geluiden
van de Tour
at. hola
swewzao,
Het volk zou overal om de scanner heen moeten zitten
w
^klatsk
ZATERDAG 17 JUL11993
Het water plenst tussen de tandwielen. Met
een schrobber boent TVM-mecanicien Her
man van der Slagmolen (45), zoon van een
rijwielverkoper, de fiets van Bo Hamburger
schoon. Hij doet het elke dag, gewoon buiten
op straat. Zijit de fietsen schoon, droog en
ontvet, dan worden ze helemaal nagekeken.
Ze moeten de volgende dag weer lekker lo
pen. „Als een goed geoliede motor."
Een stille fiets bestaat niet, een rumoerige
wel. „Dan maakt 'm zo'n schurend geluid,
dan moet je de ketting nakijken, die is waar
schijnlijk versleten. Alle vijf dagen moet er
een nieuwe ketting om, banden alle vier da
gen, remmen alle twee dagen. Je moet 'm
vooral manueel en visueel controleren, zien
dat alles achter lóópt, van de 12 goed op de
13 en zo door tot de 21 en weer terug."
Wat hoort een coureur als hij op zo'n goed
geprepareerde fiets een afdaling rijdt. Her
man van der Slagmolen weet dat maar al te
goed, hij was zelf ooit profwielrenner. „Je
hoort eigenlijk alleen de banden hè, een sui
zend geluid maken ze. Ja, dan zingt 'm, als
het een goed tuubje is. Nu wordt de kwaliteit
minder, het profiel is ook ruiger. Vroeger wa
ren ze lichter en van zijde. Die zongen mooi,
zulke liedjes hoor je niet meer in de Tour."
Van der Slagmolen was als renner in de
bergen nooit met de eersten, nooit met de
laatsten mee. Altijd ergens tussenin. En de af
dalingen, ja, die kan hij zich nog wel herinne
ren. Wat hoor je als renner, afgezien van het
lied van de tubes? „Vooral stilte. Stilte en
spanning."
Sóms trapt een renner achteruit. Maar al
leen als het moet. Na de finish komt dat
nogal eens voor. De coureurs rijden na de
meet in een haag van klikkende fototoestel
len en draaiende videobanden. Ze pakken
een cola bij het Colameisje en gaan stap
voets verder. Zo ook Philippe Louviot. Na
de tijdrit rond Lac de Madine zit hij vast in
de meute. Langzaam slalomt hij op de fiets
tussen de obstakels door. Steeds om de zo
veel meter moet hij de pedalen in het lucht
ledige terugdraaien. Zachtjes klinkt uit de
fiets een licht gezoem. Dat opeens stokt.
Zzzzk. Snel een kwart-trap, en weer datzelf
de zoemende geluid.
Links van Louviot is een manshoog hek
met het publiek erachter, rechts op de weg
rijdt de ONCE-ploegleiderswagen stapvoets
over de smalle weg. Achter het stuur zit Ma
noio Saiz. Hij glundert. Zijn renners, met
name Breukink, Bruyneel en ook Louviot
hebben een goede tijd gereden.
De ploegleider krijgt een interview aan
zijn broek van de Spaanse radio, de micro
foon gaat door het raam. Saiz rijdt lang
zaam door terwijl hij praat. Louviot komt
dichter en dichter bij de auto van zijn
ploegleider. De Spaanse journalist moet het
achteruit ratelen van Louviots fiets nu toch
in zijn oordoppen kunnen horen. Maar
nee... Louviot roept: 'Heuh-ho!' Het helpt
niet, hij zit bijna klem tussen het achterpor
tier en het hek. Wéér moet Louviot achter
uit trappen, het ratelt inmiddels dat het een
aard heeft.
Zzzzzk!
Nog even en hij valt. Louviots hand gaat
van het stuur. Een wegwerpgebaar, en hij
schreeuwt: 'Hé... hola!' Ploegleider Saiz be
antwoordt niets vermoedend de laatste vra
gen. Louviot zit nu echt opgesloten tussen
het hek en de wagen. Hij vervloekt de jour
nalist en draait nog maar eens flink achter
uit met de pedalen. Plotseling remt de wa
gen een beetje; Louviot valt bijna en maakt
zijn schoen los.
Klik!
