'Altijd versjteert iemand de boel' Mieke Vestdijk zal nooit afscheid nemen van Simon Intens geluk is beperkt houdbaar Geschiedenis als toverlantaarn Vlees uit de hakkenbar Cultuur Kunst DONDERDAG 10 JUNI 1993 21 Robert Ludlum ziet complotten achter elke organisatie of politicus: Kuchend zit Robert Ludlum in zijn stoel. De best seller- schrijver wijt Het aan zijn bezoek aan het regenachtige en zwaar verontreinigde Engeland. Om vervolgens de eerste van een reeks sigaretten op te steken en los te branden. „Mooie stad, Amsterdam. Het speelt een rol in het ma nuscript van mijn laatste boek. Mijn dochter heeft het gelezen omdat ze een tijdje in AMsterdam woonde. Maar mijn beste criticus is mijn vrouw: als ze haar wenkbrauw optrekt weet ik al hoe laat het is." Robert Ludlum: „Mijn beste criticus is mijn vrouw. Als ze haar wenkbrauw optrekt, weet ik al hoe laat het is. AMSTERDAM JACQUES HERMUS Ludlum groeide op in de staat New Jersey. Op 14-jarige leeftijd sloot hij zich aan bij een thea tergezelschap. Na zijn diensttijd en eentheaterstudie was hij nog even theaterproducent tot dat daar door de commercie de klad in kwam. „Bij een echt in teressant stuk kon je een kanon in de lobby afschieten. Dat frus treerde me en ik besloot eind jaren zestig - ik was toen veertig - het roer om te gooien. Ik had altijd al willen schrijven. Mijn vrouw zei: als je dat nu niet pro beert, zal het nooit meer wat worden." Het idee voor zijn eerste boek, De Scarlatti Erfenis, ont stond toen Ludlum in een oud tijdschrift op twee Duitse foto's uit 1926 stuitte die schijnbaar in tegenspraak met elkaar waren. Op de eerste foto was een man afgebeeld die met een kruiwa gen vol miljoenen Reichsmar- ken op Weg was om een brood te kopen. Op de andere foto stond, keurig in nieuw uniform en nieuwe laarzen gestoken, een grote groep nazi's in het ge lid. Kwade genius „Ik vroeg me af hoe ze dat kon den betalen, wie die nazi's fi nancierde. Ik las verschillende historische boeken over het on derwerp, maar niemand gaf een antwoord op de vraag. Omdat ik een groot wantrouwen heb in multinationals en mijn fantasie graag en snel op de loop gaat, besloot ik een complot te be denken waarin alle grote onder nemingen samen de kwade ge nius achter de opkomst van de nazi's vormden." De Scarlatti Erfenis werd in 1971 een sensatie. Ludlum was geschokt door het succes, maar heeft er wel een verklaring voor. „Op de een of andere manier was de ouderwetse verhalenver teller in de jaren zestig in de vergetelheid geraakt. Iedereen schreef in die tijd over schuld, introspectie, de eigen 'ik'. Die sombere, egogerichte teksten vielen bij de meeste lezers ver keerd. Ik denk dat mensen als John Le Carré en ik het verha lend schrijven weer nieuw leven ingeblazen hebben. En blijkbaar op het juiste moment." Inspiratiebron voor de meeste van zijn boeken is, zoals Lud lum het zelf wat spottend noemt, zijn 'paranoia' over het misbruik van de macht. Para noia tegenover machthebbers, grote organisaties, internationa le concerns en geheime dien sten. „Ik heb lang genoeg ge leefd om de dingen om me heen te wantrouwen. Overal waar een monopolie ontstaat, gaat het mis. Je kunt schamper doen over mijn zogenaamd 'on geloofwaardige' complotten. Je hoeft maar aan Watergate of het Iran-Contraschandaal te den ken om te zien dat dat soort on mogelijke zaken toch daadwer kelijk gebeuren." „Kijk, ik ben een patriot, en ik vind dat wij in de USA het beste politieke systeem in, de wereld hebben, zelfs in de geschiedenis