'Tijd voor een nieuw volkslied? Ja, met house-dreun'
Tumult in Taiwan
Het Gesprek van de Dag
Rij veilig met plezier
word autogordeldier!
'Van de natuur hoef
je niet na te denken'
18
ZATERDAG 26 JUN11993
Het volkslied van Nederland,
vooral jongeren schijnen de
tekst er niet meer van te ken
nen. Dat is althans de constate-
r ring van de Tweede Kamer-frac
ties van CDA, SGP, WD, GPV
en RPF. Een uitermate treurige
Jr. toestand, menen deze partijen,
v- Zij hebben minister Ritzen ver-
26 zocht het Wilhelmus „als na-
tionaal en samenbindend sym
bool van onze pluriforme sa
menleving" te redden. Of de
Nederlanders daar zo blij mee
zijn? Bezoekers van de markt in
Hazerswoude-Rijndijkgaan in
ieder geval niet op herhalings
cursus, zelfs niet als ze de tekst
van dit zestiende eeuwse Geu
zenlied niet meer kennen.
„Voor mij heeft het Wilhelmus
geen enkele betekenis" zegt
Diana Wijsman, die met haar
vriendin Jolanda de Vreede over
de markt slentert. „Ik vind het
sowieso een waardeloos volks-
lied. Ik denk dat de tekst weinig
5 kinderen iets zegt. Hoezo Duit-
3 schen bloed, hoezo koning van
Hispanje?" Tijd voor een nieuw
volkslied dus? „Ja" zegt Diana.
Jolanda: „Met een house-
dreun."
De twee vriendinnen komen
vier regels ver in hun poging het
eerste couplet te zingen. En dan
verzandt de voordracht in ge-
„Je denkt toch niet dat ik van
mijn lotje getikt ben? Ik ga het
niet zingen" zegt een heer op
leeftijd, die niet met zijn hoofd
en met zijn naam in de krant
wil. Anoniem wil hij toch het
een en ander wel kwijt. „Je
moet Ritzen eens vragen of hij
weet hoeveel coupletten het
Wilhelmus heeft. Dat weet hij
vast niet. Het zijn er 27 maar
niemand weet dat. Er zijn er
maar vijftien gedrukt. En Wim
Kok, die kent de teksten niet,
dat geloof ik nooit." En dan be
gint de man met de eerste re
gels van het vorige Nederlandse
volkslied dat in 1932 werd afge
schaft. Wier Neerlands bloed
doord'aderenstroomt, van
vreemde smetten vrij. "Tsja,
vreemde smetten, zoiets kon
natuurlijk niet meer in de jaren
dertig. Hoewel, dan kun je ook
vraagtekens zetten bij Ben ik
van Duitschen bloed. Al zegt de
anonieme heer: „Daar maken
veel Nederlanders fouten mee.
Het betekent net als in Flying
Dutchman gewoon 'Neder
lands'."
Meneer H. Sieval heeft gemeng
de gevoelen over het Wilhel
mus. „Of het betekenis heeft
voor mij?... Nee, niet echt...
Hoewel, bij een voetbalwed
strijd hoort het er wel bij... Ge
loof ik." Zijn poging het eerste
couplet op te zeggen, gaat rede
lijk. Op de toevoeging 'geloof ik'
na 'ben ik van Duitschen bloed'
na dan. En de laatste twee re
gels lukken ook niet meer.
Echt schamen hoeft hij zich
niet. Mevrouw C. Dijkstra be
gint er niet eens aan. „Nee
hoor, ik doe absoluut geen po
ging", zegt ze resoluut. „Dan
moet ik veel te veel nadenken.
En ik zit nu met allemaal bood
schappen in mijn hoofd. Ik zing
het Wilhelmus trouwens nooit.
Het heeft voor mij totaal geen
betekenis."
Ed Noordergraaf bakt stroopwa
fels. Heerlijke stroopwafels zelfs.
Maar toch vindt hij dat de
Tweede Kamer-fracties met hun
verzoek het te bruin bakken.
