Het bevlekte blazoen
van de taxichauffeur
n
o
M
\T
Blauw blauw
Conflicten genoeg in de
taxiwereld. Chauffeurs die
elkaar dwars zitten om een ritje
té bemachtigen. Centrales die
de 'vrije jongens' van
onbeschoft gedrag betichten.
Woede over de manier waarop
de Treintaxi wordt uitbesteed.
Onenigheid over
vergunningenbeleid. Ruzie met
de politie over het gebruik van
de busbaan. En de fiscus die de
fooienpotdoorlicht. Wordthet
nog wat met hét imago van de
branche?
Augustus 1991: blokkade van Amsterdamse 'vrije rijders' tegen de komst van de treintaxi.
FOTOPERSBUREAU DIJKSTRA (foto middenhoven) ANEFO (foto boven)
ARNO RUITENBEEK
H p 23 mei begint de regiotaxi, een
B twee jaar durend experiment als
aanvulling op het streekvervoer.
Daarnaast zet Treintaxi over enkele maanden
de eerste regiotreintaxi's in in gebieden met
weinig openbaar vervoer. Alle reden dus om
het gedeukte imago van de taxichauffeur op
te vijzelen.
De eerste opleiding voor taxichauffeurs in
Nederland begint in september. Cursisten
zijn onder meer chauffeurs van de regiotaxi.
De opleiding is vooral bedoeld om het beeld
de bedrijfstak te verbeteren.
Maar een onderzoek naar het imago van de
taxibranche? Weggegooid geld. „Pas als het
uitschot is opgeruimd, heeft zo'n onderzoek
zin." Mr. E. Elvers zegt het zonder aarzeling.
Hij vertegenwoordigt de oudste en grootste
vereniging van taxi-werkgevers. Niet de 'vrije
jongens' die de grote steden doorkruisen met
een eigen taxi. Die trekken, vindt hij, het
beeld scheef: er zitten er teveel tussen die de
branche een slechte naam bezorgen.
Mr. H. Blommers, directeur van een groot
Haarlems taxibedrijf en mede-directeur van
de Nederlandse Treintaxi VOF, oordeelt ver
nietigend over 'de grote-stadscowboys': „Een
verziekte, gedegenereerde bende. In de rest
van het land is de taxibranche een heel nor
maal onderdeel van de dienstverlenende sec
tor."
De kritiek kan Hagenaar H. Taal gestolen
worden. Hij vertegenwoordigt in de residen
tie de centrale, waarbij 210 vrije rijders zijn
aangesloten. „De grote ondernemingen pro
beren de markt in handen te krijgen. Werkge
vers-man Elvers bedrijft verdeel een heerspo
litiek. Wij, de kleine bedrijven, moeten tegen
elkaar worden uitgespeeld." Taal geeft de
media de schuld van het slechte imago. „Het
is altijd weer die ene taxichauffeur met zijn
gouden Rolex en grove opmerkingen. Dat is
niet de doorsneerijder. Als wij een signaal
willen afgeven, willen demonstreren, dan
moet dat kunnen.' Verder proberen we de
klant optimale service te verlenen."
Eigen rechtertje
De taxiwereld staat in een kwaad daglicht.
Een kleine greep uit de reeks incidenten van
de afgelopen jaren:
Taxichauffeurs in Rotterdam spelen eigen
rechtertje. Ze willen Perron Nul, de verzamel
plaats van junks en dealers bij het NS-station
en de taxistandplaats, schoonvegen;
In Den Haag en Rotterdam gooien de 'vrije
rijders' kruispunten dicht om te protesteren
tegen een nieuwe vergunningenbeleid van
het provinciebestuur, waardoor het aantal
taxi's in Den Haag stijgt van 375 tot 1.000;
Op Schiphol slaan de blokbanders (Amster
damse taxichauffeurs) en de luchthaventaxi-
chauffeurs elkaar om de oren. De Amster
dammers mogen wel klanten naar de lucht-
De bedrijfstak taxivervoer biedt
werk aan ongeveer 25.000 mensen,
omgerekend naar volledig dienst
verband. Ze leggen jaarlijks bijna
twee miljard kilometer af, bijna tien
procent van de totale mobiliteit,
waarbij ze gebruik maken van bijna
21.000 wagens.
De provincie verleent een vergun
ning (voor een of meer auto's) op
basis van het ondernemingsplan f
(omzet, aantal kilometers). Behalve
chauffeurs in loondienst zijn er
'vrije rijders': zelfstandigen met één
vergunning en één auto. Zij zijn
vooral te vinden in de grote steden,
waar ongeveer 1600 vergunningen
zijn uitgegeven.
