'Ik schok niet om te schokken'
Trekken door de woestijn van weleer
Cultuur&Kunst
Tante vertelt
De tuin als opvoeder
De spelletjes en geschriften van Sade
Durlacher laat niemand onberoerd
'Mijn vriendin is mijn beste idee'
VRIJDAG 2 JUL11993
22
'Hermine Landvreugd toont lef met spraakmakende verhalenbundel:
De een vindt ze prachtig,
de ander smakeloos, de
verhalen uit de bundel Het
zilveren theeëi van Hermi
ne Landvreugd (1967,
Texel). Een middenweg
lijkt er niet te zijn. Maar
hoe men ook oordeelt over
het spraakmakende literai
re debuut van de jonge
schrijfster, lef kan haar niet
ontzegd worden en talent
heeft ze onmiskenbaar.
AMSTERDAM NICO DE BOER
De kritieken in de media op
haar eersteling waren even te
genstrijdig als de reacties uit
haar omgeving. Men vindt het
goed of kraakt het, en nogal
opvallend het accent wordt
nogal snel gelegd op de (harde)
seks en het geweld in het boek,
ofschoon hun aandeel nu ook
weer niet overdreven moet wor
den. Sommigen blijken er bo
vendien moeite mee te hebben
als ze al niet geschokt zijn
dat zo'n jonge schrijfster zo on
verbloemd over dergelijke za
ken kan schrijven. ,,Dat heeft
mij nogal gestoord", zegt Land
vreugd. „Alsof een vrouw niet
over zulke dingen zou mogen
schrijven."
Ze voert in de vijf verhalen,
die in thematiek sterk aan el
kaar verwant zijn, ogenschijnlijk
doelloze en verveelde figuren
op die met en tegelijk langs el
kaar heen leven. Het zijn veelal
jonge studentikoze figuren die
in hun miezerige lamlendigheid
uitmunten in extreem, tegen
draads en liederlijk gedrag en
bizarre (seksuele en perverse)
uitspattingen.
Turgor' is met het titelver
haal (waarin de pointe is dat de
man een zilveren theeëi, een
kostbaar erfstuk, in de vagina
van zijn vrouw stopt) het sterk
ste van de bundel. In dit verhaal
vindt de atmosfeer van broeie
righeid, lusteloosheid, alledaag
se banaliteit en miezerigheid
zo'n beetje zijn climax. Twee
vrienden, zelfgenoegzame lan-
THRILLERS
RECENSIE ARNO RUITENBEEK
Mary Higgms Clark, Dood op de kaap en
andere verhalen Uitgever Luitingh-Sijt-
hoff, 24,90. Liza Cody, Knollekop. Uit
gever Atlas, 29,90.
Tante Marie zit in de stoel en
vertelt haar aandachtige en kri
tiekloze gehoor een paar frutsel-
tjes voor het slapen gaan. Zo
laat zich de verzamelbundel
Dood op de kaap en andere ver
halen van Mary Higgins Clark
zich het beste omschrijven.
Sommige originele verhalen
stammen uit de jaren vijftig en
zestig en dat is te merken.
Is het allemaal niets? Dat is
net te ver. 'De verlovingsring'
hij voorbeeld, over een stewar
dess die voor haar vriend vanuit
het buitenland een belangrijk
document moet meenemen
naar de Verenigde Staten, heeft
nog iets van de spanning die zo
kenmerkend is voor Higgins
Clarks echte werk.
Ronduit truttig zijn de diverse
belevenissen van huishoudster
Alvirah en haar man, de lood
gieter Willy Meehan. Zij hebben
40 miljoen dollar gewonnen en
reizen van dat geld van hot naar
her. Hun pad is bezaaid met lij
ken. Moeke Alvirah los de zaken
op en schrijft er en passant
stukjes over voor de krant.
Blèèhhh.
Het boek Knollekop van Liza
Cody is een thriller met een af
wijkende structuur. Speurders
ontbreken, of het moet de pri
vé-detective Anna Lee zijn die
een leuke bijrol vervult. De con
stante spanning komt voorna
melijk voort uit de domme,
maar soms onvermijdelijke din
gen die de ik persoon doel.