„Het Wilhelmus? Ik vind het on-
H. Sieval: „Bij een voetbalwed
strijd hoort het er wel bij... Geloof
ik."
doening, dat Nederlands volks
lied. „Ik ben een beetje bang
voor nationale tendenzen. De
manier waarop het gebruikt
wordt zo af en toe. Kijk, bij een
voetbalwedstrijd beginnen de
supporters van de tegenpartij
altijd te fluiten en boe te roe
pen. Dat vind ik zo onaardig dat
het van mij niet een gespeeld
hoeft te worden. Nu ach, een
poging voor het eerste couplet
wil ik wel wagen." Net als Wie-
be komt ze zes regels ver.
Mevrouw C. Dijkstra met de kinderen Danny en Daisy: „Nee, geen po
ging. Dan moet ik te veel nadenken."
Ed Noordergraaf: „Het Wilhelmus? I
zin. Net als alle andere vormen
van verheerlijkingen, vind ik dit
uit den boze", zegt hij. Een po
ging om het volledige eerste
couplet op te zeggen „ik ken
de tekst wel', zegt Noordergraaf
nog manmoedig mislukt dan
ook grondig na de eerste paar
regels.
Tsja, Wiebe van der Waals is
een jonge gast. Maar wel de eni
ge, die het Wilhelmus durft te
zingen in plaats van op te zeg
gen. Hij komt een eind, zes re
gels maar liefst. En dat is zo'n
beetje het record. Wiebe begon
.heel voorzichtig. „Het Wilhel
mus, ja dat heb ik wel gehad op
school. Ik ken het wel, denk ik...
Of het wat voor mij betekent?
Nee, niet echt. Als ik ergens ben
waar het gespeeld wordt, zing ik
het voor de vorm wel mee."
Wiebe van der Waals, de enige
die het volkslied durft te zingen.
Hetty van Veen van de Wereld
winkel vindt het een enge be-
Hoewel het gebruik van autogordels op de achterbank sinds 1
april 1993 verplicht is, neemt de Nederlander het met dit voor
schrift nog steeds niet zo nauw. Een onderzoekje heeft uitge
wezen dat hij denkt dat de boetekans bij een overtreding tegen
deze wet nul komma nul is. Zo. Dus de politie is te lief. Dat
kunnen we ons bijna niet voorstellen.
Robbert Blom, voorlichter van de politie Leiden, benadrukt dat
het gebruik van autogordels op de achterbank in „de algehele
taakstelling van de politie wordt meegenomen. „Maarhet is
natuurlijk afhankelijk van de agent wat hij met zo'n overtre
ding doet. Dus of hij er een bekeuring van 50 gulden voor geeft
of niet. Het is niet zo dat wij hier een speciaal aandachtspunt
van maken. Het wordt, zoals ik al zei, in de algehele controle
meegenomen. De wet vermeldt dat bestuurders gebruik moet
maken van gordels op de achterbank als deze standaard in de
auto zijn geleverd. Bij auto's waarin dat niet zo is, is het niet
verplicht. En ook niet bij oldtimers, die wagentjes van voor
1971 die nooit een gordel hebben gehad."
Beter maar wel zo'n gordel dragen, mensen. Ik zou zeggen: Rij
veilig en met plezier! Word een autogordeldier!
CEESVAN HOORE»
In het Japanse en Taiwanese
parlement zijn knokpartijen
scheringen inslag. Oudere, zo
op het eerste gezicht bezadigde
heren halen als zij hun gelijk
niet met woorden kunnen krij
gen ineens uit met een welge
richt karateklap op het strotte-
hoofd van de geachte oppo
nent. Of ze voeren met hun
stramme benen plotseling een
side-kick uit.
