Zwarte markt is erg in trek bij de Oekraïners
Feiten &Meningen
'Alle oude bestuurders
moeten verdwijnen'
Het Beloofde Land is er voor de 'positieve christen'
ZATERDAG 17 JULI 1993
2
Jonge staat lijdt onder omschakeling naar markteconomie
De halafï§| houding van de
Oekraïnse overheid ten aan
zien vdn de economie en de
noodzakelijke hervormingen is
niet verwonderlijk, omdat alle
bestuursniveau's nog bestaan
uit (ex-)communisten: dezelf
de jnachtselite die in vroeger
tijden de planeconomie veror
donneerde. Bestuurders die er
niet zitten omdat ze zo goed in
staat zijn om vorm te geven
aan de nieuwe ontwikkelin
gen, en die ook geen belang
hebben bij veranderingen.
Iwan UIinets (39) is een uit
zondering. De oud-beroeps-
voetballer van Metallic Chark-
ov is nu één van de vier loco-
burgemeesters in Uzgorod. Als
directeur van een sportcen
trum had hij aansprekende re
sultaten bereikt. Derhalve
bood de lokale overheid hem
de portefeuille voor sport, cul
tuur en wetenschap aan. UIi
nets wilde de grenzen van zijn
mogelijkheden wel eens ont
dekken en nam het aanbod
aan.
Nu, amper vijf maanden later,
heeft hij het er erg moeilijk
mee. Hij is de enige bestuur
der zonder partij-achtergrond.
De burgemeester en de drie
andere loco's zijn allen ex-
communist. Ze bepleiten
weliswaar een andere aanpak,
maar UIinets heeft daar geen
vertrouwen meer in. „Alle ou
de bestuurders moeten ver
dwijnen en worden vervangen
door jonge, onbedorven men
sen", meent hij. „Vervang je ze
niet dan kun je dit socialisti
sche wiel niet stoppen. Mis
schien dat je over een jaar of
vijf resultaten gaat zien, maar
tegen die tijd werken ze jou er
dan wel uit, omdat ze je het
resultaat niet gunnen", merkt
hij bitter op.
De grootste moeilijkheden
heeft hij echter met het pro
vinciale bestuur ook al een
verzameling geharde oud-
communisten waarmee hij
veel te maken heeft. Het is ge
kozen in tijden dat er nog geen
oppositie of alternatief pro
gramma was. „Deze lieden ge
ven alleen orders", zegt UIi
nets, „ze kennen geen discus
sie, inhoud of diepgang. Als ze
iets niet begrijpen is het in
hun ogen meteen verdacht."
Het verbaast hem dat ze al zo
lang kunnen besturen. „Ze zijn
totaal niet praktisch of des-
kiindig en eigenen zich boven
dien de ideeën van anderen
toe."
UIinets is zeer teleurgesteld.
Zo erg zelfs dat hij er mee op
wil houden. Over een paar
maanden wil hij voor een tijd
je naar de Verenigde Staten.
Veel van zijn oude studiegeno
ten zitten daar al. Een baantje
voor hem is zo geregeld, ver
wacht hij. Alleen, dan moet dit
gesprek niet uitlekken. Zijn
naam en functie mogen dan
ook niet worden genoemd. Hij
is bang dat hij geen toestem
ming krijgt om naar de Vere
nigde Staten af te reizen. Of
dat zijn vrouw en kind, die in
Uzgorod achterblijven, moei
lijkheden ondervinden.
Een paar dagen later blijkt hij
de burgemeester toch maar op
de hoogte te hebben gebracht
van het gesprek, om alle moei
lijkheden voor te zijn. Tot zijn
grote verbazing gaf de burge
meester te kennen ook wel ge
ïnteresseerd te zijn in een in
terview. Het brengt UIinets
niet tot een ander oordeel. Hij
wil weg. „Je weet hier niet wat
je morgen te wachten staat."