Die 'ik' is Lva Wylie, een jon
ge Britse vrouw die aanvankelijk
onsympathiek overkomt. Bij
naam 'Knollekop'. Omdat be
kend is dat ze als worstelaar en
nachtwaker op een autosloperij
aan de kost komt, is het ver
standig haar niet tegen te spre
ken, Wylie gedraagt zich bij tijd
en wijle zó asociaal, dat je haar
iets slechts toewenst.
Gaandeweg steelt ze toch de
harten van het publiek. Omdat
ze zich staande weet te houden
ondanks haar belabberde om
standigheden. Met humor, vaart
en volvette sfeerbeschrijvingen,
onder meer van het gevecht
tussen Eva en Shcrry-Lee, knut
selt Cody er een smakelijk ver
haal van. Ze won er in 1992 niet
voor niets de Silver Dagger (de
Britse tegenhanger van de Gou
den Strop) mee.
terfanters die het niets-doen tot
een soort levensdoel verheffen,
bezoeken de bandeloze crimi
neel Elia die, onder invloed van
drank en drugs, een meisje van
dertien van straat pikt en aan
zijn bed vastbindt; het duo be
sluit eindelijk ook een
daad te stellen en pleegt een
(mislukte) overval.
Effectbejag
De verwijten als zou het haar
verhalen ontbreken aan diep
gang, dat ze uit zou zijn op
'puur effectbejag' en opzettelijk
wil choqueren, ergeren haar
buitengewoon. „Dat zijn onzin
nige opmerkingen", zegt ze.
„Dat vind ik heel kwalijk, opzet
telijk 6chokken wilde ik abso
luut niet. Die passages horen er
gewoon in; het zijn personages
die zich emotioneel niet kun
nen uitdrukken, maar die hun
emoties wel in gewelddadige
omstandigheden kwijt kunnen.
Ik vind het ook vervelend dat
men zegt dat ze leeghoofdig
zouden zijn, men wil kennelijk
niet inzien dat men een en an
der zelf moet invullen."
Ze zat op de theaterschool in
Utrecht, en tot voor kort stu-
deerdè ze Theaterwetenschap
pen en Culturele Studies aan de
Universiteit van Amsterdam. In
middels is Landvreugd toegela
ten tot de Filmacademie omdat
ze zich ook wil toeleggen op het
schrijven van scenario's. Tus
sentijds volgde ze een vierjarige
cursus aan de schrijversvak
school 't Colofon, een cursus
die haar 'carrière' heeft bespoe
digd, meent ze. „Ik was me
daarvoor niet erg bewust van
schrijftechnieken; ik had geen
benul van wat wel en wat niet
werkte. Ik vond het voor mijn
ontwikkeling in elk geval geen
nadeel."
Landvreugd werkt nu aan
haar eerste roman die nog deze
zomer moet verschijnen. En dat
geeft de nodige druk. „Alles wat
ik doe, moet minstens het ni-
Een gravure van de Leidse Hortus in 1670 van C. Hagen.
RECENSIE WIM DE WAGT
Erik de Jong, Natuur en Kunst. Nederland
se tuin- en landschapsarchitectuur 1650-
1740, Uitgeverij Thoth, Amsterdam 1993,
De afgelopen jaren bestaat in
Nederland een toenemende be
langstelling voor de geschiede
nis van de tuin- en landschaps
architectuur. Haarlemmer Erik
de jong, docent architectuurge
schiedenis aan de Vrije Univer
siteit Amsterdam, promoveerde
onlangs op dit onderwerp aan
de Rijksuniversiteit Groningen.
Zijn uitputtende studie werkte
hij om tot een uiterst leesbaar
en prachtig geïllustreerd boek.
Hierin komen onder meer de
Leidse Hortus Botanicus en de
Hortus Medicus in Haarlem aan
bod.