Ik heb me wel eens afgevraagd
waarom dit spektakel, dat - la
ten we eerlijk zijn - voor de kij
kers een lust voor het oog is in
Europa nog geen ingang heeft
gevonden. Ik geloof niet dat de
gemiddelde Japanner of Tai-
wannees agressiever is dan de
Europeaan. Maar wel hebben
de meesten in het leger gezeten
waar ze een gedegen opleiding
in de vechtsport hebben geno
ten. Nou ja. genoten, laten we
zeggen 'gehad'. En als je een
maal weet hoe je een klap moet
uitdelen; vergeet je dat je leven
lang niet meer.
Ik heb zo de indruk dat de
meeste Nederlandse parlemen
tariërs na hun studie vrijstelling
hebben gekregen van dienst en
als brave jongetjes, die wel een
pennetje weten vast te houden
maar geen vuist weten te ma
ken, doorgestroomd zijn naar
de politiek. Verbaal gezien heb
ben ze zich wel leren weren.
Maar als het op vechten aan
komt kunnen ze nog geen deuk
in een pakkie boter slaan. Ten
minste, dat denk ik.
Ruud hockeyt, Elco tennist en
de andere politici zullen ook
wel iets doen in die richting.
Wöltgens lijkt me te zwemmen.
Dat wil zeggen: in het bier, niet
in het zwembad.
Ik zou de heren - net als hun
voormalige collega Schmelzer
die aan judo deed maar die ik
helaas tijdens de roemruchte
nacht niet in actie heb mogen
zien - aanraden toch eens wat
aan vechtsport te gaan doen. Ik
weet nog wel een achterzaaltje
in Den Haag. bij Rinus Martinus
op de HoefVade. Daar kunnen
ze zich door hun chauffeur voor
niks naar toe laten brengen. We
hebben de laatste tijd al niet te
klagen over tumult in de poli
tiek maar wat knallen voor de
bolus van de geachte opponent
zouden de zaak nog eens aan
zienlijk verlevendigen. Het is
maar een suggestie.
OOIT
KIEST U
VOOR
MOOIST
'Natuur is voor tevredenen of
legen./En dan: wat is natuur
nog in dit land?/Een heuvel met
wat villaatjes ertegen,/ een
stukje bos, ter grootte van een
krant'. Deze vier regels vormen
de aanhef van Bloems prachtige
gedicht 'De Dapperstraat'. Maar
nu het volgens de kalender net
vier dagen zomert, heb ik toch
ineens moeite met die regels.
Hier geen natuur^? Mensënlief,
de boomwortels haken je in alle
straten pootje en het groen
dringt je van de weg af. Groen,
groen, groen, overal waar je
kijkt. En alles meteen ook zo
weelderig. De bomen buigen er
van door. En de bladeren ruisen
elke ochtend zo massaal dat het
is alsof de wereld met een hele
grote bezem wordt aangeveegd.
De natuur. Rust vind je er. En
heerlijke geuren. Als het maar
even kan, ga ik de stad uit. Fiet
sen langs het wuivende akker
land, langs het water ook, dat 's
avond zachter en olieachtiger
lijkt dan overdag. De natuur in
dus. Hebben anderen dat nou
ook?
Mevrouw P. Overdevest is eige
naresse van café-restaurant
Cronesteijn aan de Vliet. Ze
heeft weinig tijd voor de natuur.
„Maar als ik een uurtje over
heb, ga ik wel met de hond lo
pen. Dat is gezelliger dan alleen.
Ik vind vooral rust in de natuur.
In de winter ga ik vaak naar het
strand. Dan zijn de golven mooi
wreed en er zijn weinig mensen,
's Zomers ga ik nooit. Op het
strand liggen in de zomer heeft
niks met natuurgenot te ma
ken."
De in Leiden woonachtige dich
ter Anton Korteweg zou als hij
niks anders te doen had milieu
activist worden. „Ik maak vaak
grote Fietstochten naar Kampen
ofVenlo. Het mooiste stuk van
Nederland is de vierhoek
Schoonhoven, Hardinxveld
Giessendam, Grave, Zevenaar.
Maar ook even voorbij de
Reeuwijkse plassen is het mooi.
