Ja-knikker verliest terrein in Schoonebeek
Texas aan de Zwarte Zee
Extra
ZATERDAG 19 JUNI 1993
REDACTIE «FRANSVISSER
In Schoonebeek staan de ja-knikkers, dat heeft iedereen gelezen
in het aardrijkskundeboek op de lagere school. De vraag is hoe
lang nog. Behalve 'Put 9' dan, in het winkelcentrum van de
Drentse gemeente, die na de actieve winning in 1989 door de
Nederlandse Aardolie Maatschappij werd overgedragen aan het
gemeentebestuur. Een monument. Binnenkort slechts ter her
innering aan de goede tijden van weleer? In hoogtijdagen, eind
jaren vijftig, waren er in Schoonebeek 598 putten op een gebied
van achttien bij drie kilometer: 400 produceerden olie, de rest
was voor injectie en gas. Nu zijn er nog 72 putten in gebruik, uit
40 daarvan komt olie. Op een diepte van 800 tot 900 meter
wordt uit poreus gesteente de stroperige massa gepompt. Een
mengsel van vijf procent olie en 95 procent zout water. Door
een ondergronds buizenstelsel van honderden kilometers komt
de olie in verlaadstations, waar het van het water wordt geschei
den en vervolgens naar het Ruwe Olie Verlaadstation op het in
dustrieterrein gepompt. Daar vandaan gaat het na te zijn ont-
zout per trein naar de raffinaderij in Rotterdam-Pernis. De
Schoonebeekse olie - in de topjaren vier tot vijf procent van het
Nederlands verbruik - bevat maar weinig brandstof en wordt
vooral voor plastic-produkten en teer gebruikt. Van de naar
schatting 160 miljoen kubieke meter olie die in Schoonebeek
onder de grond zit, is nu 40 miljoen kubieke-meter gewonnen.
In de toptijden ging het om 4000 kuub per etmaal, nu ligt dat
rond de 1000. Met de huidige technische kennis zou de NAM
nogzo'n 100 miljoen kubieke meter olie naar boven kunnen ha
len. Maar de vraag die Schoonebeek bezighoudt, is of de NAM,
een dochtermaatschappij van Esso en Shell, winst ziet in een
nieuw avontuur. Een mammoettanker naar het Midden-Oosten
sturen lijkt vooralsnog goedkoper.
Een mammoettanker naar het Midden-Oosten sturen is veel goedkoper
In tegenstelling tot Texas of het
Midden-Oosten spuit de.olie in
het zuidoosten van Drente niet
uit de grond. Dat is eigenlijk het
verschil: er moet voor gewerkt
worden om het zwarté goud uit
de grond te krijgen. Uitgebeeld
door de onverstoorbaar hame
rende, folkloristisch aandoende
ja-knikkers.
Schoonebeek is geen stad van
miljonairs en aanverwante arti
kelen. Het oude dorp heeft er
eentje. Tenminste, de bevolking
gaat ervan uit dat de heer Kra
mer nog wel wat miljoentjes op
de bank heeft staan nadat hij
vorig jaar één miljoen uit zijn
broekzak trok voor een goed
doel. Dankzij zijn gift kon het
ziekenhuis in het naburige Em-
men weer wat nieuwe appara
tuur aanschaffen.
Kramer is de enige inwoner
van Schoonebeek die - door
hard werken - écht rijk is gewor
den van de olie. Met anderhalve
vrachtwagen en een paard-en-
wagen begon hij vlak na de oor
log een transportbedrijf. Stond dag en nacht klaar
voor de NAM. Eén telefoontje was voldoende en Kra
mer rukte uit met tank- of laaanwagen. Toen hij het
bedrijf vijf jaar geleden verkocht aan Wagenborg -
een transportconcern in het noorden des lands dat
velen zullen kennen van de bootdiensten naar de
Waddeneilanden - telde de onderneming bijna hon
derd werknemers, tientallen vracht- en kraanwagens
en een gigantische garage. Kortom: miljoenen waard.
Vaart
Kramer is de uitzondering die de regel bevestigt.
Want Schoonebeek heeft veel, zo niet alles aan de
olie te danken, die op de kop af vijftig jaar geleden
werd gevonden. De gemeente heeft een groter en
voller bedrijventerrein dan een normaal Drents dorp.
Ondanks de maar 7.600 inwoners die de vier kemen
Schoonebeek, Nieuw-Schoonebeek, Weiteveen en
Zandpol tellen, hoort het tot de zeven industriege
meenten van de provincie. DSM, Heidemij, KWS en
tal van andere aannemers, bouwbedrijven en techni
sche bedrijven zijn op de strooppot van Schoone
beek - lees: de NAM - afgekomen.
