Albanië is geen rechtsstaat
'Bij AzG kun je nietje
midlife crisis oplossen'
Feiten Meningen
WOENSDAG 21 JUL11993
Oud-president Alia, opvolger van Enver Hoxha:
Het is een doodgewone flat
in het centrum van Tirana.
In een stille, stoffige straat,
de Rruga Marsel Kashen.
De tand des tijds heeft de
okergele buitenmuren aan
gevreten. Alle ramen op de
benedenverdieping zijn ge
tralied. Om dieven buiten
te houden. Het trappen
huis is donker en tochtig.
Een politie-agent verspert
de doorgang. De man be
waakt ex,-president Ramiz
Alia, die hier woont en
huisarrest heeft. Tien
maanden nu. De agent
maakt de weg vrij, als we
hem de 'special permit'wan
het Albanese ministerie
van justitie tonen.
Toen Albanië omging, beteken
de dat ook het einde van Flet
Blok, de jarenlang hermetisch
afgesloten woonwijk in hartje
Tirana met riante onderkomens
voor de bevoorrechte klasse van
het communistische staats- en
partijapparaat. Met medene
ming van enkele bezittingen
verliet Alia zijn villa en trok in
bij zijn dochter Zana en
schoonzoon Sokol. Daar woont
hij nu nog. Op 18 september
van het vorige jaar werd Alia
onder huisarrest geplaatst. Naar
hem later bleek, was nog Voor
zijn vrijwillig aftreden op 22
maart 1992 een strafrechtelijk
onderzoek tegen hem ingesteld.
In eerste aanleg werd hij ver
dacht van machtsmisbruik,
maar later werd hem 'het be
gunstigen in ambt van hoogge
plaatste personen in de top van
regering en partij' aangewreven.
Alia tilt niet zwaar aan de be
schuldiging.
Alia's oordeel over zijn opvolger
Sali Berisha.is verre van vleiend.
Neem de totaal verziekte ver
houdingen tussen Albanië en
Griekenland. Alia karakteriseert
het beleid van Berisha met be
trekking tot de uitwijzing van
een Griekse priester uit Albanië
en het gelijktijdig oppakken en
over de grens zetten van tien
duizenden illegale Albanezen
door de Griekse politie als 'in
fantiel'. Hij zou het anders heb
ben gedaan. Hij zou de naar
zijn overtuiging nationalistisch
doordrammende Grieken een
lesje willen leren door de Tur
ken Albanië binnen te loodsen.
Politiek, diplomatiek, econo
misch en militair. En aan dit
voornemen zou hij de grootst
mogelijke ruchtbaarheid geven,
opdat èn de Griekse regering èn
de Griekse publieke opinie eens
duidelijk met de neus op de fei
ten worden gedrukt.
De tragedie op de Balkan vindt
hij een schande voor Europa.
Volgens hem kan de oorlog in
Bosnië alleen door tussenkomst
van de grote mogendheden
worden beëindigd, maar die ge
dragen zich in de ogen van Alia
laf en hypocriet. Ook jegens de
Albanezen. Hij verwijst naar de
Verklaring van Washington en
Hij was chef-ideoloog onder het regime van Enver Hoxha. Na
diens dood in april 1985 volgde hij de dictator op. Vijfjaar la
ter gooide hij onder druk van Gorbatsjovs perestrojka het
roer in Albanië om en maakte hij de opening naar de demo
cratie. Zijn naam: Ramiz Alia. Met speciale toestemming van
de Albanese justitie bezocht onze verslaggever Frits Schils de
tien maanden geleden onder huisarrest geplaatste ex-presi-
denL
De Albanese ex-president Alia geflankeerd door dochter Zana en schoonzoon Sokol.
zegt dat de ondertekenaars door
middel van dit document de
onderdrukking van de Albane
zen door Servië bevestigen. Als
zoon van ouders uit Kosovo
moet Ramiz Alia de haat jegens
het 'Grootservische chauvinis
me' als het ware met de paple
pel zijn ingegoten. ,,Het Westen
wil de onafhankelijkheid van
Kosovo niet steunen en bevor
dert daardoor de ondergang van
de Albanese bevolking in deze
provincie. De schapde van het
huidige bewind in Tirana is, dat
het niet de moed heeft het ver
raad tegen Albanië openlijk aan
de kaak te stellen. En Europa en
de VS'sluiten de ogen voor de
werkelijkheid".