De rechtervoet schiet naar de grond. Een
droge tik. Als de zool van een tapdanser
glijdt het schoenblokje over het asfalt. Hij
houdt zich net aan staande. De radioman
trekt zijn hand en microfoon uit het auto
raam, kijkt naar rechts en schrikt van de
wild balancerende louviot. De renner
wurmt zich vloekend tussen de journalist
en het hek door. Saiz geeft een beetje gas.
Dan is er opeens wéér dat lichte geratel van
terugdraaiende trappers.
Zzzz!
Louviot kan het niet zijn. Die fietst alweer
door. Het geratel komt van een loos draai
ende trapper van een reservefiets op de wa
gen. De radioman kijkt op en... tik! daar
knalt de trapper tegen zijn voorhoofd, net
onder de haargrens. Een linkse directe van
een trapper, staal op huid. Het doet pijn,
zoveel is duidelijk.
De ploegleider en Louviot hebben niets
gemerkt van de afstraffing van de in de weg
staande journalist. Hij blijft achter, met een
rood plekje en een bandopname. Het ge
goed heet te krijgen. En zo zaten er na een
paar uur tijdrit drie renners in maillot, met
wollen petjes en de onvermijdelijke slippers
aan de voeten vlak naast elkaar in zo'n
brommende wagen.
Om de minuut gaf de bestuurder gas zon
der verder ook maar een meter te rijden,
langzaam zag je de tandenklappende ge
zichten van de Spaanse knechten verdwij
nen achter de voorruit, die vanwege hun
zweet geheel besloeg.
Dat zag er zielig uit, héél zielig.
PtRVMOWE.
Gianni Bugno en Claudio Chiappucci, de
azen van de Italiaanse tifosi, zijn verpulverd
door de tempi van Rominger en Indurain.
Vóór de Alpen was er nog hoop. Zelfs op de
beklimming van de eerste berg, de
Glandon, kon je het Italiaanse vuur langs de
weg nog horen. 'Gianni!!' En: 'II diavoloü'
Gekalkt, geschreeuwd, aanbeden. Maar het
gezwalk van Chiappucci op de Galibier
deed al het ergste vrezen. Op minuten kwa
men beide renners binnen. Einde Tour voor
het Italiaanse volk. Gianni en Claudio
maakten de tifosi stil met hun matige uit
slagen.
Onbedoeld bracht het Italiaanse dorp
Carmagnola aan de andere kant van de
teur, onder meer belast met de c
catie in de Tour. Hij heeft een doorrookte
stem met een vanzelfsprekend schreeuwvo-
Iume.
De oudjes kijken op. Wat was dat?
.Alstublieft, twee maal meloen."
Buiten remt een motor tot vlak v<
entree van liet restaurant. De motdn
zet zijn motor af, maar het geluid i
speakers laat hij aan. Ook bij hem klinkt het
scannergeluid. Naast Bouvet 'we nu
ook een Amerikaan schreeuwen. De officië
le internationale wielertaal Js» maar
sinds de komst van LeMonoéh Anderson is
het talenpakket op Radio fbur^gebreid:
A trois minutes, fourty ridérsf*'
Iedere auto die in de Tourcaravaan mee
rijdt, moet zijn uitgerftèuiftet een scanner.
Dat is een verplichting^ Maar het is tegelij
kertijd ook verboden de apparaten in het
openbaar te gebruiken. Niemand die zich
er aan houdt. Daarom geniet alles en ieder
een mee. Het publiek langs de kant. En het
stelletje in het restaurant.
De Tour is het restaurant, dat die
langs het parcours ligt, tot op een uur gena
derd. Terwijl nu ook Italianen met een luid
ruchtige scanner binnenvallen, maakt de
reclamekaravaan zijn entree in het dorp. Dé
lawaaipapegaaien van de Tour, een stoet
wagens met uitvergrote artikelen op dak e
achterbak. Vanuit het restaurant ziet het
wandelstel boven de vitrages achtereenvol
gens een gigantisch perzik, een horloge en
beurde allemaal in een paar seconden. Hij
moet het zelf nog maar eens afluisteren.
Het incident zal hoorbaar zijn op de achter
grond:
Zzzzzzk! Hé-hola! Tik!