Verder staan er drie sporthallen. Ook kunnen de
inwoners binnen de gemeentegrenzen naar een
overdekt zwembad. En zo beschikt Schoonebeek
over alles, waarvan qua grootte vergelijkbare dorpen
In Schoonebeek staan nog veertrig olieproducerende ja-knikkers.
dorpen'. De zuidelijke en oostelijke grens was
meteen de landsgrens met Duitsland en de 'weg'
naar Coevorden mocht niet zo worden genoemd. Het
was een 'ellendelaantje' van drie meter breed, dat
met goed weer enigszins begaanbaar was.
De doorbraak kwam vlak na de Tweede Wereld
oorlog. Halverwege de oorlog werd er olie ontdekt.
De 72-jarige G.H. Scherpen weet zich de eerste erva
ring met de olie nog te herinneren: „Ik was bouwvak
ker. We waren op een boerderij bezig het dak te repa
reren, toen er een Duitser vroeg of wij wilden stop
pen met timmeren omdat ze bezig waren met seis-
mografisch onderzoek".
Sabotage
Maar veel olie hebben de Duitsers in Schoonebeek
niet boven de grond gehaald, omdat de putten veel
vuldig door de Nederlanders werden gesaboteerd.
Pas na de oorlog kwam de winning echt op gang.
Ook dat ging niet zonder slag of stoot. Ex-wethouder
Scherpen: „Schoonebeek was een zeer besloten ge
meenschap, waar gereformeerden en hervormden de
overhand hadden. En toen kwamen er opeens allerlei
vreemde elementen werken. Ruwe typen, die jaren
lang in de rimboe hadden gewerkt. Dat paste niet in
wat men hier gewend was".
Voor een groot probleem zorgde ook de zondags
alleen maar kunnen dromen. Dank zij de middelenarbeid. Want het boren en winnen ging dag en nacht
die de NAM bracht. Burgemeester B. Migchels is daar
trots op. Schoonebeek is, zo zegt hij, opgestoten in
de vaart der volkeren.
Tot de Tweede Wereldoorlog werd Schoonebeek
gekarakteriseerd als 'allerafgelegenste aller afgelegen
door. Maar de NAM wist zich goed te verkopen en
steeds meer boeren zagen in de maatschappij de ide
ale melkkoe. Want om bij de olie te komen, moest de
NAM natuurlijk op hun land. De landeigenaren ont
vingen tweeëneenhalf keer de netto-opbrengst van
wat het stukje land anders op zou brengen. Daar
naast kregen zij nog een vergoeding voor zogenoem
de onttrekkings- en snijschade. Respectievelijk een
verrekening voor de machines en gebouwen waarvan
de kosten op minder hectaren grond drukten én de
onplezierige ligging omdat bijvoorbeeld niet handig
meer in één baan kon worden gemaaid. Voor grote
boeren met meerdere olieputten op hun land kon
dat oplopen tot vergoedingen van meer dan 20.000
gulden per jaar.
Tot nu toe genieten ze nog steeds van de verharde
wegen die de NAM aan moest leggen. Daar kunnen
zij met de inmiddels veel zwaardere werktuigen nog
steeds gebruik van maken. In totaal heeft de NAM in
Schoonebeek 150 kilometerweg aangelegd, waarvan
een groot deel inmiddels openbare weg is.
Scherpen over de verstoring van de zondagsrust:
„In eerste instantie was de gedachte: het kleeft zo
aan geld, op zondag werken. Maar van lieverlee
kwam men erachter dat het geld van de NAM niet
stonk en dat als de ene boer niet meewerkte, zijn
buurman er met het geld vandoor ging. Na verloop
van tijd werd de NAM door de hele bevolking geac
cepteerd".
Belasting
De gemeente Schoonebeek ontwikkelde zich snel. De
NAM bouwde tientallen woningen voor haar perso
neel. Omdat tot in de jaren '60 de gemeente de on
dernemingsbelasting kon innen, werd Schoonebeek
zo'n beetje de rijkste gemeente van Nederland. Zo
kon zonder tussenkomst van het rijk een mooie,
doorgaande weg worden aangelegd van Coevorden
-
naar de Duitse grens, waardoor het eens 'allerafgele
genste dorp' bereikbaar werd. En de Europaweg - on
geveer vijfentwintig kilometer - is nog steeds een be
langrijke route voor het verkeer.
