Stankmeter tegen milieuprobleem Koude kernfusie blijft een illusie Wetenschap Actie diabetici voor dierlijke insuline Suiker is niet zo zoet Alcohol remt bouwstof tegen kanker in groente WOENSDAG 23 JUNI 1993 7 UTRECHT ANP Een aantal suikerpatiënten wil een vereniging oprichten om dierlijke insuline terug op de markt te brengen. De patiënten zeggen ongunstige bijwerkin gen te krijgen van de nieuwere versie, de zogenoemde humane insuline. Volgens initiatiefnemer I. van den Beid voelen diabetici bij het gebruik van humane insuline een aanval door suikertekort niet aankomen. In zo'n situatie kan de patiënt zelfs in een coma raken. Probleem is dat de fabri kant die dierlijke insuline in middels van de markt heeft ge haald. Diabetespatiënten gebruiken insuline om hun bloedsuikerge halte op het normale peil te houden. Als dat suikergehalte flink daalt, krijgt de patiënt last van zweten, trillen en een hon gergevoel. De patiënt corrigeert die toestand door suiker te ne men of wat te eten. Die insuline werd tot nu toe ge maakt uit dierlijk slachtafval. Enkele jaren geleden is een nieuw soort insuline gefabri ceerd met genetisch gemanipu leerde bacteriën: de humane in suline. Het is identiek aan de ei gen (menselijke) insuline en goedkoper te maken. Zeker 20 procent van de suiker patiënten zop door humane in suline geen lichamelijke waar schuwingsverschijnselen meer krijgen bij een gevaarlijke daling van het bloedsuikergehalte. Bij de producent Novo-Nordisk be twijfelt M. Donker dat percenta ge. „Dat lijkt me heel, heel erg hoog. Er zullen best mensen zijn die er niet tegen kunnen en een allergische reactie krijgen, maar dat lijkt me dan een reac tie op de toegevoegde stoffen." Patiënte Van den Beid vindt dat deze reactie kant noch wal raakt. „Het gaat helemaal niet om een allergische reactie. Het probleem is absoluut niet dat je er pukkels of zoiets van krijgt." Overigens maakt Novo-Nordisk de humane insuline op een plantaardige manier, met ge modificeerde bakkersgist. Volgens Donker wijst inmiddels „vrijwel elke studie ter wereld" naar deze kwestie „min of meer definitief' uit dat het niet in de gaten hebben van zo'n aanval niets te maken heeft met de hu mane insuline. De Diabetes Vereniging Neder land (DNV) heeft toegezegd de zaak te bestuderen. Er zijn stoffen die veel zoeter zijn dan suiker en minder schadelijk voor het gebit. foto •archief UTRECHT. HENK HELLEMA Zeer nauw op onze suiker (sucrose) lijkende stoffen blijken aan zienlijk zoetene zijn dan wat wij dagelijks in onze koffie en thee doen. Dat blijkt uit onderzoek van de scheikundige drs. Rob Hooft, waarop hij aan de RU Utrecht promoveerde. Een voorbeeld is de stof splenda, alleen nog in Canada te koop, die 650 maal zoeter is dan sucrose. Daarbij merkt Hooft op dat suiker door zijn samen stelling slechter voor de lijn is en tandbederf veroorzaakt. Rob Hooft merkt op dat er zelfs een stof bestaat die 5.500 maal zoe ter is dan suiker. Beide stoffen lijken in scheikundig opzicht héél sterk op sucrose. Hooft baseert zijn beweringen op computeranaly ses van sucrose-achtige stoffen, waarvan sommige zoet zijn en an dere niet. „Het is al jaren bekend dat een bepaalde driehoekige structuur in deze moleculen een zoete smaak geeft. Of een stof in oplossing zoet is of niet, hangt af van de mate waarin het molecuul deze vorm kan aannemen. Uit het onderzoek blijkt dat een stof als splenda veel makkelijker van vorm verandert dan sucrose en daar door veel vaker de zoete vorm aanneemt." Daarnaast speelt ook het bezit van een chlooratoom een rol. Splen da (trichloro-galacto-sucrose) bezit wel een chlooratoom, sucrose niet. „Het zoet zijn van een stof ligt niet zo eenvoudig als men wel licht zou denken. Daar komt nog bij dat wij in onze mond niet één, maar waarschijnlijk vier verschillende smaakreceptoren hebben. Over 'zoet zijn' is het laatste woord nog niet gezegd. WASHINGTON AP De preventieve werking tegen kanker die uitgaat van het eten van grote hoeveelheden groen ten en