De Jong wil de culturele en
ecologische rijkdom van de Ne
derlandse tuin- en landschaps
architectuur uit de periode
1650-1740 aantoonbaar maken.
Hij argumenteert, dat vanaf het
midden van de zeventiende
eeuw in de winderige polders
en aan de voet van de schrale
duinen een eigen interpretatie
van Italiaanse en Franse tuin
aanleg tot stand kwam. Buiten
landse, classicistische principes
werden aangepast aan de harde
eisen die het zeeklimaat en het
typische, vlakke landschap stel
den.
De Jong behandelt in het eer
ste deel de opkomst van het
RECENSIE SOPHIE VERBURGH
Wilfred Thesiger, Woestijnen van Arabic-
Arbeiderspers, 59,50.
De vertaling van Wilfred
Thesingers Arabian Sands uit
1959 is een reisboek zoals hpt
hoort: de schrijver/reiziger pro
beert op te gaan in de andere
cultuur. Een verslag van zo'n fy
sieke èn psychologische ver
plaatsing biedt de lezer uren
lang de waan zelf op reis te zijn.
En zeker in het geval van de
Woestijnen van Arabië is dat
ideaal, omdat Thesigers ervarin
gen uniek waren. Alleen door
zijn boek kunnen we nog door
de woestijnen van Arabië trek
ken op de wijze zoals de Bedu,
de nomaden, dat eeuwenlang
deden.
Wilfred Thesiger werd in 1910
geboren in het voormalige Ab-
bessinië (thans Ethiopië) als
zoon van een Britse diplomaat.
Hij bracht een goed deel van
zijn leven door met reizen door
Afrika en Arabië en leeft nu in
Kenia. Tussen 1945 en 1950 trok
hij met groepjes nomaden door
de Rub al Khali, ofwel 'Het Lege
Kwartier', de ontzagwekkende
woestijn in het zuiden van hel
Arabisch schiereiland. Zijn ver
tellingen getuigen vooral van
zijn verlangen (en zijn succes)
om het Spartaanse leven van de
Bedu te leiden.
Zo wint hij ook hel vertrou
wen en de vriendschap van en
kelen van hen. Alleen door deze
vriendschappen was hij in staat
om als vreemde door de onher
bergzame gebieden van de ver
schillende rivaliserende stam
men en heersers te trekken. Bo
vendien kwam Thesiger nel op
tijd. Uitgerust met kompas en
tekengerei bracht hij de schaar
se waterputten, bergen en het
beruchte drijfzand van IImm al
Samim temidden van het zand
voor het eerst in kaart. Enkele
jaren later waren de woestijn en
zijn bewoners voorgoed aange
tast door de 'moderne bescha
ving' die meekwam met het
geld en de westerlingen in de
olie-industrie.
Pornograaf en stilist. Uitgeverij. de
Prom, 55,00. D A F. de Sade, Justine
of de tegenspoed der deugdzaamheid.
Uitgeverij Bert Bakker, 25,00
Met het tweede deel van de
biografie van Markies de Sade,
Pornograaf en stilist, is nu ook
in Nederlandse vertaling het
levenswerk van de Sade-des-
kundige Jean-Jacques Pauvert
voltooid. Na het eerste deel,
dat de periode 1740-1783 be
strijkt, volgen wij het gevan-
genisbestaan van de markies
van 1783 tot zijn dood in
1814.
Sade zit opgesloten in een
toren van Vincennes wegens
buitensporige seksuele uit
spattingen, mishandelingen
en godslasterlijke porno-ero
tische praktijken. Hoe moet
een ongedurige seksuele ma
niak in de eenzaamheid van
een torenkamer zijn tijd do
den? Door zichzelf te bevredi
gen: lichamelijk en geestelijk.
Hij schrijft brieven aan zijn
vrouw Pélagie, die hij al vie
renhalf jaar niet heeft gezjen,
over maten van 'kokers' en
'flacons' die hij nodig heeft
voor zijn zelfbevredigings
praktijken en waarvan hij
nauwkeurig de afmetingen en
fabricagevoorschriften in zijn
brieven vermeldt. Sade turft
het aantal ejaculaties en 'in
troducties' (het gebruik van
kunstpenissen).