Zo kon Schoonebeek ook uit eigen kas huizen bou
wen, riolering, waterleiding en elektriciteit aanleggen
en allerlei andere infrastructurele maatregelen snel
en adequaat regelen. Het dorp liep daarmee voorop
en had geen subsidies van het rijk met alle romp
slomp vandien nodig. Zo nu en dan werd om al te
scheve gezichten te voorkomen ook een buurge
meente geholpen met voorfinanciering.
Maar dat liep uit de hand toen burgemeester Osse
(1950-1966) op vakantie naar Italië ging. Hij was erg
onder de indruk van al die Fiatjes die daar rondreden
en dat leek hem wel wat voor Schoonebeek. Op de
terugweg verzon hij de modieuze term 'mobiliteits-
toelage': alle ambtenaren zouden een forse bijdrage
uit de overvolle gemeentekas krijgen als zij een
autootje kochten. Toen was de maat vol voor provin
cie en Rijk en stak tenslotte de Kroon een stokje voor
deze uitgave. De regering besloot meteen de onder
nemingsbelasting voor gemeenten af te schaffen en
sindsdien vloeit 85 procent van de inkomsten van de
NAM in de staatskas.
Spuiter
Eén keer ging het helemaal mis in Schoonebeek: een
spuiter. Op een zondagnacht in november 1976
vloog er ten oosten van het dorp een sluiter bij een
stoominjectiepunt los. Dankzij de zwabberende wind
werd in drie dagen tijd een groot deel van Schoone
beek besmeurd met een laag olie, zand en stoom. /Ms
een fijne motregen daalde het
op alles neer.
De inmiddels 70-jarige H. Stok
man (36 NAM-dienstjaren) had
toentertijd de leiding over de
opruimingswerkzaamheden.
Met zijn collega's bezocht hij al
le mensen die de dupe waren
geworden. „Van de 1200 men
sen die schade hadden, waren
er drie niet tevreden met het
aanbod dat we ze deden", zegt
Stokman. „In totaal hebben we
een miljoen gulden uitgekeerd,
maar de schoonmaak kostte
een veelvoud daarvan".
Schoonebeek klaagde niet, reed
de auto op kosten van de NAM
door de vvasstraat en vroeg een
bonnetje bij de aankoop van
een nieuwe deurmat om te de
clareren. Zo werd dat opgelost.
Een verslaggever van de actuali
teitenrubriek Hier en Nu van de
NCRV probeerde het nog om
een mevrouw voor de micro
foon te laten klagen. Het lukte
niet: „Het komt allemaal wel
weer goed. Daar zorgt de NAM
wel voor", was het commentaar
van de vrouw. En zo gebeurde
het ook.
Het stoominjectieproject was
de NAM gestart nadat in de ja
ren '70 de olietoevoer stagneer
de. Door de stoom wordt de
taaie, stroperige massa makke
lijker winbaar. Maar meer dan
veertig procent van de olievoor
raad - totaal 160 miljoen kubie
ke meter - blijkt met deze tech
niek niet boven de grond te ha
len. Daarvoor is een nieuwe
techniek nodig: lagedrukstoom-
injectie. Hierdoor komt de olie.
die in de poriën van poreus ge
steente zit, in reservoirs \Tij
waar nu met hogedruk geen re
sultaat wordt bereikt. Op deze
manier zou nog zeker honderd
miljoen kubieke meter olie kun
nen worden gewonnen.
Moed
Burgemeester Migchels houdt
\'v de moed erin. Als het niet op
korte termijn is, dan misschien
wat later. Want, zo luidt de ze
kerheid van Schoonebeek. die
olie blijft zitten waar ze zit. „En als er wordt besloten
om met lagedrukstoominjectie te gaan werken, dan
betekent dat een enorme kick voor de werkgelegen
heid hier. Er moeten nieuwe putten worden gegra
ven, er ontstaat een hele nieuwe infrastructuur. Dat
betekent zeker dertig jaar werk".
Het gemeentebestuur is momenteel bezig met een
nieuwe landinrichting. In de commissie die daarover
praat, zit ook de NAM. Want als wordt besloten door
te gaan, wil de burgemeester dat de voorwaarden er
zijn. Maar aan de andere kant heeft Migchels niet de
pretentie dat hij de dollarkoers en olieprijs kan hein
vloeden.