Alia vreest werkelijk grote pro
blemen in Kosovo. „Servië blijft
de boel ophitsen; in de laatste
drie maanden zijn zo'n 100.000
jongeren uit het gebied wegge
trokken. Etnische zuivering
door middel van intimidatie.
Prompte en volledige demilita
risering van Kosovo zou wellicht
een gewelddadige confrontatie
kunnen voorkomen. Komt die
confrontatie er toch, dan
vrees ik is de Derde Balkan
oorlog een feit."
We confronteren Alia met twee
van zijn uitspraken kort na het
overlijden van Hoxha. Hij zei
letterlijk: Enver Hoxha is niet
dood; hij is onsterfelijk, en zijn
werken zijn dat ook. En'iets la
ter: Albanië zal altijd voortgaan
op de weg van het socialisme.
Deze woorden vallen toch niette
rijmen met de praktijk
Alia reageert met een tegen
vraag: „Hebt u Gorbatsjov gele
zen? Nu, dan heb ik uw vraag
afdoende beantwoord. De ver
nietiging van het bronzen
Hoxha-monument was geen op
zichzelf staande daad. Het was
een uiting van opgekropte woe
de tegen het sociale systeem in
Albanië. Dit massale protest
paste in het geheel van de ge
beurtenissen in die tijd.
Mijn probleem in die dagen was
hoe de overgang moest worden
geregeld. Ik koos voor de gelei
delijke verandering, zonder gro
te schokken. Ik denk dat ik het
op die manier goed heb gedaan
en zodoende een burgeroorlog
heb kunnen voorkomen."
Alia uit zijn bezorgdheid over de
toestand van de economie in
het land. Volgens hem bevindt
Albanië zich momenteel op het
niveau van 1950. „De meeste
fabrieken zijn buiten bedrijf en
ons land, dat eens de op een na
grootste producent van chroom
was, realiseert anno 1993 nog
niet eentiende van de omvang
uit die tijd. De privatisering van
de staatsbedrijven, waarvan het
gros in deplorabele toestand
verkeert, wordt niet overgelaten
aan deskundigen, maar aan de
politiek en de binnenlandse vei
ligheidsdienst. Op veel plaatsen
is onherstelbare schade aange
richt aan installaties. Er zijn na
genoeg geen daders opge
spoord, maar algemeen wordt
aangenomen dat de vernielin
gen bewust zijn gepleegd in op
dracht van maffiose krachten
die een overname tegen een zo
laag mogelijke prijs willen for-
De voormalige Albanese leider
ontkent dat Albanië zich twee
generaties lang van de buiten
wereld heeft afgezonderd. „We
TOM JANSSEN
waren lid van de Comecon en
het Warschaupact, en de breuk
met de Sovjetunie werd gevolgd
door vriendschappelijke relaties
met China."
Alia geeft toe dat de Albanese
weigering openingen naar het
Westen te maken in combinatie
met de breuk tussen Tirana en
Peking het Balkanlandje grote
materiële schade heeft berok
kend. Pijnlijk hoofdstuk in de
politieke loopbaan van Alia
blijft de liquidatie van tientallen
figuren uit de partij, die het
waagden uit de rij te dansen. Ik
noem de namen van twaalf
mensen. Alia luistert aandach
tig. Dan zegt hij: „Ik kan er nog
wel meer opnoemen."
Op de vraag hoe hij als naaste
medewerker van Hoxha de li
quidatie van zoveel partijvrien
den heeft ondergaan, antwoordt
hij: „Ik moet toegeven dat ik
met bitterheid en niet zonder
emoties aan die roerige tijden
terugdenk."