Het is jammer dat juist in
zo'n lijvige biografie, waarin
talloze oninteressante details
tot in de kleinste finesses wor
den uitgeknepen, de seksuele
aberraties van de markies het
moeten doen met de opmer
king dat er veel 'nog niet vol
ledig ontcijferd' is. Ook over
Sades verhouding met het 18-
jarig meisje Magdeleine waar
mee hij op zijn 74ste 'spelle
tjes' doet is weinig bekend.
De biograaf: „Sades notities in
zijn dagboek zijn natuurlijk
meestal nogal discreet. Niet
altijd, gelukkig. We beseffen
tamelijk snel dat bijvoorbeeld
het teken O telkens een
seksuele gevoelswaarde heeft.
Waarmee we niet écht iets
opschieten, want welke is die
waarde precies?"
Een andere manier om de
tijd te doden voor Sade was
schrijven. Brieven, dagboek,
toneelstukken, filosofische es
says en boeken. Net voordat
de Bastille bestormd wordt
(1789) schrijft hij het werk dat
hem opnieuw in de gevange
nis zal doen belanden: Justi
ne, of de tegenspoed der
deugdzaamheid. Dit onlangs
herdrukte boek lijkt in de
voortdurende onterende be
schrijvingen van de bloed
mooie en kuise en gelovige
Justine (zij noemt zich Thé-
rèse in het verhaal dat zij ons
vertelt) op een verkapte aan
klacht tegen de 'onkreukbare'
Robespierre.
Alles draait om wellust,
egoïsme, wreedheid en de
meest absolute goddeloos
heid, zegt Dom Sévérino, een
der monniken van de Heilige
Maria van de Wouden, in het
als klooster vermomde onrei
ne huis. Los van de orgasti
sche pornografie, kbmen in
dit boek lezenswaardige 'filo
sofische' passages voor over
prikkeling en verbeelding,
over natuur en godsdienst.
Op 2 december 1814, rond
middernacht, eindigt het le
ven van Sade, dat zich 27 jaar
in gevangenschap heeft afge
speeld. Maar als een soort
wraak heeft hij ons zijn werk
nagelaten. Of zoals een der
gevangen vrouwen in het
klooster over Dom Sévérino
zegt: hij is net als die perverse
schrijvers, 'wier verdorven
heid zo gevaarlijk is, zo werk
zaam, dat zij hun afschuwelij
ke ideeën alleen laten druk
ken met de opzet de totaliteit
van hun misdaden na hun
dood te laten voortduren.'
Hermine Landvreugd: „Ik vind het vervelend als ze zeggen dat mijn figuren leeghoofdig zijn. Mensen zien kennelijk niet in dat ze een en ander zelf
moeten invullen." foto chris van houts
veau van dit boek hebben.
Voorheen was ik op een zorge
loze manier bezig met schrij
ven, de druk staat de onbevan
genheid toch wel enigszins in
de weg. Ik hou er van om me te
rug te trekken in mijn eigen fan
tasiewereld, om te spitten en te
wroeten, al moet dat natuurlijk
ook weer niet te erg worden,
anders word je wereldvreemd.
Maar het is wel wat ik het liefste
doe, wat iedere kunstenaar toch
het liefst doet, zijn eigen wereld
Hermine Landvreugd, Het
zilveren theeëi. Uitgeverij De
Bezige Bij, 30,00.
buitenleven vanaf ongeveer
1600 en de doelbewust aange
brachte samenhang tussen na
tuur en kunst op majesteitelijk
aangelegde buitenplaatsen. Bij
de eigenaren leefde de veron
derstelling dat met behulp van
de kunst de natuur kon worden
aangepast en te perfectioneren
was, zodat zij meer zou beha
gen en tot groter nut kon zijn.