En zelfs bij het verdwijnen van de ja-knikkers
vreest de burgemeester de toekomst niet: „Direct
gaat het bij de NAM om enkele tientallen hanen die
met de olieproduktie te maken hebben. Verder heeft
de NAM pas het kantoor met veertig mensen uitge
breid. om van hieruit de produktie van alle gasvelden
in Nederland, behalve Slochteren, te regelen. En ook
de andere bedrijven in Schoonebeek hebben zich in
middels minder afhankelijk gemaakt van de NAM.
Tot voor tien jaar geleden waren veel ondernemin
gen vQor tachtig procent afhankelijk, maar inmiddels
is dit omgedraaid en bestaat de orderportefeuille uit
tachtig procent ander werk".
De NAM beslist in de loop van dit jaar of de inves
tering van enkele honderden miljoenen guldens
wordt gedaan. Het alternatief: de nog 72 putten in
Schoonebeek worden volgestort met beton en de ja
knikker wordt een monument. Schoonebeek verhuist
voor de schooljeugd naar de geschiedenisboeken.
Schoonebeek, onder de
grond het grootste oliere
servoir op het vasteland
van West-Europa, maar
boven is er niets dat de
herkenningsmelodie van
Dallas oproept. Geen glim
mende wolkenkrabbers,
geen dikdoenerige auto's,
en de villa's die er staan,
zijn zeer beschaafd. Het
betonnen kantoor van de
Nederlandse Aardolie
Maatschappij, de NAM, telt
niet meer dan twee verdie
pingen en lijkt in niets op
Ewing Oil. De plaatselijk
garage vertegenwoordigt
het merk Opel. Het enige
hotel heet De Wolfshoeve,
verder is er nog één restau
rant: De Lange Muur, een
Chinees.
TRABZON «JESSICA LUTZ
De Turken aan de Zwarte Zee heb
ben twee dingen hoog in het vaandel
staan: ansjovis en hun eer. Ze zeggen
van zichzelf dat ze een heetgebakerd
volkje zijn en niet aarzelen om op de
vuist te gaan als dat nodig is. Maar
twee dorpen noemen zichzelf trots
de cowboys van de Zwarte Zee, want
daar wordt de eer met pistolen ver
dedigd.
In het ruige achterland van de ha
venstad Trabzon liggen de dorpen
Tonya en Tziganoy. Vroeger durfde
niemand erheen te gaan, want het ri
sico dat je een blaffer onder je neus
kreeg, was groot. Op een verkeerde
manier naar een vrouw kijken, kon je
dood betekenen. De laatste jaren
schijnt het aantal moorden afgeno
men te zijn, maar iedereen herinnert
zich roemruchte wapenfeiten waar
van één nog niet zo lang geleden
plaatsvond in Tziganoy.
Mahmut en Fatma waren in hun tie
nerjaren hevig verliefd op elkaar. In
het geheim ontmoetten ze elkaar en
beloofden eeuwige trouw. Hun ou
ders hadden echter anders beschikt
en ze huwelijktet beiden uit aan een
ander. Fatma werd redelijk gelukkig
en kreeg vijf kinderen, maar Mahmut
kon zijn geliefde niet vergeten. Re
gelmatig wachtte hij haar op om op
nieuw zijn liefde te verklaren. Dit
kon Fatma niet verdragen en alhoe
wel zij ook nog van hem hield, vroeg
ze hem haar met rust te laten, want
ze was nu een eerbaar getrouwde
vrouw. Op een kwade dag, een paar
maanden geleden, stapten ze samen
'op de bus. Toen Mahmut haar weer
benaderde, deed ze wat haar te doen
stond en schoot hem neer. Voor het
politiebureau vroeg ze de chauffeur
te stoppen en gaf zichzelf aan.
„Tja, het zit hen in het bloed", zegt
Turan, een van de weinige buiten
staanders die met een Tziganoyse
getrouwd is. Hij noemt zijn schoon
familie schertsend 'de tonnetjesfami
lie' en zegt met ontzag dat zijn
schoonmoeder wel 250kg weegt. In
een klein kamertje zit een tandeloze
vrouw als een enorme pudding op
een bed. Snel duwt ze een van haar
dochters weg die haar gebak aan het
voeren was, ze kan haar armen niet
om haar buik krijgen om een bord
vast te houden. Schaterlachend ver
telt de dochter hoe een keer bij een
overstroming zes mannen moeder
naar buiten moesten dragen om te
voorkomen dat ze zou verdrinken.
„Onze moeder is alles voor ons",
zegt ze.
