijn. Hele families specialiseren zich in de babbeltruc. Kinderen, moeders en oma's, iedereen doet mee." Deze oplichters hebben het niet alleen meer op bejaarde dames voorzien, maar verleggen hun werktterrein naar winkels. Een familie komt een drogist binnen en lokt ruzie uit met het perso neel. Is na veel soebatten het gezin de winkel uit, dan blijken de tassen van de werknemers weg. De buit bestaat meestal uit sie raden en spaargeld. Een paar jaar geleden werd een Haags I echtpaar beroofd van 120.000 gulden-Meestal gaat het om veel kleinere bedragen. „We ko men heel wat schrijnende ge vallen tegen", zegt Schaepman. „Bejaarden die opeens hun spaargeld kwijt zijn waarmee ze naar hun kinderen in Australië wilden." In Leidse regio is de babbeltruc meer uitzondering dan regel. „Het komt hier niet vaak voor, ook niet in de zomet", aldus de politiewoordvoerder voor Lei den en Voorschoten. „We krij Vertrouwen winnen, een smoesje en een goede babbel: het zijn dè ingrediënten van de babbeltruc. FOTO HENK BOUWMAN gen wel eens een melding over verdachte personen die zoge naamd even naar de gasmeter komen kijken. Vaak zijn oude ren daar het slachtoffer van. Meestal zijn de daders met zijn tweeën of drieën: één houdt de bewoner aan de praat, terwijl de ander 'op onderzoek' uitgaat. De schoorsteen vegen is ook een bekende truc. Zelfs als je geen schoorsteen hebt, willen ze toch even kijken." Niet binnenlaten is het advies. „Vooral oudere mensen advi seer ik: vraag altijd eerst een le- gitamatiebewijs. Ga niet af op een betrouwbaar gezicht. En als je het dan nog niet vertrouwt, bel dan het bedrijf op en vraag of die persoon daar inderdaad werkt." Meer mensen binnenla ten is helemaal uit den boze, vindt de Leidse politiewoord voerder. „Dat is natuurlijk flau wekul: met zijn tweeën de me terkast controleren. Niet aan beginnen dus." Bij de politie Hollands-Midden zijn vanaf augustus vorig jaar in totaal 26 meldingen binnenge komen van babbeltrucs. „Dat is niet veel, over een heel jaar ge zien. Meestal doen de daders zich als beambten of monteurs voor. Sóms komen ze zich voor stellen als nieuwe buren of als nabestaande van een overleden echtgenoot. Om vervolgens een graai in het juwelenkistje doen of onderin de linnenkast een paar bankjes van honderd weg- haleh." In Alphen aan den Rijn werden bewoners onlangs geplaagd door een junk die regelmatig langs de deuren kwam om een tientje te vragen. Hij beweerde dat hij autopech had. „Die junk zit inmiddels vast. En verder hebben we geen meldingen binnengekregen", aldus de poli tiewoordvoerder. Wassenaar- ders hangen regelmatig bij de politie aan de telefoon. „Maar dan is er meestal niets aan de hand: Wassenaarders zijn na melijk nogal argwanend. Er hoeft maar iemand iets te koop aan te bieden in de straat, of ze bellen ons al. Maar echte voor beelden van de babbeltruc heb ben we hier niet." CAROLINE VAN OVERBEEKE MARIEKE DE VRIES J.G. van Dorssen en M.T. de Goeij: 'De kosten van de gezondheidszorg worden nu alleen op ons afgeschoven.' Cees van Oyen alias Pipo (rechts) en detail'. Herbert Joeks alias Klukkluk (links): 'Hij had stijl, gevoel voor perfectie FOTO ARCHIEF

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 15