Stedenbanden: aanvankelijk luxevoorziening, later ballast Randstad Onrust over asbestresten in universiteitsgebouw Sociale faculteit: onderzoekstijd beter verdelen zoekers Supersnelle treinen in Randstad ZATERDAG 29 ME11993 Zustersteden steeds verder weg LEIDEN LINDA WELTHER Hijnsburg zit een beetje in zijn irlaag met partnergemeente Siegen in West-Duitsland. Voor schoten en de Belgische zuster- gemeente Schoten zijn al jaren niet meer zo innig. Oude ste denbanden destijds met an dere EG-landen aangegaan verwateren. Gemeenten zijn nu vooral op zoek naar een relatie met Oost-Europa. Oegstgeest probeert iets moois op te bou wen met Grodzysk-Wielkopol- sky in Polen; Zoeterwoude heeft pas een band gekregen met Osieczna in Polen; Ter Aar is in contact gekomen Dobruska in voormalig Tsjecho-Slowakije, Leiderdorp met Samorin, uit hetzelfde land. Voorschoten is op zoek naar een stedenband in Litouwen. Volgens de Vereniging voor Ne derlandse Gemeenten (VNG) heeft bijna elke gemeente van enige omvang tenminste één buitenlands contact. Het is de bedoeling dat daarmee perio diek allerlei gezellige uitwisse lingen op cultureel en sportief gebied worden gehouden. In veel gevallen houdt zo'n band echter niet lang stand. Aanvan kelijk loopt de bevolking of het gemeentebestuur wel warm voor zo'n vriendschapsrelatie, maar na een aantal jaren verwa tert het. Woordvoerder Peter van Enk van de VNG vertelt: „De eerste stedenbanden ontstonden na de Tweede Wereldoorlog. Ze hadden het doel om de interna tionale contacten weer enigszins te herstellen. Want die waren door de oorlog danig ver stoord. Het ging daarmee niet om politiek, maar vooral om de contacten van mens tot mens". Enkele van de banden die toen gesloten zijn, bestaan nog. Zoals die tussen Leiden en Ox ford. Volgens gemeentewoord voerder Van Woerden is de band in 1946 ontstaan op parti culier initiatief van twee journa listen. Van Woerden: „Er zijn nu al duizenden Leidenaren naar Oxford geweest en omgekeerd zijn er duizenden Engelsen naar Leiden gekomen. De bezoeken zijn jaarlijks, om beurten is een van de steden gastheer. Mensen uit alle lagen van de bevolking doen mee: van sportverenigin gen, scholen, gemeenteambte naren, noem maar op. De band is zo goed, dat hij zelfs door loopt in de privésfeer. Voor zo ver ik weet, zijn er tenminste vier huwelijken tussen Leide- naars en Oxforders tot stand ge komen door onze stedenband". Toen begin jaren zestig de EEG ontstond, werd het sluiten van jumelages binnen West-Eu ropa bijzonder aangemoedigd. Hierdoor ontstond bijvoorbeeld de band tussen Rijnsburg en Siegen, en 27 jaar geleden die tussen Voorschoten en het Bel gische Schoten. Volgens inge wijden kwamen de gemeente besturen destijds op dat idee omdat de namen zo leuk klon ken samen. Later zocht men het verderop. In de jaren tachtig raakte de ontwikkelingssamenwerking in zwang en kregen veel gemeen ten belangstelling voor allerlei derde-wereldlanden. Vooral Ni caragua werd populair, er zijn maar liefst 18 Nederlandse ste den die iets moois hebben op gebouwd met een stad in Nica ragua. Bij dit soort stedenban den gaat hei natuurlijk niet meer om gelijkwaardige 'zuster handen', maar meer om hulp projecten. Op dit moment gaat de belang stelling vooral uit naar Oost-Eu ropa. Sinds de politieke situatie daar veranderd is, zijn veel ge meenten naarstig op zoek naar een 'vriendje' in bijvoorbeeld Polen of in voormalig Tsjecho- Slowakije. Maar er zijn gemeenten die het nog verderop zoeken. Lisse bijvoorbeeld sloot vorig jaar een 'sister agreement' met Tonami in Japan. Deze band is ontstaan op initiatief van Tonami, omdat deze stad een tulpentuin heeft en contact zoekt met andere ge meenten die ook in bollen doen. Maar de invulling van de 'sis ter agreement' blijft noodzake lijkerwijs erg mager. „Met grote groepen kunnen we niet ko men, dat wordt te duur", aldus gemeentewoordvoerder J. Lie- versen. „De afgelopen maand gingen zes leerlingen van het Lissese Fioretticollege naar To nami, volgend jaar komen er zes Japanners