Van de natuur hoef je niet na te
denken, iets wat je in het dage
lijkse leven altijd weer moet.
Het is voor mij een ruimte die
geen beroep doet op mijn ver
standelijke vermogens. Ik krijg
even vrij van mezelf."
„Ik fiets graag over de rivierdij
ken, langs de uiterwaarden. Dan
zie je zo'n bootje kalm aan ko
men tuffen en af en toe kom je
iemand tegen die met zijn hand
aan zijn pet tikt. Een regenpak
of zo trek ik nooit aan. Dat wa
semt niet uit. Het toppunt van
lulligheid vind ik mensen die op
de fiets een paraplu gebruiken.
Ik denk dat ik eens in de maand
flink nat word, dus al die verha
len over een nat land vallen
nogal mee. Ook naar mijn werk
in Den Haag ga ik altijd fietsen.
Heerlijk, niemand tegenkomen.
Alleen wat oude dametjes die
poedels uitlaten. Ik heb er een
enorme hekel aan als mensen
mij aanspreken onderweg. Ik
wil een uur lang niks aan mijn
hoofd hebben."
Bescherming
J. Klijnstra is boomspecialist bij
de afdeling Groenvoorziening
van de Gemeente Leiden. Ook
hij zoekt rust in de natuur. „Ik
vind de natuur nog steeds een
wonder. Nooit is de natuur saai.
Vier seizoenen hebben we en
elk seizoen heeft zijn eigen
charme. Prachtig toch, de dyna
miek waarmee in het voorjaar
alles weer uitkomt. Je denkt:
nou, dit jaar zal het wel niet luk
ken. Maar ja, hoor. De natuur is
ijzersterk."
„Ik ga vaak met mijn gezin
wandelen in het duingebied en
op de Veluwe. Dan loop ik toch
vrij continu met het hoofd in de
nek. Dat is een beroepsdefor
matie. En dan vind ik het heer
lijk om te kunnen constateren
dat het er in tegenstelling tot de
pessimistische berichten nog
helemaal niet zo slecht voor
staat met de natuur."
„Na de eerste honderd meter in
een natuurgebied kom je steeds
minder mensen tegen. Ik ben
geen mensenhater, maar ik zie
ze al de hele dag. Ik hou van bo
men. Ik ben opgegroeid in een
landelijke omgeving. Als ik
vroeger bij mijn ouders op be
zoek ging, zag ik ze altijd weer
staan: die twee ouwe, trouwe ei
ken voor ons huis. Ik heb de in
druk dat bomen de mensen be
scherming geven. Van bomen
gaat zoveel kracht uit. Maar
jammer genoeg zijn de meeste
bomen de laatste tijd gestresst.
Vooral de bomen in de stad,
waar bijzonder weinig vrucht
bare aarde is. Er moeten nu en
kele bomen worden verwijderd
aan de Oude Vest in Leiden. Die
hebben de iepziekte. En het
gekke is dat niemand heeft ge
zien dat ze ziek waren. Er staan
bomen voor hun deur te sterven
en de mensen zien het niet.
Terwijl de boom vanouds altijd
heel dicht bij de mens heeft ge-,
staan. Kijk maar eens in het te
lefoonboek hoeveel mensen na
men hebben waar namen van
bomen in voorkomen. Neem de
proef op de som maar eens."
CEES VAN HOORE
Je hebt mensen die niet voor het geluk in de wieg zijn
gelegd en soms de raarste dingen meemaken:
pechvogels dus. Het Gesprek van de Dag roept elke
week een regiogenoot uit tot 'Pechvogel van de week'.
Het Leidsch Dagblad verrast de uitverkorene met een
mooie slagroomtaart van banketbakkerij Van Dam.
Vindt u dat uzelf voor deze eervolle vermelding in
aanmerking komt, twijfel dan niet om met ons contact
op te nemen. Ook mag u familieleden, vrienden of
buren voor deze prijs nomineren. U kunt bellen tijdens
de werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur op het nummer
071-356440. Ook kunt u schrijven: Leidsch Dagblad,
t.a.v. Het Gesprek van de Dag, Postbus 54,2300 AB
Leiden.