Poupou
Op de fiets zijn wielrenners helden. Glan
zende poten, tanige koppen en gekromde
ruggen. Toonbeeld van strijd en mannelijk
heid. Met het slijm uit de mond zag ik Eddy
Bouwmans ploeteren op een van de steilste
stukken van de Galibier. Helemaal alleen,
moeizaam voortploegend tussen de volg-
wagens. Hij reed op een teleurstellende, ho
peloze achterstand van de eerste groep. En
toch, hij was stoer zo op die fiets.
Giancarlo Perini en Massimo Ghirotto,
twee onvrijwillige kaalkoppen als broers
achter in elkaar in de afdaling van de Tele-
graphe. De laatste toefjes haar glimmend
van het zweet. Anti-helden misschien, maar
toch, op de fiets jongens om trots op te zijn.
De stijlvolle zit staat in schril contrast met
de houding van coureurs als ze eenmaal
zijn afgestapt. Door de blokjes onder hun
wielerschoenen staan ze een beetje achter
over, het ziet er opeens heel invalide uit.
Het kan nog erger. De schoenen knellen
nogal. Zo snel als ze uit kunnen, dóen de
renners ze uit. Breukink rijdt na een etappe
het liefst onmiddellijk naar de rennersbus,
trekt zijn schoenen uit en komt dan naar
buiten op... slippers. Echt waar, ik heb ze
gezien, bij bosjes, wielrenners op slippers.
Je hoort ze klapperen op het terrein achter
de finish en in het hotel. Het klinkt een
beetje zielig.
Klatsk, klatsk.
Maar het kan nog zieliger. Na de tijdrit
rond het Lac de Madine stonden veel busjes
achter de finish op de renners te wachten,
kleine vrachtwagens met een ruime cabine.
Net na de start begon het te hozen uit de
hemel..Regen, hagel zelfs. De eerste drie ge
starte renners van de Spaanse Clas-ploeg
hadden dus pech. Zeiknat en verkleumd
kwamen ze over de finish. Ze reden zo snel
mogelijk door naar het wagenpark. Daar
stonden hun busjes met mecaniciens en
verzorgers.
Op de parkeerplaats hoorde ik al geruime
tijd een laag gebrom, als van een versterkt
opgenomen koelkast. Het kwam van de wa
gens, hun motoren stonden stationair te
draaien. Ik begreep nog niet waarvoor,
maar er zat een slim idee achter. Zodra de
verzorgers en mecaniciens zagen dat het
ging regenen, wisten ze in welke toestand
de renners zouden aankomen. Dus gingen
de diesels aan om de cabine-verwarming
Tourhellingen, midden in Piemonte een
passende vluchtroute naar Isola 2000
een passend geluid bij de stemming onder
de Italiaanse wielerliefhebbers. Vrpeg in de
ochtend, daags na de zo desastreus verlo
pen etappe, werd het verkeer in het cen
trum even stilgelegd. Langzaam komt op de
Via Umberto I een begrafenisstoet de bocht
om, de vaandeldrager op kop. Een rij in het
zwart geklede mensen, met naar het asfalt
gebogen hoofden.
Voor hen uit rijden, gek genoeg, niet één,
maar twee lijkwagens. Niet dat ook maar ie
mand de twee Italiaanse idolen iets ergs
toewenste, maar met enig gevoel voor dra
ma werd hier toch het Italiaanse wielren
nen in de Tour ten grave gedragen. Silenzio
per favore. Chiappucci en Bugno kunnen
halverwege de ronde een eindoverwinning
uit hun hoofd zetten. Hun Tour is over: Zij
rijden in vrede.
een tube kastanjepasta voorbijschieten.
Met de claxon als begeleidend muziekin
strument
Daar is Albert Bouvet weer, De Stem van
De Tourradio op de scanner.
.Avancez, avancezfi Subiteü" Het is net
of het stelletje de meloen sneller gaat eten
Nog geen minuut later scheurt in de r
clamekaravaan opnieuw een lawaaiauto
langs het restaurant. Ditmaal betreft het
een heerlijk Frans rond koekje, aangepre
zen door een irritant muziekje. 'La Ronde
des Pains, la Ronde des Pains, la Ronde des
Pains.' En dat ruim 3.700 kilometer lang.