hier. De Neder- De sociale faculteit van de Leid- se Rijksuniversiteit moet de schaarse onderzoekstijd uitslui tend toebedelen aan onderzoe kers die dat echt verdienen. Dat betekent dat wetenschappelijk personeel binnen de sociale fa culteit een grotere onder wijstaak krijgt. Bovendien moe ten er meer tijdelijke onder zoeksbanen komen: 36 procent van de wetenschappelijke ba nen in plaats van de huidige 20 procent. Dit concludeert de Commis sie Wagenaar in haar rapport over 'onderzoeksprofilering van Sociale Wetenschappen'. Vol gens prof. dr. W.A. Wagenaar is onderzoekstijd 'een schaars goed' binnen de universiteit en moet daarmee zorgvuldig wor den omgesprongen. „Nu is het zo dat iedereen automatisch 50 procent onderzoeijstijd krijgt. Wij stellen voor om dat te verla gen tot 20 procent omdat wij vinden dat je onderzoekstijd moet verdienen. Alleen de hele goede wetenschappers die kwa liteit tonen, krijgen meer tijd voor onderzoek: maximaal 70 procent. In dat geval kunnen ze beschikken over drie onder zoeksassistenten." Tijdelijke aanstellingen zijn volgens Wagenaar noodzakelijk voor 'flexibel beleid'. „Het is be langrijk dat de faculteit haar ei- Erica Bastiaanssen 26 jaar Aio sinds januari 1991 Faculteit geneeskunde, medi sche informatlca/neuroregula- tie Doet onderzoek naar: Neurale netwerken (computerpro gramma) voor werking en aan sturing van de blaas Salaris: ongeveer 2100 gulden netto „Ik ben informaticus binnen de faculteit geneeskunde. Ik heb informatica gestudeerd bij wis- en natuurkunde en doe nu computeronderzoek op me disch gebied. Een beetje inge wikkeld dus. Ik probeer met computermodellen neurale netwerken - meer te weten te komen over de aansturing en werking van de blaas. In de praktijk zou dat kunnen beteke nen dat medici met onze on derzoeksgegevens patiënten met incontinentie kunnen hel pen. Ik ben op deze aio-plaats ge tipt. Na mijn informatica-studie wilde ik graag verder met medi sche informatica. In het be drijfsleven is het moeilijk aan de bak te komen, bovendien wilde ik graag onderzoek doen. Na mijn promotie, over twee jaar, zou ik het liefst naar het buiten land gaan. Met een post-doe plaats kun je nog twee jaar on derzoek doen. Maar dat zijn W D f Wetenschappers in de dop heten tegenwoordig: 'assistent in opleiding' aio of 'onderzoeker in opleiding' oio. Jonge mensen die een wetenschappelijke carrière ambiëren en willen promoveren, kunnen sinds 1986 solliciteren naar een aio- of oio-baan. Dat betekent in vergelijking met de situatie vóór 1986: ploeteren op een proefschrift dat binnen vier jaar af moet zijn vaak ten koste van vrije tijd en privéleven relatief weinig begeleiding en onderzoeksfaciliteiten, en dat alles met een laag salaris en een matig toekomstperspectief. Wat beweegt iemand om aio/oio in Leiden te worden? In een serie van vijf afleveringen komen aio's en oio's aan het woord over hun werk en hun privé. dromen: het is moelijk zo'n plaats te bemachtigen. Dat vind ik ook een nadeel van het aio-schap: je kunt wel on derzoek doen en promoveren, maar een baan krijgen bij de universiteit is erg moeilijk. Ik vind dat ze voor aio's meer mo gelijkheden zouden moeten creëren om bij de universiteit te bijven. Maar dat gebeurt niet: er wordt alleen bezuinigd. Dat vind ik triest. Dat hele aio-stel sel is op deze manier maar een half plan. Over de begeleiding heb ik weinig te klagen. Het salaris is de eerste jaren- erg laag maar ik heb het geluk dat ik nogal goed koop woon. Nadelen van het aio-schap zijn wel stress en een zaamheid. Maar aan de andere landse leerlingen betaalden zelf gezinnen voor onderdak, en Bij de Lissese bevolking leeft en misschien gaat de band 1500 gulden voor hun reis, de wordt dan geregeld dat tenmin- de stedenband echter nog niet daardoor meer leven", hoopt rest werd opgebracht door ste één gezinslid Engels zo, „hij heeft tot nu toe vooral Lieversen. sponsors. Gelukkig zorgen gast- spreekt". een grote weerslag op scholen gen onderzoeksbeleid kan voe ren en daarin niet wordt belem merd door vaste