De inrichting van de tuin met
natuur en kunst moest de wan
delaar 'opvoeden'.
In het tweede deel gaat de
EIaarlemmer dieper in op vijf
historische tuinen. Het Loo,
Heemstede (bij Utrecht) en Zij
debalen zijn voorbeelden van
groots opgezette buitens. De
Hortus Botanicus in Leiden en
de Haarlemse Hortus Medicus
hadden in de eerste plaats een
wetenschappelijke doel. Aan de
andere kant droegen beide tui
nen door hun inrichting tegelij
kertijd bij aan het openbare
groen in de stad.
De Jong wijst in zijn inleiding
op het belang van historische
kennis bij het beheer, behoud
en de vernieuwing van vooral
buitenplaatsen. Hoewel hij er
niet bij vertelt hoe, stelt hij zelfs:
„De huidige milieucrisis maakt
een herintegratie van de natuur
op elk planniveau in onze ruim
telijke ordening noodzakelijk."
Een eerste stap zou kunnen zijn
om De Jongs boek verplichte li
teratuur te maken voor studen
ten in de tuin- en landschapsar
chitectuur.
RECENSIE HANS WARREN
G. L. Durlacher, Quarantaine Meulen-
hoff, Amsterdam. 24,90.
G. L. Durlachers nieuwe boek
Quarantaine behoort tot de lite
ratuur die men nauwelijks zon
der tranen kan lezen. Misschien
is literatuur in dit verband al
een misplaatst woord. Het zou
de indruk wekken dat de Haar
lemse auteur moeite doet zijn
schokkende herinneringen op
een of andere manier te ver
fraaien. Dat is niet het geval.
Durlacher doet zijn verhaal in
korte en sobere zinnen. Hij
schrijft vermoedelijk vooral bij
wijze van therapie, om vat te
krijgen op dat allergruwelijkste.
Door zijn terughoudende wijze
van schrijven kunnen wij lezers
ons het onvoorstelbare
enigszins voorstellen.
Durlacher is de enige overle
vende uit een joodse familie. Hij
werd in 1928 in Duitsland gebo
ren, in 1937 vluchtte het gezin
uit angst voor de nazi's naar
Nederland. Westerbork, The-
resiënstadt en Auschwitz wist
hij te doorstaan. Na de oorlog
begon hij, uiterlijk tenminste,
een nieuw leven. Veel later ging
hij schrijven. In 1985 debuteer
de hij met Strepen aan de hemel
In de jaren daarna volgden nog
Drenkelingen De zoektocht.
De vier verhalen in de nu ver
schenen bundel Quarantaine
staan vooral in het teken van
pogingen ondanks alles een
min of meer normaal bestaan te
leiden. In 'Verboden lessen' bij
voorbeeld maken we kennis
met Bennie Bril die de jonge
mannen in kamp Westerbork
bokslessen geeft en met dr. Bel-
infante die in Theresiënstadt
aan Durlacher wiskundeles
geeft. In Quarantaine schrijft hij
over een verblijf in het kamp
hospitaal en de liefde die hij op
vatte voor de vrouw die hem
behandelde. Ook dat ging door
Durlacher beschrijft in sobere, korte zinnen het allergruwelijkste.
bij deze jongen van 14, hoe ho
peloos zijn vooruitzichten ook
waren. Dat maakt deze verhalen
zo indrukwekkend: hoe men in
onmenselijke omstandigheden
toch zo menselijk mogelijk pro
beerde te leven.
Over zijn terugkeer na de oor
log gaat het verhaal 'Na 1945'.
„De kranteberichten over het
proces van Neurenberg gaan
niet ongemerkt aan mij voorbij,
foto pr
maar verslinden doe ik ze niet.
Het bijbelverhaal over de vrouw
van Lot krijgt betekenis. Om
zien naar het dodenrijk is ge
vaarlijk." Maar uiteindelijk is hij
dus wel om gaan zién en wij kij
ken verbijsterd, woedend en
treurig mee. Hoe persoonlijk
Durlacher ook schrijft, zijn werk
zal niemand onberoerd laten.