De scanner met het geluid van Radio
Tour zou in iedere openbare gelegenheid i
Frankrijk moeten staan. Met het volk erom
heen. De Tour op televisie laat weinig aan
de verbeelding van de kijker over. Camera's
zoomen in op kuiten, zweetkoppen en
spannen spieren. Radio Tour maakt de
Tour groter en spannender dan de ronde
zelf is.
Luister maar:
„Crevaison Breukink!" Te ziet hem al
stuiteren over het wegdek. Een derailleur
die in de spaken springt, een klapband tij
dens een afdaling? Wie zal het zeggen? Cre
vaison Breukink!!! )e hart slaat op kol.
En wat te denken van de scannerkroet:
.Attention moto!" Ja... steekt er een jiert
over tijdens een tijdrit? Moet hij van baas
Bouvet remmen op de Champs Elyiées
voor een bus Japanners? Je komt er nooit
precies achter wat er in die seconde ge
beurde.
„Chute numero..." Is ook zo'n mooie.
Die uitroep zal ook geklonken hebben bij
Ze zal zes, zeven jaar geweest zijn. Ze was
Fran^aise en het peleton moest nog langs
komen. Voor haar neus verschijnt een wa
gen, met op de bumper het opschrift: Ray
mond Poulidor. Het meisje heeft hem nooit
tweede zien worden; ze was toen nog niet
eens geboren. En toch roept ze: 'Allez Pou-
pou!'
De volksheld kijkt door het raam, loenst
langs de kant en tilt als een uitgebluste pan
ter zijn donkere arm op. Dag meisje.
„Kunnen we hier zitten?"
„Ja, hoor, zoekt u maar een tafeltje uit. U
wilt wat eten? Hier is de menukaart."
Het stelletje had er duidelijk flink de pas
in gezet in de bergen. Zij grijsblauw haar,
lichte blos, tegen de vijfenzestig. Hij, stoere
wandelschoenen, donkerbruin gelaat en
grote handen.
Het restaurant is zo goed als leeg, het is
rond twaalf uur, op de weg voor het terras
langs stopt een wagen met een Toursticker
erop. Er stappen drie mannen uit met een
Tourkaart rond hun nek. Op naar de uitba
ter. Een commanderende vraag: „Mag de
televisie aan? We willen de Tour zien!" Het
blijkt nog te vroeg, de Touruitzending van
de bergetappe begint pas om twee uur. De
mannen laten het toestel voor wat het is en
gaan de eetzaal in; knikje naar het wandel-
stel.
Uit een zak verschijnt het geluid der ge
luiden: de scanner met Radio tour, voor al
uw info over het verloop van de koers. Hij
staat aan, midden tussen het broodmandje
en de Pemod. Een hoop gekraak met daar
tussendoor: „Cinq coureurs en tête!" Het is
de stem van Albert Bouvet, adjunct-direc-
de val van Wim van Est, of vlak na de klap
per van Abdoe, die in Parijs als door een ka
tapult afgeschoten door de lucht vloog.
„Chute Iibre" bestaat ook in het Frans, al
leen niet in de Tour. Het is de vertaling voor
Falling Down, een film met Michael Doug
las. Maar dat is weer een heel ander ver
haal.
De wandelaars hielden het snel
zien in het restaurant. Twee j
was toch wat te veel van het goede. „l'Addl-
tion, s'il vous plait." En weg waren
Wedden dat ze buiten op straat toch
stiekem naar het langsdenderende peloton
hebben gekeken? Dat moet gelukt zijn, het
is immers in een zucht langs je heen.
ZwwwoefFfff
En voorbij gaan de bandjes, van Heiman
van der Slagmolen.
Het theaterduo Waardenberg en De Jong
bracht ooit een wieleract op de planken. De
Jong, (Wilfried) stond in de show hulpeloos te
zwaaien met een lege 'tube'. In zijn vrije tijd
zit De Jong ook regelmatig op de fiets. Op de
binnenkant van zijn kofferdeksel kraste hij
ooit de tijden van zijn beklimmingen van de
Alpe d'Huez, de Telegraphe en de Galibier.
Op verzoek van deze krant reisde hij een aan
tal dagen mee in de Ronde van Frankrijk. Een
Tour die je niet alleen kunt zien, maar ook
kunt horen, zo blijkt.