Eigen boom in Brazilië verlaten i Boekje helpt bij ontdekkingstocht Vallend hout brengt rust op Over leven GEBIOLOGEERD De landgoederen Woestduin, Leyduin en Vinkenduin lig gen tussen Vogelenzang en Aerdenhout, ingeklemd tus sen Vogelenzangseweg en Leidsevaart. Het gebied is 111 hectare groot. De toe gang is vrij. Lopend is er het meest te zien, want het fiets pad komt lang niet overal. Een smalle doorgaande weg voor auto's doorkruist het bos. Er zijn enkele gemar keerde wandelroutes over onverharde paden. Het gehe le jaar door geldt een aanlijn- gebod voor honden. Net over de spoorlijn aan de Man padslaan is een parkeerter rein. NZH-bussen hebben haltes aan de Leidsevaart en de Vogelenzangseweg. WOENSDAG 2 JUN11993 World Tree Fund 'rekent' 25 gulden Redt het tropisch regenwoud, koop er een boom. Deze actie werd vorige week in het Burgers' dierenpark in Arn hem ten doop gehouden door het World Tree Fund (WTF). De Nederlandse organisatie mag zich inmiddels eigenaar noemen van 2500 hectare grond in het noord oosten van Brazilië, waarmee de 76.000 bomen die daar groeien tegen kap zijn beschermd. Het landgoed Leyduin. Een kraai krast, in de verte rinkelt de bel van een overweg. foto united photos de boer nils van houts zo grof gegokt, dat de overheid ingreep met een verbod. De fundamenten van het oude gok- huisje liggen er nog, net als de rechthoekige vijver waarin de verhitte paarden na de race ge baad werden. Met mos begroeide grenspa len van twee eeuwen oud, de overblijfselen van een heuse cascade, een waterval, en de resten van een vinkenbaan. Al les op Woestduin, Leyduin en Vinkenduin heeft betekenis. Het water stroomt nog steeds van Zo wordt de lezer uitgenodigd te spugen op duinsterretje (een mossoort) waardoor dit plantje lichtgroen oplicht. Ook wordt in het boekwerkje ingegaan op het lezen van diersporen, wordt het gedrag van mieren uitgelegd en wordt de lezer geleerd een luis- aantasting te herkennen. In de avonduren kunnen de konijnen worden geobserveerd. Meskers: „Konijnen zijn altijd wel leuk om te zien, maar met het gidsje in de hand kun je het gedrag van de dieren veel beter bestuderen. Het is immers leuk te weten dat een konijn de ander weg jaagt door met de poten op de grond te stampen". Ook luisteren en ruiken 'wordt met het boekje geleerd'. Net als een maaltje samen stellen overigens. Er is in het duingebied heel wat eetbaars te vinden. Er is een lijstje opgenomen van wat giftig en wat niet giftig is en zelfs in wat recepten is voorzien. 'Be- Vogelenzang J> I DePlk êt H,llegor\ S irc^vukerhout „De bossen zijn de longen van de wereld. Dat weten we nou zo langzamerhand wel", zegt Rob van den Eist. De WTF-secretaris smacht al langer naar daden in plaats van woorden en heeft nu een club met een nieuwe aan pak om zich heen kunnen for meren. Kenmerkend daarvoor is het omzeilen van de 'verlam mend werkende' overheid. Het bestuur spreekt van een 'enorme belangstelling' voor de nog prille activiteiten van het WTF, dat pas begin dit jaar met de voorbereidingen begon. Door een toevloed aan geld schieters kon onder meer een optie op nog eens 37.825 hecta re Amazonegebied worden ge nomen. Het aankopen van de grond is nodig om het duurzaam ge bruik ervan, zoals dat door het WTF wordt voorstaan, te garan deren. Aankoop is mogelijk door het verkopen van de bo men die erop staan, voor 25 per stuk. De eigenaar van een boom krijgt een certificaat van het WTF, met daarop het num mer van de registratienummer van de boom, de boomsoort, alsmede de precieze plaats van de boom. Een cruciale rol in de t van het WTF is weg het Nederlandse bedrijfsleven. Door zonder enige tegenpresta tie per boom een tientje neer te tellen, zorgt een ondernemer voor het geld dat het WTF nodig heeft voor aankoop van de grond. Het bedrag wordt in een later stadium aangevuld tot 25 gulden, doordat het bedrijf de WTF-certificaten tegen dat be drag binnen zijn Idantenkring probeert te slijten. De 15 gulden die nakomt, gaat ook in zijn ge heel naar het WTF. Voor meer inlichtingen tel. 050-142300. Half oktober is de landelijke actie 'Rijd óók minder' begon