van de wereld. Maar er is altijd wel iemand die de boel ver sjteert, hetzij om financiële re denen, hetzij uit een overdreven landsijver, zoals die kwast van een Oliver North. Ik geloof dat zulke dingen steeds gebeuren. Toen het Iran-contraschandaal speelde, zei senator Stutman, een van de weinige oprechte re publikeinen, dat als Ludlum dit scenario geschreven zou heb ben, zelfs zijn uitgever gezegd zou hebben dat Ludlum 'gek geworden' zou zijn. Zoals je ziet, zulke dingen gebeuren echt." De boeken van Robert Lud lum verschijnen bij uitgeverij Luitingh-Sij thoff. BOEKEN RECENSIE HANS WARREN Schrijfsters fietsen in Frankrijk La Rivnèra Voorhoeve. Kampen f 19.90 Eigen-Wijze Reizen bood vorig jaar aan tien Nederlandse schrijfsters een fietsvakantie aan in ruil voor een reisver haal. Het resultaat kunnen we lezen in Schrijfsters fietsen in Frankrijk. De initiatiefnemers zullen er stellig niet erg geluk kig mee zijn. De verhalen zijn nogal saai, met inwisselbare reisindrukken en obligate landschapsbeschri jvingen Maar bij 'Eigen-Wijze Reizen' zal men vooral teleurgesteld zijn omdat de verhalen in plaats van je aan te sporen ook eens zo'n fietsvakantie te pro beren je juist ten zeerste ont moedigen. In theorie klinkt het alle maal aantrekkelijk: je gaat naar een bepaalde streek, daar staan fietsen voor je klaar, je bagage wordt van hotel naar hotel voor je vervoerd, de tra jecten zijn niet al te lang. Maar de werkelijkheid is nogal bar, dat zal deels aan de conditie van de schrijfsters liggen maar ook aan het feit dat Frankrijk nauwelijks op fietsers inge steld is. Vrijwel overal zijn er hellingen, automobilisten houden geen rekening met zwakke weggebruikers, enzo voorts. Een Tour de France wordt zo een tour de force. De bundel is dan ook voor namelijk een klachtenboek ge worden. Marjan Berk blijft on danks de voortdurend neer stromende regen optimistisch, dankzij de voortreffelijke maaltijden die haar overal worden voorgezet. Ook Ma rion Bloem trof regen, ze had last van auto's, de beklimmin gen zorgen voor moeilijkhe den, ze belandt in slechte ho tels en natuurlijk is er ook veel aandacht voor de onvermijde lijke lekke band. De schrijfsters trokken allemaal door een an der gebied. Hermine de Graaf maakt 'De ronde van Elzas-Lo tharingen'. Een ander decor, maar precies dezelfde proble men met auto's, bandenpech en jawel: „Het plenst. Het landschap is grauw en grijs. Dikke dotten watten hangen tegen de toppen van de heu vels. Binnen tien minuten ben ik drijfnat." Astrid Roemer smaakt het eten blijkbaar niet zo best: „een avondmaaltijd die zelfs straathonden in Paramaribo niet lusten." Tessa de Loo vindt het maar raar dat de Fransen kaas na het diner nut tigen en moppert over de be schikbaar gestelde landkaar ten. Yvonne Keuls krijgt vlees voorgezet „dat zo uit de hak kenbar lijkt te komen" en vindt de fietsen ondeugdelijk. Desondanks wil ze volgende keer wéér zo'n vakantie. Ook Ada van der Does, Elisabeth Marain en Ankie Pevpers ped delden over de Franse wegen. Verreweg de verstandigste schrijfster blijkt Dolores Thijs. Ze geeft er al spoedig de brui aan en legt de etappes per taxi af. Haar commentaar op fiet sen in Frankrijk: „je moet toch wel niet goed snik zijn om je zelf dit aan te doen." De fiets, denkt zij, staat in de volgende eeuw „beslist als één van de laatste martelwerktuigen van de moderne tijd in de musea." Sander Een lichaam dat op warmte wacht, de zuiverheid van wenkbrauwbogen, de lijnen van een mond die lacht, de