'Alex' staat niet te trappelen De kater van de champagne Kroonprins Willem-Alexander. FOTO WIMI Kroonprins studeert na zes jaar af Kroonprins Willem-Alexander gaat de geschiedenis in als de Oranje-student die niet van studeren houdt. Zes jaar lang deed hij geschiedenis aan de Rijksuni versiteit Leiden en voortdurend gingen er geruchten dat hij niet slim zou zijn, nauwelijks in staat om een universitaire studie te volgen. 'Alex' was een sport man, een levensgenieter, geen studiebol. Maar einde lijk is het moment daar. Vrijdag krijgt hij zijn bul en is de kroonprins doctorandus in de geschiedenis. CARINE NEEFJES Met de bul komt een einde aan het dubbelleven van kroon prins en student. Zes jaar lang zette Willem-Alexander het koningschap een beetje van zich af en probeerde hij zoveel mogelijk student te zijn. Nu kan hij zich niet meer verschuilen achter zijn boeken en moet hij zich voorbereiden op zijn toekomstige taak als koning. In overleg met zijn ouders, koningin Beatrix en prins Claus, wordt er een programma uitgestippeld waarin hij kennis maakt met diverse facetten uit de samenle ving. Dat er een beetje rekening wordt gehou den met de wensen van de prins zelf, blijkt uit de plannen om hem af en toe als piloot te laten werken. Zijn jongensdroom („Later wil ik piloot worden") wordt hem nog niet hele maal afgenomen. Maar de periode dat hij om die reden publieke optredens kan afwimpe len, is voorbij. Zijn proeftijd als koning is nu definitief aangebroken. De prins schreef zijn afstudeerscriptie over de reactie van Nederland op de beslissing van de Franse president De Gaulle om met Frankrijk in 1966 uit de militaire organisatie van de NAVO te stappen. Prof. dr. H.L Wes- seling, hoogleraar algemene geschiedenis en directeur van het Instituut voor de geschie denis van de Europese expansie, begeleidde het afstudeerproject van Alexander. Wesse- ling is één van de meest gerespecteerde Frankrijk-kenners in Nederland. Tijdens het staatsbezoek van koningin Beatrix in 1991 aan Frankrijk trad hij tijdelijk op als haar we tenschappelijk adviseur. Zenuwachtig Willem-Alexander hoeft zich overigens niet te schamen voor zijn langdurige studieperiode. Volgens de meest recente cijfers van het Cen traal Bureau voor de Statistiek studeert 36 procent van de geschiedenisstudenten bin nen zes jaar af en doet 46 procent er maar liefst zeven jaar over. Toen de laoonprins vijfdejaars student ge schiedenis was, begonnen hoffunctionaris sen echter wel wat zenuwachtig te worden over de studieresultaten van de prins. Vorig jaar was er even sprake van dat Alexander zijn zieke vader zou vervangen tijdens het staatsbezoek aan Nieuw-Zeeland. Maar de reis werd afgewimpeld met het argument: 'de prins moet studeren'. Op die manier werden meerdere publieke optredens voor de kroonprins afgehouden: alsof hij altijd met zijn neus in de boeken zat. Dat de studie toch niet vlot verliep, lag vol gens de Rijksvoorlichtingsdienst niet aan het intellect van de kroonprins. „Als gediplo meerd verkeersvlieger moet hij immers regel matig vliegen om ervaring op te doen", was een veelgehoord excuus. En dan waren er volgens zijn woordvoer ders toch wel enkele publieke optredens die de studie wat vertraagden. Uit de archieven blijkt dat de prins in zes jaar studietijd zo'n 50 bijeenkomsten bijwoonde en zeven bui tenlandse reizen maakte. Koningin Beatrix had tijdens haar eerste drie studiejaren in Leiden echter mepr dan 90 officiële verplich tingen en zij rondde haar studie rechten wel binnen vijf jaar af. De professsor deelde des tijds mee dat zij behoorde tot de groep ta lentvolle afgestudeerden van wie de namen doorgaans werden doorgegeven aan het mi nisterie van justitie voor een betrekking op het departement. Vrolijke student Zijn drukke bestaan als kroonprins is dan ook niet de voornaamste reden dat Willem- Alexander pas aan het eind van zijn zesde jaar afstudeert. De kroonprins staat gewoon niet te trappelen om koning te worden. Daar om smeerde hij zijn studententijd zolang mogelijk uit, zodat hij zich nog niet hoefde voor te bereiden op zijn toekomstige taak. Met deze wat nonchalante houding lijkt hij geen haar op zijn perfectionistische moeder. Gedreven door haar ambitieuze karakter ge droeg zij zich al tijdens haar studententijd als de toekomstige vorstin, terwijl Willem- Alexander zich vooral als vrolijke student ma nifesteerde. Willem-Alexander begon in september 1987 aan zijn studie geschiedenis in Leiden. Opvallend genoeg kozen toen veel meer schoolverlaters vooral veel meisjes voor deze richting dan voorgaande jaren. Willem- Alexander werd lid van de studentenvereni ging Minerva en zijn leeftijdsgenoten lagen nachtenlang voor de deur om ook een plaats te bemachtigen in deze populaire Leidse stu dentenclub. 