De tankstations liggen er verlaten bij. Er komt al weken
lang geen druppel benzine meer uit de slangen. Sinds
Oekraïne onafhankelijk is en zich na eeuwen losmaakte
van Rusland, moeten olieprodukten in harde valuta wor
den betaald. En die ontbreken in deze jonge Europese
staat, met als gevolg dat Rusland (dat negentig procent
van de olie levert) de kraan heeft dichtgedraaid.
uzgorod» henk geistvoor de gemiddelde Oekraïner
onbetaalbaar. In een winkel is
een tube tandpasta niet te be-
Niet dat er nu minder auto's
door de straten rijden. Elke
autobezitter heeft zo zijn eigen
manier om toch ergens wat li
tertjes van het kostbare vocht
op te duiken. De Oekraïners
biijken meesters in het vinden
van slinkse, informele wegen.
De zwarte markten floreren als
nooit tevoren, en niet alleen
waar het benzine aangaat.
In de staatswinkels valt vrijwel
niks bruikbaars te halen. De
prijzen zijn onderhevig aan een
enorme inflatie. Op de zwarte
markten daarentegen is vrijwel
alles te koop, al zijn de waren
nachtigen. Op de zwarte markt
wel, maar ze kost wel tien keer
zo veel. Het is zeer waarschijn
lijk dat de tandpasta, net als
veel andere westerse goederen,
op illegale wijze het land is bin
nengekomen.
De zwarte markt heeft niets lou
ches. Het is gewoon een goed
georganiseerde markt, als in
Nederland. In Uzgorod, een
stad van ruim 100.000 inwoners
nabij de Slowaakse grens, is de
zwarte markt gevestigd in het
sportstadion. Bezoekers van de
markt moeten een toegangs
kaartje kopen. Toch is het er
veel drukker dan in het winkel
centrum. Dat is niet zo vreemd.
Er is immers een bonte verza
meling artikelen te koop, uitge
stald in lange rijen kraampjes,
op kleedjes op de grond of op
de motorkap van de auto.
De handelaren door Oekraï
ners en Russen bij gebrek aan
een synoniem in hun eigen ta
len businessmen genoemd
zijn overigens niet alleen op de
markt te vinden, maar ook in
caravans en kiosken op de
straathoeken. Ze zijn de eerste
vertegenwoordigers van de
nieuwe, vrije en kapitalistische
economie. De businèssmenzijn
de snelst groeiende beroeps
groep. In de handel valt het
snelst geld te verdienen. Harde
valuta wel te verstaan. Vooral
dollars en Duitse marken zijn
zeer geliefd. Het eigen beta
lingsmiddel, de karbovanets
coupon) nauwelijks te onder-,
scheiden van Monopolygeld
Een kijkje in het oude winkelcentrum
voor moet je naar de zwarte markt.
is alles behalve waardevast.
Ruim een jaar geleden was de
karbovanets evenveel waard als
de Russische roebel. Nu krijg je
voor 1 roebel al 4 karbovanets,
terwijl ook de waarde van de
roebel razendsnel daalt. De in-
Een businessman, zijn handel uitgestald op de motorkap, heeft in Uzgorod over belangstelling niet te klagen.
foto's henk geist
Geen disco, drank en televisie op evangelische camping
Ook in het Beloofde Land kan het regenen. Kampeerbaas J.A. Kruft schrijft een mededeling op het bord bij de
ingang van de evangelische camping in Voorthuizen.' foto anp Raymond rutting
Ook in het Beloofde Land kan
het regenen. De evangelische
camping in het Veluwse Voort
huizen biedt haar gasten zon
dagse rust, huiselijke gezellig
heid en 'verantwoorde pro
gramma's', maar nog net niet
de garantie van paradijselijk
„We moeten natuurlijk wel
reëel zijn", zegt kampeerbaas J.
A. Kruft. „Waarom zou het in 't
Beloofde Land niet regenen?"
Kruft begon veertien jaar gele
den een evangelische camping
om te ontkomen aan de disco's,
drank en drugs die op andere
kampeerterreinen het leven van
een 'positief christen' in toene
mende mate onmogelijk ma
ken.