Jachtgeweer
Vader is een mager mannetje, die af
en toe goedmoedig op moeders arm
klopt, maarzoon Ibrahim heeft meer
van zijn moeder weg. Rond en glim
mend van het zweet zit hij achter het
potkacheltje in de kamer. Hij is con-
fectiehandelaar en lokale voorzitter
van de Mocderlandpartij. Zijn pistool
wil hij niet laten zien, want zoals alle
pistolen in het dorp is ook het zijne
illegaal. Iedereen heeft op z'n minst
één jachtgeweer in huis, want daar
heb je geen vergunning voor nodig.
Als de politie dan een inval doet op
zoek naar verboden wapens, wordt
het jachtgeweer te voorschijn ge
haald en de pistolen blijven onvind
baar. Het meest geliefd is een 9 mm
van Belgische makelij.
„En je kunt er zeker van zijn dat we
er allemaal een hebben, verstopt op
een veilige plaats voor als het nodig
is", zegt Ibrahim. Beamend roept
zijn zusje uit dat zij het hare 's
avonds altijd bij zich draagt. „Van de
week nog liep er een vent achter me
aan op straat. Ik vertrouwde hem
niet en zei dat hij op moest donde
ren. Toen ik m'n pistool trok, was hij
gauw weg!" zegt ze en werpt haar
hoofd uitdagend in de nek.
Verhouding
Het verhaal van oom Osman is een
klassieker. Zijn dochter had tegen
zijn wil een verhouding met de
dorpsonderwijzer. Maar hij kon haar
maar niet tot een bekentenis krijgen.
Uiteindelijk bedacht hij een list en
vertelde zijn dochter dat hij voor een
week op reis ging. Hij vertrok inder
daad. maar keerde eerder terug en
begaf zich regelrecht naar het huis
van de onderwijzer. Daar betrapte hij
het stel op heterdaad in bed. Met één
kogel schoot hij hen beiden dood.
Hij werd opgepakt en tot de
doodstraf veroordeeld, maar om
mysterieuze redenen kwam hij na
een paar jaar vrij. Voor de autoritei
ten zich zouden bedenken, pakte hij
zijn biezen naar Duitsland. Daar
kwam hij jammerlijk aan zijn eind bij
een verkeersongeluk.
Turan, de aangetrouwde buiten
staander, kent alle verhalen op zijn
duimpje. „Herinneren jullie je Cakir
nog"?, vraagt hij aan zijn schoonfa
milie. „Cakir. de neef van schoonva
der. was eigenaar van een hele berg.
Hij had nooit gestudeerd, maar was
verschrikkelijk slim en kon overal
geld uitslaan. Wel 60 hoofden had hij
op zijn naam voor hij zelf aan flarden
geschoten werd. Zijn lijk was onher
kenbaar, de gemeente heeft het op
geruimd. Hij was op bedevaart ge
weest en wilde stoppen met zijn
maffiapraktijken. Waarschijnlijk had
iemand nog wat van hem te goed.
Nu hebben zijn zoons ruzie om de
erfenis. Op de graven van dit soort
lieden staat altijd: 'Hif schoot en
schoot en is neergeschoten'."
Wapendepot
Toen Turan als taxi chauffeur werk
te, kwam hij vaak in het andere dorp
Tonya. „Daar had je moed voor no
dig. De grootste maffia-baas, Necat,
ken ik goed. Hij heeft een hotel,
waarvan de bovenste verdieping net
een wapendepót van het leger is:
walkie-talkies, machinegeweren,
handgranaten, alles kun je er vinden.
Ik herinner me een keer dat hij
kwaad was op een personeelslid. Hij
riep hem bij zich en haalde zijn stok
te voorschijn. Ik probeerde hem te
gen te houden, maar hij wuifde me
de kamer uit en sloot de deur. waar
na ik hoorde hoe hij de rT^ui een flin
ke afranseling gaf. I lij heeft een keer
een burgemeester in diens auto
doorzend met kogelt. Natuuittfk /.ii
hij dat nooit toegeven, maar ieder
een weet dat hij het was. De bijnaam
voor zijn familie is 'de ziekte'."
De dorpen verwijten elkaar weder
zijds dat ze als huurmoordenaars
werken, wat uiteraard heftig ontkend
wordt bij een vraag op de man af.
„Maar als jouw eer bezoedeld zou
worden, dan aarzelen we niet om je
te helpen, desnoods zoeken wc de
hele aardbol af om de snoodaard te
vinden", zegt Ibrahim. Bij wat door
vragen hoeveel (in het andere dorp
natuurlijk) gerekend zou worden
voor een wraakactie, is de prijs ook
duidelijk: 25.000 gulden.