Bij het afscheid herhaalt de ex-
president zijn wens naar Genè-
ve te gaan om een hartoperatie
te ondergaan. „Albanië is geen
rechtsstaat", zegt hij. Het is bij
zonder merkwaardig deze
woorden te moeten optekenen
uit de mond van een man, die
gedurende drie decennia loyaat
achter Hoxha stond en in die
tijd zelfs de leiding had van de
ideologische en propaganda
campagnes.
Veel Albanezen haten Alia en
zien hem liever vandaag dan
morgen voor de rechter. Ande
ren daarentegen, onder hen ook
mensen die veel hebben gele
den, prijzen zijn durf en schran
derheid en zijn hem zelfs dank
baar voor de doorbraak naar het
democratische proces in het ge
teisterde land.
Veel belangstelling voor humanitair werk in Derde Wereld
NI HAAG MAURICE
Humanitaire organisaties heb
ben weinig moeite om mensen
te krijgen voor zware missies
naar crisisgebieden. Terwijl er
toch nogal wat van hen wordt
gevraagd. Ze moeten keihard
werken in een vreemde, soms
gevaarlijke omgeving. Zijn er
zoveel idealisten in Nederland?
De betrokkenen zelf ontkennen
dat heftig. Zij zijn geen idealis
ten, zij zijn moderne hulpverle
ners; goed opgeleid en werkend
met keurig vastgelegde arbeids
voorwaarden.
Artsen zonder Grenzen heeft
een bestand van ongeveer dui
zend mensen, die bereid zijn
het Nederlandse comfort in te
ruilen voor de ellende van een
crisisregio. Nederland kent zo
nog een aantal organisaties. In
totaal kunnen ze beschikken
over enkele duizenden mensen.
Variërend van vrijwilligers voor
korte uitzendingen tot deelne
mers aan langdurige projecten
in het kader van de ontwikke
lingshulp.
Menskracht blijkt geen pro
bleem voor de humanitaire or
ganisaties. Het aanbod is over
vloedig. Els Collignon, perso-
neelsconsulente bij SNV, Ne
derlandse Ontwikkelingsorgani
satie: „Onze visvijver is overvol.
Het is verbazingwekkend hoe
veel mensen zich aanmelden
vooruitzending."
Toch lopen ze soms grote risi
co's. De auto van een SNV-
kracht werd onlangs in de Peru
viaanse hoofdstad Lima opge
blazen door leden van de guer
rillabeweging Sendero Lumino-
so. In Somalia en voormalig
Joegoslavië zijn de afgelopen
twee jaar hulpverleners ver
moord. In centraal-Afrika is
AIDS-besmetting voor met na
me medisch personeel een reëel
gevaar.
Werkervaring
Ton Puls, medisch directeur van
Memisa, omschrijft het type
mens dat de organisaties zoe
ken. „Mensen met een stabiele,
positieve keuze. Minstens HBO-
niveau en twee jaar werkerva
ring." AnneliesThiele, mede
werkster personeelsafdeling Art
sen zonder Grenzen: „Iemand
met opleiding, werkervaring,
motivatie, reëel idealisme, zelf
standigheid, relativeringsver
mogen, flexibiliteit." Els Collig
non (SNV): „Positief eigenwijze
mensen, bevlogen en betrok
ken." Alle organisaties mikken
op25-plussers.
Wie kan men zeker niet gebrui
ken? Thiele: „Aan dromers heb
ben we niks. Ook mensen die
vluchten vooreen probleem,
sturen we niet uit. Artsen zon
der Grenzeq is er niet voor om
iemand z'n midlife crisis te hel
pen oplossen. We hebben eens
een jongen in Somalia gehad,
die zich druk begon te maken
over het gebruik van wasmidde
len. Dat was volgens hem te
groot en slecht voor het milieu.
Die jongen kon hoofd- en bijza
ken niet uit elkaar halen."