wimpers boven meisjesogen, je zult het zien, zo goed als ieder ander, Sandef. De'Iièvé lijnen van haar keel, de wjtté parels van haar tanden, je zult hét zien in het gestreel van je twee fijnbesnaarde handen, je zult het zien, zo goed als ieder ander, Sander. Je voelt een haarlok, aait een oor, en ie tien vingers wachten even en lopen dan brutaalweg door tot de twee borsten die daar leven. Je zult het zien, intens als ieder ander, Sander. En als je wat verdwaald mocht wezen en niet meer weet hoe ie moet gaan, dan moetje 't brailleschrift maar lezen rondom de tepels die daar staan. Jij kentdat eigenlijk veel beter dan een ander, Sander. Met je twee handen en je mond krijg je een antwoord op je dromen, tot je die kleine driehoek vond, die woning waar je thuis kunt komen en waar je één kunt worden met die ander, Sarider. 'Voor een blinde jongen' staat er boven dit gedicht van Willem Wilmink. Hij heet Sander, omdat dat rijmt op 'an der', en daar gaat het in de liefde om. Nergens blind, want veel te druk met zoeken en tasten. Zoals allen die willen le ren liefhebben, leren kijken naar de ander, er nog blind voor zijn, maar het leren. Uit: Willem Wilmink, 'Ik heb de liefde lief. De mooiste liefdesgeschiedenissen uit de Nederlandse en Vlaamse poëzie'. Uitg. Prometheus Amsterdam, 25,00. Afscheid van Simon heet het boek van de weduwe Mieke Vestdijk-van der Hoeven. In haar strijd tegen publikatie van de Vestdijk-biografie van 'che misch ingenier' Hans Visser, van de pers 'de volle laag' kreeg, waardoor in literair Nederland de leus Kill the widow opnieuw in zwang raakte. Deze affaire krijgt in haar boek slechts een bescheiden plaats:'Ik wilde niet medever antwoordelijk zijn voor zo'n biografie met feitelijke onjuist heden (over de vrouwen van Vestdijk en het huwelijk met Mieke, N.K.) die inferieur van kwaliteit was.' Haar herinneringen aan de schrijver met wie Mieke van der Hoeven op haar 27ste jaar in het huwelijk trad, vormen het eerste en langste deel van het boek. In augustus 1955 ont moette zij elkaar voor het eerst. In januari 1956 tekende zij Si mon. Er volgden die maand vele tekensessies. Vestdijk wijdde een lang gedicht 'Aan een jonge teekenares'. Vervolgens viel er een stilte tot 1965. Ans Koster, met wie Vestdijk had samengewoond, was in fe bruari van dat jaar overleden. Mieke belde Simon op zijn ver jaardag op en twee maanden la ter waren zij getrouwd. Op de dag van hun huwelijk was Vest Mieke Verhoeven vond na enige bedenktijd dat Vestdijk iemand was 'van wie ik zielsveel kon houden'. foto marcel israel dijk 67 jaar. Vijfenhalf jaar later, op 23 maart 1971, overlijdt Vestdijk. In het boek staan enkele brie ven van Vestdijk aan Mieke waaruit zijn verliefdheid blijkt. Ook staat het sinterklaasge dichtje erin afgedrukt: 'Want Piet zegt: Ied're kindervrind- /Mag vader worden, ook de Sint.' Kinderen kwamen er: Dick en Annemieke, aan wie dit boek is opgedragen. Over diepere gevoelens van het echtpaar komen wij niet meer te weten dan dat Vestdijk onmiddellijk voor haar viel en zo snel mogelijk wilde trouwen en dat zij na enige bedenktijd vond dat hij iemand was 'van wie ik zielsveel kon houden'. Vestdijk leed aan depressies. In een brief van augustus 1969 aan Geert Lubberhuizen, een van zijn uitgevers, komt hij daar onverbloemd voor uit. Zij het met de toevoeging: 'Laat deze brief nog maar aan niemand le zen.' De lezer leest nu mee en volgt de de jonge vrouw met al le ups en downs in het huwe lijksleven. Voor een buitenstaander