„Op die andere campings word
je met een scheef oog aangeke
ken als je voor de tent de maal
tijd met gebed begint of geza
menlijk een lied zingt." De pas
bekeerde Kruft kon daar niet te
gen en ging op zoek naar een
Elek waar deze 'dimensie van
et christen-zijn' volledig tot
zijn recht kon komen. Omdat
hij die plek niet vond, begon hij
voor zichzelf.
De 57-jarige Kruft noemt het
zelf nog steeds 'een wonder' dat
het de evangelische camping 't
Beloofde Land sindsdien voor
de wind is gegaan. „Als we op
de mensen zouden zijn afge
gaan, waren we er niet aan be
gonnen. Maar we zijn er voor in
gebed gegaan. En we wisten: als
we er aan beginnen, zal God
ons de weg wijzen."
Kennelijk waren er meer chris
tenen die zich op andere kam
peerterreinen niet thuis voel
den. Zij wisten de weg naar 't
Beloofde Land te vinden, maar
Vernielingen of
graffiti komen niet
voor. In de toiletten
staat geen vies woord
ook naar die andere christelijke
campings die sindsdien zijn
ontstaan. Zes campings in
Zelhem, Woudenberg, Cad-
zand, Voorthuizen en Harden-
berg (2x) zijn aangesloten bij
een landelijk platform.
In het Beloofde Land (2,2 hecta
re) staan de ruim 600 kampeer-
gasten heel toepasselijk op klei
ne veldjes met namen als Jeri
cho, Pniël, Kanaen Hebron.
Maar ook de 'bezette' gebieden
Gaza en Samaria worden hier
tijdelijk bewoond, veelal door
grote gezinnen met veel kleine
kinderen. De helft van de gasten
komt uit de kerken, de andere
uit de zogenoemde 'vrije groe
pen'.
„We hebben hier van alles. Van
pinkstergroep tot gereformeer
de gemeente", zegt Kruft. Zijn
camping staat in principe open
voor iedereen, maar in de prak
tijk betreden slechts weinig hei
denen het terrein. Het bord met
daarop 'evangelische camping'
schrikt hen af. Dat is ook pre
cies de bedoeling. De baas: „Ik
wil geen gewone camping. Het
gaat hier niet alleen om rust
voor het lichaam, maar vooral
ook om geestelijke rust."
De zondag is in het Beloofde
Land nog echt de rustdag. Win
kel, snackbar en kantoor zijn
gesloten. Gasten worden geacht
op zaterdag of maandag te ver
trekken, vooral om de reforma
torische christenen op zondag
geen aanstoot te geven. Er wor
den geen activiteiten georgani
seerd. Vreemd genoeg ont
breekt zelfs een kerkdienst.
Kruft: „We verwijzen de mensen
naar de kerken in Voorthuizen.
Daar worden zeven verschillen
de diensten gehouden. Ja, er is
hier nog een bloeiend kerkle-
ven." Maar hij moet toegeven
dat de organisatie van een
kampdienst met zoveel ver
schillende christenen waar
schijnlijk ook tot problemen
zou leiden: „Wie nodig je uit
voor de preek?" Op de camping
komen de christenen van diver
se pluimage snel nader tot el
kaar, in de kerk zijn ze „ineens
weer zichzelf
Ook doordeweeks is rust op het
terrein de regel. Na half elf
's avonds moet het volmaakt stil
zijn. Radio's zijn taboe en ook
alcohol hoort in 't Beloofde
Land niet thuis. Voor jongens
.en meisjes zijn er aparte veldjes.
„Dat lijkt heel ouderwets", zegt
Kruft, „en dat is het ook. Maar
het is wel heel goed." Heel zei-
'Het gaat niet alleen
om rust voor het
lichaam, maar ook
om geestelijke rust
den zijn jongeren toch „de hal
ve nacht bij elkaar" en wordt er
opgetreden. „Daar zijn we heel
stringent in."