nen. Dertien organisaties pro beren op die manier in het be lang van het milieu het aantal autokilometers in twee jaar met ten minste 4,5 miljoen te rug te dringen. Dat is het aan tal dat minder met de auto werd gereden tijdens de vorige actie 'Halveer het autoverkeer'. Tot de deelnemers behoort on ze redacteur Jan Preenen. Hij wil in één jaar 10.000 kilome ter uitsparen. Op onregelmati ge tijden doet hij daarvan ver slag. Vandaag zijn vierde bij- Hoewel de Nederlandse Spoor wegen en ik al ruim een half jaar met elkaar optrekken, is de samenwerking vaak nog ver te zoeken. Dat wil zeggen dat NS regelmatig laten blijken bepaald niet in mij te zijn geïnteres seerd. De Spoorwegen houden er nogal eens een eigen schema op na, dat slechts doet denken aan de tijden die op de borden staan vermeld. Een uitzondering vormde tot voor kort de 6.02 van Leiden naar Haarlem, die me nog nooit in de steek had gelaten. Met die zekerheid begaf ik me op Ko ninginnedag ook naar het sta tion. Nietsvermoedend liet ik één kaartje van mijn 5-retour- biljet in een automaat afstem pelen en dacht op het vertrouw de perron 'mijn' trein aan te treffen. Dus niet. Toch een vertraging? Vergeet het maar. Voor vertra ging moet eerst een trein willen rijden en dat was niet het geval. Een passagier die zich in een halfopen hokje had opgevou wen en van wie niet duidelijk was of hij bij de laatste trein van de vorige dag of de eerste van Koninginnedag hoorde, hielp me uit mijn droom: „De eerste trein gaat pas om kwart voor ze- Voor de boodschapper maakte het weinig uit, omdat hij als een yogi in zijn voorloper van de slaapdoos bleef liggen. Zijn feestdag kon kennelijk niet ka pot, trein of geen trein. Mijn werkdag kon wel kapot. Als ik voor zevenen op mijn werk in Haarlem wilde zijn, kon ik niet op de 6.47 wachten. Waarom hadden de NS me niet gewaar schuwd? Bij nader inzien heb ben de Spoorwegen me wèl in gelicht, zij het met heel klejne lettertjes op het bord met aan komst- en vertrektijden: op Ko ninginnedag rijden de treinen als op zon- en feestdagen. Gelukkig was ik niet de enige die in de veronderstelling ver keerde dat NS 'gewoon' hun werk zouden doen. Er doken steeds meer mensen op die even verrast reageerden: „Kom je eens vroeg je bed uit, slaapt die machinist nog" en „Wil je eens met de trein, gaat-ie niet." Van de twee problemen, waar mee ik werd opgezadeld, kon er snel één worden opgelost. In plaats van met de trein kon ik alsnog met de auto naar Haar lem. Toen ik vorig jaar inhaakte op de 'Rijd óók minder-actie' koos ik voor de combinatie au to-openbaar vervoer. Met de bus van mijn huis naar het Leidse station zou ik bijna een half uur extra onderweg zijn. Met de auto bleef de totale reis tijd beperkt tot vijftig minuten. Daardoor had ik op Koningin nedag de auto binnen handbe reik. Voor het milieu moest het noodgedwongen dan maar één keer geen feestdag zijn. Het tweede probleem was veel ingewikkelder. Hoe kreeg ik mijn geld terug? De loketten waren nog gesloten, zodat ik het kaartje niet kon inwisselen. Een bewaker van de NS kon me al evenmin helpen. „Meneer, het maakt niet uit of de loketten nog dicht zijn." O, bedankt en waarom maakt het niet uit? „U kunt hier toch niet met uw klacht terecht. Vroeger kon dat wel. Nu niet meer. U moet maar naar NS schrijven. Kijkt u maar op de achterkant van uw kaart je." Het was duidelijk: zijn afdeling was verzorgd, hij kon er verder ook niets aan doen. Daarom toch maar geschreven naar NS- Klantenservice in Utrecht. Een week later volgde al het ant woord van de Afdeling Service en Verkoop: 'Eén van onze me dewerkers zal de behandeling van uw reactie zo spoedig mo gelijk op zich nemen'. Weer een week later volgde een reische- 3ue, 'die u kunt gebruiken bij e aanschaf van een vervoerbe- wijs'. Klasse. Eerste wel te verstaan, ook al kom ik daar met mijn cheque en ondanks het feit dat ik al achtduizend autokilome ters heb uitgespaard niet in. Voorlopig kunnen de NS echter niet meer stuk bij mij, zeker zo lang ze me niet weer verrassen met die doordeweekse feestre- gelingen. JAN PREENEN H. Meskers plukt, volgens de