ko men de herinneringen tamelijk oppervlakkig en koel over. Slechts enkele passages gaan dieper. De aftakeling van de au teur die volgens Adriaan Roland Holst sneller kon schrijven dan God kon lezen, is treurig en aangrijpend. Maar slechts een enkele keer raakt het je als lezer. Bij voorbeeld het moment dat Mieke Vestdijk zich afvraagt of het nog wel verstandig is zijn artikelen voor Maatstaf op de bus te doen, omdat zijn toon agressief wordt en hij schutting- taal niet schuwt. Het schaamte loos optreden van enkeje zie kenhuisartsen in die laatste maanden en de nietsontziende fotografen tijdens Vestdijks be grafenis lees je met verbazing. In het tweede deel van het boek, Leven met een nalaten schap, laat de weduwe zich kennen als conservatrice, pro motor en manager van het oeu vre van Vestdijk. Het stuk is in formatief en tussen de regels met ingehouden venijn ge schreven tegen de aanhangers van de Kill tlie widow- theorie. Uit de wijze waarop zij dage lijks met de nalatenschap van een der meest gelezen, vertaal de, verfilmde en anderszins 'be werkte' Nederlandse schrijvers doende is. blijkt, dat in tegen stelling tot de titel van het boek, Mieke Vestdijk nooit afscheid zal nemen van héar Simon. RECENSIE WIM VECT Willem Wilmink. 'Ik heb de liefde lief De mooise liefdes gedichten uit de Nederlandse en Vlaamse poëzie', Uitg Prometheus Amsterdam. 25,00. Ik heb de liefde lief heet de verzameling van de 'mooiste liefdesgeschiedenissen uit de Nederlandse en Vlaamse poëzie', sa mengesteld en ingeleid door Willem Wil mink. Het werd ook de hoogste tijd voor zo'n nieuwe bloemlezing. Als ik me niet vergis dateert de laatste uit 1980, toen Ja cob Groot een dergelijke bundel uitgaf on der de mooi dubbelzinnige titel De Liefste. Diens laconieke indeling, Verlangen- Vervulling-Verlaten, is bij Wilmink wat fij ner genuanceerd, maar volgt uit de aard der zaak, de liefde, dezelfde lijn van op komst en ondergang. Hij voegt een aardig intermezzo in, 'Het pad des woesten tuchtversmaders', met 'hoerenliederen', of in elk geval liederen over de zelfkant van de liefde. Een mooie melancholieke afslui ting is de afdeling "k Maak in gedachten vaak een bedevaart', waarin de verloren liefde nabloeit in de herinnering. De titels van de verschillende afdelingen zijn tref fend ontleend aan versregels uit de geko zen gedichten. Zo'n duidelijk aangegeven tracé is er na tuurlijk om vanaf te wijken. Wilmink houdt het ook niet allemaal in de hand. De eerste stappen op het pad der liefde zijn immers niet alleen schuchter door onzekerheid, maar evenzeer door het vroeg besef van het menselijk tekort. En welk intens geluk roept geen vrees op voor de beperkte houdbaarheid ervan? Veel van die over schrijdingen zijn ongetwijfeld door Wil mink beraamd en elke ondernemende le zer kan nog vaker buiten cïe paden treden. Natuurlijk is het een typische Wilmink- bundel geworden, met een souvereine on verschilligheid voor rangen en standen in de poëzie. Gelukkig veel klassieken, mid deleeuwse liederen en de grote z de-eeuwers, en ook namen als Kloos, Gor ter, Leopold en Bloem ontbreken niet. Je zou je even kunnen afvragen of Wilmink zich met zijn voorkeur voor lied en light verse niet beter had kunnen beperken tot onze eeuw. Dan was het in ieder geval een bijzonder originele collectie geworden. Maar juist de confrontatie van oud en nieuw, vaak op tegenover elkaar liggende bladzijden, werkt verrassend. Een schoonheidsfoutje is het onver klaard laten van sommige Middelneder landse woorden en constructies. Voetno ten staan niet mooi, maar wie wil liefheb ben, moet eerst begrijpen. Verder niets dan lof voor dit opwindende boek, zeker ook omdat Wilmink niet vergeten is het gedicht van Gorter op te nemen dat het laatste woord zegt, over de liefde en tege lijk over de liefdespoëzie. Nog eenmaal de laatste strofe daaruit: „O ja, ik hou van je ik hou zo vrees'lijk van je, ik wou het he lemaal zeggen - IVIaar ik kan het toch niet zeggen." 