De jeugd is hier 'handelbaarder'
dan elders, weet Kruft inmid
dels. Natuurlijk proberen ze net
als hun ongelovige leeftijdgeno
ten de grenzen van het toelaat
bare te vinden. Maar als de
kampeerbaas er vervolgens iets
van zegt, wordt ér wel naar hem
geluisterd. Vernielingen of graf
fiti komen hier niet voor. In de
toiletten is geen vies woord te
vinden.
Voor 'interne zaken' heeft Kruft
in die veertien jaar nog nooit
een beroep op de politie hoeven
doen. De ordehandhavers ko
men er wel af en toe aan te pas
om relschoppende jongeren uit
de buurt weg te jagen. Voor hen
is het bordje 'evangelische cam
ping' juist een uitnodiging.
Maar ook dit soort gasten ziet
Kruft liever gaan dan komen.
Kruft ziet de harmonische gang
van zaken in het Beloofde Land
als 'een christelijk getuigenis'.
Hij durft het nauwelijks te zeg
gen „het klinkt zo hautain"
maar heeft toch de indruk
dat 'positieve christenen' an
ders zijn. „We zijn toch andere
mensen. Een christen moet het
niet alleen bij woorden laten.
Het gaat ook om zijn gedrag."
„Je hoeft hier niet bang te zijn
voor je spullen", stelt een gere
formeerde man uit Rijnsburg
tevreden vast. Net als vele ande
re gasten roemt hij de goede
sfeer op het terrein, de behulp
zaamheid. „Het is hier rustiger,
de mentaliteit is anders. En de
jongeren gaan zich gelukkig niet
te buiten aan drank."
„Het is hier onwijs gaaf', zegt
een meisje uit Alphen aan de
Rijn. Haar vriend met oorbel
vindt het prachtig om „samen
metandere christenbroeders"
over het geloof te praten. Een
jongen uit Ede, sinds zijn beke
ring vorig jaar van de drugs af,
kwam vol vooroordelen naar de
evangelische camping, maar
heeft het er prima naar zijn zin.
.Alleen jammer dat je niet af en
toe een pilsje kunt drinken."
Een jonge moeder uit Maasland
vindt bij de overige kampeer-
gasten 'een stuk herkenning',
„in de buurt en op je werk word
je als christen steeds meer een
eenling. Maar zo alleen zijn we
niet, blijkt hier." Ze laat haar
kinderen met een gerust hart
deelnemen aan het omvangrij
ke kinderprogramma en doet
ook zelf mee aan dagopening of
sing-in, bezoekt de 'evangeli
sche markt' of bekijkt een ver
antwoorde film.
Terwijl de regen met bakken uit
de hemel komt, zit de kantine
(met open haard, zonder TV)
vol met spelende kinderen. Bo
ven het bordje dat naar de toi
letten verwijst, prijkt de spreuk:
Heere, Gij zijt ons een toevlucht
geweest van geslacht tot ge
slacht. In het winkeltje zijn
Trouw en het Reformatorisch
Dagblad te koop.
De enige wanklank is te horen
in het belendende zaaltje, waar
naast het orgel en het voetbal
spel de tennistafel staat, waarop
twee jongeren in Iron Maiden-t
shirt elkaar de eer betwisten. Als
een van hen de bal mist, laat hij
een rauwe vloek horen. Desge
vraagd blijkt dat hij niet in het
Beloofde Land kampeert, maar
slechts een bezoeker is, die 'ge
lukkig' weer gauw naar huis
mag.
Oekraïne is na Rusland de be
langrijkste en machtigste re
publiek uit de voormalige Sov
jetunie. Het gaat echter niet
goed met Oekraïne, dat in
grootte overeen komt met
Frankrijk. De economie is vol
ledig ingestort. Hervormingen
blijven uit of worden slechts
mondjesmaat uitgevoerd. De
inflatie is nog hoger dan in
Rusland en de regering weet
geen uitweg uit het moeras.