Geen idealisten
Bij alle organisaties klinkt het
waarschuwend: de echte idea
listen redden het niet. Daarvoor
is de realiteit te hard en de rol
van de hulpverlener te klein.
Hans Verburg, een vijftiger, be
reidt zich voor op een uitzen
ding voor Artsen zonder Gren
zen. Hij was ooit verkoper van
chroomerts voor een Zuidafri-
kaanse firma. Weerzin tegen de
apartheidspolitiek, tegen de uit
buiting van arbeiders en een al
gemene onvrede over de ma
nier waarop het Westen de we
reld meent te moeten inrichten,
deden hem zijn baan opzeggen.
Verburg: „Als ik beelden zie uit
Somalia. Die onvoorstelbare ar
moede. Levens die niets waard
zijn. Mensen die volstrekt een
zaam sterven. Mijn motivatie
moet je daar ergens zoeken: ik
wil niet dat ze zö in de steek ge
laten worden."
De hulpverleners (in spe) zijn
zich ervan bewust dat ze als in
dividu weinig invloed hebben.
Sommigen van hen zoeken niet
meer dan een interessante
baan, waarbij ze een andere
cultuur leren kennen en tegelij
kertijd iets nuttigs doen.
Mirjam Hekket (29) en Peter
Driedijk (35), een getrouwd stel,
worstelen zich deze zomer door
een spoedcursus Bemba, de taal
die ze moeten spreken om in
Zambia te kunnen werken.
Hekket, verpleegkundige, en
Driedijk, analist, worden uitge
zonden door Memisa. Waar het
op neerkomt, vertellen ze, is dat
ze graag een.interessante tijd in
het buitenland willen doorma
ken. „We willen geen zwartjes
helpen, we willen de wereld niet
verbeteren. Het is een keuze
waar we zelf wijzer van worden,
want het is een verrijking om
andere culturen te leren ken-
Hekket en Driedijk hebben niet
het gevoel dat ze de Nederland
se samenleving de rug toekeren,
maar een uitdaging biedt het le
ven hen ook niet meer zo. Hek
ket: „Na een paar jaar werken
had ik alles. Een huis, een auto
en een magnetron. Toen dacht
ik: is dat nou alles?" Driedijk:
„Ik kwam als analist niet verder
meer. Maar in de Derde Wereld
is mijn kennis nog heel wat
waard."
Venster
Jacques de Milliano, oprichter
en directeur van de Nederland
se Artsen zonder Grenzen ziet
zijn organisatie als een „venster
naar de toekomst, waarin het
realiseren van een ideaal een
wezenlijk onderdeel is". Op de
vraag of de humanitaire actie
niet een te elitaire zaak wordt,
zegt hij: „Solidariteit, medele
ven met getroffenen mag geen
monopolie zijn van een kleine
groep geëngageerde mensen,
die toegang hebben tot veel in
formatie en die het zich finan
cieel kunnen permitteren." Als
uitsluitend een beroep wordt
gedaan op een deel van de
maatschappelijke 'bovenlaag',
dan verliezen humanitaire orga
nisaties op den duur hun maat
schappelijke draagvlak, denkt
De Milliano.
„Artsen zonder Grenzen kan nu
de betrokken, de geïnteresseer
de burger aan zich binden.
Tachtig procent van het geld
voorhulpverleningsorganisaties
komt van slechts twintig pro
cent van de bevolking. En uit
die twintig procent komen ook
nog eens de mensen voort die
wij uitzenden. Hoe zit het met
de rest van de bevolking? We
moeten een strategie ontwikke
len om ook hen aan te spreken.
Want ik kan me niet voorstellen
dat het al die mensen koud laat
wat er in de Derde Wereld ge
beurt"
STANDPLAATS TEL AVIV
Er wordt gebeld. Half elf in de avond, con
ciërge naar huis, en dus vrij baan voor ver
kopers van encyclopedieën, sinaasappelen,
met de voet geschilderde landschapjes en
andere niet verlangde waren. Open doen of
niet open doen, dat is de vraag.