fruit, wordt teniet gedaan als tegelijkertijd meer dan twee glazen alcoholhoudende drank worden genuttigd. Dat wijst een Amerikaans onderzoek uit. Uit bestudering van 16.000 vrouwen en 9.500 mannen die medisch onderzoek hebben on dergaan naar het voorkomen van darmpoliepen bleek dat mensen met een hoge concen tratie foline, een vitamine die in fruit en groenten voorkomt, minder neiging hadden tot het ontwikkelen van poliepen dan mensen die weinig foline tot zich namen. Poliepen kunnen zich ontwik kelen tot kanker. Vrouwen die veel fruit een groenten aten ble ken 34 procent minder poliepen te ontwikkelen. Voor mannen was dal percentage 37. Bij alco holgebruik veranderde het beeld aanzienlijk. Vrouwen die meer dan 30 gram alcohol per dag (ongeveer twee consump ties) tot zich namen, liepen 84 procent meer risico poliepen te ontwikkelen. Bij mannen was dat 64 procent. Dr. Edward Giovannuci, onder zoeker aan het Brigham en Vrouwenziekenhuis in Boston en de Harvard Medical School, zei dat al langer bekend was dat alcohol het folinegehalte in het bloed beïnvloedt. Hoe dat pre cies in zijn werk gaat staat nog niet vast. De dagelijkse behoefte aan fo line, of foliumzuur, kan worden gehaald uit vijf porties fruit of groenten, maar kan ook in pil- vorm worden ingenomen. Gio vannuci zei dat de tot nu toe aanbevolen dagelijkse behoefte van 400 mg foline zou moeten worden verhoogd. Het onder zoek werd onlangs gepubliceerd in het Amerikaanse Journal of the National Cancer Institute. Menselijke neus is nog altijd nodig Stank is een nauwelijks te meten milieuprobleem. Met de ontwikkeling van een stankmeter hebben drie Twentse ingenieurs van Viro Consult uit Hen gelo het probleem meet baar gemaakt. Ondanks de geavanceerde techniek van het meetinstrument, wordt de uiteindelijke meting verricht door de neuzen van tien proefpersonen. JAN BENGEVOORD „Voor het ruiken is nog geen in strument ontwikkeld. We kun nen niet zonder de neus, maar door gebruik van een nauwkeu rig instrument in combinatie met tien proefpersonen kunnen we betrouwbare geurmetingen verrichtenzegt Bert van Gooi. Samen met Robert Jan Ridder en Gerard de Weerd ontwikkel de hij het ihstrument in op dracht van het Milieutechnolo- gisch Instituut in Nijmegen. Van Gooi: „Er bestaat grote behoefte aan een betrouwbaar instrument. Het moet zodanig werken dat bij herhaling onder dezelfde omstandigheden gelij ke resultaten worden bereikt." Het nieuwe instrument blijkt te voldoen aan de voorlopige nor men die het ministerie van VROM heeft gesteld. Stank is in het dichtbevolkte Nederland een veelvoorkomend probleem. Stank van bedrijven, landbouw, verkeer en waterzui veringen is vooral in de directe omgeving van woonwijken ge regeld aanleiding tot een stroom van klachten. Het pro bleem bij de beoordeling van stankklachten is altijd dat er geen meetbare normen be staan. Zo kan de overheid door het ontbreken van goede meet instrumenten in milieuvergun ningen nauwelijks maximaal toelaatbare stankgrenzen vast- leggen. Anderzijds zal een bedrijf niet in maatregelen tegen stank in vesteren als er geen zekerheid bestaat dat de stank bijvoor beeld dooreen schoorsteenfilter wordt gehalveerd. Die zekerheid kan alleen worden gegeven als met betrouwbare meetinstru- Laser verschiet van kleur door breking water LEIDEN BEN APELDOORN De ontwikkelaars van de stankmeter, (vlnr) Robert Jan Ridder, Gerard de Weerd en Bert van Gooi. menten achteraf de effectiviteit van een vaak kostbare investe ring kan worden vastgesteld. Bij de ontwikkeling van de nieuwe stankmeter (olfactome ter) hebben Van Gooi, Ridder en De Weerd gezocht naar een be trekkelijk klein, gemakkelijk te transporteren instrument, dat in een zogenoemde 'schone- luchtruimte' kan worden opge steld. Het 'stankmonster' moet ter plaatse worden genomen, bijvoorbeeld bij de fabrieks schoorsteen. Vervolgens wordt dit monster op het instrument aangesloten, waarbij de geur sterk met scho ne lucht wordt verdund. Door de verdunningen langzaam te