'Alex' was in Leiden geen gewone student. Volgens zijn studiegenoten was hij in het eer ste jaar wel regelmatig op de universiteit, maar daarna hebben ze hem nauwelijks nog gezien. Tijdens hoorcolleges was hij bijna nooit aanwezig. De prins heeft volgens zijn jaargenoten voornamelijk privé-lessen ge had. Als kroonprins had hij een speciaal studie programma. Toen hij na anderhalf jaar zijn propaedeuse haalde, kon hij niet als ande re studenten een eigen specialisatie kie zen. Zijn hele vakkenpaJcket werd voor hem samengesteld, volledig gericht op het toe komstig koningsschap. Hij bestudeerde de parlementaire en internationale geschiede nis, kreeg privaatcolleges staatsrecht, ver diepte zich in het volken-, mensen- en inter nationaal recht en stortte zich op de EG-wet- geving. Speciaal voor de kroonprins werd de gel dingsduur van enkele tentamens verlengd, als hij vanwege koninklijke verplichtingen zijn studie even moest onderbreken. Dat ge beurde destijds overigens ook al voor zijn moeder. Als de verkoop van champagne een goede barometer is voor het economische klimaat, dan staat het er niet best voor. De recessie slaat keihard toe in de meest prestigieuze wijnstreek ter wereld, de Noord- franse Champagne. De befaamde champagnehuizen rond Reims en Epernay hebben met record voorra den te kampen. Ondanks prijsverlagingen van 30 procent en meer raken ze hun dure mousserende wijnen aan de straatstenen niet meer kwijt. De fi nanciële problemen van sommige champagnehui zen zijn zo groot dat er gedwongen ontslagen zullen vallen. Dat is nog nooit vertoond in een branche die als een sociaal paradijs bekend stond. De Champag ne-regio betaalt een zióare prijs na jaren van onge kende euforie. Op het eerste oog lijkt het de Noordfranse champagnehoofd stad Epernay voor de wind te gaan. Aan de brede Avenue de Champagne hebben prestigieuze champagnehuizen als Moet et Chandon, Perrier Jouet, Pol Roger, Vranken en Mercier hun hoofdkwartieren ge vestigd in imposante, fraai gerestaureerde villa's en kasteeltjes. Maar achter de indruk wekkende gevels gaat een trieste werkelijk heid schuil. Het gaat slecht met de champag- nehandel. Moet et Chandon, onderdeel van de LVMH-groep (Louis Vuitton Moet et Henne- sey) kondigde enkele weken geleden ruim 200 gedwongen ontslagen aan. Een ander be faamd huis van dezelfde groep, Pommery, volgde met een sociaal plan voor 99 werkne mers. Het is nog maar het begin van een golf van ontslagen, die vrijwel alle champagne huizen zal treffen, zo vrezen insiders. „Som mige champagnehuizen zijn totaal aan de banken overgeleverd. En de banken zijn steeds minder geneigd om steeds nieuwe kredieten te blijven verstrekken", vertelt Francois-Xavier Mora, algemeen directeur van het in Reims gevestigde champagnehuis Lanson. Een huis met een grote faam, zoals blijkt uit een verzameling ingelijste menukaarten in het kantoor van Mora. Toen de Ameri kaanse president Dwight Eisenhower in 1959 zijn illustere collega De Gaulle bezocht, spoelden de heren tijdens het dessert van hun staatsbanket met een glas Lanson weg. Desondanks gaan de gevolgen van de reces sie niet aan Lanson voorbij. Lanson en haar moederbedrijf Mame et Champagne, na LMVH de grootste champag- negroep, hebben het afgelopen jaar honderd miljoen gulden op hun voorraden moeten af schrijven, zo rekent Mora voor. „We hebben in totaal zo'n 75 miljoen flessen op voorraad in onze kelders. Die voorraad was twee jaar geleden nog ruim een miljard franc (330 mil joen gulden) waard. Sindsdien zijn de prijzen gemiddeld met 30 procent gedaald. De re kensom is simpel." Dubbele crisis De oorzaak van de crisis die de champagne- handel doormaakt, is tweeledig. De economi sche recessie in Europa en de devaluatie van diverse munteenheden hebben de export na tuurlijk geen goed gedaan. Maar daarnaast wordt de champagne geconfronteerd met een veel ernstigere, interne crisis. „Tot 1989 ging alles voor de wind. De verkopen stegen jaarlijks met 10 procent of meer. Het ging te goed en in de euforie hebben we met zijn al len