Vorige week zaterdag besloot
Oekraïne schoorvoetend de
economische banden met Rus
land en Wit-Rusland (Belarus)
weer te gaan aanhalen. Dat zal
gezien de politieke geschillen
met Rusland over de Zwarte
Zeevloot en de ontmanteling
van het kernwapenarsenaal
bijvoorbeeld niet meevallen.
Henk Geist ging eens kijken in
Oekraïne en doet vandaag ver
slag.
van Uzgorod. In de winkels valt er niks bruikbaars meer te halen. Daar-
flatie blijkt een van de grootste
problemen van de Oelaaïnse
economie, in deze overgangsfa
se van een door de staat gecon
troleerde economie naar een
vrije-markteconomie.
Het streven naar een waarde
vaste munt moet één van de
prioriteiten van de Oekraïnse
overheid worden, meent Vasil
Ilnitski. Hij is hoofdredacteur
van het weekblad Sribna Zem-
lya, oftewel 'Zilverland', een
koosnaam voor de regio Trans-
Karpaten in het zuidwesten van
Oekraïne. De krant, opgericht in
oktober 1992, volgt vooral het
economisch beleid van de rege
ring in Kiev.
Ilnitski: „We willen helpen bij
de hervorming van de econo
mie. We geven daarom infor
matie over nieuwe ontwikkelin
gen. Onze artikelen geven een
analyse van de nieuwe markt
economie, we publiceren een
economisch woordenboek en
volgen de koersen. We willen
bijvoorbeeld ook boeren stimu
leren die een eigen bedrijf wil
len beginnen. Bijvoorbeeld door
het schrijven van artikelen die
de goeie kanten van zo'n privé-
bedrijf laten zien."
Naar zijn zeggen'Schuwt de
krant daarbij geen kritiek op de
overheid. Maar die-kritiek moet
dan wel constructief zijn eïi lei
den tot een alternatief. Het gro
te euvel, aldus Ilnitski, is dat de
balans in de economie zoek is.
„De produktie in de staatsbe
drijven, zowel landbouw als in
dustrie. stagneert of loopt zelfs
terug. Voor een deel is dat te
wijten aan de afhankelijkheid
van Rusland na ruim zeventig
jaar communisme. Vrijwel al
onze bedrijven zetten niet al
leen hun produkten af op de
Russische markt, maar voeren
ook hun grondstoffen van daar
uit in. Nu we onafhankelijk zijn,
verlangt ook Rusland voor haar
produkten de vrije marktprij
zen. Die kunnen we niet op
brengen."
Het zijn niet alleen de olielei
dingen die droog vallen: alle
aanvoerlijnen uit Rusland lijken
te worden afgesloten. Als voor
beeld noemt Ilnitski de situatie
in de landbouw. „In potentie
kan Oekraïne half Europa voe
den, maar op dit moment moe
ten we graan uit de Verenigde
Statenhmporteren om ons eigen
volk van brood te voorzien. Een
derde van de gewassen verrot
op de velden, omdat we een
voudigweg niet de beschikking
hebben over nieuwe onderde
len voor onze machines en om
dat voldoende transportmidde
len ontbreken. De voedselprij
zen rijzen daardoor de pan uit."
Twee weken na het gesprek is
de broodprijs inderdaad ver
dubbeld.
Ilnitski wil de beschuldigende
vinger niet alleen op Rusland en
het communistische verleden
richten. Hij wil ook wel even
kwijt dat het Westen over de
brug moet komen met investe
ringen. „Jullie mogen Oekraïne
niet in haar economisch sop la
ten gaar koken." Hij wil ook de
hand in eigen boezem steken.
„Er is meer aan de hand. De
overheid stimuleert de produk-
tieve krachten ook niet. Voor
mensen is de zwarte markt veel
interessanter dan werken in een
fabriek. Zelfs de nieuwe privé-
ondernemingen kunnen niet te
gen de aantrekkingskracht van
de zwarte markt op. Het door
de overheid gehanteerde belas
tingsysteem is fnuikend voor
nieuwe privé-initiatieven. Het
rendement van een onderne
ming komt dus grotendeels in
de staatskas terecht."