verminderen en de geur dus langzaam sterker te maken kunnen de proefpersonen be palen bij welke verdunning de geur ruikbaar wordt. Per mon ster wordt door tien proefperso nen geroken, waarna het ge middelde resultaat wordt bere kend. Dit gemiddelde wordt de geurdrempel van het 'stank monster' genoemd. „De technische verbetering ten opzichte van andere geur- meters zit vooral in de mogelijk heid om snelle wisseling van de verdunningen mogelijk te ma ken. Daardoor kan de meting binnen enkele uren worden ver richt. Bij andere instrumenten duurt dat vaak een dag", aldus Ridder. Omdat het instrument volautomatisch werkt en het aantal uren van de 'proefrui- kers' beperkt blijft, komt een geurmeting op zo'n 750 gulden. Het instrument zelf gaat zo'n 125.000 gulden kosten. Inclusief schone-luchtruimte komt de to tale investering op zo'n 300.000 gulden. „We verwachten dat voor dit instrument vooral belangstel ling zal bestaan van milieu-ad viesbureaus en ingenieursbu reaus. De overheid zal dit in strument niet zelf kopen, maar de metingen aan dit soort bu- foto cpd reaus uitbesteden, want het blijft specialistisch werk", zegt Ridder. Er zal nog verder aan de stankmeter worden gesleuteld, want de technische ontwikke ling staat niet stil Eén onderdeel kan niet wor den verbeterd: de neus van de proefpersonen. „Een instru ment dat ruikt zal voorlopig on mogelijk zijn. Wel zijn we kies keurig bij het uitzoeken van proefpersonen. Er zijn mensen die weinig en mensen die heel veel ruiken. We selecteren met het apparaat mensen met een gemiddeld reukvermogen." Pons en Fleischmann houden vast aan hun omstreden theorie LEIDEN BEN APELDOORN Laser is een vele malen ver sterkte bundel licht of straling, die voor velerlei doeleinden wordt gebruikt: van heel vreed zame zoals in de oogheelkunde, tot vijandige, je kunt met inten se laserbundels zware bommen precies op het beoogde doel la ten vallen. Lasers kunnen geweldig krachtig worden gemaakt en hun pulsen om het energie verbruik binnen de perken te houden zó kort dat het nau welijks iets is. In het Amster damse Instituut voor Atoom- en Molecuulfysica gebruikt men sinds kort zo'n 'superintense' laser. Het bundelverrtfogen is bijna even groot als de totale produk- tiecapaciteit van alle Neder landse elektriciteitscentrales, maar geen nood: elke puls duurt zó kort, dat de vereiste hoeveelheid energie overeen komt Liet de warmte die vrij komt bij het even tegen elkaar wrijven van twee vingers. De pulsduur bedraagt namelijk slechts een duizendste van een miljardste van een seconde. Dat is zó kort, maar de 'flits' toch zó intens, dat er iets geks gebeurt als zo'n bundel door water wordt gestuurd: aan de ene kant gaat er licht van één golflengte 'in' maar aan de an dere zijde komt er 'gewoon' wit licht, dus licht samengesteld uit een groot aantal golflengten, uit. De verklaring is 'multifoton- absorptie'. Het al eind vorige eeuw en begin deze eeuw be schreven en uitgewerkte 'foto effect' gedraagt zich bij gebruik van superintense lasers anders. Eén van de gevolgen is het ont staan van nieuwe kleuren. Dit biedt de mogelijkheid om met een enkele laser bundels van verschillende golflengten te ma ken, die tegelijk kunnen worden gebruikt. Tevens is men met dit soort lasers in slaat de elektro nenwolk rond een atoomkern te beïnvloeden, waardoor in feite een nieuw atoom ontstaat. Eind maart 1989 belegden twee natuurkundigen een persconfe rentie die wereldwijd insloeg als een bom: ze maakten bekend dat ze kernfusie zouden hebben bereikt bij kamertemperatuur. Niks geen druk van miljoenen atmosferen en temperaturen van tientallen miljoenen graden meer: gewoon fusie in een fors aquarium waarin 'gewoon' een staaf palladium en de nodige detectoren waren gestoken. De twee natuurkundigen, Stanley Pons en Martin Fleisch mann, stonden glimlachend achter hun simpel ogende op stelling waarmee ze tijdens het continu voeren van een elektri sche stroom door het mengsel waarbij de palladiumstaaf als kathode fungeerde