938 bladzijden, 1700 gram, 125 gulden: een boek als een monument? Elke tijd krijgt de literatuurgeschiedenis die hij verdient. De ze verbrokkelde jaren zijn het tijdperk van de tv-clips. De wereld wordt opgeknipt in kleine blokjes, en die flitsen aan ons oog voorbij. Het boek Nederlandse literatuur, een geschiedenis is zo'n toverlantaarn: knip. en het licht valt weer op een ander beeldje. Dit boek pretendeert het héle literaire le ven te laten zien. Dat is natuurlijk onmoge lijk, dus worden 150 belangrijke gebeurte nissen in de literaire geschiedenis geprikt. Aan die gebeurtenissen op bepaalde data wordt een verhaal opgehangen. üp 14 mei 1364 bezoekt de graaf van Blois een zoldertheater in Dordrecht. Dat levert 5 bladzijden over middeleeuws toneel op. Op 16 maart 1983 wordt 'Hier is Adriaan van Dis' voor het eerst op tv uitgezonden. Dat is aanleiding voor een mooi verhaal over de relatie tussen literatuur en de me dia. Hn tussen 1100 en 19-nu zit veel meer: boekhandels, universiteit, schrijvende mon niken. politiek, seks en buitenlandse cultu rele invloeden. Als het maar weer terug komt bij de literatuur krijgt het een plaatsje in dit boek. Voorbeelden: de Gysbreght-op- voeringen door de eeuwen, porno in de 17- e eeuw. Bilderdijk die vergeet zijn contribu tie van een letterkundig genootschap te be talen, Anja Meulenbelt en het proces Reve. Alles bij elkaar levert dat een caleidosco pisch beeld van 9 eeuwen Nederlandse lite ratuur. Dit boek is geen naslagwerk. Wie wil weten wanneer Piet Paaltjens, Anne Frank of de Schoolmeester leefden, zoekt vergeefs. Deze schrijvers staan zeifis niet in dit Bode! Ook dat hangt natuurlijk samen met de op zet van deze literatuurgeschiedenis. Geen kritiek verder? Nog een beetje. Het papier glanst te veel, en stinkt. De to verlantaarn levert soms een fragmentarisch beeld op. In de formulering en waardering van literaire verschijnselen en bewegingen is geen eenheid te bespeuren. De literatuur verwijzingen zijn mager en incestueus. Het boek is te zwaar. Dan doel ik niet alleen op de 1700 gram die het weegt. Het is soms te veel in de studeerkamer geschreven, te saai. met te veel stijlbloempjes. Ook het aantal bijdragen had minder gekund: sommige overlappen (België). Nederlandse literatuur, een geschiedenis, lijkt een ideaal lees- en snuffelhoek voor alle mensen die meer dan middelmatig zijn ge ïnteresseerd in Nederlandse cultuur. Verder wordt het verplichte stof voor studenten Nederlands aan universiteiten en hoge scholen. Voor de laatsten is een bijbehoren de studiehandleiding uitgegeven 25,00). Al met al blijft Nederlandse literatuur, een geschiedenis een mooi stimulerend over zicht van de stand van zaken van het on derzoek naar 1000 jaar Nederlandstalige cultuur, kunst, en maatschappij. De combi natie van bekende en onbekende literaire gebeurtenissen werkt prima. Mijn persoon lijke favoriet is 2 augustus 1828: de begrafe nis van de dichter Johannes Nicrstrasz in een Alphense kerk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 21