Jolanda Lemstra: „Het eerste wat ik dacht was, nee, dit kan niet dit is onmogelijk. foto jan holvast
De pech van Jolanda Lemstra
(22) valt onder het hoofdstuk
'Pech op vakantie'. Het begon
drie jaar geleden. Op vakantie
met een vriendin naar de Hoge
Veluwe. Maar al na drie dagen
sloeg het noodlot toe. De vrien
din verstapte zich en verstuikte
haar enkel. Er zat niets anders
op dan terug te keren naar
Voorschoten.
Een jaar later stond opnieuw
een vakantie naar de Hoge Ve
luwe op het programma. Dat
uitstapje begon goed want on
der stralende zon vertrok het
duo richting Otterlo. Maar Jo
landa was nog niet op de Velu
we gearriveerd, of het slechte
weer sloeg toe. Door het slechte
weer kreeg de Voorschotense
peuterleidster zoveel last van
haar rug, dat zij na zeven dag
besloot terug te keren naar het
Westen.'
Maar de vakantie van dit jaar
beloofde echt wat te worden.
Om elk risico van slecht weer
uit te bannen, werd een vakan
tie naar Portugal gepland.
„Daar heb ik driekwart jaar
krom voor gelegen, want het
was een dure reis", zegt Yolan-
da.
Het begin van de vakantie liep
op rolletjes. Zonder al te grote
problemen wist het Voorscho
tense duo Schiphol te bereiken.
Ook uit het uitstappen uit de
auto en de tocht naar de in-
checkbalie verliep voorspoedig.
Nog geen vuiltje aan de lucht
toen Yolanda de tickets over
handigde aan de grond-stewar
dess! Verstandig was het dat zij
besloot niet de zware koffei; op
de lopende band te tillen, maar
de veel lichtere bagagetas. Toen
echter ging het mis, zij bukte en
bleef onder een hoek van 90
graden staan, krak, zei de rug.
„Het eerste wat ik dacht was.
nee, dit kan niet, dit is onmoge
lijk. Door het Schiphol-perso-
neel werd ik naar een dokter ge
bracht. Die dacht dat het na
drie dagen best eens over kon
zijn en zei daarom dat ik best
kon vertrekkenDie voorspel
ling van de arts kwam echter
niet uit. Aangekomen in Por
tugal zocht Yolanda het bed in
haar hotel op (zo'n naar bed
met springveren') en is daar
vervolgens ook niet meer uitge
komen.
„De klachten werden hoe langer
hoe erger. Na drie dagen beslo
ten we om de ANWB te bellen.
Die heeft de terugreis geregeld.
Met een ambulance werd ik
naar het vliegveld gebracht.
Daar kregen ze de brancard het
vliegtuig niet in, ben ik uitein
delijk naar binnen gelopen. De
terugreis was niet eens 'zo ver
velend. Liggend kon je door vier
raampjes naar buiten kijken. En
nu lig ik dus hier, op een bed
aan de Leidseweg".
„De eerste dagen na het 'onge
luk' heb ik flink liggen balen, op
Schiphol al moest ik flink hui
len. In Portugal was het schitte
rend, mooi weer, noe weinig
toeristen, maar ik het) alleen
m'n hotelkamer gezien. Na een
paar dagen heb ik besloten om
niet meer bij de pakken neer te
zitten, en er het beste van te
maken. Van het geld dat we van
de tour-operator terugkrijgen,
gaan we nieuwe meubels ko
pen."
„Ik droom er nu nog vaak over.
Dan moet ik er eigenlijk hard
om lachen. Het is natuurlijk al
lemaal erg toevallig. Zelf denk ik
natuurlijk niet, dat er een doem
rust op mijn vakantie. Het was
gewoon toeval, het had overal
kunnen geburen."
WILLEM SPIERDIJK»