aanwijzingen van het boekje, brandnetels zonder haar handen te branden. foto wim dij Niet alleen kijken en wandelen, maar ook ruiken, voelen, proeven en horen. Dat is volgens de stichting Duinbehoud de beste manier om de natuur in het Zuidhollands duinlandschap echt te beleven. Duinbe houd heeft een boekje uitgegeven, 'Beleef het duin zelf, waarin een groot aantal tips aan de hand worden gedaan om de natuur op een andere manier te ontdekken. Volgens voorlichtingsmedewerker van de stichting Duinbehoud, H. Meskers, genie ten de meeste mensen meer van de natuur als ze er meer van af weten. „En vergroten van de kennis, begint met beter kijken." Het gidsje is samengesteld door de gidsen van IVN Leiden. De opdrachten uit het boekje worden ook uitgevoerd door de gid sen tijdens de bekende IVN-zomeravond- wandelingen. leef het duin zelf doet zelfs tips aan de hand om brandnetels te plukken zonder dat de prijs van de brandnetelsoep een hand vol blaren is. In het gidsje staan ook een duinwande lingen en fietstochten door het duingebied in deze regio opgenomen. Het doe-gidsje is een vervolg op de uitga ve 'Beleef het duin' dat Duinbehoud enkele maanden geleden heeft uitgegeven. Dit (veel omvangrijkere) boek geeft informatie over de natuur in de duinen, de bedreigin gen ervan en de ontstaansgeschiedenis van de duinen. 'Beleef het duin zelf (het doe-boekje) en het grote natuurboek 'Beleef het duin' zijn belde te bestellen bij de stichting Duinbehoud. Het grote boek kost 32,50, het kleine doeboekje vijf gulden. De boeken zijn te bestellen door overmaking van het bedrag op gironummer 3505200 Ln.v. Duinbehoud in Lei- AERDENHOUT THEO VAN DER KAAU 'Pas op! Gevaar voor vallend hout!' Bestaat er een betere maatregel dan een bord met de ze tekst om het publiek uit een bos te weren? Op koninginne dag, het hele land heeft vrijaf, liggen de landgoederen Woest duin, Leyduin en Vinkenduin er volkomen verlaten bij. De wind ruist door de bladeren van de hoge bomen. Ergens stort kra kend een tak ter aarde. Een kraai krast en in de verte rinkelt de bel van een overweg. De landheren van destijds zouden zich in hun graf om draaien als ze wisten dat hun bezittingen nu zijn opengesteld voor Jan en Alleman. Gratis nog wel! In de 17e en 18e eeuw wer den de woeste gronden achter de duinen ontdekt door rijke handelslieden uit Haarlem en Amsterdam. Daar wilden ze hun buitenhuizen hebben. Niet in de woestenij, eerst werd de omgeving gecultiveerd. Daar voor kregen beroemde tuinont werpers opdrachten. Complete stukken duin werden afgegra ven, bestaande heuvels ver hoogd, er kwamen bomen, landhuizen, theekoepeltjes en uitkijktorens. Eerst was er de barokke tuin- stijl met lusthoven, lanen, ter rassen en sterrebossen. Eind 18e eeuw kwam de Engelse landschapsstijl in de mode. De rechte lanen maakten plaats voor kronkelpaden en de bos sen kregen op strategische pun ten fraaie doorkijkjes. Overal op het landgoed verschenen huis jes, hutjes, koepeltjes, banken en beelden. Natuurkenners bakkeleien honderden jaren na de aanleg nog steeds over de vraag of der gelijke landgoederen nu natuur zijn of cultuur. Maakt het iets uit? Een wandeling over de landgoederen dompelt de be zoeker in een ver verleden, waarvan de bomen stille getui gen zijn. Ze hebben alle landhe ren overleefd en dwingen daar om eerbied af. Op Woestduin bijvoorbeeld, waar het verleden heel lang bij zonder roerig bleef. Een wijde vlakte in het bos is het overblijf sel van een renbaan. Solitaire beuken, eiken en kastanjes zijn als torens zo hoog gegroeid. Hun takken reiken tot op de grond en gul biedt elke boom op een warme dag honderden vierkante meter schaduw. In het jaar 1909 werd op deze renbaan hoog naar laag door de land goederen, alleen niet meer zo wild zoals op oude prenten te zien is. Op de vinkenbaan was het mogelijk om met netten in een keer tweehonderd vinken te vangen. Ze werden als delica tesse opgepeuzeld, zoals nu nog doodgewoon is in Zuid-Europa. Een gaatje in de toegangsdeur van een ondergrondse ijskelder wijst op de aanwezigheid van vleermuizen. Geloof het of niet, maar hier zijn kraamkolonies