onder meer het vrijkomen van neutro nen hadden gemeten. Dat is één van de verschijnselen die op kernfusie kunnen duiden. Het lachen zou hen snel ver gaan. In tal van laboratoria werd hun testopstelling nage bouwd en daarbij bleek onder meer hoe krakkemikkig beide onderzoekers te werk waren ge gaan. Hun conclusies bleken gebaseerd op ongefundeerde aannames en argumenten en bij de proeven zelf waren ijkme- tingen achterwege gebleven. Hoeveel er nodig is om kern fusie. het samensmelten vari atoomkernen, te bewerkstelli gen, kunnen we het beste afkij ken van onze eigen zon. In diens inwendige heeft dat pro ces van nature al zo'n vijf mil jard jaar plaats. Doen we hier op aarde, met behulp van enor me toestellen, kolossale lasers en magneten ons uiterste best een speldepuntje waterstofker nen aan te zetten om kernen te worden van een zwaarder ele ment (helium), in de zon gaat dat met hele zeeën tegelijk. Elke seconde zet de zon ruim 600 miljoen ton waterstof om in he lium onder immense druk (honderdduizenden atmosfeer) en bij een temperatuur van on geveer 17 miljoen graden. Die enorme druk vereist op palladluastaaf (kathode) (-) ^halfgeleider (thenaistor) fungerend als thenaoaeter celwand (fungerend als 'spiegel') Schematische doorsnede van een van de zwaarwatercellen die Pons en Fleischmann nu gebruiken bij hun onderzoek naar de mogelijkheden van koude kernfusie. zich al het summum van de modernste technieken, maar hoe houd je daarbij ook nog je materiaal goed bij de genoemde temperatuur? Mijlpaal Daarom probeert men fusiesta dia te bereiken via reeds veelbe proefde methoden als magneti sche opsluiting en laserbestra- ling. In november 1991 werd daarmee een mijlpaaltje bereikt. Een Europees team van het Joint European Torus, onder leiding van Albert Gibson, slaagde erin gedurende twee maal één seconde een vermo gen op te wekken van 1.7 mega watt door deuterium (D) en tri tium (T) kernen (dat zijn vvater- stofkernen met respectievelijk één en twee neutronen extra) te laten fuseren bij een tempera tuur van maar liefst 200 miljoen graden. Het grote probleem is echter het proces aan de gang te hou den om er de enorme hoeveel heden vrijkomende energie aan te kunnen onttrekken. Bij elk samensmeltend D+ I -paar komt 17,6 MeV' (Mega-electronVolt) vrij en dat is heel veel meer dan bi) kernsplijting (het stuk bom barderen van zware tanen met neutronen) zoals nu in kerncen trales gebeurt. Met een gecontroleerd fusie proces zou de energiebehoefte van de gehele wereld in één klap zijn opgelost en bovendien is het in vergelijking met alle moderne methoden voor ener gieopwekking een heel schoon proces. Fr komt vrijwel geen schadelijk afval bij vrij. Hoe verging het Pons en Fleischmann eigenlijk na 1989? Ze zijn neergestreken in het stadje Sophia Antipolis aan de Franse Rivièra. Daar zetten ze. in dienst van hel Minoru-insti- tuut voor de Bevordering van Wetenschappelijk Onderzoek (eigendom van een dochteron derneming van het reusachtige. Japanse Toyota-imperium). hun onderzoek nqar kernfusie voort. Begin mei verscheen in het gerenommeerde 'Physics let ters A' een korte verhandeling van beide kernfysici over de re sultaten van hun meest recente onderzoek. Naar aanleiding daarvan ondervroeg de redactie van het wetenschapsblad Scien ce inderhaast een aantal voor aanstaande geleerden op dit ge bied naar hun mening. „Oude koek en het oude lied je". was samengevat de mening van de geleerde heren. De testopstelling van Pons en Fleischmann komt in grote trekken neer op dezelfde als die van vier jaar geleden, met dipn verstande dat ze nu een aantal 'hete cellen', gevuld met 'zwaar water' (deuterium-oxide; geen 1120 maar D20), gebruiken met daarin onder meer staven palla dium en platina die als kathode negatieve pool') fungeren. We- ken- en soms maandenlang wordi elektrische stroom door de D20 gestuurd dat daardoor elektrolyse ondergaat. Daarbij verzamelen deuterium-ionen zich met grote kracht op en in de staven. Gedurende het experiment wordt