dienstverban den." Van ontslagen is volgens Wagenaar geen sprake. „Pas als mensen weggaan, kun je bekij ken of een vaste aanstelling moet worden omgezet in een tijdelijke baan." Het rapport van de Commis sie Wagenaar wordt de komen de weken binnen het faculteits bestuur besproken. kant heb je ook veel vrijheid om je eigen tijd in te delen. Een zaamheid en vrijheid gaan vaak samen. Gelukkig heb ik ook hele gezellige collega's met wie ik ook na werktijd wel eens wat af spreek. Ik heb het bijkomend voor deel dat ik wel eens naar con gressen ga in het buitenland: onder meer in Montreal, Lon den, Parijs. Wat mijn privéleven betreft: ik ben ongebonden en kan mijn tijd indelen zoals ik wil. Dat heeft wel weer als na deel dat ik alleen opdraai voor het huishouden. Groot nadeel vind ik wel dat binnen de universitaire ge meenschap door sommigen wordt neergekeken op aio's: we worden toch beschouwd als een soort veredelde studenten. Dat vind ik vervelend. Terwijl wij in feite de volgende wetenschap pelijk generatie zijn: ze moeten het van ons hebben. Ook vind ik het jammer dat het theoretisch onderzoek dat ik doe toch een beetje wordt te gengewerkt ten opzichte van meer praktisch onderzoek: kli nische geneeskunde. Publica ties op het gebied van prakti sche geneeskunde tellen zwaar der mee dan theoretische. Maar Ik vind gedachtenvorming en direct toepasbaar onderzoek even belangrijk." 'Mogelijkheid carrière voor universitair personeel moet beter' LEIDEN/TILBURG» CAROUNE VAN OVERBEEKE Wetenschappelijk perso neel aan universiteiten moet meer mogelijkheden krijgen om carrière te ma ken. Vooral jonge mede werkers moeten kunnen doorstromen naar hogere functies. Faculteiten moe ten zich ook meer met de loopbanen van hun weten schappelijk medewerkers bemoeien. Zo kunnen hoogleraren in functione ringsgesprekken beoorde len of iemand nog wel op de juiste plek zit. Dit zijn enkele aanbeve lingen in het rapport 'Ar beidsmobiliteit van weten schappelijk personeel' van het Instituut voor Sociaal Wetenschappelijk Onder zoek IVA in Tilburg. Het ministerie van Onder wijs en Wetenschappen gaf de opdracht voor dit onder zoek. Uit het rapport blijkt dat het verloop onder weten schappelijk personeel met een tijdelijk dienstverband veelal jongeren het hoogst is. In 1990 ging on geveer een derde van deze werknemers weg en kwam er ongeveer een derde nieu we werknemers bij. Dus in datzelfde jaar bleef slechts een derde van deze groep in dezelfde baan werkzaam. De medewerkers in vast dienstverband, hooglera ren, universitair hoofddo centen en universitair do centen, zijn veel honkvas ter: van hen bleef tussen de 92 en 95 procent in 1990 zitten op hun plek. Dat be tekent dat de doorstroom mogelijkheden voor jongere medewerkers beperkt zijn. De belangrijkste redenen voor wetenschappelijk me dewerkers om niet van baan te veranderen, zijn de inhoud van het werk en de zekerheid van een baan. „Het doen van onderzoek en de mogelijkheid om ei gen ideeën na te volgen, zijn voor veel mensen aan trekkelijk. Degenen die de universiteit willen of heb ben verlaten, zijn vaak niet te spreken over de carrière perspectieven", aldus het IVA. Het IVA-onderzoekers bepleiten een 'cutuurveran- dering' binnen de muren van de universiteit. „Mobi liteit wordt binnen de uni versiteit niet als iets nor maals gezien: als je een maal ergens zit, blijf je daar ook. Als mensen een andere baan krijgen, wordt vaak gedacht dat ze niet goed functioneren. Terwijl mobi liteit juist positief is. Het kan heel stimulerend zijn om iets anders te gaan doen: het houdt je fris." LEIDEN MONICA WESSELING De asbestresten in de plafonds het universiteitsgebouw van so ciale wetenschappen aan de Wassenaarseweg in Leiden blij ven onnodig lang onopgeruimd. Het personeel van de faculteit wordt te veel in onwetendheid gehouden waardoor de onge rustheid toeneemt. Het college van bestuur van de universiteit van Leiden moet én snel met een opruimplan komen, én het personeel beter inlichten. Dat is de mening van vakbondsconsu lent van de AbvaKabo, T. van