Quarantaine confronteert ons
evengoed met de wereld van
toen als met de wereld van nu.
Nationale Ideeënlijn bundelde invallen en interviews:
Thesiger was een van de
laatste ontdekkingsreizigers.
Van het gevaar van arrogantie
in de toon van het reisverslag -
een gebied beslaat pas op de
wereldkaart als een westerling
het heeft gezien - is Thesiger
zich het hele boek door bewust.
Regelmatig trakteert hij de lezer
dan ook op zijn angstige ge
dachten, dat juist door zijn 'ont
dekking' een cultuur die eeu
wenlang bestond zal verdwij
nen. Maar hij beseft ook dat de
'vooruitgang' toch onvermijde
lijk is en geniet van zijn tijdelij
ke levensvervulling. Met zijn
voortreffelijke boek waant de le
zer zich urenzelf een bevlogen
on tdekkingsreiziger.
RECENSIE ANKIE FRANTZEN
Stichting de Nationale Ideeënlijn. Natio
naal Ideeënboek. Uitgeverij Van Holkema
&Warendorf. ƒ24,90.
Iedereen baalt wel eens ergens
van. Of het nu komt door een fi
le die kilometers lang is, een
contactlens die voor de zoveel
ste keer zoek is of een bood
schappentas die zó zwaar is dat
je hem niet meer kunt dragen,
het zijn altijd vervelende ogen
blikken. Soms kom je juist op
zo'n moment op een briljant
idee, waarmee het probleem
opgelost zou kunnen worden.
Meestal blijft het bij een inge
ving, waarmee je verder niks
doet.
De Nationale Ideeënlijn ver
zamelt dit soort invallen en die
zijn nu gebundeld in het Natio
naal Ideeënboek. De ingevingen
zijn daarin afgewisseld mei in
terviews met bekende Neder
landers. Minister Hedy d'Anco-
na van WVC denkt, dat iedereen
van nature fantasierijk is. „Wat
is nu de essentie van de creati
viteit? Dat is dat je het cliché
verlaat en een grote onbevan
genheid aan de dag legt. Dat
hebben kinderen van nature. Ik
denk dat het ons wordt afge
leerd!" Frank de Boer (Ajax)
vindt zichzelf een vrij creatieve
voetballer. Zijn beste idee vindt
hij: „Mijn vriendin! Om met
haar om te gaan, dat was verre
weg mijn beste idee!"
Een aantal gedachten uit het
boek is werkelijkheid geworden,
maar of dat dankzij tie Ideeën
lijn komt is niet duidelijk. Bij
voorbeeld het gebruik van rol
schaatsen als vervoermiddel. Of
een discowagon aan de trein
koppelen om de verveling tij
dens de reis tegen te gaan. Bij
de It-expres, die tussen Brussel
en Amsterdam rijdt, lijkt dat
aardig te lukken, l iet plan om
het doen van boodschappen te
versnellen door middel van een
pocketcomputer waarmee de
klant zelf de prijzen registreert
is niet lang geleden door Albert
Heijn ingevoerd in een filiaal.
Hierover heeft Albert Heijn ove
rigens geen contact gehad met
de telefoonlijn.
In totaal staan er tweehon
derd ideeën in het boek. Ie
mand zou graag zien dat er een
anonieme meldlijn voor sleche
werkomstandigheden komt. 'De
gevaarlijkste, meest opgezonde
klusjes in bedrijven worden
meestal opgeknapt door men
sen die al op de schopstoel zit
ten', licht de man zijn ingeving
toe. Ook plannen als weekend
spreiding. in navolging van va
kantiespreiding, of een part-ti
me hond voor mensen met wei
nig tijd worden vermeld. Creati
viteit kan gebruikt worden om
problemen op te lossen, maar
een dosis humor is daarbij vol
gens het boek onmisbaar. 'Wij
hebben het sterke vermoeden,
dat creativiteit en plezier ergens
in de hersenen aan elkaar vast
zitten.'