de vrijkomende warmte continu gemeten en volgens Pons en f leischmann zijn die hoeveelheden nu juist méér dan je op grond van de stroomsterk- te mag verwachten. Critici zijn er als de kippen bij: natuurlijk treden er allerlei verschillen op als je de systematische fouten niet in je beschouwingen mee neemt. maar alleen het bruto eindresultaat, na weken of maanden, afleest. Maar Pons en Fleischmann zweren hij hun metingen: „Er komt in onze cellen méér warmte vrij dan op grond van stroomsterkte en tijd maximaal mag worden verwacht." Zorg vuldig is in hun publicatie ove rigens het woord 'kernfusie' als verklaring voor het verschijnsel vermeden. Want voor superhete kernfusie is het nog veel te vroeg, laat staan voor 'koude'. Onderzoek naar DNA van insekt uit prehistorie LONDEN RTR Biologen hebben het DNA-sys- teem. het 'basisbouwblok' van de genen, ontleed van het fos siel van een insekt dat in barn steen zat opgesloten sinds de tijd dat dinosaurussen over on ze planeet zwierven. Barnsteen is fossiele hars van naaldbo- men. Het insekt is een uitgestorven korenkever, die bewaard bleef in barnsteen uit Libanon, zo meldt het Britse wetenschappe lijke tijdschrift Nature. De kever is 125 miljoen jaar oud. Er was al eerder DNA ge haald uit fossiel materiaal dat 45 miljoen jaar oud was, maar met dat uit de kever zijn de on derzoekers nog 80 miljoen jaar verder in het verleden terugge- doken, aldus Nature. Nóg accurater dan atoomklok PERTH REUTER De saffier heeft de mens altijd al gebiologeerd, maar de kostbare edelsteen heeft Australische we tenschappers onlangs ook geïn spireerd tot een sieraad van de tijd. Met een synthetische versie van de saffier hebben ze de meest accurate klok ter wereld ontwikkeld. Deze is bijna tot op een miljoenste van een miljard ste van een seconde precies, en derhalve tien keer nauwkeuriger dan een atoomklok en honderd keer beter dan een quartzklok. Professor David Blair, hoofd van het research team van de uni versiteit in Perth, spreekt van een revolutie op het gebied van tijdsmeting. De klok, waarbij gebruik wordt gemaakt van mi crogolven. biedt volgens hem mogelijkheden in de ruimte vaart en bij het onderzoek naar zwaartekracht. „Bij saffier treedt nauwelijks verlies op. Onze mi crogolven kunnen 300.000 kilo meter rond de vuistgrote saffier- staaf reizen voordat ze worden geabsorbeerd of verloren gaan." Overigens was het idee voor het gebruik van saffier al tien jaar eerder geboren onder Russische wetenschappers. Blair bekent het idee te hebben opgepikt tij dens een bezoek aan Moskou, waar hij onderzoek verrichtte naar zwaanekracht. Overigens acht de professor het onwaar schijnlijk dat een saffier-horloge ooit de populaire quartz-horlo- ges zal verdringen. „De saffier die je nodig hebt, is veel te groot. STELLINGEN Te VToeg stoppen met een medische behandeling kan ge vaarlijk zijn, maar te lang door gaan kan nog veel gevaarlijker zijn. Waalkens Het belangrijkste verschil tussen Europees voetbal en American football is de plaats in het stadion waar de agressie is geconcentreerd. ILL Kim pen De nutteloze schuimkraag in een glas pils beïnvloedt het po tentiële volume van het glas na delig en dient derhalve te wor den afgeschaft. G. Wolthuis Het overkappen van een ijs baan verhoogt de sportieve waarde, maar verlaagt de recre atieve waarde van de ijsbaan. Harm AM. Sinnige Geen samenleving kan func tioneren zonder een goed func tionerende overheid. De ge dachte aan een land zonder ambtenaren is derhalve een fic tie. IV'. leistra De voormalige Oostduitse atlete K. Krabbe is geschorst wegens het gebruik van clenbu- terol. Daar dit hormoon over matig als groeistimulerend mid del in de moderne veeteelt wordt gebruikt, dienen topspor ters voor belangrijke evenemen ten vroegtijdig op een vegeta risch dieet over te schakelen. Gea Speelman Een moderne meid leert het vloeken niet meer achter de naaimachine maar achter de computer. I I). Marvin-Sikkema

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 7