Duin. Dik twee jaar geleden werd ontdekt dat in de plafonds van het zogeheten Pieter de la Courtgebouw asbestresten zit ten. Luchtmetingen wezen des tijds uit dat er geen asbestvezels in het gebouw aanwezig waren. Asbest levert alleen in vezel- vorm gevaar op voor de volks gezondheid. De personeelsle den werd gesommmeerd met de handen van de plafonds af te blijven. „Nu, twee jaar later, krijgen we nog steeds te horen dat we niet aan de plafonds mogen ko men en dat in opdracht van het bestuur van de universiteit een speciaal bureau een onderzoek uitvoert. De afgelopen twee jaar is blijkbaar niets gedaan om het probleem op te lossen", zegt Van Duin. Volgens de vakbondsman worden de personeelsleden steeds ongeruster.- „En dat is nauwelijks verwonderlijk. Als je geen enkele informatie krijgt dan dat je er met je handen van de plafonds moet afblijven, word je niet direct gerustge steld." De ongerustheid neemt vol gens Van Duin eens te meer toe nu de geruchten gaan dat er in de ruimte tussen de plafonds veel meer asbestresten liggen dan aanvankelijk werd aange nomen. „En van het bestuur doet niemand daar enige mede- lingover". Van Duin vermoedt dat het college van bestuur de opruim- operatie traineert omdat er een enorme som geld mee gemoeid is. Hij schat in dat weghalen van het asbest in de plafonds al gauw tien miljoen gulden gaat kosten. Het Pieter de la Court gebouw is enkele jaren geleden ingrijpend verbouwd, "en ik denk dat het college eerst wil proberen de schade te verhalen op de aannemer." AmvterdAttt CS delft» Een netwerk van snelle (250 a 300 km), fre quente (minimaal vier keer per uur) en comfortabe le treinen waarmee de reistijd tussen de vier grote steden in de Randstad en de luchthaven Schiphol tot maximaal twintig a dertig minuten wordt terug gebracht. Dat is de kern van het gisteren gepresen teerde ARGUS-project dat enige tijd geleden uitge breid in deze krant stond. Dit mega-project dat naar schatting zes miljard gul den kost moet de samenhang tussen de grootste steden van Nederland versterken. De Randstad moet zo beter kunnen concurreren met andere gro te steden in Europa bij het aantrekken van interna tionaal operende bedrijven. De Technische Universiteit Delft heeft een ontwerp en een vervoersprognose voor het ARGUS-netwerk opgesteld. In het ontwerp wordt gedeeltelijk ge bruik gemaakt van de bestaande plannen voor de aanleg van hoge-snelheidslijnen tussen Rotterdam en Schiphol/Amsterdam voor de TGV naar Parijs en de lijn vanuit Amsterdam via Utrecht naar Duits land. Daarnaast zijn nieuwe tracés nodig voor de aanslui ting van Den Haag CS en gedeeltelijk nieuwe spoorbanen (4-sporig) tussen Utrecht en Den Haag en Utrecht en Rotterdam. Van de benodigde zes miljard is de helft bestemd voor uitbouw van het railnet, een miljard voor aanpassing van stations en de rest voor de verbetering van het stadsgeweste lijk openbaar vervoer in Amsterdam, aangezien dit essentieel geacht wordt voor het goed functioneren van ARGUS. Van Duin kan zich die han delwijze wel indenken, "de uni versiteit moet de broekriem so wie so aanhalen", maar accep teert het niet. „Er is verontreini ging en dan moet je dat gewoon met voortvarendheid opruimen. Niet eerst kijken wie betaalt". Druk bezig Volgens hoofd huisvesting van de Leidse universiteit A.J.C. Gerritsen, wordt er al sedert en kele maanden een uitgebreid onderzoek gedaan naar de mate van asbestverontreiniging en de manier waarop dit zou moeten worden opgeruimd. „Binnen enkele maanden verwachten we een eindrapportage te hebben. Het college van bestuur moet zich dan buigen over de vraag wat er met de resultaten van het rapport moeten worden ge daan." Van gevaar voor de gezond- i heid van de werknemers is vol- gens Gerritsen geen sprake en van onrust onder het personeel is hem niets bekend. „Ze weten j dat ze niet aan de plafondspla- ten mogen komen, ledereen is daarvan doordrongen. Zo lang iedereen er met zijn handen j van afblijft, gebeurt er niets".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 16