Maar het aantal vrije rijders neemt
af, de grote ondernemingen nemen
in aantal toe. Ondernemingen zoe
ken naar schaalvergroting (zoals
treintaxi en regiotaxi) en fuseren.
Van de bijna 3200 vergunninghou
ders zijn er 800 lid van Elvers' ver
eniging: vooral grote ondernemin
gen met tot 250 wagens. Die 800 le
den hebben 9000 vergunningen. De
'kleine jongens' in de grote steden
zijn veelal niet georganiseerd.
haven brengen, maar geen retourvrachtje
meenemen. Het conflict bleef jarenlang sle
pen. Pas onlangs werd een akkoord bereikt;
Uit een rapport van de gemeente Amster
dam blijkt dat in de jaren 1977-1980 169 on
gevallen zijn gebeurd met taxi's die op de
vrije tram- en busbanen mogen rijden. Bij 30
procent van de ongelukken raken mensen
gewond, vooral voetgangers en linksafslaan-
de (brom-)fietsers. De taxi's rijden vaak veel
te hard en scheuren door rood licht. Een ex
periment van de gemeente met geulen in de
trambaan maakt taxichauffeurs witheet van
woede;
Het gerechtshof in Arnhem doet eind 1992
een uitspraak die tot grote ergernis leidt bij
taxi-ondernemers. De fooien die de chauf
feurs krijgen, moeten worden belast. Er drei
gen naheffingen van 17,5 procent BTW over
10 procent van de omzet. De taxi-onderne
mers hebben van de belastingdienst een
briefje gekregen dat ze bij de aangifte over
1993 voor het eerst de tips in de omzet moe
ten verwerken.
Veiligheid
Niet alleen het onderling geruzie, ook de ge
varen in de taxibranche werken spanningen
in de hand. Er is geen taxichauffeur die niet
met afgrijzen denkt aan de berovingen en ge
weldsmisdrijven waarvan collega's het
slachtoffer werden. Als weer een taxichauf
feur is vermoord en zijn collega's boos de
straat opgaan, wordt er allerwegen geroepen
om bescherming: de bestuurders- en passa
giersplaatsen zouden, net als in Engeland,
moeten worden gescheiden.
Onlangs riep F. Remerie, namens de spoor
wegen mededirecteur van Treintaxi VOF, dat
er in de taxi's camera's moeten komen om
kwaadwillende klanten te ontmoedigen. Hij
zei erbij dat 20 procent van de taxichauffeurs
zijn beroep niet goed uitoefent. „Ik vraag me
af waar Remerie zich mee bemoeitzegt
woordvoerder Taal van de Haagse 'kleine'
chauffeurs. „Zolang er bij zijn eigen bedrijf,
de NS, conducteurs worden neergestoken en
lastiggevallen, kan hij beter zijn mond hou
den. Als ze daar hun eigen problemen niet
kunnen oplossen, moeten ze mij niet vertel
len hoeveel geld ik nog in de taxi moet stop
pen."
Taal benadrukt dat de hele samenleving is
verloederd en veel crimineler geworden. De
taxichauffeurs zijn daar net zo goed de dtipe
van van. „We weten allemaal dat mensen die
het slachtoffer zijn geweest van geweldsmis
drijven, veranderen. Ze worden wantrouwen
den agressiever, minder tolerant", verdedigt
hij zijn mensen. „Onbeschofte klanten. Lui
die niet willen betalen. Mijn mensen staan
bloot aan dat soort brutaliteiten. Ze proberen
zich daar op in te stellen, hun werkwijze te
veranderen."
Maar moet dat leiden tot chauffeurs die ra
cistische taal uitslaan? Of gestolen videore
corders aanprijzen? „Op de enkeling die over
de schreef gaat mag je niet de hele beroeps
groep veroordelen." Ook de vertegenwoordi
gers van de grote taxibedrijven, Blommers en
Elvers, beseffen dat de branche harder is ge
worden. Ze zien enig excuus in wat Blom
mers omschrijft als 'de diep droevige verloe
dering in de grote steden'. „Ze hebben veel
geld in hun taxi's geïnvesteerd, dat moet te
rugkomen. Zeker in deze economisch slechte
tijden is dat vreselijk moeilijk. Verdienden ze
eerst 300 gulden in drie uur, nu moeten ze
daar zes uur voor werken."
Volgens Blommers is de overheid er mede
verantwoordelijk voor dat de sfeer in de grote
steden zo verpest is. „Na de Tweede Wereld
oorlog hebben de gemeenten taxicentrales in
het leven geroepen, omdat er enige vorm van
coördinatie moest zijn. De zelfstandige
chauffeurs zijn gedwóngen tot samenwerking
met hun concurrenten en dat wringt."