ernstige fouten gemaakt", zegt Claude Taittinger, directeur van het gelijknamige, anderhalve eeuw oude familiebedrijf. In de indrukwekkende balzaal die hij zijn werkkamer mag noemen, geeft hij een kort college. „Tot 1989 bestond er een soort over legeconomie in de branche. Wijnboeren slo ten langlopende contracten met de cham pagnehuizen. Daarin werden de hoeveelheid druiven die ze dienden te leveren en de prij zen vastgelegd. Het systeem heeft tientallen jaren goed, maar het werd opgeblazen omdat sommige boeren en sommige champagne huizen er beter van dachten te worden. Door de sterk gestegen vraag driegde een tekort aan druiven en dat leidde tot waanzinnige prijsstijgingen en onverantwoordde produc tieverhogingen. Daar betalen we nu de prijs Ondanks de ernstige crisis is Taittinger op timistisch over de toekomst. „De verkopen zullen volgend jaar weer aantrekken. Maar veel belangrijker is dat de prijzenslag defini tief voorbij is. In 1990 betaalden sommige wijnhuizen bijna 40 franc (ruim 13 gulden) voor een kilo druiven. Je hebt 1,25 kilo nodig om één fles champagne te kunnen maken. Sommige huizen moeten hun champagne die ze drie jaar geleden van die dure druiven maakten, nu voorde kostprijs verkopen." Taittinger doet daar niet aan mee. „Wj maken geen massaprodukt. De Franse filo soof Amaud heeft in de jaren vijftig al gezegd dat er in de volgende eeuw alleen nog plaats is voor hele groten en voor artiesten. Wij wil len niet groot worden, maar horen tot de ar tiesten onder de champagnehuizen." Dat laatste geldt nog meer voor het cham pagnehuis Bollinger, gevestigd in het dorp Ay, even ten noorden van Epernay. Bollinger is voor meer dan 70 procent zelfvoorzienend. De meeste andere champagnehuizen ver bouwen hooguit 15 procent van de druiven die ze nodig hebben zelf. Verder laat Bollin ger, als enige champagnehuis, de wijn nog rijpen op eikenhouten fusten, alvorens tot bottelen over te gaan. Bollinger heeft de reputatie de Rolls Royce onder de champagne te zijn en wil dat voor alles zo houden, zo legt directeur Ghislain de Montgolfier uit, onder het proeven van een drietal zeer exclusieve flessen uit de 7 kilo meter lange kelders van Bollinger. Hetgeen bepaald geen straf is. De directeur laat de champagne langdurig zijn reukorgaan strelen alvorens te proeven. Zoals het hoort spuugt hij de verukkelijke wijn vervolgens in een daartoe bestemde wasbak. Dat laatste kun nen wij niet over ons hart verkrijgen. De fles sen in kwestie zijn alleen in de betere restau rants op de kaart te vinden, vanaf pakweg 500 gulden per fles, zo merkt De Montgolfier op alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Bollinger heeft van de crisis niet veel last. Klassenstrijd „Bollinger is het vrijwel enige champagne huis dat principieel vast houdt aan de am bachtelijke filosofie die vroeger in de cham pagnestreek overal voorop stond", zegt Ber nard Beaulieu, leider van de communistische vakbond CGT. Merkwaardig genoeg heeft de radicale vakbond grote aanhang onder het personeel van de champagnehuizen. De filo sofie van de klassenstrijd gedijt blijkbaar uit stekend in de vochtige en donkere kelders rond Reims en Epemay. Dankzij de macht van de CGT en de riante winstmarges van de champagnehuizen stond de champag nestreek tot voor kort te boek als een sociaal paradijs. „Van ontslagen was nooit sprake, de salarissen en de werkomstandigheden waren beter dan waar ook", aldus Beaulieu. De dubbele crisis die de champagne nu treft, maar vooral de opmars van het grootka pitaal in de branche, dreigt daaraan definitief een einde te maken, als we Beaulieu moeten geloven. „Steeds meer vermaarde champag nehuizen zijn de afgelopen jaren in handen van multinationals gekomen. Zoals Moet et Chandon, Pommery en Veuve Cliquot. Die zijn allemaal onderdeel van de LVMH-groep. Binnen die groep geldt een puur industriële logica. Er moet vóór alles winst worden ge maakt en champagne is net zo'n produkt als whiskey of dure leren tassen. Het is dan ook geen wonder dat juist die groep nu met ge dwongen ontslagen komt." Beaulieu's vakbond vecht die ontslagen met alle middelen aan. „De champagnehui zen hebben tot twee jaar geleden fabelachti ge winsten gemaakt. Nu het even wat minder gaal, smijten ze hun mensen er onmiddellijk uit. Dat is schandalig en in strijd met de filo sofie die hier altijd geheerst heeft

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 37