De onbekende aanbeller krijgt het voordeel
van de twijfel. Hij blijkt een jongeman van
een jaar of achttien, onmiskenbaar een
Russische immigrant. Terwijl hij me inge
spannen aankijkt, gaat zijn mond open en
dicht, zonder aanvankelijk geluid te produ
ceren. Pas nadat hij de beweging een paar
maal heeft herhaald neemt zijn betoog een
aanvang.
„Goe-goe-goe-goe-goe-goe-goedenavond",
mitrailleert hij. Ik wens hem hetzelfde en
hoop dat hij snel ter zake komt. De jongen
heeft mijn gedachten geraden. Het spreek
tempo dat hij nu ontwikkelt, zou hem op de
Paralympics goud hebben bezorgd op het
nummer honderd meter stotteren. Wat
blijkt? Sinds de aankomst in Israël is de fa
milie achtervolgd door pech, ongeluk en
ziekte. Vader en broers werkloos, moeder in
het ziekenhuis. Been juist geamputeerd. De
jongeman maakt een snijdende beweging
even boven de knieschijf, op de plaats waar
moeder is doorgezaagd. Zijn vader heeft
een brief geschreven hij ontvouwt nu
Freier
een fotokopie waarin de droeve omstan
digheden van het gezin nog eens breed
worden uitgemeten. Of ik nu zo goed wil
zijn 'vij-vij-vij-vijftig shekel' bij te dragen. Ik
neem een afwachtende houding aan. „Vee
vee-veertig?", dingt hij af. We worden het
eens over vijf shekel: mijn geweten gerust
gesteld, hij opgehoepeld.
Volgende avond, zelfde tijd. In afwachting
van een kennis open ik nietsvermoedend
de deur. Opnieuw staat daar een vlot gekle
de jonge Rus. Deze verspilt geen tijd met
stotteren. Hij grijnst alleen maar, stoot een
paar ongearticuleerde klanken uit en wijst
schouderophalend op zijn mond. Nog voor
hij zijn fotokopie geheel heeft kunnen ont
vouwen, sluit ik de deur.
Nieuwsgierig naar hun reactie consulteer ik
een dag later de benedenburen. Buurvrouw
meldt trots dat venters en praatjesverkopers
bij haar geen kans krijgen. Binnen één se
conde gaat de deur in het slot, zegt ze. Niet
temin weet ze een haarscherpe omschrij
ving te geven van de verbaal gehandicapte
immigranten. Zonder twijfel waren het Ge-
orgiërs, die immers met geen ander doel
naar Israël zijn gekomen dan de autochto
nen op te lichten en te bestelen. „En ze vin
den altijd wel een freier die erin trapt", be
sluit ze haar tirade.
'Freier' is Israëlisch jargon voor iemand die
zich alles laat welgevallen. Iemand die ver
zuimt op de vuist te gaan als vanuit het
niets opduikende personen voordringen in
de rij voor het loket. Die zijn kaken op el
kaar houdt als hij bij de expresse-kassa in
de supermarkt (maximaal vijf artikelen) een
kwartier moet wachten tot de vrouw voor
hem haar volgeladen wagentje heeft ge
leegd. Een 'freier', kortom, is iemand die
over zich laat lopen. Iemand als ik dus.
„Bijt van je af', waarschuwen Israëlische
ouders hun kinderen. „Wat er ook in je le
ven gebeurt: zorg ervoor dat niemand je
ooit een freier noemt". Die angst om niet
voor vol te worden aangezien, heeft diepe
sporen getrokken in de Israëlische samenle
ving. Het is een mentaliteit die veel buiten
landers irriteert, maar die er ook voor heeft
gezorgd dat Israël nooit de 'freier' van het
Midden-Oosten is geworden. Wat hadden
David Ben-Gurion en Menachem Begin
i als ik moeten beginnen?
AD BLOEMENDAAL CORRESPONDENT