Een beetje taxi-onderneming kan niet meer
draaien op de taxipoot alleen, zegt Blom
mers. „Het is zelfs het minst rendabele deel:
een auto op afroep, die 24 uur beschikbaar is,
tegen hoge (materieel- en personeelskos
ten. Je moet het hebben van de andere vor
men van deur-tot-deurvervoer. Bij voorbeeld
voor scholen en ziekenfondsen." Maar ook
daarin zit pijn. Ziekenfonds Amsterdam en
Omstreken (ZOA) zegde het contract met de
Amsterdamse Centraal Bureau voor Taxi's
(CBT) op, nadat chauffers tijdens een protest
tegen de komst van treintaxi's de centrale be
zet hielden. Door de bezetting konden verze
kerden geen CBT-taxi krijgen om naar het
ziekenhuis te gaan voor bestraling of nierdia
lyse.
„Een onterechte opstelling van het zieken
fonds", is de pertinente mening van Taal.
„Een typisch staaltje van willekeur. Toen de
doktoren en specialisten een paar jaar gele
den staakten en ook ernstig zieke mensen
niet geholpen konden worden, werden toch
ook geen ziekenhuizen uitgesloten door de
fondsen? Maar ja, taxichauffeurs kun je ge
makkelijker in de hoek zetten. Er zijn er ge
noeg, je kunt bellen wie je wilt. Dat je aan ie
mands karig belegde boterham komt, telt
blijkbaar niet."
Opruiming
Woorvoerder Elvers van de werkgeversvere
niging is daarentegen blij met de actie van
het ziekenfonds. Die kan, hoopt hij, de inlei
ding zijn tot de hoognodige grote opruiming
in de branche in de grote steden. Taxivervoer
Nederland werkt inmiddels zelf al aan een
beter imago. In hét vorig jaar februari uitge
brachte rapport 'De taxi in beweging' zijn
aanzetten gegeven voor een ondememersop-
leiding, bijscholing van telefonisten en mobi-
lofonisten, chauffeursonderscheidingen en
een kwaliteitskeurmerk. En dan is er de
chauffeursopleiding. Taxivervoer wil dat in
de lesstof in elk geval eerste hulp en reanima
tie worden opgenomen.
Maar Taal wuift dit soort voorstellen tot kwa
liteitsverbetering minachtend weg. „Bedacht
door iemand die nog nooit zelf in de taxi
heeft gereden. Ik vind het onzinnig om ie
mand die tot volle tevredenheid 20 jaar ach
ter het stuur heeft gezeten nu nog te laten
blokken op reanimatie."
De gemeente is volgens Elvers een zwakke
schakel bij de afgifte van een bewijs van goed
gedrag. „De toetsing van degene die een be
wijs van goed gedrag vraagt, laat te wensen
over. Om in de taxibranche te werken, mag je
niet in aanraking zijn geweest met justitie.
Maar reclassering schuift een ex-delinquent
naar voren die taxichauffeur wil worden. Een
kwestie van of in de bijstand of achter het
stuur, is dan het motief en hup, hij kan rij
den. Het gaat zó simpel."
Een steeds weer terugkerend gespreksonder
werp in de branche is de treintaxi. De blauwe
Mercedessen zouden al in mei 1991 ook gaan
rijden in Den Haag, Rotterdam, Utrecht en
Amsterdam. „Broodroof', riepen de eigen rij
ders en kwamen in opstand. Twee jaar gele
den blokkeerden ze NS-perrons en -sporen.
Sindsdien is het niet meer stil geweest.
In Den Haag brak anderhalf jaar geleden
een oorlogje uit tussen de City Tax-centrale,
die het contract met de Treintaxi VOF kreeg
en HTMC, die dat oneerlijk vond. De laatste
gewelddadige confrontatie tussen vrije jon
gens, treintaxi-ondernemingen en politie had
enkele weken geleden plaats in Amsterdam
(station Zuid/WTC) en Amstelveen. Daar
rijdt de treintaxi nu wel, maar het centrum
blijft voorlopig verboden toegang.
Blommers: „In hun ogen pikt de treintaxi
klanten af. Maar onderzoek heeft uitgewezen
dat 85 procent van de trcintaxireizigers
nieuw zijn op de markt. Bovendien sorteert
de treintaxi overloop naar de gewone taxi."
ZATERDAG 15 ME11993
Onze Taal
Blauw heet een koele kleur.