van de watervleermuis en de dwergvleermuis. Bovendien is er nog een oude ooftkelder waar grootoorvleermuizen en dc zeldzame franjestaart overwin teren. Op de landgoederen komt opvallende fiora voor. Onder de bomen op Leyduin staat het be zaaid met de reusachtige ade laarsvaren en er zijn plekken met het naar uien ruikende look zonder look. Bij het landhuis staat een zeldzame vleugelnoot die van ouderdom zwaar voor over leunt. De open vlakte op Woestduin wordt matig belo pen, dus er groeien planten die daar tegen kunnen zoals duin viooltjes, akkerhoornbloem, rei- gersbek en het ruw vergeetmij- nietje De vogels laten goed merken, dat ze in hun element zijn op de landgoederen. Staartmees, fitis, roodborstje, nachtegaal, boom- klever en specht zijn maar en kele van de zestig soorten die hier broeden. Voor allerlei zoog dieren is het bos een heerlijke woonplaats, omdat dode bo men en takken mogen blijven liggen. Naast klein grut hebben vos en ree er hun schuilplaat sen. Beheerder PWN gaat ervan uit, dat de landgoederen niet hoeven te worden aangeveegd. Zo houden ze hun ruige uiter lijk. Het streven is zelfs om de oorspronkelijke loop van de duinrellen weer te herstellen. Vanuit de hoger gelegen duinen borrelt dan op lager niveau kris talhelder en natuurzuiver duin water op. Zo kan de vermoeide wandelaar toch nog de dorst lessen, want snackkarren zijn op de landgoederen gelukkig niet welkom. Bak vol kattebrokjes. Slak. Slak: Ha, slakkebrokjes! Een uur later. Slak heeft bakwand beklommen en ligt zich nu aan slakkebrok jes tegoed te doen. Kat nadert. Zegt nu kat tot slak: niks slakkebrokjes, kattebrokjes! en mept hij hem etensbak uit? Of zegt hij: niks slakkebrokjes, kattebrokjes! En nu ga ik voor straf een poosje met je spelen tot je dood bent? Of zegt hij: hm, wat een eigenaardig ge vormd kattebrokje ligt er ineens in m'n bak. En zo groot. Maar enfin, je mag een gegeven brok niet in de bek zien, laat ik het meteen maar opeten (zich later beklagend bij de baas over het gebrek aan smaak en consisten tie van de nieuwe brokken). Doet hij dat? Schrijf uw antwoord op een briefkaart en stuur die naar... ach nee, laat maar zitten. We hebben toch geen prijzen om weg te geven, arme zwoegers als we zijn. Antwoord A, noch B, noch C is overigens het juiste. De kat doet de slak namelijk niks. Hij negeert hem volkomen en eet rustig om hem heen. Hoe komt het dat zo'n vraatzuchtige rover een smakelijk slakkehapje links laat liggen? Hij hoeft niet bang te zijn dat hij zijn tanden op het huisje kapot zal bijten: de naaktslak in kwestie (Arion Rufus, als u het precies wilt we ten) heeft geen huisje. Het meest waarschijnlijk ant woord is dit. Katten jagen vooral op het gezicht. Maar dan niet op de vormen die ze zien, maar op de bewegingen die ze zien. Een opwindmuis brengt een kat net zo in een verhoogde staat van paraatheid als een echte. Zodra de opwindmuis stilstaat is alle interesse geweken. En een opwind-Mickey Mouse scoort net zo goed als een ge wone opwindmuis. Het uiterlijk doet er niet toe, als het maar beweegt (wie zei dat ook weer over films? Oh ja, Fred Haché). Welnu, de slak beweegt niet, of nauwelijks waarneembaar. Hij ruikt blijkbaar ook niet bij zonder smakelijk en hij doet 's kats etensvoorraad niet zicht baar verminderen. Ergo: voor de kat kon hij net zo goed een kiezelsteen zijn. Kunnen wij uit het bovenstaan de een moraal destilleren? Misschien. Zoals bekend maakt men zich ernstig zorgen over de immer groeiende mobiliteit van (vooral) de Westerse mens. We reizen enorme afstanden van en naar ons werk, we doen bood schappen en recreëren ver van ons huis, en we gaan liefst drie maal in het jaar naar een liefst zo ver mogelijk land met vakan tie. Kortom we zitten nooit stil. Dit is slecht voor het milieu en daarmee slecht voor onszelf. En kijk nu eens naar de slak: die zit rustig te eten en omdat hij zich gedeisd houdt heeft hij geen ge vaar te duchten. Misschien moet de slak ons wat meer tot voorbeeld dienen. CO LOERAKKER EN PIET ZEEMAN VLEÉSOAOUjérS. 5AC.CA tWfcWVOWN*'*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 19