Blauw is verheven, superieur en
afstandelijk. De kleur blauw is
symbool voor de geest en voor
alles wat niet aards is. Dat
komt waarschijnlijk doordat de
hemel blauw is. Die relatie tus
sen de symboliek van blauw en
de hemelkleur werd in de mid
deleeuwen ook al gelegd. Maar
toen precies andersom. Men
dacht destijds dat de hemel
blauw was omdat dat symbo
lisch was voor onaards. En op
alle middeleeuwse schilderijen
draagt Maria een blauwe man
tel, terwijl Jozef in het rood ge
kleed gaat.
m an die symboliek is helaas niet
tA# veel meer over. Maar het woord
W blauw wordt veel gebruikt in onze
taal; ook als de kleur eigenlijk niet bedoeld
wordt. Van de blauwe maandag, de blauw
kous en een blauwtje lopen, tot aan iets
blauw blauw laten, zich blauw betalen, blau
we bonen en van de blauwe knoop zijn.
Om te beginnen moeten we bij blauw niet al
leen maar denken aan de kleur van een wol
keloze zomerhemel. Blauw werd vroeger, en
wordt ook nog wel gebruikt voor grauwgrijs,
loodkleurig, vaal. Blauwe bonen, oftewel ko
gels, zijn niet hemelsblauw maar grijszwart.
In menig stadsdialect is 'blauwen' een platte
aanduiding van zwarte mensen. De blauwe
reiger en de blauwe haai zijn helemaal niet
blauw maar grauwgrijs. En Blauwbaards
baard was ook niet helder blauw maar
grauwgrijszwart.
Datzelfde grauwe grijs kreeg je aan je vin
gers bij het tellen van zilvergeld: zilver geeft
af en je krijgt er zwartige of grijze vingers van.
Wie veel geld betalen moest, betaalde zich
letterlijk blauw. Ons geld geeft niet meer af,
en daardoor heeft de uitdrukking nu alleen
nog maar figuurlijke betekenis, maar het is
begonnen met de letterlijke betekenis.
Ondanks alle mooie symboliek werd blauw
vroeger ook vaak geassocieerd met bedrieg
lijk en vals. Zo was er een gezegde: 'in de
blauwe zak doen', wat betekende: 'stelen'.
Blauwe devotie betekende valse vroomheid.
En een blauwe maandag, daar was ook iets
mee loos. Wie ergens een blauwe maandag
gewerkt had, was er alleen maar op de aller
eerste dag van de werkweek geweest, en mis
schien zelfs dat niet.
Een blauwtje lopen gaat terug op de blauwe
scheen: een blauwe scheen oplopen doordat
je ergens weggeschopt was. Ondertussen ge
bruiken we het als uitdrukking, ook als de af
wijzing minder hardhandig heeft plaats ge
vonden.
Iets blauw blauw laten was oorspronkelijk al
leen maar blauw blauw laten, dus zonder
'iets': je moet blauw blauw laten. Dat wil zeg
gen: laat het blauwe gewoon blauw zijn, zon
derwat te veranderen. Later zei men echter
je moet dit of dat blauw blauw laten.
De blauwkous is bijna een verdwenen be
grip. Het was een geleerde vrouw, of een die
daarop lijken wilde, en die weinig belangstel
ling toonde voor het huishouden. Vroeger
geen aanbeveling. Wij zijn nu wel zo ver geë
mancipeerd dat deze spotnaam zelden meer
gehoord wordt. Blauwkous was een vertaling
van het Engelse bluestocking. Rond 1750
hield lady E. Montague in Londen een salon
waar een zekere Stillingfleet met blauwe wol
len sokken placht te verschijnen. Opvallend,
want iedereen droeg toen zwarte zijden kou
sen. De kring werd daarom door anderen wel
de 'blue stocking society" genoemd, oftewel:
de blauwe-sokkenclub. Op die manier is
blauwkous de benaming geworden voor ont
wikkelde vrouw.
Wat ik niet weet, is waarom de blauwe
knoop, als benaming voor de anti-alcoholbe
weging, juist de blauwe knoop als teken ge
kozen heeft. En of het blauw van de Neder
landse vlag enige symbolische betekenis ge
had heeft. De combinatie van rood-wit-
blauw is al erg oud, maar ik weet niet waar
om dat zo uitgekozen is. Hoe langer je over
blauw nadenkt, hoe meer vragen er opdui
ken.
In ieder geval heeft blauw ook in onze dagen
nieuwe toepassingen gekregen. Bijvoorbeeld
in 'blauwhelmen', soldaten van de vredes
macht van de Verenigde Naties. Het zal waar
zijn dat hun helmen blauw zijn, maar daar
denken we al niet meer aan bij deze bena
ming.
JOOP VAN DER HORST
universitair docent Nederlands